ine oorzaken
groote gevolgen
AbdusïrqOP
SPORT EN WEDSTRIJDEN
Dam rubriek.
John en Delia
Nu krijgien de jonge hoenders hetzelfde en
daarom zou hij graag wefen, hoe dat komt, of.
kalkpooten schadelijk zijn, en wat hij er te
gen doen kan.
Antwoord. Vele Jkippenhouders denken bij,
het woord „kalkpooten" werkelijk aan kalk
en ze schrijven het verschijnsel, dat ze overi
gens van onschuldigen aard meenen, aan
ouderdom toe. Noch het een, noch het ander
is juist. Kalkpooten worden veroorzaakt door,
een gravende schurftmijt, een microscopisch
klein "diertje dus, dat- van het eene hoen op
het andere overgaat en zich ook niet aan den
leeftijd van de kippen, stoort. Ze gelijken op"
kleine spinnen en zijn twee vier-tiende ge
deelte van een milimeter groot. De mijten gra
ven gangen in de opperhuid en voeden zich,
met bloed. Ze veroorzaken den kippen een qjn-
dragelijken jeuk, waardoor deze slecht slapen,
alle tierigheid verliezen en ïn eierproductie
sterk achteruitgaan. Kalkpooten zijn dus zeer,
sonaaeTijk en brengen lichamelijk lijden teweeg.
De door mijten bewoonde gedeelten der kip-
penpooten worden wanstaltig dik. De witte
korsten bestaan uit verdroogde opperhuidschil;
Iers en uitwerpselen en ontledingsproductetn-
van mijten. Kippen met'kalkpooten vermageren
en sterven na langen tijd van lijden aan uitput-,
ting; het ongemak is zeer besmettelijk.
Kalkpooten worden genezen door ze dik
met groene zeep in te smeren, wat men na 24
uren nog eens herhaalt. Weer een dag later
borstelt men met een harde nagelborstel of
een dito tandenborstel en mf t behulp van warm;
water ae pooten stevig uit; met een vouw
de korsten verwijderen, zorgende zoo weinig*;
mogelijk bloeding te veroorzaken. Vervolgens,
penseelt men met een oplossing van Peru-bal-
sem in spiritus of van 5 gram lysol op 1*00
gram water; hokken, stokken, ren, e'tens- 'en;
drinkensbakken ontsmetten met een 5 pet. cre-
oline-oplossing. Den bodem moet men "diep
uitgraven na hem te voren flink met carbol-
water te hebben besproeid.
Voorkomen kan men het eüVel, door groote
zindelijkheid te betrachten en de pooten 'der
hoenders nu en dan eens met petroleum te
penseelen.
Programma voor Zondag 21 November.
Tweede klasse C.:
Ik T. S. I-Vrone 1 H, Polak,
Heiloo 1Oudorp 1 Hos.
Zeevogels 1West-Frisia 3 Korstanje.
Derde klasse C.:
S. O. V. V. 1Schoorl 1 P. Hartog.
Gr. Schermer 1Aio. Vitrix 4 v. cl. Hoven.
Hoogkarspel 1Bood-Wit 2 P. Buis.
Vierde klass eC.:
Vrone 2Zeevogels 2 (de Groot,
Alkmaar 2— Heiloo 2, 12 uur v. Son!.
N. Niedorp' 2D'.T.S. 3 G. Bakker.
Bergen' 2Hoogkarspel 2 de Groot.
Indien geen tijd vermeld, -beginnen alle wed
strijden om 2 uur. I
De wedstrijden voor Zondag.
De oogst van de vorige week was wel een zeer
schrale. N. Niedorp en West-Frisia keurden do
terreinen af, zoodat slechts Vrone-Heiloo over
bleef welke door eerstgenoemde met 10 werd
getyopnen. Ondanks dat de gasten over 't géheel
in de meerderheid waren, wisten de Vronisten,
door stug verdedigen, toch de puntjes te behou
den. En voor Vrone vooral 2 zeer kostbare pun-
teu. Heiloo is door deze nederlaag weer eenigszins
uit de running geraakt. Verder hopen we nu
maar dat Moeder Natuur ons morgen wat beter
gezind is en alle wedstrijden dooighng kunnen
vinden. We gaa.u nu over tot het programma.
Be Heilooërs ontvangen als gasten de Oudor-
pers. Na. hun tegenslag van de vorige week, zul
len de gastheeren wel alles probeeren om weer
een seen flinke overwinning te gunnen boeken.
We geloven dat hun zulks zal igjelukken, alhoewel,
verrassingen zijn niet uitgesloten, dat hebben we
reeds ondervonden. Natuurlijk zullen de Oiulor-
pers .vanwege het laatste succes, wel geduchten
tegenstand bieden, maar op het groote terrein
der gastheeren zullen zij zich wol niet zoo thuis
voelen, als dat met. hun eigen klein veldje het
geval is.
In ieder geval, we gelooven dan ook wel, dat
de overwinning in Heilo zal blijven hangen.
In Oudkarspel heeft de derby plaats tusschen
de ybekende elftallen D.T.S.Vrone. Zal deze,
reeds eens eerder vastgestelde wedstrijd morgen
doorgang vinden? Of zal Pluvius wederom als
lispelbreker optreden? We hopen van 't eerste,
i Vooral ook .voor de spelers, daar we betwijfelen,
'dat een gedwongen rust van eenigë weken ach-
i ter elkander nu niet juist bevorderlijk zal zijn-
"De gastheeren zullen dan ook morgen aan» Vro
ne ;le handen wel meer dan vol hebben, 'tls voor
beide elftallen dan ook een belangrijke ontmoe
ting. Voor Vrone vooral voor 't behouden van t
prachtige plaatsje op de ranglijst, die zij nu,
door de laatste overwinning, momenteel inne
men, en voor de thuisclub, om zich weer eens
wat steviger in de bovenste rij te vestigen, t Is
voor D;.T.S. hard noodig, indien er althans nog
iets van de kampioensideeën, die zij in het begin
van de competitie toonden, nog wat is overge
bleven. Maar of het hun zal gelukken, durven
wc niet te zeggen. De g;asten zullen wel alle
zeilen bijzetten, om het tenminste tot een ver
deeling der punten te brengen. Slechts dan ge
ven wij do gastheeren een kans op een overwin
ning indien zij in dien goeden vorm spelen, zoo
als wij hen wel eens meer hebben gezien. Voor-
loopig houden wij het echter eens op een gelijk
spel aan.
Zeevogels ontvangt op een N.V.B.-afstand lig
gende West-Frisia 3, die ook reeds eeniige we
ken van rust heeft gekend.' Het is hier de ont
moeting tusschen nummer één en de hekkenslui
ters. 't Logische gievolg ligt hier dan ook (althans
men zo uhet denken) voor de hand, dat Zeevogels,
als zijnde dit aan haar plaats op de ranglijst ver-
hier met de overwinning zou gaan strijken. Dit
wil er echter bij ons - niet zo odirect in. West-
Frisia is toch werkelijk niet de ploeg, de on
derste plaats waardig, en wij gelooven dan ook
stellig, dat succes, al Ls het dan ook nog niet ge
komen, niet zal uitblijven. Zeevogels zal dan ook
wel een harden dobber hebben o.m het van de
stevige gasten te winnen, die er natuurlijk wel
alles zullen opzetten om eindelijk eens een over
winning te kunnen noteeren. Die gastheeren ech
ter, die er zeer gunstig voorstaan, zullen wel
hun beste beentje voorzetten om de puntjes thuis
te behouden. Terreiuvoordeel zal hen misschien
daaraan kunnen helpen.
i 1
Verzoeke, allés betreffende deze rubriek te zen
den aan D. KLEEN te WINKEL.
(Oplossing probleem No. 21 (Bettmeijcr).
Wit 32—28, 38—27, 34—30, 33—29, '43—38,
4850 en wint.
Aardig is hoe wit schijf 45 van dam houdlt.
Probleem No. 22.
Auteur: G. MANTEL te Hengelo (Telegraaf)
WIT.
Zwart 11 schijven op 7, 10, 13, 17 tot 20, 23
tot 26.
Wit 11 schijven op: 27, 28, 32, 34, 37, 39, 42,
43, 44, 49 en 50. I
Deze bijzondere belangwekkende oplossing is
als volgt:
Wit 28—22
Zwart 17. 28
34—29
24:33
27—21
26:17
39—34!!
18—22
34—30
25:34
44—39
33:44
49:9
10:14
32:23
14:3
23: 25 en wint.
Probleem No. 23.
Auteur: D. KLEEN te Winkel (Télegr.)
ZWABT.
KIT.
Zwart 12 schijven op 10, 12, 13, 14, 1720,
23, 24, 25 en 30.
Wit 12 schijven op 21, 28, 31—35, 38, 39, 42,
47 en 49.
Opsluitprobleem met schijnoplossing.
Opl. Wit 34—29 Zwart 17:48
28—22 23:43
33—29 24—42
35:4 13:38
47 verloren.
Schijnoplossing: Wit 31—27, (17:26) 3329,
(24:31), 35:4, dan houdt zwart den damslag met
)23—29 en 19:49 over. 1
Speelt wit 42—37, 28—22, 33—29 en 35:4,
dan zwart 1318.
Ter oplossing:
Probleem No. 24.
Auteur: A. RENOOIJ te Hoogwoud.
(eerste publicatie).
ZWABT.
WIT.
Zwart 10 schijven op 8, 9, 11, 13, 15, 17, 18,
22, 25, 40.
Wit 9 schijven- op 24, 28, 30, 32, 33, 34, 37,
45 en 50.
Wit zet en wint.
Wanneer U Uw schijnbaar
onbeteekenend hoestje niet
verzorgt, legt gij Uw ge
zondheid in de waagschaal.
Talmt niet. Neem nog heden
mede samengesteld uit krui
den en planten, waarvan
bijv. de Herba Maté be
roemd is om haar genezende
en krachtdadige werking
v bij ademhalingsstoornissen.
Overal verkrtjgb. in kokers a f 1.50, f 2.75, f 4.50
De groote flacons zijn voordeeliger.
Vrij naar het Engelsch door Th. BERGER..
I*'
„John, lieve.' zei Dielia, terwijl ze mij een
catalogus aangaf, „is dat nu niet de vinger van
het Toeval?"
„Wat?" vroeg, ik, terwijl ik met een onnoozel
gezicht naar de bladzijde vol slanke figuren
staarde, die in wonderlijke houdingen geschetst
waren en keken, alsof zij probeerden touwtje té
springen met hun ellenlange parelsnoeren.
..Dat," zei Delia, terwijl zij een bizondere fi
guur aanwees.
„Waarom vroeg ik. ,,Het is net een vinger,
dat geef ik je toe; maar het is de bedoeling waar
schijnlijk, dat het een menschelij'k wezen voor
stelt. En waarom van het Toeval?"
,„Zie je dat dan niet?" zeide Delia ongeduldig.
Ik keek eens wat nauwkeuriger toe. Onder al
die slanke figuren stonden vrouwennamen: Ele-
onore. Susie, Gladys, Naomi. En onder die fi
guur, waarnaar Delia wees, stond de naam „De
lia". En nü begon mij een licht op te gaan en ik
werd zeer voorzichtig.
„Ja," zeide ik, terwijl ik haar den catalogus
teruggaf, „wel aardig, hè? Ik heb vandaag- me
vrouw Loman gesproken."
Maar Delia werd door mevrouw -Loman niet
afgeleid. Zij vroeg me niet eens, wat zij aanhad.
Zij kwam weer op „Delia" terug.
„Ik .vind, dat het zoo'n aardige attentie van je
zou zijn, als jc het voor me kocht, lieveling,"
zeide zij.
„Maar ik niet," antwoordde ik, oogertblikkelijk.
Ik denk, dat bet een zware beleediging voor je
zou zijn. Ik kan er niet aan denken, het te doen.
Het zo uzijn, alsof ik dacht, dat ik niet tevreden
met*je ben, zooals je ér uitziet. En dat ben ik
toch wel, heuscb! Ik houd van je in de toiletten,
die je hebt. Ik zou je niet half zoo graag in
„Delia" willen zien.
„Ik zou het toch zoo dolgraag hebben!'
.Natuurlijk kun je het koopen, lieve,'' zeide
ik welwillend, „van je kleedgeld."
„Ik heb niets meer over."
I „Dat is jammer," zeide ik, en voegde er bij:
„Was het niet vanmiddag, dat de Mesdens een
partijtje geven J
Maar zelfs op de Mesdens ging zij niet in.
„Herinner je je niet, lieveling," zeide zij, „dat
ik,, toen wij de regeling betreffende het kleed
geld troffen, nog speciaal en met nadruk gezegd
heb, dat ik niet wou hebben, dat je zoudt den
ken,, dat je dan niets meer voor me mocht koo
pen,, als jc er plezier in had
„Precies," zeide ik, „maar ik heb er nu geen
trek in."
Zij wendde zich af en bleef in een zekere hou
ding „Delia" bestudeeren.
„Het lijkt mij toe, alsof we het Toeval vlak
in het aangezicht slaan," zuchtte zij. „Stel je
voor, dat je in een catalogus een toilet ziet staan
met je eigen naam er onder en dat je het dan
niet koopt! Let eens op, dat 't ons allerhande
soorten ongeluk aanbrengt! Je zult het zien, dat
we ongeluk krijgen! Of we moeten het gauw gaan
koopenii
j „Ik geloof niet, dat je je daar bezorgd om hoeft
I te maken," verzekerde ik haar vriendelijk. „Ik
geloo fniet aan di eongelukstheorieën. Weet je
j nog wel ,dat je mij vertelde, dat je een grooten
spiegel brak op den dag dat je mij voor het eerst
ontmoette?"
j ,„Ja, enbegon Delia; maar plotseling, met
het oog op het feit, dat zij „Delia" wou hebben!,
j besloot zij haar rede neer ing niet verder door te
voeren. Ik nam den catalogus en bestudeerd!®
„Delia" eens wat nauwkeuriger.
I „Ik vind haar niets aardig, Delia," zeide ik.
„Zij ziet er uit als een feeks. Ze zet verschrik-
kelijke oogen op en haar armen zijn Veel tq
j lang en haar heele figuur lijkt wel ruzie. Het
i arme kind is heel misvormd. Kijk een snaar haar
j voeten. Die konden wel van een Chineesehe zijn,
zoo klein zijn ze. En ze heeft heelepiaal geen
neus en haar mond is net zoo groot, als haar
eene oog. Men had haar al jaren geledqn pijnloos
moeten afmaken!"
j „Het gaat om het toilet! jou oude idioot! Kijk
j eens,, hoe geweldig leuk het is. Het heeft dej
nieuwe taille lijn en. zulke schattige mouwtje.^
en het kost maar 63 gulden!" I
I „.Neen," zeide ik, flink, „ik zou je er nooit
j in kunnen zien, zonder te 'denken aan het arme
j misvormde schepseltje, dat 't het eerste droeg,
met haar arme mishandelde voetjes en neusloos
gezicht en uiteengerukt fuguur. De arme vrouw
moet wel duldelooze pijnen verduren. Kijk eens,
haar armen zijn even lang als haar beenen."
„Acn, schei toch uit met over haar te praten!
het gaat om het toilet." Zij1 probeerde het' met
een andere manier van redeneeren.
„Het lijkt zoo lekker warm. Ik geloof wer
kelijk, dat nn de steenkool zoo duur is, het de
plicht van ons allen is, om zooveel Warme klee-
ren te koopen als maar eenigszins mogelijk is,
om zoodoende steenkool uit te sparen. Ik ben van
meening, dat iedere burger, die werkelijk voor
zijn vaderland voelt, zóó moest 'handelen. Ten
koste van welke opoffering dan ook."
„Delia," zeide ik, „jij hebt het soort 'hersens,
dat je ver zou kunnen brengen, als je aan poli
tiek ging doen."
„Nu, ben je van plan het voor me te koopen,
of niet?" j
„Kom me morgen maar van kantoor halen,
dan gaan we samen lunchen en daarna op jacht
naar „Delia", zeide ik.
Wij traden de da mesmode-af deeling binnen. Een
Een der bedienden kwam naar ons toe en Delia
haalde den catalogus voor den dag.
„Dit moet ik hebben," zeide zij', „Delia", en
wees het toilet in het boek aan.
„„Wat spijt me dat, mevrouw," zeide de be
diende, „wij hebben vanmorgen het laatste „De
lia" toilet verkocht."
„Dat spijt mij ook," jzeide ik, eenvoudig en op
recht. „Ik had er zoo op gehoopt dat arme meisje
eens te ontmoeten. Aan den anderen kant, ls het
misschien ok maar beter, dat zij niet meer is.
Zooals ik reeds tot mijn vrouw zeide, moet zij
veel geleden hebben." i
De bediende keek mij met e'en boozen blik aan
en wijdde haar gebeele attentie aan Delia.
„Alle ander? toiletten, die op deze bladzijde
zijn afgebeeld zijn nog voorradig, mevrouw..."
begon zij.
Maar ik kwam er tusschen.
„Neen, wij wilden „Delia" hebben. De ande
ren bevallen ons niet," zeide ik, terwijl ik mijn
stem oen weinig verhief, zoodat de protesten van
j Delia niet gehoord konden worden. „Het was
een geval van den vinger God's of van het Toeval,
z oals ge het noemen wilt ongeluk en een
hoop van dien onzin meer. Goeden middag."
En zeer beslist wandelde ik de afdeeling uit
ett liet Delia en de bediende met open monden
staan.
De volgende afdeeling, waar ik door moest om
de. lift te bereiken, was de heerenmode-af deeling.
En op een pop bij de deur hing een pullover, wer
kelijk een reuze-pullover, juist het soort pullover,
dat ik altijd had willen hebben. Ik had het bij
j het passeeren den eersten keer reeds bemerkt.
„Wat is dat?" vroeg ik aan een bediende, ter-
I wijl ik hem den pullover aanwees.
„Een pullover, mijnheer," zeide de man.
j „Ja, dat zie ik. maar hoe is zijn naam?":
vroeg ik.
j ,„Zijn naam, mijnheer?" vroeg de bediende,
beleefd.
„Ja," zei ik. „Heeft ie geen naam?"
„Nee, mijnheer," zei de, man. „Het is een pul-
lover."
„Maar er is toch geen enkele reden, waarom
die geen naam zou hebben, wel?" vroeg ik.
De man keek rond, om zich te overtuigen, dat
er hulp in de buurt was, voor het geval ik plot
seling woest zou worden. Tegelijkertijd ging hij:
eenige passen achteruit.