WE Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier Donderdag 11 November 1926 Ste Jaargang BuifenBantlsch Overzicht Naar hel feestvierend België Buitenland No. l34 INTERC.TELEPHOON 52 LANGEDIJKER COURANT Deze courant verschijnt Dinsdag, Donderdag enZuterdag Abonnementsprijs - per 3 maanden fl.15. Redact.-Uiig". J. H. KUIZER. - Rureel Hoordscharwoude Advertentiën van 1-5 regels 75 cent, elkp regel meer 15 cent. Gioote letters naar plaatsruimte Brievc-n rechtstreeks aan den Uitgever Dat is nu eenmaal het noodlottige van alle geweldpleging, dat zij onvermijdelijk tot nieuw geweld uitlokt. En tegen dit nieuwe jgeweldl helpt alleen weer ander geweld. En zoo raken we in den vicieuzen cirkel, waaruit geen uitkomen schijnt. Mussolini ondervindt het nu. Maar heeft hij het al niet sinds lang ondervonden? Geweld heeft hem het gezag over den staat in handen gespeeld. En om dit gezag te handhaven moet hij tot steeds feller geweldmaatregelen zijn toe vlucht nemen. Onderdrukking lokt altijd rot aanslagen uit. Dat heeft ook de Italiaansche dictator ruimschoots ondervonden. Maar na iederen aanslag heeft hij de schroef der on-i derdrukking slechts wat vaster toegedraaid. Dat doet hij ook nü weer. Dagbladen en tijd schriften, die zijn regeering niet steunen, wor den voor onbepaalden tijd verboden. Alle partijen, vereenigingen en organisaties, wier handelingen tegen de regeering lijn gericht, worden ontbonden. Zelfs het ongeoorloofd dra gen van insignes van vereenigingen of staats instellingen wordt zwaar gestraft. Passen voor buitenlandsche reizen zullen slechts bij uit zondering gegeven worden. En wie een han deling tegen het leven of de onschendbaarheid van koning, koningin, kroonprins, regent of hoofd der regeering onderneemt, zal met den dood gestraft worden. Dat beteekent dus een nieuwe, ernstige on derdrukking van de vrijheid van drukpers, van vereenigmg en vergadering en van de per soonlijke bewegingsvrijheid. Zou het helpen?; De ondervinding heeft geleerd, dat zulke maatregelen gewoonlijk een geheel tegenover gestelde uitwerking hebben. En het is zoo natuurlijk. Het leven is elastisch. En hoe ver der men het naar beneden drukt, des te ster-i ker wordt de spanning en des te feller springt het straks terug. Daarom werkt dwang zoo goed als altijd averechts en het hangt maar van de levens kracht, de energie en de wilskracht van een volk af, hoe lang die dwang het uithoudt. In Italië is het verzet altijd levend gebleven Maar Mussolini heeft daar den steun van den door hem tot nieuw leven gewekten nationalen grootheidswaan. In Spanje mist Primo de Rivera dien stut. Maar zijn volk is indolanter, gedweeër. Toch' komt ook daar beweging, niet van aanslagen, maar van pogingen tot revolutie. lil Frankrijk is een heel complot van Spaar» - sche en Italiaansche samenzweerders ontdekt, die Spanje wilden binnenvallen om de, regee ring van Primo de Rivera omver te werpen. Gelukkig voor hem is de samenzwering nog bijtijds ontdekt. En de Fransche politie heeft zich buitengewoon verdienstelijk gemaakt in het opsporen en vangen van de samenzweer ders. Zeker zal aan dien ijver de zucht niet vreemd zijn om de Spaansche regeering aan genaam te wezen en tevens niet alleen aan de Spaansche. maar aan alle regeeringen te toonen, dat Frankrijk binnen zijn grenzen geen aanval op andere landen laat voorberei den, maar op de revolutionairen, die binnen die grenzeb ."wonen, een nauwlettend toezicht houdt. De Italiaansche regeering gelooft daar niet erg aan, en het Italiaansche volk nog minder. En dat is zeker een van de redenen, waarom na den laatsten aanslag op Mussolini overal Franschen door fascisten zijn aangevallen. Toch spreekt zich in deze aanvallen ook een oog wat verborgen vijandschap, een zeker autogonisme uit, dat met die aanslagen niets te maken, maar, zoo het feitelijk al voor den oorlog bestond, toch door het vredesverdrag Versailles zijn 'felle kracht heeft gekregen. De Italianen voelden zich te Versailles schro melijk te kort gedaan. En zij hebben dat voor al aan Frankrijk geweten, dat uit Versailles zoo'n groote buit wegdroeg en door den oor log en het vredesverdrag zich de eerste plaats op het Europeesche vasteland veroverde. Maar het door Mussolini tot zoo felle kracht ge- wekte nationalisme heeft dat gevoel van ver ongelijking en van wrok tegen Frankrijk in een nauw verholen vijandschap doen over gaan. Italië is zich de groote mededinger van Frankrijk op het vaste laind gaan voelen. En de Italianen, die thans van een grooter en' machtig Italië droomen, zien in Frankrijk de groote tegenstander van hun wenschen en! verlangens. Iedere versterking van Frankrijk hindert hen daarom. En zoo zien ze ook de toenadering tusschen Frankrijk en Duitsch land met leede oogen. Ongetwijfeld heeft het feit van die toenadering ook onbewust invloed gehad op de heftigheid waarmee de Italianen na den aanslag op hun dictator tegen Frank rijk ageerden. Voor Europa schuilt hierin een nieuw ge vaar, nu het Fransch-Duitsche autogonisme oogenblikkelijk althans, wat van zijn kracht schijnt te verliezen. Want dat na Thoiry we derzijds een neiging tot toenadering merkbaar wordt, is duidelijk. Beide volken begrijpen dat ze elkaar noodig hebben en niet eeuwig kunnen blijven vechten door van den. eeneir revanche oorlog in den anderen fe vallen. Fantastische plannen zijn al geopperd omtrent een militair verbond. Het lijkt een beetje erg voorbarig. Maar het bedenkelijke in al die toenaderingspogingen en plannen is, dat daar bij van de tegenwoordige verhouding tusschen beide partijen wordt uitgegaan en Duitsch land altijd, zoo bijvoorbeeld bij de vaststelling van de grootte der legers in een militair ver bond, als de mindere en zwakkere wondt ge zien en behandeld. Oogenblikkelijk zal Duitschland zich dat laten welgevallen. Maar zal het dat in de toekomst ook doem'? Duitsch land is de sterkere, in bevolkingsaantal, in le venskracht, in stoere werkkracht. Zoo'n ster kere moet als 't ware voortdurend in een gebukte houding tegenover de zwakkere de mindere moeten blijven. En zoo'n houding vermoeit en is op den duur niet vol te houden. Langzamerhand zal Duitschland zich uit die houding oprichten' en de piaats trachten in te nemen, waarop het hoort. Er zijn nu al teekenen, dat Duitschland!' zich weer begint te laten gelden. Een Engel- 9che journalist heetf allerlei verteld over Duit- sche pogingen om door middel van finantieele en andere tegenprestaties van het verdrag van Versailles wat af te knabbelen. Maar wanneer Duitschland een betere positie weet te bemach tigen, dan gaat dat onvermijdelijk ten koste van Frankrijk's positie. En daartegen zullen de Franschen zich scherp zetten. Da» blijft de groote moeilijkheid van de oplossing van de puzzle, dat twee groote vol ken naast elkander leven, waarvan de jongste wat beschaving en invloed in de' wereld en macht betreft, den andere ver boven het hoofd is gegroeid en die andere zijn eerste plaat« niet wil afstaan. i. (Van onzen specialen verslaggever) Izelles, 7 November 1923. Weer is 't feest in Belgenland. Al schijnt het zonneke ook niet wonderschoon over 't vroo- lijke, opwekkende, licht en luxe-stralende bou-, levards, op de scherpe, zoo raak-grillig, ku busjes formeerende Montagna-de-la-Cour, of tewel „Berg van het Hof", over de vroegere Marolle, nu een klein-werkmans burgerlijke vlakte, die inzinkt als een kuil achter het Palais de Justice toch is 't „fiest, zulle". Ge. ziet het aan de vlaggen, die in eindelooza reeks wapperen, schier huis aan huis, in haar bont-Brabantsch opwindende fleurigheid van rood-geel-zwart en het zwart doet zelfs in deze combinatie niet somber aan aan de drukte in de café's en estaminets, aan Me gezichten van de menschen. Feest vieren is voor den Belg een ernstige zaak, die 'hij serieus behandelt en waarbij al les voorgaat, op Zondag zal hij werken, laat in den avond, 's nachts, maar als het feest is krijg je hem met geen stok naar 't atelier, Dan tooit hij zich in zijn schoonsten dos en drinkt met volle teugen de goede gaven, die) Cambrinus het menschdom schonk. En nu is de voorpret nog pas begonnen. Want eerst morgen, Maandag, beginnen de drie groote dagen, die daarna zullen verloope» in ook nog opgewekt leven De Belg is een geboren, een 'voortreffelijk! feestvierder. Zeg niet een veel bombariema-i kend, maar quo getalsterkte (de jongste ver-, kiezingen bewezen het weer) sterk naar land verraad riekend troepje separisten napratend:, „dat er geen Belgisch volk bestaat, geen Bel gen zijn, alleen Vlaamsche Leeuwen en Waól- köppe. Dat die twee rassen(l) elkaar, evenals blank en bruin nooit zullen vinden, vooral als je eiken dag, korter of langer tijd in een; milieu vertoeft, van dieper of lichter Vlaam sche nuance, dan voel je dat het verschil tus schen die menschen, die Belse menschen door hun afkomst al niet grooter is dan tusschen den doorsnee Groninger en den doorsnee Limj burger; de Vlaming is geen Hollander, de Waal geen Franschman. Beiden hebben ge leerd, zich naast hun „moedertaal" te be dienen en voor allen en de geheele beschaafde menschheid, verstaanbaar te maken in de Fransche wereldtaal, die ze een tikje verbo gen naar hun eigen taalgevoel. Ook vooral «si hierop wil ik den nadruk leggenin de wijze, waarop zij feestvieren zijn de Belgen ai ware het alleen door hun nog altijd hoog gehouden smulpartijen. ,,Ca goutte" zegt de Brusselaar. „C'est beige" zegt de Parisien. En hij heeft natuurlijk gelijk. „De Franschman J zegt dit zoo niet, hij volstaat met een: „C'est! i bon". Ik hoop dat er lezers zijn ,die mii be grijpen. Als de Belg feestviert doet hij het goed, maar hij moet er ook iets voor voelen. Het, zou onbegonnen werk zijn, te trachten deze \reugde op te schroeven en niemand zou er ook ernstig aan beginnen. In hun hoofd zijn de Belgen zeer nuchter, meer dan in hun maag gewoonlijk. Een der kenmerkende verschillen met „les vrais „Parisiens". In 't algemeen is het koningschap een wel kome aanleiding om er grappen op te ma\en. Zij aanvaarden het met berusting alseen schoonmoeder. Leopold II werd soms gewoon op straat nageroepen: „Cartón" (Bordpapierkoning). Men kletste over en vermaakte zich met zijn privé leven, maar vergat toch ook niet' heelë- tnaal, dat België oneindig veel aan hem te danken heeft gehad (Congo, Tervueren, Lac ks»). Maar bet noodlot wil nu eenmaal dat sommige menschen. die oneindig veel nut slichten, waaraan de gemeenschap dus zeer veel te danken heeft, toch nooit populair wor den. Populariteit was voor het huidige konings paar weggelegd, al van den eersten dag, dat het den troon beklom. Ook Alberts moeder de gravin van Vlaanderen, had zich zeer po pulair gemaakt. Zij was, zooals misschien niet ieder weet, de schoonzuster van Koning Leo- Dold. Deze had geen zoons. Zijn opvolger was dus zijn broer, de graaf van Vlaanderen, doch deze voelde zich te op te treden en droeg reeds bij het leven van bejaard, om als leider van het Belgische volk1 1 zijn broer zijn rechten op zijn zoon Albert ,over. Deze laatste huwde met de Beierschd prinses Elisabeth, een (niet diplomatiek of po litiek) huwelijk uit liefde, zooals men in re- geerende vorstenhuizen maar zelden ziet. Men' zou kunnen denken, dat het volk met die keuze niet bijster ingenomen zou kunnen ge weest ziin. Want Elisabeth was een Duitsche en de sympathie was nu eenmaal niet aan dien kant. Maar de Belgen waren en zijn, zooals ik reeds zeide. te nuchter om ongemotiveerd antipathie te toonen. Integendeel; aan de zijde van haar eenvoudigen, kloeken, eerlijken ver- standigen echtgenoot, wars van aüle dweep zucht of eenzijdigheid, genoot koningin Elisa beth, die weldra de beide, voor haar vreemde Belgische landstalen, vloeiend sprak, de alge- meene sympathie. Hoezeer beiden voorgaande in den strijd tegen het woordbrekend macht- boven-recht-stellend Germanjo, de groote sympathie, niet alleen van élken Belg, doch van elk weldenkend mensch oogsten, behoef» gee» betoog en zelfs al neemt men onpartij dig aan dat de omstandigheden het verkrij gen diei populariteit buitengewoon hebben vergemakkelijkt, dan moet men daarnaast toch vaststellen, dat in geen land ter wereld .(ook al houdt men ten volle rekening met de ge heel gewijzigde denkbeelden tegenover het! koningschap in het algemeen) een koninklijk echtpaar zoo de algemeene (dus zelfs van so cialistische zijde) sympathie .geniet als Ko ning Albert en Koningin Elisabeth. L'histoire se répète. Weder trekt een her tog van Brabant de aandacht door zijn hu welijk. Zijn vader, die niet als een leugenaar" bekend staat, heeft zonder daartoe in heö minst genoodzaakt en geprikkeld te zijn, de vertegenwoordigers der geheele pers bij zich' geroepen (op zich zelf al een daad, die wijst op verstand, rekening houden met moderne! denkbeelden en democratisch voelen), om hun te verzekeren dat het hier gold een huwelijk i uit liefde en geen politiek gekonkel. Trouwens als men even nadenkt, begrijpt men, dat het huwelijk tusschen den kroonprins en het jonge Zweedsche meisje, dat prinses is door haar afstamming van Napoleons ge neraal Bemadofte, die door zijn keizer op den' Zweedschen troon geplaatst, en haar verwant schap met den koning van Zweden, misschien in een gewone flatwoning tot nu toe haar leven doorbracht, een flatwoning in een bui tenbuurt van Stockholm, een flatwoning zooals men er verscheidene in het Haagsche Boomxn- en Bloemenkwartier, of de Vogelenbuurt on mogelijk een speciaal Belgisch of wel politiek belang kan beoogen. Prinses Astride moge van Koninklijke bloede zijn, in de politiek is voor haar tot nog toe nog geen plaats gereserveerd j geweest. Wanneer de Belgen .niet zulke nuch- 'ere optimisten waren, maar chauvenistisch of giftzuigend als elders, dan zouden zij met het huwelijk misschien niet zijn .ingenomen ge weest le. omdat Prins Leopold uit politiek' oogpunt misschien een betere partij had kun nen krijgen; 2e. omdat het begrijpelijker ge weest ware, als prins Leopold een keuze had gedaan bij de vrienden en bondgenooten uit den oorlog; 3e. omdat ook wanneer de prins zijn keus in een ex-neutraal land deed, Zweden, dat ter wille van den handel steeds een „web willende" neutraliteit tegenover Duitschland tn acht nam, daarvoor toch in de laatste plaats in aanmerking zou komen; 4e. omdat tusschen België en Zweden buitengewoon weinig handel- teiaties bestaan, beide landen wé! tegen elkan der kunnen concurreeren (industrie, steen kool, steen, hout) doch elkaar niet kunnen aanvullen; 5e omdat het feit, dat prinses As- tnd tot de (Zweedsch)Luthersche Kerk be hoort, wel niet dweepziek is, doch mogelijk te zeer aan het kleed, waarin zij haar jeugd- gpdsdienst-opleiding ontving, gehecht is, om' dit voor een ander te verwisselen, voor vele Belgen een niet verwachte teleurstelling zal opleveren. Dat alles tezamen wijst politiek gekonkel bij dit huwelijk verre af. Vanmorgen ontving ik een paar couranten uit Holland. In een er van, een Noord-PIol- landsch dagblad, las ik volgende passage, die ik als proeve hoe Holland soms wordt inge licht, zonder commentaar (ik wil mijn feest stemming niet bederven) letterlijk uit het )weekoverzicht„De wereld om ons heen", overneem. „In Zwedens hoofdstad is deze weèk het burgerlijk huwelijk voltrokken tusschen kroon prins Leopold van België en prinses Astrid van Zweden. Het heeft lang geduurd alvorens Belgische hofkringen voor dezen jongeman een levensgezellin gevonden hebben. Pogingen aan het Italiaansche hof leden tot twee maal toe schipbreuk de volksmond noemt zoio iets een blauwtje loopen tot eindelijk deze „op lossing" gevonden is, volgens Belgische bla den op sterk aandringen van Koningin Elisa beth. Hoe het zij, wij betreuren dit tamelijk' overhaast huwelijk ten zeerste, omdat een der gelijk koninklijk voorbeeld in den strijd tegen het gemengde huwelijk niet anders dan fu-' nest kan werken. Deze onverstandige daad' van het Koninklijk Huis zal, vooral op den Vlaamschen buiten, de liefde voor het vor stenpaar toch al niet buitensporig groot j nog meer doen verkoelen. De tijd is lang voorbij, dat Elisabeth, de loopgravenkoningin als heilige werd vereerd". Is het een wonder, dat het buitenland min der gunstig over ons denkt, als het van der gelijke stupide lastertaal kennis neemt, die in België direct zouden worden ingepikt, doch in Nederland ,in speciale kringen, nog ai ge tapt zijn. Ik achtte deze rechtzetting en het woord vooraf noodzakelijk om mijn lezers een juist denkbeeld te geven van de houdinjg en ver houding tusschen feestvierend volk en dito vorstelijke familie. Men vergoodt niet op Mid- deleeuwsche, maar sympathiseert op een voor deze moderne tijden buitengewone wijze. Het spreekt vanzelf, dat Brussel on vele punten versierd is, al doet deze versiering in de verste verte niet denken aan die van: 1910. Maar nu is het ook maar voor een paar dagen, toen was het voor een half iaar. Is hel nu al zeer druk, en kost het moeite in een hotel nog een "kamer te "krijgen, we» leven nu toch maar in de voorpret. Morgenochtend (Maandag) 10.45 uur wordt de weg die de koninklijke stoet neemt al af gezet en vijf minuten voor twaalf 's middags1 zal de trein uit Antwerpen in het Gare du* Nord aankomen, die het jonge paar aan he'. gejuich, den jubel en de liefde van het Brus- seische volk zal overgeven. Vallendb steenmassa's. Genève werd dezer dagen opgeschrikt door don derend geraas, dat uit Zuidelijke richting kwam. Het scjieen, alsof het donderde. Weinige minu ten later vernam men, wat de oorzaak van dat gedreun was geweest. Op den Salève, het als dpel van „dagjesioeristen" bekend massief, op slechts erikele kilometers der stad, nog juist in Frankrijk, was een massa van 2000 kub. meter steen lood- reentover een hoogte van 250 meter neergestort. Nog andere, maar veel kleine"re, steenstortingen hadden plaats, die o.a. een aantal boomen mee sleurden. Gelukkig waren er op den weg dezer steenlawines geen woningen. Het losraken der steenmassa's schijnt het gevolg van hevigen re genval, die de leisteenformaties heeft ondermijnd. D' ebewoners van het dorpje Santé Maria in het Zwitsersche kanton Graubunden, moesten zoowat tegelijk voor steenstortingen, komende van den Mont Urn brail, vluchten.' De rotslawines ver nielden eenige huizen, blokkeerden de kantonnale wegen en dreigden het geheele dorp te verplette ren. In het geheele Münsterdal, waartoe het dorp behoort, zijn door neervallende steenmassa's de bergbeken overstroomd, waardoor groot materieel nadeel is aangericht, maar geen menschenlevens zijn v erloren gegaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1926 | | pagina 1