Twuijverwegpolemiek
INCEZONDEN
Rechtzaken
VOOR KEN P O LIT J EREOHjTER-
Zitting- van 13 December.
Geen behoorlijke manier om aan kermisgeld
le kouimi.
Een 21-jarig timmerman te Helder beschikte
over onvoldoende contanten om eens lekker te
gaan kermishouden. Hij beraamde toen het plan
met een jonger vriendje om zich toegang te ver
schaffen bij een palingkoopman, bij wien hij vroe
ger als pleegkind had vertoefd. Het plan ge
lukte uitnemend, toen de palinghandelaar met
zijn negotie op de kermis stond en de baan dus
vrij is. Fen kistje met een niet onbelangrijk be
drag werd buit gemaakt en broederlijk gedeeld..
-jjad 8} Stpoods s.iodmjsui »p ptuj oimod op
keu en zij stonden heden terecht. De mindior
jarige 's morgens voor den kinderrechter, terwijl
de tiinmorman 's middags zijn opwachting maak
te voor den politierechter. De officier noemde
het een gemoene diefstal, maar wilde toeh zoo
edelmoedig zijn, den ondankbaren pleegzoon niet
naa rde petoet te verwijzen. Daarom req ui roerde
hij 2 maanden gev. voorwaardelijk met 2 proef
jaren. De politierechter kon zich hiermede vol
komen verecnigen en legde het jonge menseh. de
gevorderde vcorw. straf op.
De politierjchtfr schuift (le verantwoordelijk
heid van zich af.
In de voortgezette zaak tegen een landbouwer
tje uit Harencarspel, die zich op 7 Juli een dek
kleed zou hebben toegeeigend, wat door hem werd
ontkend, kwam de officier tot de conclusie,, dat
deze zaa konderzocht diende te worden door de
voltallige rechtbank. De politierechter vereenig-
de zich met deze conclusie en verwees de zaak
naar de meervoudige kamer.
Kruimeltjes is osk brood.
Een vrachtschepper uit Akersloot hail graan
vervoerd van Re tier dam naar een meelmolenaar
te Opmeer en zich toen de vrijheid gepermiteerd!
'n 40 kilo graan, dat hij beschouwde als op veeg
sel, zich toe te eigenen om er zijn kippen op te
trakteeren. Ee molenaar nam daarmee geen genoe
gen ,met gevolg dat de veeglustige schipper werd
[veroordeeld tot f 30 boete of 30 dagen. Hij doet
in t vervolg' wijzer zich aan Sluis' ochtendvoer te
houden. Dat is dan toch nog goedkooper dan zulk
óp Veegsel.
Wordt gram maar zondig niet.
Een in gezel ene van Texel, die gezegend is met
een paar zeer geprononceerde O-beenen, werd op
2-1 October dcor 'n stelletje eritiseh aangelegde
jonge Tesselaars uitgescholden voor „biggevmv
gei De goede man maakte zich ernstig boos
over deze ongevraagde recensie en wist oen van
de jonge boosdoeners te achterhalen, die hij liet
boeten voor de zonden van de heele bende en hem
een stevig pak slaag toediende. Hij ging echter
de perken van oen rechtmatige bestraffing in
zijn woedd ver le buiten, wat de politierechter
hem lieden duidelijk maakte door het opleggen
f 15 boete of 15 dagen.
Zeetjes aau, dan broekt het lijntje uiet.
Een 46-jarig veekooper uit N. Niedorp, gesierd
met een sierlijk gestyleerde romeinsche neus, had
zich in dc Prin Maurits wat rijkelijk te goed ge
daan aan feestdranken en kon niet verdragen, dat
de gemeente veldwachter hom tot kalmte vermaan
de. Hij feantwoordie deze terechtwijzing met een
zeer banaal scheldwoord, waarvan de heer Strij
der in 't belang van zijn prestige, procesverbaal
meende te moeten opmaken. De verdachte, die
thans heel wat beter de goede vormen in acht
nam, werd veroordeeld tot f 10 boete of 10 d.
Dde Limiuer eendjes, die weten wat
Een 46-jarig tuinder <je Limmen was gepikeerd
op den jachtopziener Kicft, omdat deze zich be
moeide met eenden, di ehij bij zich had. Hij voeg
de Kieft verschillende minder vleiende woorden
toe, zoodat deze zich beleedigd gevoelde c.n pro
cesverbaal opmaakte. De loslippige tuinder stond
heden terecht en kwam er verbazend goedkoop
af met f 7 boete of 7 dagen, hoofdzakelijk omdat
de heer Kieft volgens het oordeel der rechterlijke
autoriteiten zich oenigszins ontactisch had uit
gelaten.
't Bleef in de familie.
Een 21-jarige neef van voorgaande verdachte,
dus ook dit stuk speelt te Limmen, hield het
plaatsje van oomlief warm omdat hij zieli eep
tamme eend zou hebben toegeeigend. Ook hier
was het weer de jachtopziener Kieft, die in deze
scène als de ongewenschte bemoeial optrad. Rijks
veldwachters en jachtopzieners zijn geen geziene
FEUILLETON
Nacht en Morgen
14).
De eigenaar van het magazijn verscheen
spoedig. ,,\Vat is er van uw dienst, sir?" vroeg
hij. „Zo omijn bediende eenige noodeloos be
zwaar heeft gemaakt, schrijf dit dan enkel toe
aan zijn te ver gedreven ijver voor mijn be
lang".
..Ik verlang een volledig stel kleeren en
andere benoodigdheden, kan ik mij van een
en ander bij u voorzien?"
,,Ik kan u oogcnblikkelijk alles verschaffen,
wat gij verlangt", zeide de koopman.
,.Zeer wel", hernam Jozef. „Ik zal echter
eerst mijn haar en baard in orde laten bren
gen en kom dan terstond terug". Hij begaf
zich naar den dichtst bijwonende kapper, en
hier onderging zijn gelaat in een half uur
tijds zulk een verandering, dat hij zich ter
nauwernood herkende, toen hij na den afloop
der bewerking in den spiegel zag. Zijn havo
looze baard was geheel onder het scheermes
verdwenen; zijn zware knevels hadden een
sierlijken vorm gekregen, en zijn haar was
zorgvuldig gekapt. Door dit een en ander was
zijn voorkomen veel minder somber geworden.
Daarop spoedde hij zich naar het haven
hoofd om naar de „Electra" te vernemen. Na
dat men hem verzekerd had, dat zij niet voor
den olgenden morgen kon aankomen, keer
de hij naar het kleedermagazijn terug.
Hij besteedde geruimen tijd tot het kiezen
van al de benoodigdheden voor zijn toilet,
waarbij hij bewijzen van zeer goeden smaak
gasten bij liefhebbers van 'n clandestien eenden-
boutje. Neef kieeg dan ook 'n aderlating van
zijn portemonnaie in den vorm van f 20 boete pf
20 dagen.
Drukke nering in dun naehf.
Een vijftal vissohers uit Esmond aan Zee wa
ren in den nacht van 5 op 6 Nov. op stap eir
brachten een visite op het erf van de Fransch-
man, de bekende inrichting. Ze klungelden daar
zoo'n beetje rend, tot rijksveldwachter B. Stroo
ker en de jachtopziener Rozing op liet tooneel
"verschenen en de heeren de poort uit. complimen
teerden.
Het bleek edit ex later dat een van de bezoekers
zich een vette konijn, het speelkameraadje van
het zoontje van den heer Bakker had toegeeigend
on het dier aan een opkooper had verkookt. De
huid was thans nog als stuk van overtuiging op
de zitting aanwezig. Het doorluchtige gezelschap
werd heden veroordeeld als volgt: de konijnen
jatter tot f40 boete of 40 dagen en de overigen
ieder tot f 15 boete of 15 dagen wegens huis
vredebreuk.
Nood zoekt list.
Een tweetal werkeloozen te Alkmaar hadden
een probaat middeltje uitgevonden om aan gratis
brandstoffen te komen. Het perceel van een hun
ner was belend aau de opslagplaats van een brand-
stoffenhandelaar en door middel van een gat in
de muur, dat in de kamer uitkwam, wisten ze 'n
hoeveelheid brandstof naar binnen te pulken. De
bestolene buurman bemerkte echter dat de omzet
niet klopte met de kas. De politie werd gewaar
schuwd en de recherche wist het mysterie tot
klaarheid te brengen.
Van de twee delinquenten was er slechts 1 pre
sent. Deze erkende volledig en motiveerde zijn
daad door armoede als stimulans aan te duiden.
Beslote nwerd de reclasseering op te dragen pen
onderzoek in te stellen naar hun omstandighe
den en de zaak op 3 Januari opnieuw aan do orde
te stellen.
Zij gaven elkander niet ve#l toe.
Een jeugdig Hanuovcraan, in oorlogstijd over
gewaaid ,was werkzaam geweest bij een landbou
wer te Venhuizen, doch met ruzie bij hem van
daan gegaan. De verhouding was dus niet org
vriendschappelijk, vooral omdat de ontslagen
knecht meende, nog i' 5.40 achterstallig loon te
vorderen te hebben. Bij het uitgaan der R. K.
ke»k troffen zij elkander en traden weldra met
elkande rin debat, dat webdra ontaardde in een
scheldpartij. De Hannoveraan stond heden terecht
'wegens bcloediging, doch omdat de klager zich
ook uie+ onbetuigd had gelaten, werd het jonge
niensch veroordeeld tot slechts f5 boete of 5
dagen.
Een van de instellingen waarover ik iv deze
rubriek nog al eens op minder waardeeringsvolle
wijze sprak, waarover in de kringen der kooplie
den de meeningen nog al verdeeld zijn, is wel het
Uitvoer Controle Bureau, in de wandeling kort
weg hst U.C.B. genoemd.
'k Begin te vreezen, dat mijn meening ten op
zichte van deze instelling' eenige correctie be
hoeft. Willen we de zaak als zaak beoordeelen,
dan is het noodig zich te ontdoen van alle .parti
pris", stokpaardjes enz., zou de Haagsche Post.
zeggen. Men moet zich, voor zoover zulks moge
lijk is, er zakelijk, onbevooroordeeld tégenover
plaatsen.
Bij de lxx>oideeling er van komen m.i. vooral
in aanmerking do navolgende punten: wat de
buitenlandsehe afnemers vragen; wat de concur
rentie biedt, 't Is onmogelijk voor elke tak van
export, zich met deze beide vragen niet in te^
laten. Zich er niet mee bemoeien zou bettekenen,
(de concurrentie op dc Loniensche markt van
do Deensehe boter blijft een waarschuwend voor
beeld) 'tveld langzaam maar zeker aan de con
currenten over te laten.
Nu is het van algemeene bekendheid, dat de
eiseheu van 't publiek overal zich tamelijk wij
zigden. De verheffing van den arbeidenden stand
over de ge heele wereld is van verrei kenden in
vloed op 't economische leven van alle landen. De
raeaschea zijn niet mee- tevreden met een levering
van levensmiddelen in onmogelijke verpakking;
de begrippen hygiëne, voedingswaarden, zijn alge
meen eigendom geworden. Men koopt, geen salade
meer in krantenpapier gewikkeld, maar vraagt
een verpakking,'die bij 't artikel past. Neem 't
artikel uien. Als men ziet, hoe deze op de bui
tenlandsehe markten worden aangeboden, door de
concurrenten, en daarbij verpakking en sorteering
onzer uien tot voor een paar jaren en nu nog uit
Zeeland vergelijkt, dan is het voor ieder die onbe
vooroordeeld is, klaar als de dag, dat die toestand
niet mag bestendigi. We nemen verder waar,
dat het publiek gewend raakt, bepaalde artikelen
•nefc werk te koopen. 't Is opmerkelijk, en ieder
kan dat in eigen huishouding waarnemen, hoe
men aan bepaalde dingen went.
Waarom altijd Sunlight zeep, en geen ander
merk
Hoe komt 't toeh, dat bepaalde gemerkte arti
kelen niet weg te concurreeren zijn?
In verschillende landen heeft men van 't vraag
stuk studie gemaakt. Denemarken voerde zijn
botereontróle in, en Nederland werd genoodzaakt
te volgen, en het rijkscontrólemerk is ingevoerd»
Wie boter koopt, van 't. rijksmerk voorzien,
heeft 'n waarborg, dat hij geen melange ontvangt,
dat het zout- en watergehalte het toegestaan
maximum niet overschrijdt. De gevolgen van de
invoering van het botercontrölcmerk zijn van ver-
heugenden aard geweest, de exporteurs zullen zich
wel tweemaal bedenken, tot vermenging van bo
ter en margarine ove rte gaan. Gevangenisstraf
staat op deze hanieliug, die de wet dus strafbaar
stelt.
Zoo zien we Amerikaansch fruit, even mooi
verp.akt als Spaansche mandarijnen, men lette
maar eens op ter veiling te Rotterdam, of 't pu
blics aan de meiken ook waarde hecht.
De toestand is dus zoo, dat het buitenlandseh
publiek hooge eisehen stelt, de concurrentie er
terdege mee rekent. Volgt hier nu niet uit, dat
Nederland wel volgen moet en ook zich zal
hebben in te spannen?
Wie moet dat nu doen
We zien in omringende landen, dat de Overheid
regelend optreedt, de wet voorschrijft, ambtena
ren aanstelt enz. Wie nu alles van Vader Staat
verwacht, moge dit de oplossing noemen, vast
staat, dat dc Staat gewoonlijk duur buis houdt.
Een beroemd Ëngelsch staatsman heeft eens ge
zegd, dat het particulier bedrijf meer doet met
een shilling als t overheidsbedrijf met 2 shilling
Langzaam is de overtuiging gerijpt, dat er ook
hier iets gebeuren moest. Gelukkig is het niet
tot een ingrijpen van den Staat gekomen en heb
ben do belanghebbenden zelf, tuinbouw en han
del, een instituut in 't leven geroepen, dat het
aelfde doel nastreeft als de Overheid met de wet
op den handel in boter voorstaat.
Zoo zie ik nu lieel d? zaak. Wie meent, dat 't
ander* is, overtuige mij.
We zien nu ook net. U.C.B. zich bemoeien met
de koolexporl naar Amerika. De ambtenaar met
de Iteming oelast, vertelde schrijver dezes, reeds
oen enXele partij, wijl niet van 1ste kwaliteit, te
hebben afgekeurd.
De ervaring heeft geleerd, dat alleen de aller
beste kool in Dollar land gevraagd is, 'tbest be
stand Is tegen Je verre zeereis en de meeste kans
biedt Idat voor ons koolproduet een blijvend afzet
gebied wordt verkregen. Dit is een groot algemeen
belang, verzending van tweede kwaliteit is ge
vaarlijk bovendien, want lach niet lozer
er mociitc i ook eens mood- en klauwzoerbaccillen
i zitten. Men kan tegenwoordig niet te voor
zichtig zijn. Men denke aan het Narcis-invoervcr-
bol, om gezochte redenen, die eigenlijk voor onze
bollen exporteura nog beleedigend waren. Denk
maar aan de interpellatie-Lovinek in de Tweede
Kamer en 't antwoord van den Minister.
Hoe scherp men in Amerika op deze dingen
let, en 'de Monroelcer in uiterste consequentie
zoekt (Amerika voor de Amerikanen) blijkt
uit vele kleine dingen. Onze gezant te Washing
ton berichtte "nog dezer dagen, dat de Amerikaan -
sche Minister van handel een verscherpte controle
zou laten uitoefenen op zendingen zuurkool.
'tls daarom van zoo groot, overwegend belang,
dat van 't artikel kool, wat de kwaliteit betreft,
alleen eerste soort verzonden wordt in nieuw fust.
De bemoeiingen van 'tCentraal Bureau en van
den handel inzake de verzending schijnen reeds
tei resultaat te hebben geleid.
Een onzer exporteurs toeh ontving de telegra-
phische mededeeling, dat de eerste kool in uit
stekende conditie te New York was aangekomen,
en machtigde schrijver dezes, dit te publiceeren.
Voorwaar een goed bericht.
gaf. Toen hij, 'na van top tót teen in een
nieuw gewaad te zijn ontstoken, in het kantoor
van den koopman verscheen om zijn rekening
te voldoen, die ongeveer 8 pond sterling be
droeg, scheen niet slechts zijn uiterlijk, maar
zyn gansche wezen een volledige herschepping
te hebben ondergaan. Des morgens was hij
het magazijn als een vagebond binnengetreden,
thans verliet hij het als een volmaakt gentle
man, in kleeding zoowel als in houding en
manieren.
Hoewel hij thans de meest bezochte ge
deelten van Southampton niet meer behoefde
te vermijden, daar hij er"niets minder fashio
nable uitzag, dan de deftigste burgers der
stad, zoo ontweek hij toch zorgvuldig het ge
woel en begaf zich langs zij- en achterstraten
naar buiten. Hij gebruikte daar een eenvoudig
maal, en dronk eenige glazen grog. Nu en
dan nam hij een dagblad in handen, maar hij
begreep geen woord van hetgeen hij las.
Slecht;; ééne gedachte vervulde hem; zijn aan
staande ontmoeting met Henry Walther. Deze
ygedachte hield Item zoo uitsluitend bezig,
dat hij, na het logement te Basingstoke ver
laten te hebben, geen enkele maal aan zijn
zieltogenden broeder of aan Mathilda gedacht
had, welke laatste ddoor zijn wegblijven in de
doodelijkste ongerustheid moest verkeeren.
Nu en dan maakte een pijnlijke vertwijfe
ling zich van hem meester. Wanneer Henry
Walther eens onderweg bezweken was, en de
„Electra' 'slechts zijn stoffelijk overschot over
bracht. Bij deze gedachte kon hij echter on
mogelijk blijven stilstaan. Neen, zijn wraak
zou hem niet ontgaan. Evenals zijn broeder
Sampson, maar 'in een geheel anderen geest
en met zeer verschillende gewaarwordingen
zeide hij tot zich zeiven, dat het misdrijf vroeg
of laat zijn straf erlangt, en het leed geen twij
fel meende hij, dat thans het uur der vergel
ding voor Henry Walther geslagen had.
Tegen het vallen van den avond keerde Jo
zef Wilmot naar Southampton terug. Het was
reeds Jonker toen hij het kleedermagazijn in
de Hoogstraat weder bereikte. De koopman
wilde niet gedoogen dat hij zelf het zware
pak met de oude kleeren zou dragen en riep
zijn bediende om er deze mede te belasten.
Maar Wilmot bedankte hem voor zijn goed
heid, nam het pak zelf ondder den arm en
wandelde de stad weer uit. Nadat hjj op on
geveer een kwartier-uurs van Southampton
Dij eene over de rivier liggende brug geko
men was, knoopte hij een paar zware steenen
in ten ouden katoenen zakdoek, bond dien
aan het pak vast, en liet het toen van het
I midden der brug, waar hij vermoedde dat
de bedding het diepst was, in het water glij
den Hij bleef nog eenige oogenblikken over
de leuning .der brug staren, alsof hij het pak
in den donkere stroom naoogde, en zeide toen
i half overluid tot zich zeiven: Hier ligt James
I Wentworth met zijn oude plunje begraven".
Hij bracht den nacht in dezelfde dorpsher
berg door waar hij 's middags gegeten had en
wandelde den volgenden morgen vroegtijdig
1 naar de stad. Toen hij tegen 9 uur aan het
havenhoofd aankwam, was de „Electra'" reeds
I in het zicht.
HOOFDSTUK VIII.
NA VIJF EN DERTIG JAREN.
Naar het scheen verbreidde Jozef Wilmot
de aankomst der boot met de meeste bedaard
heid, veel kalmer, althans, dan een aantal per-
persone, die zich aan het havenhoofd, vereenigd
Zoo niet, Heer Redacteur ,,N. L. Crt."
In antwoord op mijn stukje in ons blad
van j.l. Dinsdag komt een gevolgtrekking
voor waar ik met kracht tegenop kom.
De strekking en bedoeling was niets meer
of minder dan 'n pleidooi voor goede persma-l
nieren. Minder beschaafde persmanieren zjjn
geen gevolg van vrijzinnig zijn; dat moogt U
niet concludeeren uit mijn stuk; integendeel
ik deed juist een beroep op het echte, hoöge,
vrijzinnige standpunt, en 't is mij bekend, dat
vele hoogstaande vrijzinnigen, beschaafde, ver
draagzame menschen, een spot- en scheldpo-
lemiek in de pers verfoeien.
Terwijl ik deze regelen neerschrijf, staat my
een modern mensch van hooge edele statuur
voor den geest, 'n schrijver met schier onge
ëvenaard talent, geleerde van naam,theoloog
van eersten rang, n.l. Dr. A. Pierson.
Wie ooit meenen zou, dat waarheidszin,
burgerdeugd, verdraagzaamheid enz. uitslui
tend gevonden worden in Zijn partijtje of eng
kringetje, dezulken zou ik aanraden, bestu-,
deer de werken van dezen eminienten Neder-(
lander.
Lees zijn beroemd werk over „Oudere Tijd-
genooten" ,zijn hooge waardeering voor zijn
niet-geestverwant Groen, zijn oordeel over het
Reveil, over mannen als WormserCapedose.
Ge raakt onwillekeurig onder de bekoring van
den edelen geest die in dat werk spreekt.
Eén doorgaande worsteling, om aan die ge-
teekende mannen recht te doen, objectief, zon
der eenige bijbedoeling. En lees in een ander
werk van dien auteur van zijn bezoek aan
het Jesuiten-klooster te Leuns.
Zijn kijk op beeldendienst, heiligen- en
Maria-vereering ondergaat een algeheele wij
ziging, nu hij in deze kring van hoogstaande,
intellectueelen de logica der Roomsche dog
matiek leert bewonderen.
Een verheven voorbeeld van echte schrij
verskunst heeft deze vrijzinnige, die we tot
dc edele vaderlanders tellen, ons gegeven.
Waarom toch die ellendige hatelijkheden?.
Zeg scherp uwe meennig, preciseer die
nauwkeurig, wind er geen doekjes om, al-,
les goed en wel. Maar voor alles, waarheids-!
zin, pogen om met alles wat in U is, tot de
kern der zaak door te dringen.
Laat men vrij van meening verschillen, zoo
dikwijls toch blijkt achteraf, wat tegenstelling
scheen, zijn twee zijden van één zaak. In de.
vermeende tegenstelling blijkt vaak een een-i
heid verborgen te zijn.
Op uw vraag ga ik niet in. Het debat staat
mij niet aan. 't Verloopt en dreigt te ontaart
den.
't Schijnt buitengewoon moeilijk, de vor
men in'acht te nemen; een tegenstander recht!
te doen, eens anders meening te eerbiedigen.
Tot die hoogte moet de courantenschrijver
m.i. practisch komen, 'k Weet het wel, dat
't groote publiek zich veel meer verkneukelt
'in journalistieke wangedrochten, op sensatie
belust» is, en 'n scherp .pikant debat wil.
Vergun me op te merken, dat ik, hoewel
niet vrijzinnig, groote bewondering heb voor
den vrijzinnigen schrijver, boven aangehaald.
Deze u en mij tot voorbeeld stellend, hem!
probeeren na te volgen, schrijvend in zyji
geest, komen polemieken als nu, niet meer
voor. A. T.
IN ANTWOORD.
i <n i
Wij willen in denzelfden zachtmoedigen toon
antwoorden. Het antwoord zal kort zijn. Wij
dachten er niet aan te veronderstellen, dat,
dc geachte inzender bedoelen zou, dat min-»
der goede persmanieren een gevolg zouden zijn-
van een meer of mindere mate van vrijzinnig
heid. Wij maerfideiit er den nadruk op te moe
ten leggen dat de rechtzinnige werd gespaard
en de vrijzinnige werd aangevallen.
Overigens deelen wij van harte deze zijne op
vatting en volgen hem gaarne op den voor-»
geschreven weg. i
Red
hadden en betrekkingen of vrienden met die
„Eltctra" verwachtten.
Ofschoon er zich verscheidene heeren van
den middelbaren leeftijd op het dek bevon
den, herkende Wilmot reeds in de verte zijn
man. Het was iemand van tusschen de vijf
tig en zestig jaren, kloek en rijzig van ge;-'
stalte, met grijsachtig haar en donkerbruine
knevels, die in kleeding en voorkomen zeer
veel overeenkomst had met Jozef Wilmot. Dezq
stond, toen de boot de wal naderde zoo om-
bewegelijk, alsof hij van marmer geweest ware
en sloeg den man, dien hij voor zijn voormali-
gen meester hield met valkenblikken gade.
„Ik bedrieg mij zeker niet," sprak hij bij
.zich zeiven, „hij is zeker grijs en zwaarlijvig;
geworden, maar zijn trekken hebben geern
merkbare verandering ondergaan. Hij is nog
even trotsch en met zich zeiven ingenomen,
als voor vijf en dertig jaren.
Zoodra de kolosale boot aan den steiger
lag, stapte Wilmot op het dek.
„Mijnheer Walther, als ik mij niet bedrieg?"
vroeg hij. zijtn hoed voor den Oosterling af
nemende.
„Ja, Henry Walther", antwoordde de ban
kier eenigszins verwonderd.
,,lk heb een brief van den heer Burham
voor u, en ben hier gekomen om u af te halemi
cn u van dienst te wezen."
„Henry Walther zag hem met toenemende
bevreemding aan. „Zijt gij een der bedienden
van het kantoor uit St. Gundolph lane", vroeg
hij.
„Neen sir, maar ik vervul de plaats van een
hunner, die afgezonden werd om u te ont
vangen, doch onderweg ziek is geworden."
„Waarin kan ik u vatn dienst zijn?"
(Wordt vervolgd)|