Dinsdag 26 October 1926
86 e Jaargang
Parlementarie Kalender
FEUILLETON
Plaatselijk Nieuws
SPORT EN WEDSTRIJDEN
NO. 127 INTERC.TELEPHOOM 52
NIEUWE
laigedijor
21 October.
De Hagenaar, dil2 vain het Binnenhof wel
eens iets meer wil leeren kennen dan het ver
maarde boekenstalletje van Blok en de drogi
gelelgde fontijn; de provinciaal, die door de,
persverslagen in zijn courant naar 'het Ka
mergebouw wordt gelokt; de,vreemdeling, lie
in de Residentie door een rooi ineuzigen dienst
man is opgevangen om argeloos naar de ver
gaderzalen der Eerste en Tweede Kamer te
worden gedreven zij allen betreden met,
vurige verbeelding en hoog gespannen ver
wachting den tempel onzer Volksvertegenwoor
diging.
Edoch hoe groot is meestal de ontgooche
ling.
Inplaats van een plechtige bijeenkomst in
's Lands vergaderzaal, mist volksvertegenwoor
digers in hun zetèls aandachtig luisterend naar,
de voorgedragen redvoering, ziet de ontnuch
terde tribunebezoeker groepjes door elkaar
woelende, luid keuvelende wetgevers, alsmede
eenige afgevaardigden eenzaam in de bankjes
gezeten, dikwijls in de meest gemeenzame en;
ongedwongen houdingen.
Vooral heden zou men door dit beeld zijni
getroffen. Immers, de algemeene beschouwin-
wingen over de belastin&ontwerpen waren ge
ëindigd, zoodat thans de technisch zoo'inge
wikkelde wetten zeiven aan de orde kwamen,
Allereerst de .successiewet, waarop verscheide
ne amendementen en sub-amendementen wa
ren ingediend. Waar de meeste Kamerleden
niet doorkneed zijn in het onderwerp vorm
den zich overal druk convierseenende groep
jes; de debatten werden uitsluitend gevoerd
door de deskundigen onderling en met 'do
Regeering, maar de bezoeker moest dikwijls
veel moeite doen om eindelijk de redenaar:
in de vergaderzaal te ontdekken.
Het is ondoendlij'k bij alle onderdeelen stil
te staan; hoofdzaak is dat de Kamer, na de
verklaring van Minister Die Geer, dat de ge-t
weldige vierhooging van het successierecht van,
1921 als een van de grootste vergissingen is
te beschouwien het nieuwe tarief, dat deze f
vergissing voor de hielft herstelt, goedkeurde.
Van één stam
295
DERDE HOOFDSTUK.
Verbroken baitden.
De trein staat stil. Gouda. Portieren wor-
opengegooid. Een kort oponthoud dan wór
den de wagens weer gesloten, en de trein zet,
zich in beweging.
Goddankt het laatste station, denkt Wolf
gang overluid, want hij is alleen in den wa
gon, terwijl hij voor de honderste maal zijn
horloge raadpleegt. Van St Moritz af, waar
de brief van Huib hem bereikte, is hij in éénj
vaart vertrokken. Bij Emmerik heeft hij zijn'
reis als geëindigd beschouwd, want Nederland'
is een klein land, denkt hij, en hij zal het
doorvliegen. Maar nu vallen de laatste-uren
eindeloos lang. Wolfgang wordt al ongeduldi
ger. In dit vlakke land kan hij niet zien dat
hij vooruit komt. De weilanden volgen elkaar,
op in eindelooze eentonigheid. Als een groote
vuurbol, in een bed van dauw, is de zon]
weggezonken tegen den gezichtseinder, nog
trilt de atmosfeer onder de laatste zonne-omT
helzing. De dag is warm geweest en er komt
uit het westen een onwedet opzetten. Groote
loodgrijze wolken, grillig gevormd, goudge
rand afstekend tegen een vurigen hemel, heb
ben de bergen vervangen van de hooggelegen
landen, die hij die vorige dagen en dezen och
tend heeft doorgespoord. Hij ziet in zijn over
spannen stemming Iets dreigends 'in de doeze
lige gevaarten, die langzaam over elkaar schui
ven en hem den indruk geven als wilden zijl
geluidloos neervallend, de aarde verstikken
onder hun donzen gewicht. Wolfgang kan er
niet langer naar turen, zonder als het warq
een voorgevoel te krijgen van gevaren, die hij,
tegemoet reist. Hij staat op en gaat aan het
andere portier zitten. In de luchttrilling van
dit landschap geen goudglans meer, slechts!
nier en daar weerkaatst een sloot tusschen de
Weilanden een purperen veer in de lucht.
Diep blauw, bijna violet, welft de hemel
zich over het land, waarvan bet groep al
tneer en meer onzichtbaar wordt in de op'ko-
De eenige verrassing1 was hierbij, dat oo'k;
prof. Veraart, die Dinsdag nog wiel de rij ideri
i bestrijders had geopend, zijn stem gaf aan.
deze belastingverlaging.
22 October.
Het tweede belastingontwerp waarmedq
reeds gistjer in het late middaguur door da
sterk verdunde vergadering werd aangevan(-
gen, was de herziening van 'de personeele
i belasting. Tegen de verlaging der tarieven)
heeft niemand bezwaar geopperd; het debat
liep uitsluitend over een amendement yan Aal
ten, dat den gemeenten de bevoegdheid wilde
geven, een eigen ta.rief voor een plaatselijke
personeele belasting vast te stellen. Dit vrij
zinnig-democratisch amendement vond scher
pe bestrijding van de zijde van den heer J.
ter Laan, die vreesde, dat van gemeentelijkei
vrijheid inzake de personeele belasting de ar
beiders het slachtoffer zouden worden, terwijl
de Minister het amendemlent onaannemelijk
verklaarde, volhoudend, dat de regeling van
het ontwerp goted was, dank zij de vrijheid,
welke die gemeenten krijgen om voortaan hetzij!
een uniform aantal opcianten te beffen, hetzij)
de progressie al dan" niet gewijzigd te hand
haven. Intusschen bleven de hoeren van Gijn
en de Wilde moeilijkheden voor vele gemeen
ten vreezee, weshalve op uitstel van behande
ling werd aangedrongen, hetgeen te eer mo
gelijk was, nu deze verlaging, ingevolge het
door den Minister aanvaarde amendement van
de Commissie van Rapporteurs, eerst op L
Januari 1928 in werking zal treden. Waarop
de minister zich bereid verklaarde te overwe
gen, een regeling, welke aan de technische
en principieele bezwaren tegemoet komt, waar
bij tevens zal worden overwogen, of een plaat
selijke personeele belasting, dan wel een ge
heel overdragen van' de opbrengst van de
personeele belasting aan de gemeenten, moge
lijk zal zijn. Na deze toezegging trok de heer
Van Aalten zijn amendement in en ging de
wetswijziginger iruet nagenoeg algemeene
stemmen door.
Vermelding verdient tenslotte, dat de Ka
mer, zonder leenige discussie besloten heeft
op 29 October een aanvang te maken met |de
behandeling van het Belgisch verdrag, en dit
zoo noodig in avondzittipgen af te 'doen vóór
de begrooting.
mende dauw. Aan den horizon doezelt del
vallende avond land, nevel en lucht reeds weg.
in een vaalgrijze massa. Ook hier in deze een
tonige vlakte hetzelfde neerdrukkende, Jat den
eenzamen man zoo somber stemt. Het koorts
achtig verlangen bij Huib te zijn, wordt al)
sterker in hem. Daar is, sinds de liefde zoo)
laat in hem ontwaakte, een groote vertedering
in zijn hart gekomen. Hij begrijpt andere men-!
schen nu beter; vooral het leed van zijn jon
gen schokt hem diep.
En weer wjenscht hij in Dien Haag te zijn,
om hem te kunjnen helpen, want diens laat
ste brief beeft hem verschrikt.
Huib is een van die menschen wiens le
venspad voortdurend beschenen wordt door
mooien zonneschijn; zulke menschen zien al-
liclT één zomerbuitje voor pen groote ramp
aan. Nu Huib's idylle zoo wreed verstoord]
werd door den norschjen vader van het meis
je, had Wolfgang het veel natuurlijker ge
vonden, zoo Huib in zijn brief zich radeloos
van smart had getoond of luide om hulp haJ
gejammerd. Die ernstige bedaarde toon, de
vreemde berusting van den jongen man, vindt
Wolfgang onnatuurlijk. Hij heeft daardoor de
zekerheid gekregen, dat die toestand veel ho-
peloozer is dan Huib heeft willen laten blij
ken, en daarom ijlt hij naar hem toe; nacht;
en dag heeft hij gespoord en al meer rijpt
zich het voornemen zijn jongen broeder te
helpen, tien koste van alles. Hij glimlacht te
vreden als hij weer eens bemekt hoe lief z'p
jongste" hem is geworden. Maar juist dooi;
dat warme gevoel wordt hij hoe langer hoe.
ernstiger. Komt die trein dan nooit aan. Hij)
zit nu met het horloge in de hand, het is.
reeds schemering en hij moet zijn sigaar hel
der brandend trekken, om te zien hoe de se
conden en minuten voortkruipen.
Eindelijk daar is een seinmeer lichten
langs de baan, de trein begint langzamer te
rijden en stoomt Den Haag binnen. Hij springt
uit den wagon, drukt zijn bagagebiljet in han
den van een dienstman en ijlt in groote ver-i
wachting naar het tourniquet. Daar staat Huib.
In het flikkerend licht kan Wolfgang de uit
drukking van zijn gelaatstrekken niet duide
lijk onderscheiden. Uiterlijk staat hij daar
kalm te wachten. De vreugde zijn broeder
OUDKARSPEL.
Gevonden horlogï met ketting.
Inlichtingen Secretarie Oudkarspel.
OUDKARSPEL.
1 Naar wij veraemen. zal door 'de tooneelvereeni-
ging' „Jong Leven" worden opgevoerd het too-
neelspol in vier bedrijven „Sint Jansvuur" van
lierman Sudermau.
j Het too neeldecoratief in dit tooneelspel is meer
dan schitterend, terwijl in het 4e bedrijf mede-
werking wordt verleend door een dubbel mannen-
kwartet,
j ZUIDSCHARWOUDlE.
In de Zaterdagavond gehouden vergadering van
Jen z.g.n. Ouderavond werden besprekingen ge-
I houden over aard, beteekenis en inrichting van
t het Vervolgonderwijs. In dit verband werd rk
noodzakelijkheid betoogd van een zevende leer
jaar, daar het vervolgonderwijs nooit kan geven,
wat een goed ingericht zevende 1 Verjaar geeft.
Gesproken "werd over het houden van een St.
Nioolaasfeestje voor de kinderen der openbare
school. Het slot der .discussie was, dat de Ouder
commissie opdracht kreeg, om de noodigé voor-
fiibereidingen te treffen. Nog werd van gedachten
gewisseld over dsn toestand der schoolbibliotheek,
waaruit bleek, dat het laatste jaar eenige nieuwe
boeken zijn aangeschaft, welk aantal nog voor
vermeerdering vatbaar is, wat dan ook te ge
legener tijd zal geschieden.
BROEK OP LANGENDJJK.
De Unie-collecte, 'welke gehouden werd op 21
October j.L, heeft opgebracht de somma van
f 122.95, hetwelk ruim f 38 meer is dan het vorige
jaajr.
BROEK OP LAKOENDjlJK,
Voor het Corffité der Winterlezingen 1926
1927, hopen op te treden Dr. Kuiper van den
Haag, met als onderwerp „Hosea".
D$. Kooij van Amsterdam met als onderwerp:
„Het leveu van den dood".
Dr. Dijkstra van Amsterdam met als onder
werp: Peregriuius, de vuurprofeet".
Een vierde lezing wordt nader, bekend ge-
Voorts zal een orgelconcert plaats hebben in
de Ned. Herv. Kerk door den heer J. Zwart
Hierbij hebben houders van kaarten vrijen toe
gang.
weer tie zien openbaart zich in éen blij
moedige begroeting, geheel natuurlijk en on
gedwongen, al mist zij het ontstuimige van
vroeger.
Bonsoir Wolf. Hoe maak je het? Blij je
weer te zien, oudste. Wacht geef hier dat
valies. Ik ben hier met een taxi. Ga gauw:
mede. i
Deze woorden gaan vergezeld van een ste-
vigen handdruk. Wolfgang had zoo zeker de
een of andere zenuwachtigheid of uitbarsting;
van droefheid vierwacht, dat hij Huib ver
suft aankijkt bij deze bezadigde, hoewel toch;
blijmoedige begroeting. Huib schijnt plotseling
tien jaar ouder in zijn manieren.
Zonder een woord te spreken volgt de oudste
hem in de taxi. Ook in dit tête a têtte is het'
Huib, die voor het eerst het stilzwijgen ver
breekt ien wel met de z^er prozaïsche woor
den: Je zult wiel hongerig zijn, hè, na zoo'nj
lange reis en natuurlijk behoefte hebben om
je wat op te frisscban. Daarom zullen we eerst
paar onze kamers gaan, dan kunpen wij daarna,
Soupeerien bij Riche. O, maak voor mij geemj
plannen. Ik hejb] aan het station te Keulen
wat gebruikt, ik heb geen eetlust.
Maar ik wel, antwoordt Huib zoo vroolijk,
dat Wolfgang weer vruchteloos - beproeft de
uitdrukking van zijn broeders gezicht in het
duister van de taxi te onderscheiden. Ik heb
het diner-uur om jou uitgesteld en nu groo-
ten honger.
Daar was licht op hun zitkamer, toen zij
er binnentraden en onwillekeurig zochten da
beide broeders gelijktijdig elkanders oogen. i
Oprecht gemeend scheen de tevreden opge
togen blijdschap op Huibert's gezicht toen hij
verrast uitriep: Wolf, wat zie jij er goed uit;
Je bent geheel veranderd, een ander mensclr
geworden. Je gelijkt nu weer op je portret
geschilderd voor je naar Indië ging.
Wolfgang's neusvleugels trilden; daar r.in-
teide een licht iin het blauw zijner oogen, dat
heldergeleek, nu het wit er om heen niet:
meer zoo ziekelijk geel zag. Zijn streven, een
maandenlang worstelen tegen oude ingeroeste
hartstochten, werd bialoond door dien eemen.
enthousiastën uitroep van zijn broeder.
Hij haalde diep adem en staarde even voor
zich uit. Het was hem of alles, wat er. bestond,
D. T. S. 2—V A.F.C. 2 3-jl.
Een zwaarbevochten zege heeft het met voor.
de rust 10 man spelende D. T. S. op het vol
ledige V.A.F.C. behaald. Toch had gelijk spel
m.i. de goede verhouding volkomen weer ge
geven. Vrouwe Fortuna was ditmaal echter
met ons.
Vanwaar die onvolledigheid? Om half een
komt er iemand zeggen dat de linksbinnen niet;
mee kon dam, en om half twee iemand met
de jobstijding dat de midvoor ziek te bed lag,
Alszoo zwaar gehandicapt bindt D. den strijdj
aan, en er is nog geen vijf minuten gespeeld:
of Vheeft al een li—0 voorsprong. Dadelijkj
daarop een schitterende aanval van D., maar,
succes bleef uit. Toch is het uitstel van exeM
cutie, want een oogenblik later kopt de links
binnen de bal in bet net. Vlak daarop krijgt
D. een penalty te nemen, welke "in een doel
punt wordt omgezet, zoodat binnen enkele mi-»
nuten D. een 2—1 voorsprong heeft, wat
eenigszins het spel van V. slechter maakte,
daar er in lang zoo'n vurig tempo als van tiei
voren niet gespeeld wierd.
Rust kwam met 2—1.
Na de thee zijn de bordjes verhangen, en is'
V. eonigen tijd in het offensief, wat ze echten
niet in doelpunten weet om te zetten, dooit
het goede spel van onzen keeper."Na isenl
kwartier weet D. zich echter uit dezen drang
te bevrijden, en het is de midvoor, die deh|
g.eheelen wedstrijd met een heerlijk enthousi
asme. gewerkt heeft, die met een goed schot
de keeper in 't nauw bracht en de rechts
buiten is er als die kippen bij om D. in vei-(
lige haven te brengen. Na nog eenige snelle!
uitvallen van V. komt het einde met onver-i
anderde stand. Scheidsrechter Hoek' zien we
hier gaarne weer. Volgende week zijn wej
vrij en kunnen! we ons eerste èlftal na de
Zondag geleden debacle, hun wraak aan Ou-,
dorp zien afkoelen. Ofniet!
KNULTJE.
om hem heen, ver weg deinsde én er dan niets
overbleef dan een diep ondoorgrondelijk blauw,
dat deed idisnkien aan water van stillen berg
meren en aan een paar groote reine 'meisjes -
oogen. am wier 'bezit mj 'den zwaren strijd'
aanvaard) had.
Huibert's stem bracht hem' tot de werke
lijkheid terug en toen schaamde hij zich, een)
oogenblik zijn broeders leed, waarvoor hij
rorh gekomen was. vergeten te hebben.
Jammer dat je niet langer bleef in de hoogq
berglucht, die je zoo goed deed. Toen ik je
telegram kreeg, was het te laat terug te sei
nen. Ik begrijp eigenlijk niet, waarom je
kwam, Wolf.
Wolfgang kreeg zijn portefeuille en hield
Huib diens laatsten brief voor. Maar Huib,
dacht je dat ik je alleen ko|n laten, na zoo'nj
alarmeenende brief.
Alarmeeren? zeide Huib verbaasd en toen,
met een zweem van bitterheid in zijn stem en
een schaduw in zijn oogen: ik heb toch drie
kladjes verscheurd voor ik tevreden was met
het concept. Me dunkt, de brief was toch
kalm genoeg. En hij sloeg een twijfelende blik]
op het couvert in Wolfgang's hand.
Eindelijk begreep Wolfgang zijn broeder. Hij
legde zijn hand op Huibert's schouder en'
zeide bewogen: Arme vent, kostte het j-a
zoo'n moeite bat schrijven van dien brief. Is,
het zoo erg wat er gebeurd is?
Huib deed nog een moedige poging zich'
goed te houden. Ik schreef je het toch duide
lijk in dien laatsten brief.... er valt niets meer
te zeggen. En hij maakte eein beweging oml
onder Wolfgang's handen' weg te k°men.
Maar deze gnaep hem steviger vast. Geen
nonsens, Huib. Kom, sinds wanneer moet iki
je de woorden uit de k'eel wringen. Wil je
voogd je zijn dochter niet geven? Moet hetj
uti zijn met je mooie droom?
Wolfgang voelde de sterke schouders tril
len onder zijn handen. Huib haalde lang en
diep adem en toen Wolfgang aanziende inet
oogen als van een gekwetste ree, zuchtte hijl
meer, dan hij zeide: Ja, het is uit, hij wil elf
niets van weten.
(Wordt vervolgd.