TWEEDE BLAD ZATEIDAC18 DECE1ER zie begin derde Blad I (Vervolg) Spr. vraagt waar het voor dient om voor een vergadering waar een cultureele zaak Wordt besproken, niet langer dan tot 10 uur vergader! mag worden zooals Zaterdagavond hët geval is. Met spreker zijn er nog eenige anderen die eerst om acht uur aanwezig kun nen zijn. Spr. zegt, dat er meer succes zal worden verkregen indien men dergelijke per sonen, zooals genoemd, er op wijst, dat ge heelonthouding noodzakelijk is. Er wordt gezopen ,zegt de heer Zeeman, doch dan zou spr. die personen of) een zwarte lijst willen plaatsen en alsdan een herbergier zulke personen toch tapt, dan is het de plicht van den voorzitter dergelijke kasteleins erop te wijzen, dat de vergunning ingetrokken zal worden, indien zulks wederom plaats vindt. Hierdoor zal meer bereikt worden en worden de goedgezinde kasteleins niet gedupeerd. Men gaat niet altijd naar het café om te. zuipen, doch gebeurt het overal niet, dat er. l>ersonen zijn, die zich aan de drank te buiten, gaan. De heer Zeeman moet, volgens spreker, propaganda maken om te bereiken dat alle raadsleden geheelonthouders worden. Dan, eerst zal het een gezonde toestand zijn. De heer Dijkhuizen acht een verordening, voor sluiting geheel uit den booze. De mensch moet lieren om op eigen beenen te staan. Het. prachtige succes der geheelonthouders is niet verkregen door verordeningen doch door de. propaganda. Spreker is een tijd lang in een gemeente geweest, waar in 't geheel geen slui-, tingsuur bestond. Wat was het gevolg? De menschen gingen na opheffing van het slui tingsuur veel vroeger naar bed. Spreker is niet tegen het verzoek, vooral niet wanneer de neringdoenden er schade van ondervinden. Nog liever zag spr. dat de geheele verordening werd opgeheven. De heer Groen sluit zich aan bij de heeren Zeeman en Kramer en ziet niet in waarom Zuidscharwoude een uitzondering zou maken, daar de meeste plaatsen in den omtrek de 10 uur sluiting! ihebben. Ook is het spr. bekend, dat een groote zaak in Noordscharwoude gaar ne de sluitingsverondening terug wilde heb ben, omdat na 10 uur niet zooveel verdiend, wordt en meer last dan wist 'heeft van degenen die na 10 uur nog komen of aanwezig zijn. De heer Bekker zegt, voor de laatste ver gadering van B. en W. niet gehoord te heb ben van dat geval met dien man, genoemd door den heer Zeeman, doch spreker heeft na dien vernomen dat het geheele weekloon in drank was omgezet. Op grond van dit feit verklaart spreker zich thans tegen het ver zoek. De heer Du Burck vraagt thans wie die persoon is geweest, met het oog zijn naam te plaatsen op de zwarte lijst. De voorzitter acht het noemen van den naam niet noodzakelijk en merkt op, dat het geval met dien man niets te maken heeft met eene verordening op het sluitingsuur, hetzij, van 10 of 11 uur. Eveneens wijst spreker op, het feit, dat destijds door de caféhouders van verzoek werd ingediend om het uur wederom, op 11 te stellen. D« heer Zeeman vraagt of het zoo moeilijk is om voor een vergadering waar cultureele be langen worden behandeld ontheffing te ver kenen. Vervolgens vraagt hij of van het ge val met dien man procesverbaal is opgemaakt of iheeft de politie het niet gezien? Moet dit zoo langer blijven doorgaan? Moet de po-, litie niet meer toezien op zulke gevallen? De heer Kroon vindt het al te ver gedreven als men zegt dat de meeste inwoners om 10 uur naar bed gaan, hetgeen vooral in den zomer geenszins het geval is. Spr. vraagt of alle goedgezinde burgers moeten boeten voor die eene ongelukkigen man en of het soms- schande is als men na 10 uur in een café is. De heer Du Burck vraagt of het mogelijk is, dat in de politieverordening een bepaling wordt opgenomen betreffende de zwarte lijst. De voorzitter zegt, dat er thans een offici- euse lijst bestaat, waarop 2 namen voorkomen, echter staat deze lijst buiten de politieveror dening. De heer Du Burck wenscht dat op de vol gende vergadering een voorstel aan de orde zal zijn om de zwarte lijst op te nemen1 in; de betreffende verordeningen. De voorzitter geeft in overweging een dus danig voorstel schriftelijk in te -dienen, opdat B. en W. in de gelegenheid zijn om prae-ad vies uit te brengen. De heer Kramer zou gaarne nog- eenige me- dedeelingen wenschen te doen, ein, stelt voor om in comité over te gaan. Aldus wordt besloten. Na heropening der openbare zitting wordt het adres der caféhouders in stemming ge bracht. De heer Du Burck zegt dat na de mededee- lingen gehoord in de comitévergadering zich tegen het verzoek te verklaren. Het voorstel wordt verworpen met 0—1 stem. De heer Kroon stemde tegen»" Het voorstel van den heer Du Burck om een bepaling betreffende de zwarte lijst op, te nemen in de politieverordening wordt aan-, igenomenl B. en W. zullen de eerstvolgende vergade-. ring een betreffende conceptverordening ter tafel brengen. Aan de orde komt thans het door de raadsleden Dm Burck en Dijkhuizen ingediende voorstel, de verordening op de verplichte winkelsluiting in te 1 rekken. De voorstellers voeren daarvoor de vol gende gronden aan: 1. Verreweg het grootste deel der ingezetenen is tegen deze verordening. 2. Ook is verreweg het grootste deel der winke liers tegen verplichte winkelsluiting. Bovendien hebben enkele van hen, die er voor zijn, nog een andere broodwinning, zoodat zij na 9 uur en zelfs des Zondags arbeid kunnen verrichten en hun ver diensten aanvullen. 3. Het motief van Zondagsheiliging, als pleiten de voor de verordening, kan als waardeloos wor den beschouwd, daar het slechts dooh een zeer kleine minderheid der ingezetenen gedragen wordt, die bovendien volkomen vrij blijven, op hun wijze den Zondag te heiLigen. 4. Het veroorzaakt belangrijke schade aan on zen w inkeldrijvenden middenstand te meer, daar in- andere gemeenten, waarmee de onze, volgens uit spraak van den raad, in tal van opzichten een na-, tuurlijk geheel vormt, de winkelsluiting niet be staat, zoodat in feite voor een deel van dat geheel' een bijzondere verordening werkt. 5. Mist deze verordening haar doel, dat toch moest zijn: bescherming van de maatschappelijk! zwakkeren tegen de maatschappelijk sterkeren. 6. De verordening is in strijd met alle eischen van democratie en medezeggenschap. De voorz. zegt dat het standpunt/van B. en W. in deze volkomen bekend mag heeten en w»J hij daar om direct het woord aan de heeren verleenen. De heer du Burck zegt dat door den heer Dijk huizen en hem duidelijk is aangegeven waarom zij intrekking der verordening vragen. Wij zijn van overtuiging dat de overheid dan moet ingrijpen, wanneer de sociale noodzakelijkheid daartoe aan wezig is. Waar die noodzaak echter niet aanwezig is, komen zij met het voorstel. Aan de voorstanders wordt toch zeker geen on recht gedaan, al; de belanghebbenden vragen 4e noodzakelijkheid aan te geven. Wanneer men het oor, zoo in de gemeente te luisteren legt, dan is de iste stelling niet aanvechtbaar. Ik zou willen teruggaan en wijzen op de 720 handteekeningen, door meerderjarige personen ge plaatst op het adres, dat indertijd aan den gemeen teraad is gericht geworden. En zeker zijn er nu nog meerderen tegen de verordening. Het grootste deeL der winkeliers is er tegen. (En'nu 41 van Iicd het vragen, mag ook het 2e punt onaanvechtbaar worden genoemd. Want 3e aangaat, hiermede worden de antirevo lutionairen bedoeld, die uit principe voor sluiting zijn. En die kleine minderheid za! toch zeker ook zeggen, dat het niet aangaat dat door een kleine- minderheid aan een groote meerderheid de wet) wordt voorgeschreven. Eerbied heb ik voor hen, voor de wijze, waarop zij den Zondag heiligen. Daarvoor alle hulde. Wat het 4e betreft, dit is uit de feiten gebleken. Wanneer in Zuidscharwoude een dergelijke veror-» dening bestaat, zou deze ook moeten gelden voor, de andere gemeenten. Pogingen die daartoe vyn aangewend, zijn mislukt. En allen zullen het er ze-, ker daarom over eens zijn, dat er onrechtvaardig, tegenover onneAngezetenen wordt opgetreden. Wat wij in 5e aanroeren: bescherming van dö maatschappelijk zwakkeren tegenover de maatschap pelijk sterkeren, dat is hier absoluut niet noodza-, keliik. Hier hebben wij uitsluitend kleine winke-, liers en mist deze verordening dus in dit opzicht, haar doel. 6e. Als in ons maatschappelijk leven een idee of een gedachte naar voren komt, dan tracht men- die te verwezenlijken door propaganda en demon- .straties. En wanneer de maatschappij tot het in zicht komt dat het gevraagde noodzakelijk is, zal de wetgever aan het billijke verlangen voldoen. Maar hier gaan wij tegen het verlangen in. Want hoe de winkeliers staan tegenover deze verorde-, ning blijkt duidelijk uit hun handteekening. Ook als democraat stuit mij deze verordening te-, gen de borst. Als de gemeenteraad wou handelen in den geest van de groote meerderheid der ingeze-, tenen, dan zou aan een billijken ëisch van mede-j zeggenschap, worden voldaan. Verder zou ik nog willen zeggen, dat het' mfl! een groot genoegen heeft gedaan, bij de ondertee- kenaars een nieuwe te vinden, en wel de heer Euij-, ting- Uit het een en ander mag zeker blijken dat er verandering van richting onder de winkeliers js. De heer Kramer is van oordeel Hdat men deze zaak zoo langzamerhand uit het hoofd heeft leeren. kennen en men er dus gemakkelijk over kan spre ken. Spreker wenscht dan ook te wijzen op heti bestaan v;an de Zondagswet. Wel is die oud, en past ze niet meer in de tegenwoordige omstandig heden, maar voor ons katholieken staat het vast dat alle arbeid op Zondag verboden is. Het is voor ons een uitgemaakte zaak. Nu hebben ook kath< winkeliers hun handteekening gezet. Een heeft er zijn naam opgezet waarvan ik weet dat hij is voor gelogen door dengeen die de lijst presenteerde. OoV komen er een paar op voor, die wel wilden teeke-j Tien voor opheffing van de avondsluiting, maar nietj voor de Zondagsluiting. Hun werd echter geant-, woord, dat dit wel terecht kwam. Zij toch kunnen geacht worden principieel voor Zondagsluiting te zijn. Het is ook een bekend feit, dat er winkeliers, zijn, die er prat op gaan, Zondags niet gesloten te zijn. Ik kan niet aanvaarden het argument dat de verordening schade veroorzaakt aan de winkeliers. Een katholiek heeft er nog geteekend, omdat, zoo. als hij van oordeel was, de verordening toch niet werd gehandhaafd, en dus van hem wel weg mocht. Ik ben van overtuiging, dat men ün het algemeen geen schade zal lijden wanneer de verordening ge-, handhaafd wordt- Onze bevolkihg wil zich( weli aanpassen. De verordening kan gehandhaafd wor den en de trek naar de andere gemeenten zal ze ker gering zijn. De voorz. wenscht hierop te antwoorden als- hoofd der politie. De handhaving van de verorde ning geschiedt zoo goed mogelijk. Men Imoet niet afgaan op wat soms in den breede wordt verkon digd over de handhaving der verordening. H,et is voor den gemeenteveldwachter ondoenlijk alle over tredingen te achterhalen, vooral wanneer men weet de geraffineerde ontduiking met medewerking van velen van het publiek. Door is mij laatst aan Prins opdracht gegeven geen proces-verbalen op te ma ken en nu mag dit eenigszins vreemd klinken, maar het geschiedde met het oog op de omstandigheid dat Sint Nicolaas op Zondag viel. De heer Dijkhuizen, zou tegen de opheffing zijn indien het winkelbedrijf door bedienden! werd uitgeoefend, doch daar dit niet het geval is, ziet spreker geen bezwaar de verordening op te heffen, daar de winkeliers veel schade, hebben van de kinderen, die hunne smoepcen ten thans naar Noordscharwoude brengen, het geen in een jaar nog een groot bedrag beloopt. Gezien de finantieele toestanld der gemeente moet al het mogelijke getracht worden om datgene wat in de gemeente is ook daar blijft. Ipt Broek op Landendijk is een vrijwillige slui ting. .Velen sluiten hunne zaken, doch het is. spreker bekend dat men in de gelegenheid is om inkoopen te doen op verschillend gebied. Door verschillende winkeliers, ook R.K., is aan spreker verzocht te pleiten voor opheffing. De heer Groen kan zich in hoofdzaak aan sluiten bij den heer Kramer. Het is spreker, uit de on ierteekeningen gebleken, dat de meerderheid tegen sluiting is, doch vraagt spreker, of zij er in hun hart er wel tegen zijn. Wisten alle onderteekenaars dat hunne, handteekening ook voor opheffing der Zon dagssluiting gold? Dan zou spreker willen op merken, dat er beter iets geconstateerd zou worden indien de verordening rustig was in gewerkt. daar het tijdvak van een "half jaar te kort is. Ook is het spr. bekend, dat een barbier, wiens naam op de lijst voorkomt, in het geheel niet tegen de zondagssluiting is, doch het zeer lastig vindt de zaak op Zaterdag avond om 10 uur te moeten sluiten. Dezelfde persoon heeft aan degene die met de lijst kwamen, gevraagd of meerdere barbiers hierop voorkwamen, hetgeen volmondig werd beves tigd met dé medecleeling dat die namen op de lijst van het Zuideinde stonden. Spreker heeft den bedoelden barbier medegedeeld dat zulks onwaar was en hij de eenige was. Zulk een wyze van handelen acht spreker niet juist. Bij die onderteekenaars zullen er velen zijn, die uit principe op zondag zullen sluiten, doch spreker had het juister gevonden indien zij zich solidair hadden verklaard en verzocht hadden om ontheffing voor die enkelingen! Wat betreft de zondagsheiliging is er gezegd, dat dit uit de menschen zelf moet komen, doch spr. zegt, dat zondagsheiliging door Een is geboden Die verre boven ons staat, hetgeen het derde gebod ons gebiedt dat d|e zondag geheiligd moet worden. De heer Zeeman zegt thans op een wip te zit ten ,doch niettegenstaande dit, niets veranderd, te zijn ten opzichte der sluiting. Dp tijd is ge komen dat men thans staat voor een verplichte winkelsluiting in combinatie met de arbeidswet, hetwelk een korteren arbeidstijd beoogt. Spreker durft voor zich te zeggen, dat 6 dagen werken genoeg is en dat de 7e dag bestemd is voor Zon dagsrust of Zondagsheiliging, zooals men het noe men wil. Mede met het oog op wat thans door verschillende organisaties wordt gedaan, weegt dit alles zoo zwaar voor spr., dat alles in het werk gesteld moet worden om de sluiting te handhaven. Spreker merkt op, dat destijds de Baad zidh ook niet gestoord heeft aan het adres tegen de water- Ie Aling, omdat de Baad wist, dat de waterleiding voor de inwoners noodzakelijk was. Spr. zou, in dien hij voorstander was voor opheffing met an dere argumenten zijn gekomen en zo uier uit gehaald hebnen wat er uit te halen. valt. Spr. stelt als voorbeeld Wormer, waar thans een ver zoek der winkeliers is ingediend voor sluiting, Spr. ziet echter in de actie iets anders, nml. de komende verKiezingen en is het drijven hem van den Baadszetel te wippen, doch Spr. dient alleen het algemeen belang. Het tapverbod is hem uit het hart gegrepen en voor de winkelsluiting is hij bezield met de heiligste gevoelens, zulks is juist het strijden der S.D.A.P. Spr stelt er uit drukkelijk prijs op, te verklaren, dat er eene actie op touw is gezet, om hem uit den Baad te krijgen. De handteekeningen op het adres acht hij van geen waarde, waarmede niet de personen bedoeld worden. Ook moet van. de zaak geen hetze gemaakt worden. Spr. acht duidelijk genoeg te zijn geweest om te weten wat Zuidlscharwoude aan zijn persoon heeft. Die voorzitter zegt, dat het een feit -is dat de winkeliers schade hebben, doordien te Noorod- scharwojide en Oudkarspel geen verordening be staat. Het is evenzeer bekend, dat er prooesverba len zijn opgemaakt tegen personen die in principe voor sluiting zijn, doch het is een drang om na- het vastgestelde uur toch nog te verkoopen, voor al tegen feestdagen. Z.A. zegt, dat de Kamer van Koophandel het Gemeentebestuur van Alkmaar geadviseerd heeft niet over te gaan tot verplicht© winkelsluiting, welk besluit met overgroote meer derheid der Baadsleaen is aanvaard. De (heer du Burck zegt dat de winkels het niet zoo druk hebben in die 6 dagen en dus de zevende dag nog gaarne wat willen verkoopen. Omtrent de genoemde Zondagsrust door den heer Zeeman acht Spr. het zeker in strijd met die gevoelend, dat dezen zomer een meeting Van 80.000 S.DlA. P.ers in den Haag is gehouden op Zondag, waar door zoovele personen als treinpersoneel, chauf feurs enz. in het gareel moesten loopen. Ook de 18 Soc. Dem. in den Baad van Botterdam zouden geroyeerd moeten worden. Tenslotte zegt Spr. dat het misdaad zou zijn indien men aan het bbrood der winkeliers zou knabbelen. De Boomscb Katholieken gaan toch ook op Zondag met auto's naa randère plaatsen om te voetballen. Spr. houdt zich aan de onderteekeningen. Indien het echter eene verordening voor personeel betrof, dan was1 het iets anders, want het is Spr. bekend dat aan de Coop. Nieuw Leven door den bediende 84 uur per week wordt gewerkt. Spr. zal ook steeds z/ijn medewerking verleenen, waar het geldt &en 48- urige werkweek te verkrijgen voor diegenen die in loondienst zijn. Bij eventueele verwerping van het verzoek, zal Spr. aan den Baad voorstellen art., 3 aan te vullen met een artikel, waarbij ver- koopers van visch, fruit en sigaren en tevens de. banketbakkers worden ontheven (der verplichte sluiting. De heer Groen zegt steeds te twijfelen, aan de sohadö door de sluiting en neemt niet aan dat men va,n Zuidscharwoude naar Noordscharwou de loopt om daar te koopen. Spr. merkt op, dat het voor de B.K. volstrekt niet verboden is om op gepaste wijze den Zondag door te brengen, naar aanleiding van het gezegde Van den heer du Burck. 'De heer Kroon zegt dat er al zoovieel over ge sproken is, dat men er beu van wohdt. Toch kan hij nie tnalaten op te merken, dat ©en goudsmid in deze gemeente 10 dagen voor St. Nicolaas is verbaliseerd, doordat hij na 9 uur verkocht. Spr. zegt dat het op die manier de spuigaten uitloopt. De heer Zeeman voegt den heer Kroon toe mee te helpen om de verordening te veranderen. Het geen door den heer du Burck is medegedeeld!, noemt Spr. onjuist. Wat betreft de meeting, gold dez evoor ontwapening, om nimmer meer oorlog te krijgen, aJle deelnemers waren met heilige gevoelens bezield» zelfs gaf de Haagsch© politie haren vrijen dag met graagte prijs voor deze actie. Ook wat de coöperatie betreft, was d# heer du Burck geheel mis, daar hij niet op de hoogte is, doordien hij thans gelukkig niet meer in de Coöp. is. Spr. noemt het de kift, en zet de scheve verhoudingeu recht. De heer du Burck, beschuldigd Van onjuisthe den, wenscht als man van eer zich te verdedi gen. 1 t De voorzitter zegt, dat ide Baad zioh uitsluitend bepalen moet tot het voorstel en geene persoon lijkheden geuit moeten worden. Z.A. verklaart in het algemeen, dat leden, die het woord voe- 9ren in een beperkte lijn moeten blijven en hoopt dat de meerderheid van den Baad zal besluiten het woord te ontnemen aan dengene, die niet in den juistea vorm kan blijven. Spr. zegt dat de leden meer appreciatie voor elkaar moeten heb ben. Zooals het thans gaat, kan Z.A. zich niet indenken dat dit de Gemeenteraad van Zuidschar woude is, het eerste lichaam der gemeent©. De voorzitter sluit de discussies en brengt het adres in stemming, hetgeen verworpen wordt met 34 stemmen, tegen de heeren Kramer, Zeeman, Groen en Dekker. Het vooistel du Burck wobdt hierna aangeno men in dier voege, dat B. en W. de eerstvolgend© vergadering een concept-verordening den Baad zuilen voorleggen betreffende beperkende maat regelen. De vooiz. deelt mede dat het Burg. Armbestuur in berce pis gegaan bij Ged. Staten betreffende de vastgestelde subsidie der gemeent©. Gevormd was een bedrag van f 750, door den Baad is even wel bepaald een bedrag van f500. Dbor den voorz. der Ged. Staten is medegedeeld!, dat de Baad niet formeel geweigerd heeft ©n geeft in overweging op het betreffende besluit terug te komen, daar geen afdoende termen aanwezig zijn om de subsidie te verminderen. B. en W. stellen voor de gevraagde subsidie te verleenen. De heer Groen acht geen voldoende termen aanwezig verhooging toe te staan, gezien de re keningen van het vorige jaar. De voorzitter merkt op, dat het Burg. Armbest. naar voren heeft gebracht, dat de begrooting zeer juist was geraamd. De heer Groen zegt dat de oommissie tot het nazien der begrooting wel degelijk overwogen heeft, doch geen enkele reden aanwezig achtte, dat de uitgaven dit jaar grooter zouden zijn. De voorz. zegt dat bij de bespreking! met den; voorz. van het Burg. Armbest. geen opmerkingen gemaakt zijn. De heer Groen verzekert echter persoonlijk de vraag te hebben gesteld betreffend ede al of niet meerdere uitgaven, doch de voorzitter kon hierop geea afdoend antwoord geven. De heer du Burck verklaart als het de belan gen der armen geldt, de leden der commissie wel voor verhooging zullen zijn. Spr. acht het beter indien de subsidie met f 250 verhoogd wordt en dc post onvoorziene uitgaven met dit bedrag te verminderen. De voorz. acht het raadzaam de Hoofd. Omslag met f 500 te verhoogen. De heer Groen betreurt het, d!at het Burg. Armbestuur in deze zaak zulk eene houding hieefti aangenomen. De heer Kroon vindt de aanvrage zeer beschiei- dien, daar deze het vorig© jaar fiOOO bedroeg en in 1925 f 1500. Het voorstel voor toekenning der verlaagde subsidie wordt hierna aangenomen met 52 st., tegen de heeren Kramer ea Groen. Het voorstel du Burck om de meerdere uitgave uit den post onvoorzien te bestrijden, wordt hier na aangenomen met 61 stem, nml. de heer Bekker. Voorstel van B. en W. tot het aangaan eener geldleening groot f5400 ten behoeve der kosten der brandkranenbestrating, verbetering ambtswo- inng en bouw lijkenhuisje, af te lossen in 20 jaar tegen een rente van ten hoogste 5 pet- De heer Zeeman maakt bezwaar dat al deze posten onder één geldleening worden gerangschikt en wil deze splitsen in twee groepen, n.l. Ie groep brandkranen en lijkenhuisje. 2e groep bestrating en ambtswoning. Spreker acht den tijd van 20 jaar te lang voor de bestrating, eveneens! voor de ambtswoning, daar het houtwerk aan de wo ning tegen zulk een levensduur niet bestand Is en wenscht den tijd te bepalen voor de 2e groep op 10 jaar. Spr. merkt op dat het bedrag voor de ambtswoning van f 2946.61 zeer hoog is en of dit bedrag nog niet liooger zal worden. Het overschrijdt nu al de raming met ruim f 600 en Spr. vraagt, waardoor dit is ontstaan, of er soms meer werk is verricht als het ontworpen plan of dat er zoo slecht geraamd is. De voorzitter merkt op, dat de bestrating ver nieuwd1 is en geen onderhoud betreft. Voor de vorige bestrating was eene leening aangegaan van 40 jaar. Dflt de kosten van de ambtswoning ver boven de raming zijn, is hét gelegen in het. feit dat door den opzichter de verrekenpost is vergeten, welke bij iedere verbouwing voorkomt. Het oordeel van deskundigen luidt dat de ver bouwing zeker een levensduur zal hebben van 20 jaar. De heer Dijkhuizen acht het beter de bestra ting voor 10 jaar te bepalen om' 'het nageslaehh niet voor zulke lasten te laten opkomen. Het voorstel in stemming gebracht wordt met genomen met 52 stemmen, de zen en Zeeman stemden tegen., de bereiding, het Bondvraag. resultaten van kalk- Op een vraag van den heer W»ii beschreven, het voorstel nog niet ter tafeSjjfdkoopen en goe- woordt de voorz. dat dit in de^^l genoemd bureau ring zal geschieden. Hierna sluiting, (na midd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1926 | | pagina 3