Provinciale Commissie
Veilingen in Noord-Holland
uit de
De Provinciale commissie vergaderde Donderdag
middag half twee in het ..Landbouwhuis" te Alk
maar. Alle aangesloten veilingen zijn vertegen
woordigd. Vrijwet op tijd- opent voorz.. de heec
P. Slot A.Pz.,, burgemeester van Br. op Langendijk
de vergadering, en spreekt de volgende rede uit:!
Mijne Heeren.
De eerste gedachte die bij de opening dezer
vergacjpring bij mij naar boven komt, is deze,
dat wij verbazend snel leven.
Wel heeft, de secretaris in den aanhef van
zijn jaarverslag gezegd, dat wij in een tien-jarig
bestaan geen aanleiding vinden om feest te
vieren, e:r ik wil wel dadelijk zeggen, dat ik
volkomen accoord ga met hem hierin, maar
toen ik het las van die tien jaren, moest ik
er toch een oogenblik bij blijven staan, dat wij
nu al als Provinciale Veilingsbond ons tien
jarig bestaan achter den rug hebben.
Wij vragen ons zelve af, waar is die tijd ge
bleven? Wat is er geweldig veel gebeurd, in
zonderheid in de eerste jaren, en wat schijnt
het nu wij er achter zij|n, betrekkelijk een
spanne tijds.
Het ligt niet in mijn voornemen, om een
min of meer uitvoerig overzicht te geven, van
al hetgeen door onze organisatie is meege
maakt. is beleefd, zou ik haast willen zeggen,
ook niet wat zij alzoo tot stand heeft kunnen
en mogen brengen, want ik vrees, dat mijn
bestek dan te breed zou worden en ik van
Üw geduld misschien te veel zou vergen.
Toch kan ik het niet van mij verkrijgen
om zonder een enkel woord, dit feit te passöe-
Of het komt, omdat ik vanaf de oprichting Uw:
voorzitter ben geweest, weet ik niet, maar met
eenige voorliefde wil ik altijd even toevten in
gedachte bij de oprichting van onzen Bond en
bij de dingen die zich daarom heen afspeel
den
Ja, ja, ik zie ze ook naast mij en tegenover
mij in de vergadering, die met mij gaarne die,
buitengewone tijden, met al die buitengewone
maatregelen, nog eens willen gedenken, in
zonderheid ook om het feit ,dat wij toen el
kander in deze organisatie vonden, en in een
dracht zooveel tot stand mochten brengen.
Werden wij vóórdien als kinderen geregeerd,
zonder eenige „medezeggingschap", veilig mag
gezegd worden, dat bij de oprichting en ont
wikkeling dezer organisatie, hierin veel ver
andering kwam.
Of er desondanks niet veel nog overbleef,
dat wij anders hadden gewenscht, en dat ook
anders had gekund en beter, of er altijd naar
onzen raad en naar onze adviezen werd ge
handeld? wie meegeleefd heeft, weet wel be
ter. En toch als wij achterom zien, kunnen
wij niet anders dan onze verheugenis uitspre
ken, voor al hetgeen door onze organisatie
is bereikt. En als er nog sprake kan zijn>
van een gunstige nawerking uit den crisistijd,
dam komt onze Velingsorgamisatie daar, naar
mijne meening, mede het eerst voor in aan
merking.
Een hechte en mooie organisatie, van on
deraf opgebouwd, waardoor wij thans veel
meer bereiken dan wij vroeger ooit gedroomd
zouden hebben, dat is het instituut waarin
wij ons op het oogenblik over kunnen verblij
den, welke wij nooit op deze hoogte hadden
gekregen, indien niet benarde omstandigheden
er ons toe hadden gedrongen.
Ik beschouw haar dan ook als een goede;
nalatenschap uit de crisisjaren. Laten wij haar
dankbaar gebruiken.
Temeer wek ik hiertoe op, omdat het mij
om meer dan een reden noodig lijkt ook.
Daar is in de eerste plaats onze verhouding,
tot het buitenland; de geregelde afzet van
onze producten, bij de gestadige uitbreiding
onzer cultuur, vordert, dat wij niet alleen op
de hoogte zijn en blijven van wat in het bui
tenland alzoo tegen ons wordt beraamd en
klaar gemaakt, maar ook hebben wij, wanneer
ons aan de eepe kant den invoer wordt be-,
«emmerd. uit te zien, of elders ook .afziet-;
terrein kan worden gewonnen. Het is U be
kend. hoe onze nabije oostelijke buren, mid
delen beramen en ook uitgevoerd hebben, om
den invoer onzer producten te belasten. Hoe
hun dit maar al te goed is gelukt, zijn we in de
praktijk wel gewaar geworden.
Terecht wees minister Ruys bij zijn bezoek
aan een onzer veilingen er op, dat wjj had-j
den uit te zien naar verruiming van ons af
zetgebied. En hoe zouden wjj, als wij op ons
zelf waren aangewezen, zonder onze organi-,
satie .daarvoor iets kunnen bijbrengen. Of wij
daar genoeg aan doen?
Wij hebben gemeend ook op deze vergade
ring dit onderwerp straks ter sprake te moe
ten brengen en het is de voorzitter onzer Lan
delijke Organisatie welke ons daarover enkele
mededeelingen wil doen .en ook waarschijnlijk
enkele opmerkingen zal makenDan zullen
wij misschien wel te weten komen, hoe vlug
deze wagen rijdt en of deze zaak niet nog
meer van onze krachtsontwikkeling zal ver
gen.
Maar ook binnen onze grenzen zijn, er heel
wat zaken, die onze dagelijksche aandacht moe
ten hebben. Ik weet niet of het een boos ver
moeden van mij is. maar het schijnt mij toe,
dat wij in de gunst bij onze Overheid ook
niet in de klimmende lijn gaan. Werd Land-'
en Tuinbouw voor een aantal jaren begiftigd
met een Directeur-Generaal, het kwam zelfs
zoo ver, dat wij eindelijlc een speciale Minister
van Landbouw kregen, met na nog enkele ja
ren een nieuw, mooi Departementsgebouw, aan
den -J^ezuidenhoutsche weg, zoodat de men-
schen, die de bodem cultiveerden, in de be
langstelling van den kant der Regeering niet
meer te klagen hadden. Echter, de liefde was
van korten duur. E^erst werd ons afzonderlijk
Departement opgegeven en ondergebracht bij
Binnenlandsche Zaken. Hoewel vernederend,
ons gebouw werd bezet door een ander,
I misschien belangrijker ministerie hadden
j wij hier toch, zij het meesmuilend, met hoop
I op betere tijden, in berust.
Schertsend zei minister Ruys op een keer
tegen 'mij, toen hij zijn handteekening plaatste
in een adresboek: „Héb ik er dat niet mooi
afgeschoten? Binnenlandsche Zaken heb ik
zoo klein geschreven, dat je het nauwelijks
kunt zien en Landbouw groot, en met hoofd-'
letters". Zoo worden de kinderen natuurlijk'
blij gemaakt.
Hierbij zou het evenwel niet blijven. Onze
zeer gewaardeerde en hooggeachte Directeur-
Generaal, de heer P. van Hoek, zag zich
aangetast door een slepende, ondermijnende
ziekte, genoodzaakt zijn ambt neer te leggen:
en odfk ihier werd geoordeeld, dat het niet
noodig was de betrekking van Directeur-Ge
neraal te bestendigen. Een Commissie van
Advies, aan te wijzen door de verschillende:
groote organisaties zou dan de oplossing we
zen. Daar waren belanghebbenden minsten?
even rijk mee.
Na een iaar heen en weer gehaspel, is het
resultaat van alles, dat wij niets krijgen; geen,
Directeur-Generaal en geen Commissie van
Advies, zoodat wij op het oogenblik hebben
een onderdeel aan het Ministerie van Binnfem-
landsche Zaken, zonder zelfs een algemeien
hoofd, van wien de leiding kan uitgaan en
aan wien speciaal de zorg voor Land- en Tuin
bouw is toevertrouwd.
Verder wil ik niet in bijzonderheden treden;
alleen wil ik nog opmerken, dat het mij oen,
heel ver doorgedreven zuinigheid lijkt, wan
neer niet eens het kleine sommietje geld gevo
teerd kan worden, om den Rijkstuinbouwcon-
sulent voor Westelijk Noord-Holland, een be
hoorlijk onderdak te geven. Mij kwam dezer
dagen ter oore ,dat een zeer geschikte gelegen
heid daarvoor iu het Landbouwhuis, nu eer-
daags door hem kan worden betrokken, anders
had ik haast gezegd, zullen wij elk maar een
paar guldens op tafel leggen, dan is die Rijks
ambtenaar, die het dubbel en dwars verdient,
tenminste behoorlijk gestationneerd.
Alles tezamen genomen, meen ik dat er voor
mijn vermoeden, hetwelk ik pas uitsprak, wel
eenige aanleiding is en dat wij niet meer in
de gunst deelen dan voorheen?
Een gunstige uitzondering moge hierbij zijn,
de post welke Minister Kan op zijn begrooting
heeft geplaatst, om uit te zenden een Consu
lent voor de Voorlichtingsdienst in Amerika:
Dat het gewenscht zal zijn om ook aan
deze onderwerpen onze aandacht te schenken,
en het eigen initiatief zoo krachtig mogelijk
te openbaren, is na het bovenstaande dunkt
mij wel duidelijk-
Ten opzichte van de resultaten van den
Tuinbouw in onze Provincie, valt er over de
uitkomsten dit jaar niet te roemen.
De vroege groenten, inzonderheid die onder
glas geteeld, hebben de meest bevredigende
resultaten opgeleverd. Echter is het kwantum
vroege groenten, hetwelk in onze provincie
wordt geproduceerd, klein, waarom het op
het totaalcijfer een zeer geringen invloed heeft.
Misschien is het een vingerwijzing voor onze
Noord-Hollandsohe Tuinders, om zich me$r
op de glascultuur toe te leggen. Overigens
is er over de gehedLe linie een beduidende
achteruitgang waar te nemen, hetgeen zich
duidelijk afspiegelt in de omzetcijfers aan onze
Veiingen. De Kennemerlandsche Veilingen
hebber, met huh aardbeien al heel slechte
zaken gemaakt; de opbrengst en de p rij zien
waren van dit artikel beide, slecht, zoodat
om er twee van de grootste veilingen, bij wijze
van steekproef uit te nemen, de eerste met zijn
omzet van f 950.000.— in 1925, dit jaar terug
liep tot beneden de f 400.000.terwijl die
andere van rond f 500.000.— in 1925 terug
liep tot f 200.000.— Dit zijn zeer ongunstige
cijers, die wij wel is waar op geen andenei
veiling zoo schril vinden.
Toch zijn de opbrengsten in noordelijk
Noord-Holland, in de Streek en aan de Lan
gendijk met zijn omstreken, een tamelijk stuk
lager dan het vorige jaar. Onze grootste vei
ling had einde October 1925 een omzet van
ongeveer f 4.250.000.—, terwijl zij nu op op
hetzelfde tijdstip beneden de f 3.000.000.-j
bleef. Hoofdoorzaak is daar geweest de lagere)
prijzen der vroege aardappelen en tevens door
slecht gewas van de late'bloemkool. Ook de
meer westelijke veilingen zijn allen veel la
ger in hun omzet. De veiling te Broek opi
langendijk was einde September een nalf
millioen ten achter bij het vorige jaar. Bij
deze veiling en de haar omgevende heeft,
naast de vroege aardappelen, ook de sluitkool
mede een rol gespeeld. Dit laatste artikel heeft
van a*f het begin zoo belachelijk lagen prijs,
opgebracht, dat men mij meer dan eens ge
vraagd heeft, of wjj nu toch eigenlijk wel
zouden doorgaan met het artikel in de vrije;
handel te laten, en of het nu toch geen tijdv
werd om tenminste prijzen te stellen, die al
thans de kosten van oogsten en aflevering
dekten. Men meende dan dat op een prijs vaan
een halve cent per K.G. veilig nog een andere»
halve cent op kont, zonder eenige schade te
doen aan het kwantum van afzet.
Als Tk hier nog ahn toevoeg, dat de .veiling-
te Purmerend "(een veiling van ongeveer één,
millioen omzet bij normale omstandigheden)
van het product tuinboonen alleen een minj-iere
omzet bad van. f 100.000.— da* het vorige
jaar, dan is na deze opsomming wel duidelijk
dat de algemeen© toestand verre van roos
kleurig is. Het totale omzetcijfer van onze
Noord-Hollandsche veilingen, zal de 18 mil
lioen wel niet halen, terwijl de omzet het vorige,
jaar ruim 22 millioen bedroeg.
Mogen deze cijfers ons nu bijzonder veront
rusten? Zie daar een vraag, die ik gelijktijdig
met baar te stellen, ontkennend wil beamt-
o worden.
Niet alsof het ons niet aan' het hart gaat
dat zoovele van onze kleine tuinders met
hard werken, dit jaar niet rond kunnen ko
men; dit is voorzeker treurig en te bejam
meren. Maar ik zou willen vragen, heeft ons,
vak ooit eenige stabiliteit getoond? Was het
niet altijd zoo, zoolang als wij óns vak kennen
2 jaar goed, 1 jaar matig, 1 jaar slecht, met
daarna een jaar dat alles herstelde? Waar
wij echter wel toe willen opwekken, is tot ver
hoogde energie; aanpakken is de boodschap,
ten eerste in ons bedrijfsleven in ai/gerem zin,
maar verder ook in onze actie, in onze orga
nisatie.
In ons bedrijf door steeds op hooger peil
te brengen onze cultuur, door meerdere ken
nis en ontwikkeling bij te brengen, inzonder-j
heid bij onze jonge menschen, hetzij door cur
sussen of vakscholen. Nog veel te weinig
wordt het groote belang hiervan ingezien, in
zonderheid ook waar wijziging der cultuur soms
geboden kan zijn.
Maar verder ook aanpakken door allerlei
actie; wij moeten ons toeleggen, om onder,
Gods zegen te trachten het beste product t©
kweeken dat de concurrentie kan weerstaan,
maar ook moet er getracht worden met alle
eerlijke middelen, dat produkt zooveel als het
kan tot waarde te brengen.
Wij willen hopen dat, voor zoover deze
krachtig worden aangepakt, elk in eigen kring
en eigen bedrijf op de eerste plaats, maar ver
der ook, waar leiding en voorlichting ncnoidig
is, door hen die daarvoor zijn aangewezen,
opdat wij tenslotte allen saam mogen mede
werken aai de bloei en ontwikkeling van, on
zen Tuinbouw.
Ik roep op 'deze vergadering het welkom
toe aan alle aanwezige gasten, afgevaardigden'
en Bestuur.
Inzonderheid onze gasten de heeren Val-
star en N-iemüller, als voorzitter en secretaris
van het Centraal Bureau; de heer Bonthuis,
Rijkstuinbouwconsulent in buitengewonendienst
voorzitter van het U.C.B. en ook de consulent
in onze provincie, den heer Rietsema, heet ik
welkom in onze vergadering en ik vlei mij, dat,
hunne aanwezigheid mag beschouwd worden
als blijk van belangstelling in onzen arbeid,
Ik wil de hoop uitspreken, dat ook het werk
van deze vergadering eenigszins moge bijdra
gen aan de groei en bloei van onzen Tuinbouw.
Hiermede verklaar ik deze vergadering voor
geopend. 1
Luid applaus.
Uit het Jaarverslag van den Secretaris, den hr.
Balk, dat als altijd een keurig overzicht gaf, ne
men wij het volgende over:
Inplaats van opgewekt mij te kwijten tot
het geven van een Jaarverslag over de handé-
lingen onzer Organisatie, ontbreekt {iet mij
aan goede stemming, gaat dit niet opgewekt,
omdat bij het overzien van onzen Tuinbouw
in al zijn vertakkingen van Groenten en Fruit,
bijna eiken teelt teleurstelling heeft gegeven,
vele producten zelfs waardeloos waren en de
meesten met meer of minder verlies hebben
gewerkt, gezwoegd.
Wel zijn wij gewoon geraakt aan de groote
schommelnigen der bedrijfsuitkomsten in ver
schillende onderdeelen, het steeds op en neer
gaan, van het beloonen onzer arbeid, doch
'heden is het met de meeste culturen al bij
zonder slecht.
Trouwens, die de cijfers in dit verslag be
studeert, zal daaruit niet opmaken de slechte
uitkomsten van het bedrijf op heden eri wel
hierom niet, omdat ons boekjaar loopt van
1 Juli tot en met 30 Juni en de geldelijke toe
stand onzer Organisatie gebaseerd is op de
Veilingsomzetten van 1925. Deze waren in 1925
totaal f 22.460.714.37 en die voor 1924 to
taal f 22.522.495.82V2. Het verschil van rond
f 60.000 - in het voordeel van 1924, op den
géheelen Noordhollandschen Tuinbouw is na
tuurlijk niet merkbaar. Deze jaren waren voor
den Tuinbouw goed te noemen, laten wij zeg
gen normaal. Heden kan echter wel worden
nagegaan, dat de omzetten voor 1926 wel
eenige millioenen minder zullen zijia. t
Laten wij hopen, dat het eindresultaat, door
betere prijzen onzer producten, voor velen nog.
zal meevallen.
Ontegenzeggelijk wordt gezocht naar de oor
zaken van de veel te lage prijzen voor ve|el
produkten en het kan niet worden ontkend,
dat de Duitsche invoerrechten hierop van
grooten invloed zijn geweest.
Verder, werden wij meer dan ooit te vo
ren. sterk beconcurreerd met andere uitvoe
rende rijken, met name "België, Frankrijk en
Italië, ten gevolge van de lage valuta aldaar.
Ook hebben de stakingen in Engeland, onte
genzeggelijk invloed op de vraag naar ons
product gehad.
Wij willen hopen, dat meer normale toe
standen zullen intreden bij onze afnemers en
concurrenten, want dan zal het meer gaan
orn den voorrang van het product, wat be
treft de goede hoedanigheid en de aflevering
tt> plaatse van gebruik.
Tien taak daarom van blijvende en aanhou
dende, zelfs toenemenide zorg, steeds meer en
meer, om het product te vervolmaken in de
cultuur, naar voren brengende al de goedé
eigenschappen de soorten eigen en gelijktijdig,
goecl verzorgd, deugdelijk verpakt en gesor:
teerd, gegarandeerde kwaliteit op '.Ie meest
voorname eischen die aan een produkt zijn
te stellen. Dan zullen wij wel hebben te kam
pen met concurrenten, maar niet van de
markt kunnen worden gedrongen.
Afzetgebieden behouden en nieuwe zoeken,
zal een taak zijn van aanhoudende zorg ©n
paraatheid? Hiermede is alleen wat te oerei-
kcr. door eendrachtige samenwerking door al
len die in den bodemcultuur een bestaan
trachten te vinden, ook met die groep van
personen, di ehet produkt overal heen trach
ten te distribueeren.
Een der middelen tot het behouden en ver
ruimen van den afzet, is het kenteeken vain
deugdelijkheid, het controlemerk van het
Uitvoer Controle Bureau, kortweg het U.C B).
Voor onze provincie, aangevangen met de
vroege aardappelen, later mogelijk gemaakt
ook voor andere producten, is dit van groot
belang
De ervaring heeft geleerd, dat het noodig,
zal zijn. voor ©Ut produkt dat zich leent voor
het aanhechten van het kenteekten .van 'deug
delijkheid, het te gebruiken., daardoor geven
de aan de afnemers meerdere zekerheid van
een goed produkt.
Gelijktijdig met deze maatregel dient ge
paard te gaan, de bekendmaking daarvan,
vooral ook met een reclame voor het pro;
duet zelve bij de gebruikers. Mejer en meer
wordt dit door de Tuinders gevoeld en be
grepen en 'het offerem van' gelden voor de mo
gelijkheid van uitvoering en uitbreiding de
zer reclame kan nu vrijwel algemeen wor
den genoemd.
Hoewel niet geldelijk tastbaar zijn er tnu
toch voldoende bewijzen van voorbeelden aan
wezig, dat onze reclamedienst, niet alleen meer
aandacht op ons product heeft gevestigd, doch
voor vele producten de vraag heeft verhoogd.
Deze reclamedienst, nu Landelijk geregeld,
is evenwel ook voor onze Provincie van zoo'm
groot belang, dat de vermelding van het ©en
en ander hier toch voldoende gemotiveerd is.
Het vorige jaar zijn eenige duizenden recep
tenboekjes verspreid voor het bereiden van
tomaten. Dit jaar zijn deze boekjes belangrijk
vergroot en bevatten nu, 'recepten voor het
bereiden van de meeste groenten- en fruitsoor-
ten en zijn op zeer ruimen schaal verspreid.
Ook in dit dienstjaar 'heeft onze organisatie
door het verstrekken van inlichtingen over het
een of ander, nuttig werk verricht, waardoor
meerdere bekendheid met onzen Tuinbouw,
of den afzet van het product, kan worden
'bevorderd.
Met voldoening mag ik hier vermelden, da*
de Inventarisatie van Stapelproducten steeds
meer en meer gewaardeerd en nu vrijwel een
juist beeld geeft, van de op dat tijdstip nog
aanwezigte voorraden. Het is vooral de han
del die meer en meer zich op die hoogte
gaat stellen van die voorraden en een regel
matige verdeeling van den afzet door de tuin
ders, zou zeer zeker den handel ten goede
komen en met gevolg meer stabiliteit in den
prijs. j
Op 15 December 1925 waren nog aanwezig:
4010 wagons roode kool, 2555 wagons gele
kool, 2366 wagons Deensche witte, 329 wa
gons uien en 115 wagons peen (wortelen),
'otaal 9375 wagons stapelproducten.
Op 15 Februari 1926 was die voorraad nog:
1909 wagons roode kool, 1295 wagons gele
kcol, '1044 wagons Deensche witte, 147 wa
gons uien en 62 wagons peen (wortelen), to
taal 4457 wagons staelproducten.
In het bestuur kwam geen verandering; de
aftredende leden, W. Gutker, D. Koolhaas en
Th. Roosje werden herkozen.
Hoewel de omzetten van alle veilingen van
net dienstjaar 1925 in onze vakbladen zijn ver
meld, lijkt het mij, niet overbodig deze ook
te vermelden in ons verslag, temeer omddat
die omzetten verband houden met onze jaar
rekening.
Staat van geveilde bedragen van de aan
gesloten veilingen in Noord-Holland.
Aalsmeer „Centrale veiling" f 68.869.66
Aalsmeer ..Bloemenlust 27.116.11
Alkmaar 289.641.60
Anna Paulowna 12.420.98
Avemhom - 512.178 40
Beverwijk „Kennemerland" -1.473.511.55
Beverwijk „Vrije veiling" 742.772.62
Beverwijk „De Eendracht" 526.302.57
Beverwijk. „Tuindersbelang" 276.084.14
Bobeldijk „De Westerkogge" - 89.176 08
Br. op Langendijk „L.G.C." -3.702.429.65
Bussum - 139 548-73
Castricum „Rns Belang" 268 918 60
Castricum „Exportveiling" - 80.066.10
Edam en Omstreken 18.896.72
Enkhuizen 40.940.52
Grootebroek „De Tuinbouw" - 4.730 448 14
Haarlem 305.441.'68
Heiloo „Sint Willibrordus" - 256.589.17
Hem „De Zuiderkogge" - 458 230.—;
Hilversum en Omstreken - 347.152.55
Hoogkarspel - 170.800.64
Medemblik „De Eendracht" - 331.860.27
Medemblik „Sint Jozef" - 685.746.43
N. Scharwoude „Noord.m.bond" -3.243.562.43
Obdam „De Tuinbouw" - 395.881.05
Opperdoes „Ons Belang" - 207.300.—
Purmerend en Omstreken - 992 060.21
Warmerihuizen „Centr. Veling" - 917 899.47
Wester Blokker - 183 367.94
Winkel „Fruitveiling" 41 000.—
Wognum „De Volharding" - 179.712.64
Wij denes „Tuindersbelang" 58.130.61
Zaandam en Omstreken - 116.619.50
Zwaag „Bangert en Omstr. - 569.937.34
Totaal f22.460.714.37
Dc totale omzet van het dienstjaar 1924,
bedroeg f 22.522.495.85V2, een verschil dus
van rond f 60.000. hetwelk, zooals reeds in
den aanhef van dit verslag is vermeld, voor
geheel Noordholland van geen betéekenis is.
Wij vreezen evenwel, ja weten dit niu reeds
met zekerheid, dat het totale bedrag van 1926
eenige millioenen minder zal zijn. Gezien, de
steeds toenemende uitbreiding' van 'den Tuinj-
bouw, moet dit feitelijk klimmen.
Ten aanzien van den verkoop van. ten velde
gekeurde poters, kunnen wij vermelden, dai
in overleg met de Keurings-Commissie, nu ook
een lid van ons Bestuur daarin zitting heeft
verkregen en wel naar aanleiding van de be
spreking op onze vorige jaarvergadering. Wij
mogen verwachten, dat binnen iniet al te lan
gen tijd, men het eens zal zijn geworden, dat
ook dat product alleen en uitsluitend door tus-
schenkomst van onze veilingen, publiek zal
worden aangeboden en verkocht, gecontro
leerd door de daarvoor aangestelde personen.
Hoewel in het vorige verslag door mij reeds
werid vermeld, dat weldra nog 10 pet. zou
worden uitgekeerd van het faillissement, waar
in wij met een belangrijk bedrag betrokken
zijn, in de loop van idit dienstjaar heeft die
uitkeering ook plaats gehad. Wanneer en hoe
veel nog kan of zal worden uitgekeerd, is nog
niet geen mogelijkheid te zeggen. 'Alleen wil
ik doen opmerken, dat, nu reeds in totaal
65 pet. is uitbetaald, -dit ons allen moet mee-,
vallen.
Ons kantoor is in hetzelfde gebouw geble
ven, n.l. „Landbouwhuis", Kerkplein te Alk
maar, kamer No. 10, In de kantoor dagen kwam