Dinsdag 2 November 1926
36e Jaargang
SPORT EN WEDSTRIJDEN
NO. 10 IMTERC.TELEPHOON 52
NIEUWE
LANGËDIJKER COURANT
1 1 I a" d ir
Rechtzaken
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Zitting van 1 November.
Zet nu het beste breed voor het venster.
Een persoon uit Egmond aan Zee, vroeger
te A lkmaar, die nogal bekend is als een vechters
baas, vooral wanneer hij te veel stoom opheeft,
was onlangs veroordeeld tot 1 maand gevangenis
straf, wegens mishandeling van een jongmensch
uit het Achterom te Alkmaar. De verdachte, die
niet belust is op de rijksratjetoe, bewoog hemel
en aarde om een voorw. straf te krijgen en heeft
nu een kans gekregen om zich die gunst waardig
te maken. De officier toch vroeg bekrachtiging
van het vonnis, maar de politierechter zal het
proefkonijn zes maanden geven om te toonen, dat
hij het pad der deugd kan blijven bewandelen
en alzoo op den eersten Maandag in Mei uitspraak
doen naar gelang de verdachte zich in dien tijd
heeft gedragen.
Zou 'k mij op deez wagen wagen?
Die mij zal naar Leiden leiden?
G-od zal met vele plagen plagen,
Die op een anders weide weiden!
Dit inderdaad niet van taalvernuft ontbloots
gedichtje, dat men aan Vondel toe wil schrijven,
werd geinspireerd door het feit, dat eenige gras-
dieven onzen dichtervorst op hun voertuig naar
Leiden te brengen. En het kan ook nu nog van
toepassing zijn op een ingezetene van Texel, ge
tooid' met den naam van onzen boerennachtegaal,
die 'n perceel grasland afmaaide dat in huur
was gegeven aan den rietdekker R. Slot. Nu had
Slot geen direct bezwaar tegen dat afmaaien,
maar wel dat deze maaier zich het gras toe
eigende. Daarom deed Slot aangifte en werd de
vrijpostige eilandbewoner veroordeeld tot f 10
boete of 10 dagen.
Altijd nog Jat reuzeknotje.
De lieftallige jonge dame te Helder, vroeger
de attractie van de boulevards van Egmond aan
Zee en Castricurrt, dat dezer dagen veroordeeld
werd tot f 25 boete of 25 dagen .wegens in
dronkenschap gepleegde wederspannigheid, moest
nu weeer terecht staan omdat zij een meneer,
waar zij mede op stap was, met een bierglas op
z'n kersepit had getimmerd, zoodat hij bloedend
werd verwond. Het rappe deerntje werd alsnu
wegens mishandeling veroordeeld tot f 20 boete
of 20 dageh.
Gelijk recht voor iedereen of over tlczelftüe
kam gebobbelebodfcied.
De cavalier van de hiervoren bedoelde schoone
uit het dorp der verdroogde pietermannen had
zich echter in die rumoerigen 27 Augustusnacht
niet onbetuigd gelaten. Maar later, toen hij op
nieuw en ditmaal in gezelschap van zijn vriend
den timmerman, met tiaar in connectie kwamw en
zij hem allerlei liefelijks toekreischte, had hij
schitterend revanche genomen en het lieve meisje
'n opstopper toegediend, dat zij omver kegelde
en finaal van haar dressoirtje sloeg. Natuurlijk
mocht ook deze daad van geweld niet ongestraft
blijven en werd ook deze gesoigneerde galant
tot f 20 boete of 20 dagen veroordeeld.
Een bloemist met een zachtzinnig hart.
De verdachte in deze zaak moge zich zelf
schriftelijk een zachtaardig karakter toekennen,
de manier waaro p'hij zich echter op 18 Aug.
van een lastige kat ontdeed, pleit allerminst voor
deze in de bergrede geprezen loffelijke karakter
eigenschap. Want hij wierp het arme dier met
steenen, plompte de jammerende poes te water
en toen het dier zich trachtte te redden, hitste
hij zijn hond er op af, die het beest greep, dood
beet en verscheurde. Nu, als dit allemaal zacht
zinnigheid moet heeten, dan weten we heusch
niet hoe 'n ongevoelig mensch wel zal optreden
4 September op 'n pak slaag, waarbij zij het
meisje vinnig om de ooren sloeg met kledderen,
door haar van de drooglijn afgenomen,
j- Maar nu ging de juffrouw, die vreeselijk las
tig moet zijn, haar boekje zoodanig te buiten,
dat zij tot f 25 boete of 25 dagen werd veroor-
I deeld.
Geen vreemd!» muizen bij 't spek.
Een heer uit Friesland, te Schagen woonach
tig, was in den nacht van 5 op 6 September ge
zellig uit met een der bekoorlijke dochters uit
het hotel ..Brantenaar" te Schagen, maar toonde
zich allerminst gevleid, toen ook 'n andere ado-
rateur, een 16-jarig esmid, haar met zijn atten
ties vereerde, zooals nader bleek uit het feit
dat hij den smid 3 messneden over het hoofd toe
bracht, zulke nijdige japen, dat D<r. Melehior
oog met stopnaald en sajet -móest bijspringen, om
de zaak te herstallen. Deze bloedige zaak vroeg
I heden ook de aandacht van den politierechter.
En daar onze politierechter er óók zoo over In aanmerking werd echter genomen, dat de mis-
weinig sympathie voor een 14-jarig in haar buurt j Deze had in den nacht van 19 op 20 September
vertoevend dagmeisje. Ze ligt voortdurend met uit het café van Beers met behulp van zijn.
deze hittepetrt overhoop en onthaalde haar op i collega Mine een bijzonder lastigen snaak verwij
denkt, veroordeelde hij rlezen twijfelachtigen die
renvriend tot f 15 boete of 15 dagen hechtenis
Buurmaus kippen was hij niet genegen.
handelde wel eenige aanleiding had gegeven en
dus kwam de verliefde bekkesnijder er met f30"
boete of 30 dagea af.
Een schrale bewoner van het schiereiland Wie- Dat kost hem 'n joetje,
ringen, staat op een permanenten voet van oor- Een ingezetene van Wieringen, die geen rijwiel
FEUILLETON
Van één stam
31).
Misschien begrijpt u al, oom, waarover ik
kom spreken?"
„Heeft Huibert je gezonden om mijn hart te
vermurwen? Dan spijt het mij, Wplfgang, dat
je gekomen bent, want je poging is vruchteloos.
Wolfgang hief protesteerend zijn hand op: „O
neen, oom, het tegendeel is waar. Huib weet niets
van mijn bezoek alhier, dat ik hem verzwegen
heb, Ik ben genoodzaakt bij u om inlichtingen te
komen, nadat mijn broeder, na al mijn vragen en
smeeken, mij niets zeggen wil. En Wolfgang
velrtelde hoe hij door Huib's brieven op de hoogte
gehouden werd van de idylle die in dit huis
werd afgespeeld.
Onwillekeurig wendde hij zich onder het spre
ken meer naar zijn tante dan naar zijn oom. Als
bij elk schepsei werden ook zijn oogen aange
trokken door het licht; het licht dat door de
vensters naar binnen drong, maar vooral naar
het licht, dat straalde uit haar lieve oogen met
dien moederlijken blik.
„Het spijt mij," zei ze treurig, toen Wolfgang
vertelde, hoe de twee jongelui elkander eindelijk
begrepen hadden, „dat wij kortzichtig waren en
de kinderen zoo vrij samen lieten omgaan. Veel
leed had beiden, ons allen, dan bespaard kunnen
blijven. Maar en dit met een diepen zucht
ik zag nooit anders dan een eigen zoon in hem
en nóg!
Wolfgang liad haar willen danken voor dat
laatste woord, en veel zachter, dan hij ooit kon
verwachten, hoorde hij haar echtgenoot antwoor
den: Neen vrouw, beschuldig jezelve nu maar
niet. Ik alleen ben hier de schuldige. Ik, dia
wist, hoeveel je van den jongen hield, en daarom
jaren lang je mijn zorg over hem niet wilde méde-
dieelen. En nu tot Wolfgang gekeerd: Ik
Log met de kippen van zijn buurman den sla
ger Simou de Leeuw. Hij gebruikt daarbij nogal
krasse strijdmiddelen en had op 12 September
een van die gehate monsters, dat brutaalweg op
zijn erf liep, tamelijk ruw gemanierd doodige-
mept. Daarmede nam buurman echter geen ge
noegen en dat het niet aangaat, zijn erf op zulke
een onbehouwen wijze van ongewenscht pluim
vee te zuiveren werd den 66-jarigen verdachte
duidelijk uit de opgelegde straf: f10 boete of
10 dagen.
Ook niet bezield! met den geest van liefdé.
Een hantal jonge lieden in het door de öatuur
zoo rijk gezegend edorp Schoorl, waren on Zon
dagavond zeer stichtelijk ter tempel geweest,
maar na afloop van die avondgodsdienstoefening
was er een hunner, die zich niet gedroeg overeen
komstig met het verhevene dat hem in het huis
des Heeren was voorgehouden en vermeet zich
een zijner broeders in den geloove een slag in
het gelaat toe te brengen. Beschaamd en ver
nederd liep deze getuchtigde heen, maar ver
zuimde tevens niet op rechtmatige en wettelijke
wijze voldoening te erlangen. Deze werd hem
heden verschaft door de wetenschap dat zijn aan
valler veroordeeld werd tot f15 boete of 15
dagen hechtenis.
Nog een, wie de zachtmoedigheid' ontbreekt.
Een gehuwde juffrouw te Grootebroek heeft
liet Huib bij mijn meisjes, omdat ze altijld als
broer en zusters voor elkaar geweest waren. Het
liet zich aapvaukelijk aanzien, alsof alles bij
het oude bleef en daarom ging ik gerust op
reis. Maar ga voort, Wolfgang.
Wolfgang vertelde nu van Huib's laatsten
brief, waarvan de kalme toon hem meer ver
schrikt had dan de meest radelooze emartuiting,
hoe hij in de groote. baast naar hem was toege
vlogen en hoe onnatuurlijk bezadigd en stijf
hoofdig gesloten hij hem had teruggevonden.
„Hij wil mij, voor wien hijl anders geen enkel
geheim heeft, niets zeggen. Hij vertelt alleen,
dat er een misverstand is tusschen u en hem. En
ik ben zeker ook, dat hij hierin de waarheiidj
spreekt, want ik zag nooit waardiger houding
in een groot leed dan juist die van mijn onbe-
suisden broeder. Waar u ook hem van beticht,
hij moet onschuldig zijn. U, oom, die hem van
kind man hebt zien worden, kunt weten dat
Huib's leven onbevlekt is. Vier jaar is hij weg
geweest en gedurende dien tijd heb ik hem ge
kend ,en dit verzeker ik u plechtig: van zijn
tijd ginds doorgebracht kan hij u rekenschap
geven met opgeheven hoofd en open blik. Zoo
als Huib mij onlangs schreef: hij mag een en
kele keer gestruikeld zijn, gevallen is hij nooit!
„Weet je dat wei zeker, Wolfgang?
„Oom! Zeker? Hoe kunt u het nog vragen'
Huio en ik zijn immers één.
„Er is geen enkele daad, die ik hem verwijten
-kan?"
„Neen!" Wolfgang's toon kon niet beslister
zijn.
Een donkere wolk kwam op het voorhoofd van
den ouden heer. lk weet niet of je spreekt
uit werkelijke onkunde of uit... ridderlijkheid.
In elk geval schijn je besloten te zijn je broeder
te helpen, ik kan dit tiiet in je afkeuren. Ik weet
echter niet of ik het geheim, dat Huib voor je
verborgen 'houdt, mag openbaren. Diat zou mis
schien een ondienst zijn aan 'Huibert.
Neen, neen, Van Maldeghem, kwam nu
zijn vrouw tusschenbeide, je weet, ik ben als
plaatje kon vertoonen, voelde zeker nattigheid,
toen een rijksveldwachter hem aanriep en ped-
delde naarstiglijk door. Het hielp hem weinig,
j want hij werd toch het kinid van de rekening. Het
I kostte hem f 5 als transactie, terwijl hij heden
j ook nog tot f10 boete of 10 dagen werd ver
oordeeld.
Een redder van de doegtrag.
I Een bakkersknecht te Wognum deelde op 12
September een opstopper uit aan een kleinen en
mageren harpionicaspeler uit Hoorn, die evenals
hij het café van den heer Overboom bezocht. De
oorzaak van de verbolgenheid des deegtrogridders
is nog niet ten volle bekend, volgens den ver
dachte zou de kwestie ontstaan zijn omdat de
harmonica virtuoos den kastelein met zijn instru
ment dreigde te slaan, waarop de broodbakker
zich verplicht achtte ook 'n vorkje mee te pikken.
Anderen vermeenden, dat de harmonicaman 'n
glaasje had gedronken, dat naar hij beweerde,
door den bakker zou worden betaald. Hoe het
echter zij, de mishandeling werd bewezen ver
klaard en het bakkertje veroordeeld tot f 10 boe
te of .10 dagen.
Drie weten moor dan één!
Een tweetal jeugdige onderdanen uit het land
van Sinte Reep oftewel St. Pancras, stonden
heden terecht wegens mishandeling van den rijks
veldwachter Visser van Koedijk.
Wolfgang, ik kan maar niet die zware beschuldi
ging tegen Huib begrijpen. Het is misschien be
ter Wolfgang alles te zeggen, misschien kan hij
hierin de waarheid ontdekken. Daarenboven,
zich met een plotselinge ingeving tot haar neef
wendende, hij was immers bij jou gelogeeridl
te Batavia, de eerste maand van zijn verblijf in
Indië Ik meen dat hij ons dikwijls daarvan ver
teld heeft.
Zeker tante, antwoordde Wolfgang, nu
zeer verwonderd. Wat konden ze weten uit dien
noodlottigen tijd.
Welnu, zei de heer des huizes, naar 't
scheen eensklaps vast besloten aan de hangende
vermoedens een einde te maken, ik zou de
eerste zijn om me te verheugen over Huib's on
schuld, geheel afgescheiden van zijn plannen voor
mijn dochter. Weet dan, Wolfgang, reeds gedu-
durende drie jaar draag ik het vermoeden bij me,
dat Huib de slaaf is van een ongeneeslijken harts
tocht en, althans als een vader heb ik getreurd
over den gevallene!
Diepe rimpels groefden het voorhoofd van den
strengen man en er was zulk een oprechte smart
in zijn oogen te lezen, dat Wolfgang er door ge
troffen werd en hem verlangend aanzag. Een
stomme bede die terstond werd verhoord.
Je weet, Wolfgang, dat Huibert's moeder
den jongen een zeer groot fortuin naliet, dat ik
beheerde, omdat geen directe verwanten achter
bleven. Ik ben slechts verre aan Huib en» jou ver
want? jullie hebt me steeds „oom" geheeten en
ik heb steeds als een „vader" voor jullie ge
waakt, voor Huib in het bijzonder. Toen hij
zijn zeereis ondernam, bepaalde ik, dat. hij, zoo
lang nij minderjarig was, slechts de helft van
zijn inkomen zou ontvangen. Die som bleef voor
een joagi.acnsch toch nog zeer aanzienlijk.
Huib hield zich voor.geheel vrij en zonder toe
zicht; ik liet hem io die meening, omdat ik wer
kelijk ook g, cd vond dat hij, na een degelijke en
verstandige opvoeding, leerde op eigen beenen te
staan.,Uit de verte, zoover dit mogelijk was op
zulk een grooten afstand, hield ik een wakendl
derd, die zich ook buiten gekomen, geweldig
verzette door net te vertikken om mee te loopen,
en als een asthmatisch varken op den grond te
laten vallen. Terwijl de veldwachters met dezen
weerspannige bezig waren, werd Visscher door
bovenbedoelde knapen besprongen en bekwam hij
een blauw oog, terwijl hij levens gratis van een
losstaand Keesfragment werd bevrijd. De twee
delinquenten, heden ter terechtzitting versche
nen, ontkenden alle schuld en maakten het den
politierechter zoo moeilijk, dat deze van verdere
bemoeiingen afzag en de zaak -verwees naar de
meervoudige kamer.
Succes kon niet worden gegarandeerd1.
Een voormalige chauffeur van de Alkmaarsche
tractortram, die op 11 Augustus te Alkmaar bij
de remise aan de Vierstateu de vtouw van zeke
ren Meuleveld een bloedneus had geslagen, was
bij verstek veroordeeld tot f20 boete of 20 dagen
Hij was tegen dit vonnis in verzet gekomen en
beweerde nu, dat hij uit zelfverdediging bad. ge
handeld, daar de heele familie W., van de groot
vader tot de kleinkinderen toe, hem hadden aan
gevallen. Alleen door zijn behendigheid had hij
aan deze aanvallen weten te ontkomen. Zoowel
officier als politierechter waren echter zoo hard
vochtig gceen geloof aan dit verweer te hechten
en werd den opposant aangezegd, dat het gewe
zen vonnis zou worden bekrachtigd.
- St. PANCRAS.
Met sen nogal gehavend elftal, echter wel
volledig, trok Vrone 1 Zondag per autobus
Enkhuizen om West-Frisia 3 op eigen terreini
te bekampen. Voor de rust weet de thuisclub
de leiding te nemen, waaraan zij na hervatting
nog een doelpunt toevoegde, zoodat een kwar
tier voor het einde West-Frisia een 2—0 voor
sprong heeft. Plotseling wisselt de kans en;
eer het eind-signaal klinkt, heeft Vrone I de,
W. F.-keeper 3 maal het nakijken gegeven,
hiermee een kostbare overwinning behalend.,
Vrone 2 verwachtte Rood-Wit III, we! kg'
club zij tot heden nog verwacht. Gelukkig;
was de scheidsrechter present, zoodat het niet
opkomen officieel geconstateerd kon worden.
D.T.S. 1—Oudorp 1 8—1.
D.T.S. had Zondag als gast Oudorp 1. D.
verschijnt met een tweetal invallers, terwijl de;'
gasten, zoover we weten, volledig waren.
Oudorp is in deze afdeeling wel een 'der
zwakste elftallen. Als begonnen is golft het,'
spel eerst even heen en weer, met D'. iets.
in de meerderheid. Na een kwartier spelemsi
opent D. de score. Even later komt door een;
blunder van den Oudorp-keeper de tweede
goal. D. blijft nu sterker en nog voor de
rust wordt de stand op 3—0 gebracht.
Na de hervatting is de stand spoedig 40.,
Dan komt Oudorp even opzetten en weet de
eer te redden. D. blijft kalm verder spelen.
Langzaam maar zeker voeren zij den stand op,
ondanks het goede werk van 'den keeper der,
gasten, die eenige harde schoten van dichtbij;
onschadelijk wist te maken. Als de arbiter,
inrukken fluit is de stand 8—1 voor D.T.S..
Volgende week D.T.S. 1—Vrone 1.
oog op hem. Stel u nu mijn schrik en zorg voor^
toen ik te weten kwam, dat Huib op één dag niet!
alleen zijn achterstallige renten, die gedeponeerd]
waren bij een handelshuis te Batavia, geheel op-
eischte, maar zelfs door transacties beslag liet
leggen op zijn inkomen voor twee jaren. Wat be
duidt dit? Waarvoor kan zulk een jongmensch
zulk een enorme som, bijna een fortuintje, noodig.
hebben? Ik heb geinformeerd, waaraan het, geld
kon besteed zijn; Huib repte er geen woord over
in zijn brieven. Toeu herinnerde ik mij te Bata
via een kennis te hebben uit mijn studententijd.
Ik schreef dien man, den advocaat Kraayenhof.
Aan zijn antwoord had ik niets. Hij schreef mijl
een warmen brief over Huib, dien hij reeds scheen
te kennen, en hij wenschte mij geluk met zulk
een neef. Wat dat geld betrof, hij twijfelde
niet of er was een goed-gebruik van gemaakt,
ik moest zonder zorg zijn; Huib was zulk een
allerinnemendst mensch. Een vriendschappelijk©
brief, maar voor een man van zaken al zeer op
pervlakkig. Kortom, de groote afstand maakte
elk beslist optreden moeielijk en ik besloot op
Huib's 'terugkomst te wachten.
(Wiordt vervolgd).