TWEEDE BLAD
ZATEIDAC18 DECE1ER
zie begin derde Blad
I
(Vervolg)
Spr. vraagt waar het voor dient om voor
een vergadering waar een cultureele zaak
Wordt besproken, niet langer dan tot 10 uur
vergader! mag worden zooals Zaterdagavond
hët geval is. Met spreker zijn er nog eenige
anderen die eerst om acht uur aanwezig kun
nen zijn. Spr. zegt, dat er meer succes zal
worden verkregen indien men dergelijke per
sonen, zooals genoemd, er op wijst, dat ge
heelonthouding noodzakelijk is.
Er wordt gezopen ,zegt de heer Zeeman,
doch dan zou spr. die personen of) een zwarte
lijst willen plaatsen en alsdan een herbergier
zulke personen toch tapt, dan is het de plicht
van den voorzitter dergelijke kasteleins erop
te wijzen, dat de vergunning ingetrokken zal
worden, indien zulks wederom plaats vindt.
Hierdoor zal meer bereikt worden en worden
de goedgezinde kasteleins niet gedupeerd.
Men gaat niet altijd naar het café om te.
zuipen, doch gebeurt het overal niet, dat er.
l>ersonen zijn, die zich aan de drank te buiten,
gaan. De heer Zeeman moet, volgens spreker,
propaganda maken om te bereiken dat alle
raadsleden geheelonthouders worden. Dan,
eerst zal het een gezonde toestand zijn.
De heer Dijkhuizen acht een verordening,
voor sluiting geheel uit den booze. De mensch
moet lieren om op eigen beenen te staan. Het.
prachtige succes der geheelonthouders is niet
verkregen door verordeningen doch door de.
propaganda. Spreker is een tijd lang in een
gemeente geweest, waar in 't geheel geen slui-,
tingsuur bestond. Wat was het gevolg? De
menschen gingen na opheffing van het slui
tingsuur veel vroeger naar bed. Spreker is niet
tegen het verzoek, vooral niet wanneer de
neringdoenden er schade van ondervinden.
Nog liever zag spr. dat de geheele verordening
werd opgeheven.
De heer Groen sluit zich aan bij de heeren
Zeeman en Kramer en ziet niet in waarom
Zuidscharwoude een uitzondering zou maken,
daar de meeste plaatsen in den omtrek de 10
uur sluiting! ihebben. Ook is het spr. bekend,
dat een groote zaak in Noordscharwoude gaar
ne de sluitingsverondening terug wilde heb
ben, omdat na 10 uur niet zooveel verdiend,
wordt en meer last dan wist 'heeft van degenen
die na 10 uur nog komen of aanwezig zijn.
De heer Bekker zegt, voor de laatste ver
gadering van B. en W. niet gehoord te heb
ben van dat geval met dien man, genoemd
door den heer Zeeman, doch spreker heeft na
dien vernomen dat het geheele weekloon in
drank was omgezet. Op grond van dit feit
verklaart spreker zich thans tegen het ver
zoek.
De heer Du Burck vraagt thans wie die
persoon is geweest, met het oog zijn naam te
plaatsen op de zwarte lijst.
De voorzitter acht het noemen van den
naam niet noodzakelijk en merkt op, dat het
geval met dien man niets te maken heeft met
eene verordening op het sluitingsuur, hetzij,
van 10 of 11 uur. Eveneens wijst spreker op,
het feit, dat destijds door de caféhouders van
verzoek werd ingediend om het uur wederom,
op 11 te stellen.
D« heer Zeeman vraagt of het zoo moeilijk
is om voor een vergadering waar cultureele be
langen worden behandeld ontheffing te ver
kenen. Vervolgens vraagt hij of van het ge
val met dien man procesverbaal is opgemaakt
of iheeft de politie het niet gezien? Moet dit
zoo langer blijven doorgaan? Moet de po-,
litie niet meer toezien op zulke gevallen?
De heer Kroon vindt het al te ver gedreven
als men zegt dat de meeste inwoners om 10
uur naar bed gaan, hetgeen vooral in den
zomer geenszins het geval is. Spr. vraagt of
alle goedgezinde burgers moeten boeten voor
die eene ongelukkigen man en of het soms-
schande is als men na 10 uur in een café
is.
De heer Du Burck vraagt of het mogelijk
is, dat in de politieverordening een bepaling
wordt opgenomen betreffende de zwarte lijst.
De voorzitter zegt, dat er thans een offici-
euse lijst bestaat, waarop 2 namen voorkomen,
echter staat deze lijst buiten de politieveror
dening.
De heer Du Burck wenscht dat op de vol
gende vergadering een voorstel aan de orde
zal zijn om de zwarte lijst op te nemen1 in;
de betreffende verordeningen.
De voorzitter geeft in overweging een dus
danig voorstel schriftelijk in te -dienen, opdat
B. en W. in de gelegenheid zijn om prae-ad
vies uit te brengen.
De heer Kramer zou gaarne nog- eenige me-
dedeelingen wenschen te doen, ein, stelt voor
om in comité over te gaan.
Aldus wordt besloten.
Na heropening der openbare zitting wordt
het adres der caféhouders in stemming ge
bracht.
De heer Du Burck zegt dat na de mededee-
lingen gehoord in de comitévergadering zich
tegen het verzoek te verklaren.
Het voorstel wordt verworpen met 0—1
stem. De heer Kroon stemde tegen»"
Het voorstel van den heer Du Burck om
een bepaling betreffende de zwarte lijst op,
te nemen in de politieverordening wordt aan-,
igenomenl
B. en W. zullen de eerstvolgende vergade-.
ring een betreffende conceptverordening ter
tafel brengen.
Aan de orde komt thans het door de raadsleden
Dm Burck en Dijkhuizen ingediende voorstel, de
verordening op de verplichte winkelsluiting in te
1 rekken. De voorstellers voeren daarvoor de vol
gende gronden aan:
1. Verreweg het grootste deel der ingezetenen
is tegen deze verordening.
2. Ook is verreweg het grootste deel der winke
liers tegen verplichte winkelsluiting. Bovendien
hebben enkele van hen, die er voor zijn, nog een
andere broodwinning, zoodat zij na 9 uur en zelfs
des Zondags arbeid kunnen verrichten en hun ver
diensten aanvullen.
3. Het motief van Zondagsheiliging, als pleiten
de voor de verordening, kan als waardeloos wor
den beschouwd, daar het slechts dooh een zeer
kleine minderheid der ingezetenen gedragen wordt,
die bovendien volkomen vrij blijven, op hun wijze
den Zondag te heiLigen.
4. Het veroorzaakt belangrijke schade aan on
zen w inkeldrijvenden middenstand te meer, daar in-
andere gemeenten, waarmee de onze, volgens uit
spraak van den raad, in tal van opzichten een na-,
tuurlijk geheel vormt, de winkelsluiting niet be
staat, zoodat in feite voor een deel van dat geheel'
een bijzondere verordening werkt.
5. Mist deze verordening haar doel, dat toch
moest zijn: bescherming van de maatschappelijk!
zwakkeren tegen de maatschappelijk sterkeren.
6. De verordening is in strijd met alle eischen
van democratie en medezeggenschap.
De voorz. zegt dat het standpunt/van B. en W. in
deze volkomen bekend mag heeten en w»J hij daar
om direct het woord aan de heeren verleenen.
De heer du Burck zegt dat door den heer Dijk
huizen en hem duidelijk is aangegeven waarom zij
intrekking der verordening vragen. Wij zijn van
overtuiging dat de overheid dan moet ingrijpen,
wanneer de sociale noodzakelijkheid daartoe aan
wezig is. Waar die noodzaak echter niet aanwezig
is, komen zij met het voorstel.
Aan de voorstanders wordt toch zeker geen on
recht gedaan, al; de belanghebbenden vragen 4e
noodzakelijkheid aan te geven. Wanneer men het
oor, zoo in de gemeente te luisteren legt, dan is
de iste stelling niet aanvechtbaar.
Ik zou willen teruggaan en wijzen op de 720
handteekeningen, door meerderjarige personen ge
plaatst op het adres, dat indertijd aan den gemeen
teraad is gericht geworden. En zeker zijn er nu
nog meerderen tegen de verordening. Het grootste
deeL der winkeliers is er tegen. (En'nu 41 van Iicd
het vragen, mag ook het 2e punt onaanvechtbaar
worden genoemd.
Want 3e aangaat, hiermede worden de antirevo
lutionairen bedoeld, die uit principe voor sluiting
zijn. En die kleine minderheid za! toch zeker ook
zeggen, dat het niet aangaat dat door een kleine-
minderheid aan een groote meerderheid de wet)
wordt voorgeschreven. Eerbied heb ik voor hen,
voor de wijze, waarop zij den Zondag heiligen.
Daarvoor alle hulde.
Wat het 4e betreft, dit is uit de feiten gebleken.
Wanneer in Zuidscharwoude een dergelijke veror-»
dening bestaat, zou deze ook moeten gelden voor,
de andere gemeenten. Pogingen die daartoe vyn
aangewend, zijn mislukt. En allen zullen het er ze-,
ker daarom over eens zijn, dat er onrechtvaardig,
tegenover onneAngezetenen wordt opgetreden.
Wat wij in 5e aanroeren: bescherming van dö
maatschappelijk zwakkeren tegenover de maatschap
pelijk sterkeren, dat is hier absoluut niet noodza-,
keliik. Hier hebben wij uitsluitend kleine winke-,
liers en mist deze verordening dus in dit opzicht,
haar doel.
6e. Als in ons maatschappelijk leven een idee
of een gedachte naar voren komt, dan tracht men-
die te verwezenlijken door propaganda en demon-
.straties. En wanneer de maatschappij tot het in
zicht komt dat het gevraagde noodzakelijk is, zal
de wetgever aan het billijke verlangen voldoen.
Maar hier gaan wij tegen het verlangen in. Want
hoe de winkeliers staan tegenover deze verorde-,
ning blijkt duidelijk uit hun handteekening.
Ook als democraat stuit mij deze verordening te-,
gen de borst. Als de gemeenteraad wou handelen
in den geest van de groote meerderheid der ingeze-,
tenen, dan zou aan een billijken ëisch van mede-j
zeggenschap, worden voldaan.
Verder zou ik nog willen zeggen, dat het' mfl!
een groot genoegen heeft gedaan, bij de ondertee-
kenaars een nieuwe te vinden, en wel de heer Euij-,
ting-
Uit het een en ander mag zeker blijken dat er
verandering van richting onder de winkeliers js.
De heer Kramer is van oordeel Hdat men deze
zaak zoo langzamerhand uit het hoofd heeft leeren.
kennen en men er dus gemakkelijk over kan spre
ken. Spreker wenscht dan ook te wijzen op heti
bestaan v;an de Zondagswet. Wel is die oud, en
past ze niet meer in de tegenwoordige omstandig
heden, maar voor ons katholieken staat het vast
dat alle arbeid op Zondag verboden is. Het is voor
ons een uitgemaakte zaak. Nu hebben ook kath<
winkeliers hun handteekening gezet. Een heeft er
zijn naam opgezet waarvan ik weet dat hij is voor
gelogen door dengeen die de lijst presenteerde. OoV
komen er een paar op voor, die wel wilden teeke-j
Tien voor opheffing van de avondsluiting, maar nietj
voor de Zondagsluiting. Hun werd echter geant-,
woord, dat dit wel terecht kwam. Zij toch kunnen
geacht worden principieel voor Zondagsluiting te
zijn. Het is ook een bekend feit, dat er winkeliers,
zijn, die er prat op gaan, Zondags niet gesloten te
zijn. Ik kan niet aanvaarden het argument dat de
verordening schade veroorzaakt aan de winkeliers.
Een katholiek heeft er nog geteekend, omdat, zoo.
als hij van oordeel was, de verordening toch niet
werd gehandhaafd, en dus van hem wel weg mocht.
Ik ben van overtuiging, dat men ün het algemeen
geen schade zal lijden wanneer de verordening ge-,
handhaafd wordt- Onze bevolkihg wil zich( weli
aanpassen. De verordening kan gehandhaafd wor
den en de trek naar de andere gemeenten zal ze
ker gering zijn.
De voorz. wenscht hierop te antwoorden als-
hoofd der politie. De handhaving van de verorde
ning geschiedt zoo goed mogelijk. Men Imoet niet
afgaan op wat soms in den breede wordt verkon
digd over de handhaving der verordening. H,et is
voor den gemeenteveldwachter ondoenlijk alle over
tredingen te achterhalen, vooral wanneer men weet
de geraffineerde ontduiking met medewerking van
velen van het publiek. Door is mij laatst aan Prins
opdracht gegeven geen proces-verbalen op te ma
ken en nu mag dit eenigszins vreemd klinken, maar
het geschiedde met het oog op de omstandigheid
dat Sint Nicolaas op Zondag viel.
De heer Dijkhuizen, zou tegen de opheffing
zijn indien het winkelbedrijf door bedienden!
werd uitgeoefend, doch daar dit niet het geval
is, ziet spreker geen bezwaar de verordening
op te heffen, daar de winkeliers veel schade,
hebben van de kinderen, die hunne smoepcen
ten thans naar Noordscharwoude brengen, het
geen in een jaar nog een groot bedrag beloopt.
Gezien de finantieele toestanld der gemeente
moet al het mogelijke getracht worden om
datgene wat in de gemeente is ook daar blijft.
Ipt Broek op Landendijk is een vrijwillige slui
ting. .Velen sluiten hunne zaken, doch het is.
spreker bekend dat men in de gelegenheid is
om inkoopen te doen op verschillend gebied.
Door verschillende winkeliers, ook R.K., is
aan spreker verzocht te pleiten voor opheffing.
De heer Groen kan zich in hoofdzaak aan
sluiten bij den heer Kramer. Het is spreker,
uit de on ierteekeningen gebleken, dat de
meerderheid tegen sluiting is, doch vraagt
spreker, of zij er in hun hart er wel tegen
zijn. Wisten alle onderteekenaars dat hunne,
handteekening ook voor opheffing der Zon
dagssluiting gold? Dan zou spreker willen op
merken, dat er beter iets geconstateerd zou
worden indien de verordening rustig was in
gewerkt. daar het tijdvak van een "half jaar
te kort is. Ook is het spr. bekend, dat een
barbier, wiens naam op de lijst voorkomt, in
het geheel niet tegen de zondagssluiting is,
doch het zeer lastig vindt de zaak op Zaterdag
avond om 10 uur te moeten sluiten. Dezelfde
persoon heeft aan degene die met de lijst
kwamen, gevraagd of meerdere barbiers hierop
voorkwamen, hetgeen volmondig werd beves
tigd met dé medecleeling dat die namen op de
lijst van het Zuideinde stonden. Spreker heeft
den bedoelden barbier medegedeeld dat zulks
onwaar was en hij de eenige was. Zulk een
wyze van handelen acht spreker niet juist.
Bij die onderteekenaars zullen er velen zijn,
die uit principe op zondag zullen sluiten, doch
spreker had het juister gevonden indien zij
zich solidair hadden verklaard en verzocht
hadden om ontheffing voor die enkelingen!
Wat betreft de zondagsheiliging is er gezegd,
dat dit uit de menschen zelf moet komen,
doch spr. zegt, dat zondagsheiliging door Een
is geboden Die verre boven ons staat, hetgeen
het derde gebod ons gebiedt dat d|e zondag
geheiligd moet worden.
De heer Zeeman zegt thans op een wip te zit
ten ,doch niettegenstaande dit, niets veranderd,
te zijn ten opzichte der sluiting. Dp tijd is ge
komen dat men thans staat voor een verplichte
winkelsluiting in combinatie met de arbeidswet,
hetwelk een korteren arbeidstijd beoogt. Spreker
durft voor zich te zeggen, dat 6 dagen werken
genoeg is en dat de 7e dag bestemd is voor Zon
dagsrust of Zondagsheiliging, zooals men het noe
men wil. Mede met het oog op wat thans door
verschillende organisaties wordt gedaan, weegt
dit alles zoo zwaar voor spr., dat alles in het
werk gesteld moet worden om de sluiting te
handhaven.
Spreker merkt op, dat destijds de Baad zidh ook
niet gestoord heeft aan het adres tegen de water-
Ie Aling, omdat de Baad wist, dat de waterleiding
voor de inwoners noodzakelijk was. Spr. zou, in
dien hij voorstander was voor opheffing met an
dere argumenten zijn gekomen en zo uier uit
gehaald hebnen wat er uit te halen. valt. Spr.
stelt als voorbeeld Wormer, waar thans een ver
zoek der winkeliers is ingediend voor sluiting,
Spr. ziet echter in de actie iets anders, nml. de
komende verKiezingen en is het drijven hem van
den Baadszetel te wippen, doch Spr. dient alleen
het algemeen belang. Het tapverbod is hem uit
het hart gegrepen en voor de winkelsluiting is
hij bezield met de heiligste gevoelens, zulks is
juist het strijden der S.D.A.P. Spr stelt er uit
drukkelijk prijs op, te verklaren, dat er eene
actie op touw is gezet, om hem uit den Baad
te krijgen. De handteekeningen op het adres acht
hij van geen waarde, waarmede niet de personen
bedoeld worden. Ook moet van. de zaak geen
hetze gemaakt worden. Spr. acht duidelijk genoeg
te zijn geweest om te weten wat Zuidlscharwoude
aan zijn persoon heeft.
Die voorzitter zegt, dat het een feit -is dat de
winkeliers schade hebben, doordien te Noorod-
scharwojide en Oudkarspel geen verordening be
staat. Het is evenzeer bekend, dat er prooesverba
len zijn opgemaakt tegen personen die in principe
voor sluiting zijn, doch het is een drang om na-
het vastgestelde uur toch nog te verkoopen, voor
al tegen feestdagen. Z.A. zegt, dat de Kamer van
Koophandel het Gemeentebestuur van Alkmaar
geadviseerd heeft niet over te gaan tot verplicht©
winkelsluiting, welk besluit met overgroote meer
derheid der Baadsleaen is aanvaard.
De (heer du Burck zegt dat de winkels het niet
zoo druk hebben in die 6 dagen en dus de zevende
dag nog gaarne wat willen verkoopen. Omtrent
de genoemde Zondagsrust door den heer Zeeman
acht Spr. het zeker in strijd met die gevoelend,
dat dezen zomer een meeting Van 80.000 S.DlA.
P.ers in den Haag is gehouden op Zondag, waar
door zoovele personen als treinpersoneel, chauf
feurs enz. in het gareel moesten loopen. Ook de
18 Soc. Dem. in den Baad van Botterdam zouden
geroyeerd moeten worden. Tenslotte zegt Spr.
dat het misdaad zou zijn indien men aan het
bbrood der winkeliers zou knabbelen. De Boomscb
Katholieken gaan toch ook op Zondag met auto's
naa randère plaatsen om te voetballen. Spr. houdt
zich aan de onderteekeningen. Indien het echter
eene verordening voor personeel betrof, dan was1
het iets anders, want het is Spr. bekend dat aan
de Coop. Nieuw Leven door den bediende 84 uur
per week wordt gewerkt. Spr. zal ook steeds z/ijn
medewerking verleenen, waar het geldt &en 48-
urige werkweek te verkrijgen voor diegenen die
in loondienst zijn. Bij eventueele verwerping van
het verzoek, zal Spr. aan den Baad voorstellen
art., 3 aan te vullen met een artikel, waarbij ver-
koopers van visch, fruit en sigaren en tevens de.
banketbakkers worden ontheven (der verplichte
sluiting.
De heer Groen zegt steeds te twijfelen, aan de
sohadö door de sluiting en neemt niet aan dat
men va,n Zuidscharwoude naar Noordscharwou
de loopt om daar te koopen. Spr. merkt op, dat
het voor de B.K. volstrekt niet verboden is om
op gepaste wijze den Zondag door te brengen,
naar aanleiding van het gezegde Van den heer
du Burck.
'De heer Kroon zegt dat er al zoovieel over ge
sproken is, dat men er beu van wohdt. Toch kan
hij nie tnalaten op te merken, dat ©en goudsmid
in deze gemeente 10 dagen voor St. Nicolaas is
verbaliseerd, doordat hij na 9 uur verkocht. Spr.
zegt dat het op die manier de spuigaten uitloopt.
De heer Zeeman voegt den heer Kroon toe mee
te helpen om de verordening te veranderen. Het
geen door den heer du Burck is medegedeeld!,
noemt Spr. onjuist. Wat betreft de meeting, gold
dez evoor ontwapening, om nimmer meer oorlog
te krijgen, aJle deelnemers waren met heilige
gevoelens bezield» zelfs gaf de Haagsch© politie
haren vrijen dag met graagte prijs voor deze actie.
Ook wat de coöperatie betreft, was d# heer
du Burck geheel mis, daar hij niet op de hoogte
is, doordien hij thans gelukkig niet meer in de
Coöp. is. Spr. noemt het de kift, en zet de scheve
verhoudingeu recht.
De heer du Burck, beschuldigd Van onjuisthe
den, wenscht als man van eer zich te verdedi
gen. 1 t
De voorzitter zegt, dat ide Baad zioh uitsluitend
bepalen moet tot het voorstel en geene persoon
lijkheden geuit moeten worden. Z.A. verklaart
in het algemeen, dat leden, die het woord voe-
9ren in een beperkte lijn moeten blijven en hoopt
dat de meerderheid van den Baad zal besluiten
het woord te ontnemen aan dengene, die niet in
den juistea vorm kan blijven. Spr. zegt dat de
leden meer appreciatie voor elkaar moeten heb
ben. Zooals het thans gaat, kan Z.A. zich niet
indenken dat dit de Gemeenteraad van Zuidschar
woude is, het eerste lichaam der gemeent©.
De voorzitter sluit de discussies en brengt het
adres in stemming, hetgeen verworpen wordt met
34 stemmen, tegen de heeren Kramer, Zeeman,
Groen en Dekker.
Het vooistel du Burck wobdt hierna aangeno
men in dier voege, dat B. en W. de eerstvolgend©
vergadering een concept-verordening den Baad
zuilen voorleggen betreffende beperkende maat
regelen.
De vooiz. deelt mede dat het Burg. Armbestuur
in berce pis gegaan bij Ged. Staten betreffende
de vastgestelde subsidie der gemeent©. Gevormd
was een bedrag van f 750, door den Baad is even
wel bepaald een bedrag van f500.
Dbor den voorz. der Ged. Staten is medegedeeld!,
dat de Baad niet formeel geweigerd heeft ©n geeft
in overweging op het betreffende besluit terug
te komen, daar geen afdoende termen aanwezig
zijn om de subsidie te verminderen.
B. en W. stellen voor de gevraagde subsidie
te verleenen.
De heer Groen acht geen voldoende termen
aanwezig verhooging toe te staan, gezien de re
keningen van het vorige jaar.
De voorzitter merkt op, dat het Burg. Armbest.
naar voren heeft gebracht, dat de begrooting zeer
juist was geraamd.
De heer Groen zegt dat de oommissie tot het
nazien der begrooting wel degelijk overwogen
heeft, doch geen enkele reden aanwezig achtte,
dat de uitgaven dit jaar grooter zouden zijn.
De voorz. zegt dat bij de bespreking! met den;
voorz. van het Burg. Armbest. geen opmerkingen
gemaakt zijn.
De heer Groen verzekert echter persoonlijk de
vraag te hebben gesteld betreffend ede al of
niet meerdere uitgaven, doch de voorzitter kon
hierop geea afdoend antwoord geven.
De heer du Burck verklaart als het de belan
gen der armen geldt, de leden der commissie
wel voor verhooging zullen zijn. Spr. acht het
beter indien de subsidie met f 250 verhoogd wordt
en dc post onvoorziene uitgaven met dit bedrag
te verminderen.
De voorz. acht het raadzaam de Hoofd. Omslag
met f 500 te verhoogen.
De heer Groen betreurt het, d!at het Burg.
Armbestuur in deze zaak zulk eene houding hieefti
aangenomen.
De heer Kroon vindt de aanvrage zeer beschiei-
dien, daar deze het vorig© jaar fiOOO bedroeg
en in 1925 f 1500.
Het voorstel voor toekenning der verlaagde
subsidie wordt hierna aangenomen met 52 st.,
tegen de heeren Kramer ea Groen.
Het voorstel du Burck om de meerdere uitgave
uit den post onvoorzien te bestrijden, wordt hier
na aangenomen met 61 stem, nml. de heer
Bekker.
Voorstel van B. en W. tot het aangaan eener
geldleening groot f5400 ten behoeve der kosten
der brandkranenbestrating, verbetering ambtswo-
inng en bouw lijkenhuisje, af te lossen in 20 jaar
tegen een rente van ten hoogste 5 pet-
De heer Zeeman maakt bezwaar dat al deze
posten onder één geldleening worden gerangschikt
en wil deze splitsen in twee groepen, n.l. Ie groep
brandkranen en lijkenhuisje. 2e groep bestrating
en ambtswoning. Spreker acht den tijd van 20
jaar te lang voor de bestrating, eveneens! voor
de ambtswoning, daar het houtwerk aan de wo
ning tegen zulk een levensduur niet bestand Is
en wenscht den tijd te bepalen voor de 2e groep
op 10 jaar. Spr. merkt op dat het bedrag voor de
ambtswoning van f 2946.61 zeer hoog is en of
dit bedrag nog niet liooger zal worden. Het
overschrijdt nu al de raming met ruim f 600 en
Spr. vraagt, waardoor dit is ontstaan, of er soms
meer werk is verricht als het ontworpen plan
of dat er zoo slecht geraamd is.
De voorzitter merkt op, dat de bestrating ver
nieuwd1 is en geen onderhoud betreft. Voor de
vorige bestrating was eene leening aangegaan
van 40 jaar. Dflt de kosten van de ambtswoning
ver boven de raming zijn, is hét gelegen in het.
feit dat door den opzichter de verrekenpost is
vergeten, welke bij iedere verbouwing voorkomt.
Het oordeel van deskundigen luidt dat de ver
bouwing zeker een levensduur zal hebben van
20 jaar.
De heer Dijkhuizen acht het beter de bestra
ting voor 10 jaar te bepalen om' 'het nageslaehh
niet voor zulke lasten te laten opkomen.
Het voorstel in stemming gebracht wordt met
genomen met 52 stemmen, de
zen en Zeeman stemden tegen., de bereiding, het
Bondvraag. resultaten van kalk-
Op een vraag van den heer W»ii beschreven,
het voorstel nog niet ter tafeSjjfdkoopen en goe-
woordt de voorz. dat dit in de^^l genoemd bureau
ring zal geschieden.
Hierna sluiting, (na midd