De Hederlandsche Landbouw en de
Landbouwbegroofing 1927
Rechtzaken
en aan de maatschappij verplicht zich oen ze
kere ontwikkeling eigen te maken, maar 't zou
dwaasheid zijn om menschen tot bijzondere stu
dies te bewegen, die daartoe geen geschiktheid
hebben.
Nu zijn er werkzaamheden, die zoo zwaar zijn,
dat een 8-urige arbeidsdag volstrekt niet tekort'
geheeten mag worden, omdat de vrije uren voor
rust onontbeerlijk zijn. In vele andere bedrij
ven zijn de werkzaamheden wel niet zwaar, doch
zoo eentonig en geestdoodend, dat 8 uren daags
er ook welletjes is. Maar, de arbeiders van de
laatstbedoelde categorie Zijn nochthans niet ver
moeid en voor zoover ze geen bekwaaiqheid of
lus ttot studie hebben, werkt de vele vrije tijd
demoraliseérend op ze, indien ze luieren, en leidt
die vrije tijd tot maatschappelijke uitwassen, in
dien ze zich met hun energ ie op andere werk -
zaamheden toeleggen. Veel werkeloosheid ont
staat, doordat de arbeiders vaak nevenbetrek
kingen bekleeden. De handeldrijvende midden
stand ondervindt veel last van al de kleine win-
keltjjes ia het bijzonder ter verkoop van siga
ren welke gedreven worden floor arbeiders.
Het assurantievak is bijna geheel verknoeid en
biedt nog slechts aan weinigen een volledig be
staan, doordat, 'n „agentschap" een zeer algemeen
nevenbaaiitjc is geworden. De kantoor-avondbe-
trekkingeu zijn legio. T eontgaan zijn de uit
wassen niet, want indien de werkzaamheden niet
te zwaar zijn, dan is de 8-urige arbeidsdag voor
ijverige menschen wel de grens gebleken, tot
welke de arbeidsduur mag worden beperkt.
Wie over zijn vrijheid beschikt, in eigen zaken
is of zelf zijn arbeidstijd regelen mag, stelt zich
in het algemeen niet met 8 uren tevreden; ook
doen dat niet de vereenigingsbestuurderen, de
schrijvers eti politici, die zich geroepen achten
om voor de arbeidsbeperking van anderen te
ijveren.
Laten we ons daarom wachten voor het na
jagen van slechts schijnbare successen, als de
voortdurende bekorting van arbeidsdag en -week.
Een mooi doel is bereikt, maar nu moeten we
ons beheerschen. Voor den mensch is arbeid even
noodig als eten, drinken of slapen. De energie,
die in ons is, moeten we verwerken en als we
dat niet in normalen arbeid kunnen doen, zul
len we buitengewone bezigheden zoeken, die de
economische orde verstoren.
Het Nederlandsche Land- en Tuinbouwbe
drijf leveren ieder jaar veel meer op, dan voor
de behoeften van het binnenlandsche verbruik
noodig is, doch terwijl dus een groot gelieel-
te van de tuinders en landbouwers zich op,
overproductie welke voor export bestemd
is toeleggen, schijnt het buitenland het als
een noodzakelijkheid te moeten beschouwert
den invoer steeds meer te moeten bemoeilijken.
Ongeveer in dezen geest is geredigeerd é'c'm;
der bemerkingen, welke het Kon. Ned. Lana-
bouwcomité naar aanleiding van het ontwerp
-- begrooting voor 1927 aan de Tweede Ka
mer heeft gezonden. En het is duidelijk, lat
het Comité wil trachten deze hnoeilijkhedem
zooveel mogelijk uit den weg te ruimen, daar
het ongetwijfeld tot een debacle voor het Land
en Tuinbouwbedrijf moet leiden,' als deze tak
ken van volksbestaan n'iet op alle wijzen van;
overheidswege worden gesteund, zoowel door
voorlichting in allerlei vorm bij de productie,
alsook bij den afzet der voortbrengselen. Men'
moet daarom zoo spoedig mogelijk herstellen,
wat in de laatste jaren in dit opzicht is opge
heven of achterwege gelaten.
Verder constateert het Comité met groote.
teleurstelling, dat de Minister geen begrootings-
post heeft uitgetrokken voor den post van Di
recteur-Generaal voor den Landbouw. In den
moeilijken tijd, di ede land- en tuinbouw be
drijven thans ongetwijfeld beleven, is het o.i.
noodig, dat de Voorlichtingsdienst en het Land
bouwonderwijs zoo uitstekend functioneeren,
als maar eenigszins mogelijk is en om tot "dit;
goed functioneeren te geraken moeten de in;-,
specties, d:(ei men voor de verschillende on-
derdetelen heeft ingesteld een 'krachtig orga
nisch geheel uitmaken en dus ressorteeren on
der een deskundig hoofd, dat met voldoende
gezag bekleed is om die samenwerking niet
alleen tot stand te brengen, doch ook in stand
te houden.
Wij vertrouwen gaarne, dat alsnog een weg
FEUELLETQN
Wan één stam
30).
Na eerst Wolfgang met de meeste zorg ge
raadpleegd te hebben, besprak hij met den
kellner het menu. Hij deed dit met een ijver,
war werkelijk het stillen van zijn door lang
wachten geprikkeld eeetlust de eenige zorg
die hem op dit oogenblik kwelde.
Met veel tact, wist hij Wolfgang, die te
veel vervuld was van Huibert's ongeluk, om
toot tot spreken te gevoelen, vragen le doen
over zijn buitenlandsche reis. waarop hij uit
voerige antwoorden verlangde om den oud
sten zoodoende aan het spreken te krijgen.
Lr waren eenige kennissen van den jongste aan
een ander tafeltje, en aan het dessert stond
Huib op, om hen even kameraadschappelijk
aan te spreken, Dat alles met een rustige zelf-
beheersching, die voor ieder ander dan Wolf
gang natuurlijk zou geschenen hebben. On
der het praten met de andere heeren zag
Wolfgang hem eenige malen lachen. Maar geen
enkele maal met dien; lach, die zijn lip op
wipte en zijn geheele gebit ontblootte en het
opgewekte jonge gezicht nog jonger 'deed
schijnen. Het was slechts een zachte bemin
nelijke glimlach ,die niet eens vermocht ie
lippen van elkaar te scheiden, en iets ouwelijks
gaf aan die trekken, uit welke voor Wolfgang
zoo duidelijk een vreemde berusting sprak.
Juist dat onnatuurlijk bezadigde in zijn
zal worden gevonden om het oppertoezicht oven
de inspecties in één hand te doen berusten,
zal worden gevonden en stemt het in ieder ge
val vreugdevol, dat een grooter bedrag is aan
gevraagd voor de Tervulling van de vacaturd
aan de Landbouw Hoogeschool, welke is ont
staan door het overlijden van Ir. S. Koenen-
Verder wordt het allerwege toegejuicht, dat
het aantal Land- en Tuinbouwscholen met eert
tiental op nader te bepalen plaatseh in te:
richten scholen zal worden vergroot en onge
twijfeld zal de Regeering medewerking verke
nen, deze scholen tot stand te 'doen komen:
daér waar de behoefte aan een dergelijke la
gere school zich het meest heeft doen gevoe
len.
Ongetwijfeld is het verder een zeer geluk
kige gedachte te vernemen, dat eeïi bedrag
vanf 55.000.-- is aangevraagd om de daar
voor in aanmerking komende land- en tuin-
bouwonderwijzers weder een toelage te kun
nen geven voor het bezit van een acte land
en (of) tuinbouwkunde 1. o. en deze toelage
alleen toe te staan aan hen, die onder naden
te bepalen voorwaard-en, b.v. door het v-eri-
leenen van hulp aan den Rijks Land- of Tuin-
bouwconsul-ent bij het nemen van proeven, bij
het samenstellen van statistieken en derge
lijke ,deze actie productief maken, naast bet-
onderwijs dat zij geven. Ten einde een voort-
zetting van den Voorlichtingsdienst mogelijk
te maken zouden misschien meer afgestudeer-
den van de Landbouw Hoogeschool als ad
junct consulenten aangesteld kunnen worden.
E nwat betreft het uitzenden van een con
sulent naar het buitenland, zouden wij er op
willen wijzen, dat diens aandacht zich voorai,
moet richten op -productie, circulatie en con
sumptie, zoodat goede "gegevens ontvangen
worden en de export van ons landbouwbedrijf
xbetere tijd tegemoet kan zien.
I.aten wij hopen, dat de vele moeilijkheden-
glansrijk zullen worden overwonnen.
VOOR DEN KANTONRECHTER.
Zitting van 29 October 1926.
Nog gaen prijs uitgereikt.
Aangevangen werd met de aangehouden
zaak tegen een timmerman te Castricum als
uitvoerder van ©en perceelsverbouwing in de
Burg. Moorstraat zou hebben verzuimd ver
gunning te hebben gevraagd, zoals door de,
plaatselijke verordening is bepaald.
Bij d:e verordening wordt de aannemer aan
sprakelijk gesteld. Art. 15 van d-e algemeene.
öwoningwet spreekt evenwel van den eigenaar,
5zoodat in die zaak wel eenige juridische mu
ziek zit. Nadat de ambtenaar f8 boete of
4 dagen had gevorderd, heeft althans de kan
tonrechter zich tijd tot nadenken voorbehou
den en d euitspraak gesteld op over 14 da-,
gen.
Dat viel tegen.
Daarop werd voortgegaan met het strafpro
ces tegen een binnenvisscher te Zuid- en'
N. Schermer, d:e zonder de vereischte ver
gunning had gevischt met aalfuiken in het
water waarvan zekere H. het vischrecht bezat.
Nadei werden gehoord de dijkgraaf oud-bur
gemeester de Boer, en de verbalisant Wa
terdrinker. Dit verhoor pakte allerminst uit
i-n het voordeel van verdachte, daar hij werd
veroordeeld tot f20.— boete oï 10 dagen en
hij mocht waarlijk mog vkn geluk spreken,
dat de kantonrechter niet iqging óp den eisch
van het O.M. om alle negen ruiken verbeurd:
te verklaren. Desniettemin was de veroor
deelde zoo ontstemd, over deze beslissing, -en
dreigde met hooger beroep.
Ouderplicht verzuimd.
Een huisvader t-e Alkmaar thans te Schoorl
woonachtig heeft op onderscheidene dagen
verzuimd zijn leerplichtig dochtertje naar de;
R. K. school te zenden. Zuster Martha, hoofd'
der school, werd als getuige gehoord. Aange
zien de delinquent de twijfelachtige eer ge
niet iedicivist te zijn, d.w.z. dat hij te dier
zake reeds eerder werd gestraft, veroordeeld
de kantonrecht-er hem tot f 10.— boete of 10
dagen
't Was maar een wandelstokje.
Een Amsterdammer ,die zich om een of
anders reden, zeker geen verband houdende
met zijn streven om den Nobelprijs voor deugd
te bemachtigen, zich in voorarrest bevind,
moest thans ook nog terecht staan omdat hiji
te De Rijp in de Elandspolder had gevischt
jongen, vroolijken broeder, was voor Wolfgang
zoo iets hatelijks, dat hij schier ging ver-
lange neen uitbarsting van hartstochtelijke
smart te zien, zooals hij die Van "hem had
bijgewoond voor vier jaar geleden. Deze beza
digdheid ge'.eek hem zoo wanhopig trooste
loos, dat hij het niet langer wilde aanzien. Hij'
vatte het besluit den jongen man te helpen,
ondanks zijn uitdrukkelijk verlangen. Wilde
Huib 'hem niet openbaren van de aanleiding
tot zijn verdriet, welnu, Wolfgang nam zich
plechtig voor, zijn oom van Maldeghem te
gaan spreken.
Dit ge'.eek hem zoo eenvoudig. Want wat
zou hij voor het geluk van zijn jongen broe
der niet willen ondernemen.
Den volgenden ochtend bleef Wolfgang in
den waan, dat alleen de spanning, waarin hij'
verkeerde over 'Huibert's lot, hem met klop
pend hart twee maal het huis in het Bezui-
denhout deed voorbij loopen, eer hij zich kon
vermanen en aanschellen.
Hij werd in het salon gelaten, nadat hij den
uitdrukkelijk verzocht had hem alken bij den
heer des huizes aan te dienen. De ramen van
het salon zagen uit op den tuin en verraderlij
ker begon Wolfgang's hart te kloppen, tril
den zijn neusvleugels, toen hij beneden zich
twee meisjes op het smalle tuinpad zag gaan.
Ze liepen zoo langzaam, dat hun witte kleed
jes als zwevend schuurden langs de grasbanden
met madeliefjes bezaaid. De kleinste ,Sofie,
liet haar hoofd met een houding die droef
heid verried tegen den schouder der slankste,
Hilde, rusten. Hilde had den arm geslagen om
met een hengel zonder vergunning van den)
eigenaar of rechthebbende. De brave Moku
mer gaf in zijn onvervalscht dialect grif toe,
daar op 25 Juli te hebben rondgezworven,
doch gevischt had hij nog niet. Omtrent de:
waarheid van die verklaring, moet nu natuur-
j 'lijk de verbalisant worden gehoord, dus werd)
de zaak verde ruitgesteld tot a.s. week.
De school verzuimd.
Al wederom neemt een juffrouw uit Alkmaar
zich als moeder van een leerplichtige scho
lierster, haar dochtertje Bertha, zich verant
woorden, oqk in deze zaak w-erd zuster Martha;
die alreeds was vertrokken, maar weer werd
teruggeroepen, als getuige fungeeren. Het
bleek dat hier wel eenige réden warén totj
clementie, daar zoowel het'meisje als de moe
der niet tot de gezonde sterke personen kun.
ner; worden gerekend. De straf werd dus be
paald op f2 boete of 1 dag.
Sabbathschetnders.
Een drietal arbeiders te Alkmaar had-den
zich op Zondag 4 Juli schuldig gemaakt aan;
schending van d-e Zondagswet, door dien dag
des morgens vro-eg aan de Noorderkade, dus.
zichtbaar van den openbare weg, zich onledig
te houden met het lossen van een vlet met
kerslag, bestemd voor den polder. D-e vier,
Noorderkoggen. De overtreders der sabbath-
wet erkenden dit feit. Het was noodzakelijk in
nun oog, dit strafbare werk, daar 'de schuit,
voor Maandag moest worden gelost. Ze hadden,
hoogstens een half uur werk en waren al om
6 uur begonnen het restant uit de sletten tej
werken. Maar d-e laatste loodjes wegen het
zwaarst, dat bleek hen ook al weer uit d©j
veroordeeling van elk hunner tot f3— of
2 dagen.
Ook in conflict mei de leernlicht.
Voor de derde maal kregen we thans te doen,
met een zaakje, den leerplicht betreffende.
Ditmaal was het een reeds vergrijsd landbou
wer uit Z. en N. Schermer, die op eenige
aagen in juli zijn nog leerplichtig dochtertje
niet naar school had gezonden. De verdachte,
papa beklaagde zich over den grooten afstand)
die het kind had af te leggen naar de school,
plm. 4V2 'km., dus een uur. Het kind was
wel niet ziekelijk, maar toch niet sterk. Dei
kantonrechter achtte blijkbaar geen der door
den landbouwer aangevoerde motieven gel-dig
om hem in zijn ouderplicht in deze te ont
heffen en veroordeelde den nog steeds betoa-
gende man tot f6.— boete of 4 dagen.
Een opfrisschertje.
Een veehouder te Akersloot had op 26 Juli
zonder jachtakte te bezitten, met een jachtge
weer rond getippeld, op welke wandeling hij.
het ongeluk had een veldwachter te ontmoe
ten. Deze ontmoeting werd hem noodlottig,
want toen hij terecht stond en de rechter zand
in de oogen wilde strooien, door hem eieru
vergunning tot het schieten van schadelijk
gedierte overeenkomstig de vogel wet van 1912,,
werd de kantonrechter woest (u mag tot hand'
having van den goeden' vorm ook zetten „zeef
verstoord", zetter) en veroordeelde den ont
hutsten Nimrod tot f20.— boete of '10 dagen;
hechtenis en verbeurdverklaring van het in
beslag genomen geweer.
De palinjkoo-pmani in 't gedrang.
Te Monnikendam woonde een gerookte-pa
ling koopman ,die gedurende de 8 Octoberfees-
fen te Alkmaar trachtte zijn Vette waar aan-
den man te brengen. Al heel gauw echter -een,,
conflict met de politie, omdat hij in de Lan-
gestraat een verboden standplaats innam. Hij
werd deswege geverbaliseerd en stond heden
terecht wegens overtreding der desbetreffende!
verordening. De verdachte beriep zich ten on
rechte natuurlijk, op zijn onbekendheid met
de verbodsbepalingen. Voorts beklaagde hijj
zich over de behandeling ondervonden op het
politiebureau. Men had hem daar zijn boordje
van zijn hals gerukt ,hem voorts in het ar
restantenhok gegooid, waar hij geruimen tijd
had moeten doorbrengen. De heer Kanton
rechter beduidde den reclamant, dat hij met
ideze klacht niets te maken had en veroordeelde
hem vervolgens tot f2 50 boete of 2 dagen.
B|e -o-orzaak van ifc misère.
Hierop moest de verdachte Monnikendammer
nogmaals ter zake een dergelijke als in de voor
gaande zaak terecht staan.
Tevens bleek nier ten duidelijkste waarom, iiij
destijds -door de politie met zou weinig egards
was behandeld. Niettegenstaande de eerste waar
schuwing was de verdachte eenigen tijd later al
weer met zijn vette gerookte paling in de Lan-
gestraat aangetroffen. Meneer verkeerde toen on
der den invloed van sterken drank en verzette
zich zeer heftig tegen zijn overbrenging naar
het politiebureau, alhoewel een der politieoeamb-
ten zoo hoffelijk was, de mand met paling voor
hem te dragen, omdat de baas zelf het te druk
had met wederspannigheid.
Na deze opheldering wist -de katftonrechfter
j wat voor vleesch hij in de kuip had en veroordeel
de hij den verdachte ditmaal tot f6 boete of
3 dagen.
1
Een glas en loodwerker te Alkmaar woonach
tig ,was buiteu werk geraakt en trachtte nu
de 'hem geschonken muzikale gaven ten dienste
te stellen tot onderhoud vau zijn gezin. Maar in
Alkmaar maakt men zich niet druk in aanmoe-
moediging 'van dergelijke alleenstaande kunste
naars. Alleen wanneer het hun gelukt een ensem
ble van minstens 4 personen samen te stellen,
hebben zij kans op vergunning om straatmuziek
te mogen maken. Deze muzikale eenling moest
het 'dus doen zonder vergunning en natuurlijk
duurde het niet lang of hij liep twee bekeuringen
op, waarvoor hij heden werd veroordeeld tot 2
maal 1.50 boete of 2 maal 1 dag hechtenis.
Hij wilde g-eeiv gazd g-qdtian wezen.
Ter afwisseling werden ten slotte ook nog een
tweetal zaakjes behandeld wegens weigering om
zich te doen aansluiten bij het prov. waterleiding-
bedrijf, ditmaal uit Heiloo. Een dezer personen
een 67-jarig gepensioneerd militair, was zeer te
vreden met de laveuis hem door de natuur kos
teloos geschonken en verlangde niet beter. De
kantonrechter, hoewel geen vriend van deze op
gedrongen gunsten, zit echter niet op zijn rech-
dersstoel om de kwaliteit en smaak Van drink-
I water te beoordselea, maar om de wet te 'hand-
haven en derhalve werd de tegenstander van prov.
leidingwater tot f2.— boete of 2 dagen vëroor-
1 deeld.
Nïg 'n onc'jnnkbarc.
I Nog 'n andere verwerper van het prov. drink -
j watergenot verscheen ten tooneele als overtre
der vau de gem. verordening te Heiloo, die hem
tot aansluiting verplicht. Deze zwaar gebaarde
heer die hem het aanzien gaf van "Andreas Ho-
fer, de bevrijder van Tirol, was ook volkomen
content met het water dat' hem ten dienste 'sond.
Hij stond zeer soeptisch tegenover de belangstel
ling dien het prov. waterleidingbedrijf toont in
olksgezondheid en vertelde nog
de leest der jongste en er was iets liefs be-
schermends in die houding.
Wolfgang haalde diep adem, de ader op
zijn voorhoofd zwol. Moest hij Hilde zoó te
rugzien, troostend het leed harer liefste zus-
stei, terwijl hij zelf bezig was datzelfde leed'
weg t enem-en van zijn broeders hoofd? Zijn
?oogen schitterden. Was daar niet een veel-
be teekenend hoopvol voorteeken in hun beider
zelfde streven, om één zelfde smart te stillen?'
En als een liefkozing streelde die gedachte
hem, terwijl hij de trap opging naar zijn ooms
studeerkamer. Op het midd-enportaal kwam
hit Lize tegen, die naar beneden ging.
Ben jij dat, Wolfgang? Waarlijk. Ik had wil
len groeten als voor een vreemde. Wat zie jij
er goed uit, zoo geheel anders. Maar je moet
papa spreken, nietwaar? Nu goed succes
datni
Vriendelijk knikkend, met die aardige ver
standige lichtjes in haar heldere, blauwe oo
gen, vervolgde ze haar weg. Beloofde haar
blik vol sympathie, waarmede ze hem had
aangezien en die zoozeer zijn gedachten geheel;
vervulden, niet een blijde toekomst? Waar was
de som be ie stemming, toen hij donkere wol
ken meende te zien vol naderend gevaar? Moai
en zonnig was deze late zomerdag, en mooii
en zonnig was zijn heerlijke hoop, voor zich
en voor Huib, door zijn toedoen.
Zoo gestemd betrad hij ooms studeerkamer.
Daar was in die stijve houding, op "dat lang2(
aristocratisch gezicht iets van het strenge on--
verwrikbare van een rechter. Wolfgang dacht
onwillekeurig aan die karakterschets, die zijn
staaltje, hoe een werkeloos "huisvader met een
zieke vrouw, en dito, onmachtig was om de kwar-
taalkwitaotie vooruit te voldoen en alstoen werd
afgesneden en verstoken moest blijven van het
gezondheid brengend water voor zijn zieke zoon
en vrouw. De wind moest natuurlijk in deze
zaak uit denzelfden hoek waaien en werd ook hier
de verdacht evtroordeeld tot dezelfde boete of
dezelfde beehtenisstraf. De goede man wil nog
probeerea het thans door hem gebruikte water
goedgekeurd te krijgen.
"Vermoedelijk zal hij met evenveel succes te
Heiloo in zijn tuintje kokosnoten kunnen kwee
ken.
moeten on
middellijk verzorgd
worden, zorg er dus
voor nevenstaand doosje
steeds in huis te hebben
Dan heeft U tevens een uitstekend
middel tegen wonden, huiduitslag, jicht,
rheumatiek. schrale en ruwe huid. Akker's
is onmisbaar, daar bet door
zijn veelzijdige eigenschappen
dagelijks te pas kan komen.
jonge broeder van zijn voogd gegeven had;
„streng, nauwgezet, onbuigzaam, en rechtvaar
dig" ,en een vage onrust, die hij niet begreept
en waarover hij zich innerlijk boos maakte,
kwam zijn hoopvolle stemming storen.
Aan een werktafeltje bij het raam ,in eert
armstoel, mevrouw van Maldeghem. Daar was
iets gezelligs in d-e schikking van dat hoekje;
het verried, dat ze daar dikwijls zat. Voou
Wolfgang bracht haar moederlijk vriendelijk
gezicht als het wane een verkwikkende warms
te jn deze groote kamer, met haar sombere
kleuren en nog somberder meester, en hij!
begroette haar met groote ingenomenheid.
Ik weet, dat jie gevraagd hebt mij-n man al
leen te spreken, Wolfgang, want ik was hien
toe-n de boodschap kwam. Dit is altijd het
hoekje waar ik 'sochtends zit, als mijn huis
houden aan kant is. Wil ik weggaan?
Hij las in haar oogen ,die hij had leeren be-,
grijpen .het vermoeden van de reden zijner
komst en dat ze veel sympathie had voo^
zijr. pogen, en met groote haast antwoordde hij
„Integendeel tante, ik vervul een moeilijke
taak en 't is zoo bemoedigend u bij mij te we
ten".
E-n nu begroette hij zijn oom, die hem zeer
voorkomend de hand reikte en hem verzacht
te gaan zitten. Hij kreeg een stoel en plaatste
zich tusschen het echtpaar in. Hij wachtte een
poos, totdat hij bemerkte, dat men het aan hem
overliet om te beginnen.
(Wordt vervolgd).