Provinciale Commissie Veilingen in Noord-Holland uit de De Provinciale commissie vergaderde Donderdag middag half twee in het ..Landbouwhuis" te Alk maar. Alle aangesloten veilingen zijn vertegen woordigd. Vrijwet op tijd- opent voorz.. de heec P. Slot A.Pz.,, burgemeester van Br. op Langendijk de vergadering, en spreekt de volgende rede uit:! Mijne Heeren. De eerste gedachte die bij de opening dezer vergacjpring bij mij naar boven komt, is deze, dat wij verbazend snel leven. Wel heeft, de secretaris in den aanhef van zijn jaarverslag gezegd, dat wij in een tien-jarig bestaan geen aanleiding vinden om feest te vieren, e:r ik wil wel dadelijk zeggen, dat ik volkomen accoord ga met hem hierin, maar toen ik het las van die tien jaren, moest ik er toch een oogenblik bij blijven staan, dat wij nu al als Provinciale Veilingsbond ons tien jarig bestaan achter den rug hebben. Wij vragen ons zelve af, waar is die tijd ge bleven? Wat is er geweldig veel gebeurd, in zonderheid in de eerste jaren, en wat schijnt het nu wij er achter zij|n, betrekkelijk een spanne tijds. Het ligt niet in mijn voornemen, om een min of meer uitvoerig overzicht te geven, van al hetgeen door onze organisatie is meege maakt. is beleefd, zou ik haast willen zeggen, ook niet wat zij alzoo tot stand heeft kunnen en mogen brengen, want ik vrees, dat mijn bestek dan te breed zou worden en ik van Üw geduld misschien te veel zou vergen. Toch kan ik het niet van mij verkrijgen om zonder een enkel woord, dit feit te passöe- Of het komt, omdat ik vanaf de oprichting Uw: voorzitter ben geweest, weet ik niet, maar met eenige voorliefde wil ik altijd even toevten in gedachte bij de oprichting van onzen Bond en bij de dingen die zich daarom heen afspeel den Ja, ja, ik zie ze ook naast mij en tegenover mij in de vergadering, die met mij gaarne die, buitengewone tijden, met al die buitengewone maatregelen, nog eens willen gedenken, in zonderheid ook om het feit ,dat wij toen el kander in deze organisatie vonden, en in een dracht zooveel tot stand mochten brengen. Werden wij vóórdien als kinderen geregeerd, zonder eenige „medezeggingschap", veilig mag gezegd worden, dat bij de oprichting en ont wikkeling dezer organisatie, hierin veel ver andering kwam. Of er desondanks niet veel nog overbleef, dat wij anders hadden gewenscht, en dat ook anders had gekund en beter, of er altijd naar onzen raad en naar onze adviezen werd ge handeld? wie meegeleefd heeft, weet wel be ter. En toch als wij achterom zien, kunnen wij niet anders dan onze verheugenis uitspre ken, voor al hetgeen door onze organisatie is bereikt. En als er nog sprake kan zijn> van een gunstige nawerking uit den crisistijd, dam komt onze Velingsorgamisatie daar, naar mijne meening, mede het eerst voor in aan merking. Een hechte en mooie organisatie, van on deraf opgebouwd, waardoor wij thans veel meer bereiken dan wij vroeger ooit gedroomd zouden hebben, dat is het instituut waarin wij ons op het oogenblik over kunnen verblij den, welke wij nooit op deze hoogte hadden gekregen, indien niet benarde omstandigheden er ons toe hadden gedrongen. Ik beschouw haar dan ook als een goede; nalatenschap uit de crisisjaren. Laten wij haar dankbaar gebruiken. Temeer wek ik hiertoe op, omdat het mij om meer dan een reden noodig lijkt ook. Daar is in de eerste plaats onze verhouding, tot het buitenland; de geregelde afzet van onze producten, bij de gestadige uitbreiding onzer cultuur, vordert, dat wij niet alleen op de hoogte zijn en blijven van wat in het bui tenland alzoo tegen ons wordt beraamd en klaar gemaakt, maar ook hebben wij, wanneer ons aan de eepe kant den invoer wordt be-, «emmerd. uit te zien, of elders ook .afziet-; terrein kan worden gewonnen. Het is U be kend. hoe onze nabije oostelijke buren, mid delen beramen en ook uitgevoerd hebben, om den invoer onzer producten te belasten. Hoe hun dit maar al te goed is gelukt, zijn we in de praktijk wel gewaar geworden. Terecht wees minister Ruys bij zijn bezoek aan een onzer veilingen er op, dat wjj had-j den uit te zien naar verruiming van ons af zetgebied. En hoe zouden wjj, als wij op ons zelf waren aangewezen, zonder onze organi-, satie .daarvoor iets kunnen bijbrengen. Of wij daar genoeg aan doen? Wij hebben gemeend ook op deze vergade ring dit onderwerp straks ter sprake te moe ten brengen en het is de voorzitter onzer Lan delijke Organisatie welke ons daarover enkele mededeelingen wil doen .en ook waarschijnlijk enkele opmerkingen zal makenDan zullen wij misschien wel te weten komen, hoe vlug deze wagen rijdt en of deze zaak niet nog meer van onze krachtsontwikkeling zal ver gen. Maar ook binnen onze grenzen zijn, er heel wat zaken, die onze dagelijksche aandacht moe ten hebben. Ik weet niet of het een boos ver moeden van mij is. maar het schijnt mij toe, dat wij in de gunst bij onze Overheid ook niet in de klimmende lijn gaan. Werd Land-' en Tuinbouw voor een aantal jaren begiftigd met een Directeur-Generaal, het kwam zelfs zoo ver, dat wij eindelijlc een speciale Minister van Landbouw kregen, met na nog enkele ja ren een nieuw, mooi Departementsgebouw, aan den -J^ezuidenhoutsche weg, zoodat de men- schen, die de bodem cultiveerden, in de be langstelling van den kant der Regeering niet meer te klagen hadden. Echter, de liefde was van korten duur. E^erst werd ons afzonderlijk Departement opgegeven en ondergebracht bij Binnenlandsche Zaken. Hoewel vernederend, ons gebouw werd bezet door een ander, I misschien belangrijker ministerie hadden j wij hier toch, zij het meesmuilend, met hoop I op betere tijden, in berust. Schertsend zei minister Ruys op een keer tegen 'mij, toen hij zijn handteekening plaatste in een adresboek: „Héb ik er dat niet mooi afgeschoten? Binnenlandsche Zaken heb ik zoo klein geschreven, dat je het nauwelijks kunt zien en Landbouw groot, en met hoofd-' letters". Zoo worden de kinderen natuurlijk' blij gemaakt. Hierbij zou het evenwel niet blijven. Onze zeer gewaardeerde en hooggeachte Directeur- Generaal, de heer P. van Hoek, zag zich aangetast door een slepende, ondermijnende ziekte, genoodzaakt zijn ambt neer te leggen: en odfk ihier werd geoordeeld, dat het niet noodig was de betrekking van Directeur-Ge neraal te bestendigen. Een Commissie van Advies, aan te wijzen door de verschillende: groote organisaties zou dan de oplossing we zen. Daar waren belanghebbenden minsten? even rijk mee. Na een iaar heen en weer gehaspel, is het resultaat van alles, dat wij niets krijgen; geen, Directeur-Generaal en geen Commissie van Advies, zoodat wij op het oogenblik hebben een onderdeel aan het Ministerie van Binnfem- landsche Zaken, zonder zelfs een algemeien hoofd, van wien de leiding kan uitgaan en aan wien speciaal de zorg voor Land- en Tuin bouw is toevertrouwd. Verder wil ik niet in bijzonderheden treden; alleen wil ik nog opmerken, dat het mij oen, heel ver doorgedreven zuinigheid lijkt, wan neer niet eens het kleine sommietje geld gevo teerd kan worden, om den Rijkstuinbouwcon- sulent voor Westelijk Noord-Holland, een be hoorlijk onderdak te geven. Mij kwam dezer dagen ter oore ,dat een zeer geschikte gelegen heid daarvoor iu het Landbouwhuis, nu eer- daags door hem kan worden betrokken, anders had ik haast gezegd, zullen wij elk maar een paar guldens op tafel leggen, dan is die Rijks ambtenaar, die het dubbel en dwars verdient, tenminste behoorlijk gestationneerd. Alles tezamen genomen, meen ik dat er voor mijn vermoeden, hetwelk ik pas uitsprak, wel eenige aanleiding is en dat wij niet meer in de gunst deelen dan voorheen? Een gunstige uitzondering moge hierbij zijn, de post welke Minister Kan op zijn begrooting heeft geplaatst, om uit te zenden een Consu lent voor de Voorlichtingsdienst in Amerika: Dat het gewenscht zal zijn om ook aan deze onderwerpen onze aandacht te schenken, en het eigen initiatief zoo krachtig mogelijk te openbaren, is na het bovenstaande dunkt mij wel duidelijk- Ten opzichte van de resultaten van den Tuinbouw in onze Provincie, valt er over de uitkomsten dit jaar niet te roemen. De vroege groenten, inzonderheid die onder glas geteeld, hebben de meest bevredigende resultaten opgeleverd. Echter is het kwantum vroege groenten, hetwelk in onze provincie wordt geproduceerd, klein, waarom het op het totaalcijfer een zeer geringen invloed heeft. Misschien is het een vingerwijzing voor onze Noord-Hollandsohe Tuinders, om zich me$r op de glascultuur toe te leggen. Overigens is er over de gehedLe linie een beduidende achteruitgang waar te nemen, hetgeen zich duidelijk afspiegelt in de omzetcijfers aan onze Veiingen. De Kennemerlandsche Veilingen hebber, met huh aardbeien al heel slechte zaken gemaakt; de opbrengst en de p rij zien waren van dit artikel beide, slecht, zoodat om er twee van de grootste veilingen, bij wijze van steekproef uit te nemen, de eerste met zijn omzet van f 950.000.— in 1925, dit jaar terug liep tot beneden de f 400.000.terwijl die andere van rond f 500.000.— in 1925 terug liep tot f 200.000.— Dit zijn zeer ongunstige cijers, die wij wel is waar op geen andenei veiling zoo schril vinden. Toch zijn de opbrengsten in noordelijk Noord-Holland, in de Streek en aan de Lan gendijk met zijn omstreken, een tamelijk stuk lager dan het vorige jaar. Onze grootste vei ling had einde October 1925 een omzet van ongeveer f 4.250.000.—, terwijl zij nu op op hetzelfde tijdstip beneden de f 3.000.000.-j bleef. Hoofdoorzaak is daar geweest de lagere) prijzen der vroege aardappelen en tevens door slecht gewas van de late'bloemkool. Ook de meer westelijke veilingen zijn allen veel la ger in hun omzet. De veiling te Broek opi langendijk was einde September een nalf millioen ten achter bij het vorige jaar. Bij deze veiling en de haar omgevende heeft, naast de vroege aardappelen, ook de sluitkool mede een rol gespeeld. Dit laatste artikel heeft van a*f het begin zoo belachelijk lagen prijs, opgebracht, dat men mij meer dan eens ge vraagd heeft, of wjj nu toch eigenlijk wel zouden doorgaan met het artikel in de vrije; handel te laten, en of het nu toch geen tijdv werd om tenminste prijzen te stellen, die al thans de kosten van oogsten en aflevering dekten. Men meende dan dat op een prijs vaan een halve cent per K.G. veilig nog een andere» halve cent op kont, zonder eenige schade te doen aan het kwantum van afzet. Als Tk hier nog ahn toevoeg, dat de .veiling- te Purmerend "(een veiling van ongeveer één, millioen omzet bij normale omstandigheden) van het product tuinboonen alleen een minj-iere omzet bad van. f 100.000.— da* het vorige jaar, dan is na deze opsomming wel duidelijk dat de algemeen© toestand verre van roos kleurig is. Het totale omzetcijfer van onze Noord-Hollandsche veilingen, zal de 18 mil lioen wel niet halen, terwijl de omzet het vorige, jaar ruim 22 millioen bedroeg. Mogen deze cijfers ons nu bijzonder veront rusten? Zie daar een vraag, die ik gelijktijdig met baar te stellen, ontkennend wil beamt- o worden. Niet alsof het ons niet aan' het hart gaat dat zoovele van onze kleine tuinders met hard werken, dit jaar niet rond kunnen ko men; dit is voorzeker treurig en te bejam meren. Maar ik zou willen vragen, heeft ons, vak ooit eenige stabiliteit getoond? Was het niet altijd zoo, zoolang als wij óns vak kennen 2 jaar goed, 1 jaar matig, 1 jaar slecht, met daarna een jaar dat alles herstelde? Waar wij echter wel toe willen opwekken, is tot ver hoogde energie; aanpakken is de boodschap, ten eerste in ons bedrijfsleven in ai/gerem zin, maar verder ook in onze actie, in onze orga nisatie. In ons bedrijf door steeds op hooger peil te brengen onze cultuur, door meerdere ken nis en ontwikkeling bij te brengen, inzonder-j heid bij onze jonge menschen, hetzij door cur sussen of vakscholen. Nog veel te weinig wordt het groote belang hiervan ingezien, in zonderheid ook waar wijziging der cultuur soms geboden kan zijn. Maar verder ook aanpakken door allerlei actie; wij moeten ons toeleggen, om onder, Gods zegen te trachten het beste product t© kweeken dat de concurrentie kan weerstaan, maar ook moet er getracht worden met alle eerlijke middelen, dat produkt zooveel als het kan tot waarde te brengen. Wij willen hopen dat, voor zoover deze krachtig worden aangepakt, elk in eigen kring en eigen bedrijf op de eerste plaats, maar ver der ook, waar leiding en voorlichting ncnoidig is, door hen die daarvoor zijn aangewezen, opdat wij tenslotte allen saam mogen mede werken aai de bloei en ontwikkeling van, on zen Tuinbouw. Ik roep op 'deze vergadering het welkom toe aan alle aanwezige gasten, afgevaardigden' en Bestuur. Inzonderheid onze gasten de heeren Val- star en N-iemüller, als voorzitter en secretaris van het Centraal Bureau; de heer Bonthuis, Rijkstuinbouwconsulent in buitengewonendienst voorzitter van het U.C.B. en ook de consulent in onze provincie, den heer Rietsema, heet ik welkom in onze vergadering en ik vlei mij, dat, hunne aanwezigheid mag beschouwd worden als blijk van belangstelling in onzen arbeid, Ik wil de hoop uitspreken, dat ook het werk van deze vergadering eenigszins moge bijdra gen aan de groei en bloei van onzen Tuinbouw. Hiermede verklaar ik deze vergadering voor geopend. 1 Luid applaus. Uit het Jaarverslag van den Secretaris, den hr. Balk, dat als altijd een keurig overzicht gaf, ne men wij het volgende over: Inplaats van opgewekt mij te kwijten tot het geven van een Jaarverslag over de handé- lingen onzer Organisatie, ontbreekt {iet mij aan goede stemming, gaat dit niet opgewekt, omdat bij het overzien van onzen Tuinbouw in al zijn vertakkingen van Groenten en Fruit, bijna eiken teelt teleurstelling heeft gegeven, vele producten zelfs waardeloos waren en de meesten met meer of minder verlies hebben gewerkt, gezwoegd. Wel zijn wij gewoon geraakt aan de groote schommelnigen der bedrijfsuitkomsten in ver schillende onderdeelen, het steeds op en neer gaan, van het beloonen onzer arbeid, doch 'heden is het met de meeste culturen al bij zonder slecht. Trouwens, die de cijfers in dit verslag be studeert, zal daaruit niet opmaken de slechte uitkomsten van het bedrijf op heden eri wel hierom niet, omdat ons boekjaar loopt van 1 Juli tot en met 30 Juni en de geldelijke toe stand onzer Organisatie gebaseerd is op de Veilingsomzetten van 1925. Deze waren in 1925 totaal f 22.460.714.37 en die voor 1924 to taal f 22.522.495.82V2. Het verschil van rond f 60.000 - in het voordeel van 1924, op den géheelen Noordhollandschen Tuinbouw is na tuurlijk niet merkbaar. Deze jaren waren voor den Tuinbouw goed te noemen, laten wij zeg gen normaal. Heden kan echter wel worden nagegaan, dat de omzetten voor 1926 wel eenige millioenen minder zullen zijia. t Laten wij hopen, dat het eindresultaat, door betere prijzen onzer producten, voor velen nog. zal meevallen. Ontegenzeggelijk wordt gezocht naar de oor zaken van de veel te lage prijzen voor ve|el produkten en het kan niet worden ontkend, dat de Duitsche invoerrechten hierop van grooten invloed zijn geweest. Verder, werden wij meer dan ooit te vo ren. sterk beconcurreerd met andere uitvoe rende rijken, met name "België, Frankrijk en Italië, ten gevolge van de lage valuta aldaar. Ook hebben de stakingen in Engeland, onte genzeggelijk invloed op de vraag naar ons product gehad. Wij willen hopen, dat meer normale toe standen zullen intreden bij onze afnemers en concurrenten, want dan zal het meer gaan orn den voorrang van het product, wat be treft de goede hoedanigheid en de aflevering tt> plaatse van gebruik. Tien taak daarom van blijvende en aanhou dende, zelfs toenemenide zorg, steeds meer en meer, om het product te vervolmaken in de cultuur, naar voren brengende al de goedé eigenschappen de soorten eigen en gelijktijdig, goecl verzorgd, deugdelijk verpakt en gesor: teerd, gegarandeerde kwaliteit op '.Ie meest voorname eischen die aan een produkt zijn te stellen. Dan zullen wij wel hebben te kam pen met concurrenten, maar niet van de markt kunnen worden gedrongen. Afzetgebieden behouden en nieuwe zoeken, zal een taak zijn van aanhoudende zorg ©n paraatheid? Hiermede is alleen wat te oerei- kcr. door eendrachtige samenwerking door al len die in den bodemcultuur een bestaan trachten te vinden, ook met die groep van personen, di ehet produkt overal heen trach ten te distribueeren. Een der middelen tot het behouden en ver ruimen van den afzet, is het kenteeken vain deugdelijkheid, het controlemerk van het Uitvoer Controle Bureau, kortweg het U.C B). Voor onze provincie, aangevangen met de vroege aardappelen, later mogelijk gemaakt ook voor andere producten, is dit van groot belang De ervaring heeft geleerd, dat het noodig, zal zijn. voor ©Ut produkt dat zich leent voor het aanhechten van het kenteekten .van 'deug delijkheid, het te gebruiken., daardoor geven de aan de afnemers meerdere zekerheid van een goed produkt. Gelijktijdig met deze maatregel dient ge paard te gaan, de bekendmaking daarvan, vooral ook met een reclame voor het pro; duet zelve bij de gebruikers. Mejer en meer wordt dit door de Tuinders gevoeld en be grepen en 'het offerem van' gelden voor de mo gelijkheid van uitvoering en uitbreiding de zer reclame kan nu vrijwel algemeen wor den genoemd. Hoewel niet geldelijk tastbaar zijn er tnu toch voldoende bewijzen van voorbeelden aan wezig, dat onze reclamedienst, niet alleen meer aandacht op ons product heeft gevestigd, doch voor vele producten de vraag heeft verhoogd. Deze reclamedienst, nu Landelijk geregeld, is evenwel ook voor onze Provincie van zoo'm groot belang, dat de vermelding van het ©en en ander hier toch voldoende gemotiveerd is. Het vorige jaar zijn eenige duizenden recep tenboekjes verspreid voor het bereiden van tomaten. Dit jaar zijn deze boekjes belangrijk vergroot en bevatten nu, 'recepten voor het bereiden van de meeste groenten- en fruitsoor- ten en zijn op zeer ruimen schaal verspreid. Ook in dit dienstjaar 'heeft onze organisatie door het verstrekken van inlichtingen over het een of ander, nuttig werk verricht, waardoor meerdere bekendheid met onzen Tuinbouw, of den afzet van het product, kan worden 'bevorderd. Met voldoening mag ik hier vermelden, da* de Inventarisatie van Stapelproducten steeds meer en meer gewaardeerd en nu vrijwel een juist beeld geeft, van de op dat tijdstip nog aanwezigte voorraden. Het is vooral de han del die meer en meer zich op die hoogte gaat stellen van die voorraden en een regel matige verdeeling van den afzet door de tuin ders, zou zeer zeker den handel ten goede komen en met gevolg meer stabiliteit in den prijs. j Op 15 December 1925 waren nog aanwezig: 4010 wagons roode kool, 2555 wagons gele kool, 2366 wagons Deensche witte, 329 wa gons uien en 115 wagons peen (wortelen), 'otaal 9375 wagons stapelproducten. Op 15 Februari 1926 was die voorraad nog: 1909 wagons roode kool, 1295 wagons gele kcol, '1044 wagons Deensche witte, 147 wa gons uien en 62 wagons peen (wortelen), to taal 4457 wagons staelproducten. In het bestuur kwam geen verandering; de aftredende leden, W. Gutker, D. Koolhaas en Th. Roosje werden herkozen. Hoewel de omzetten van alle veilingen van net dienstjaar 1925 in onze vakbladen zijn ver meld, lijkt het mij, niet overbodig deze ook te vermelden in ons verslag, temeer omddat die omzetten verband houden met onze jaar rekening. Staat van geveilde bedragen van de aan gesloten veilingen in Noord-Holland. Aalsmeer „Centrale veiling" f 68.869.66 Aalsmeer ..Bloemenlust 27.116.11 Alkmaar 289.641.60 Anna Paulowna 12.420.98 Avemhom - 512.178 40 Beverwijk „Kennemerland" -1.473.511.55 Beverwijk „Vrije veiling" 742.772.62 Beverwijk „De Eendracht" 526.302.57 Beverwijk. „Tuindersbelang" 276.084.14 Bobeldijk „De Westerkogge" - 89.176 08 Br. op Langendijk „L.G.C." -3.702.429.65 Bussum - 139 548-73 Castricum „Rns Belang" 268 918 60 Castricum „Exportveiling" - 80.066.10 Edam en Omstreken 18.896.72 Enkhuizen 40.940.52 Grootebroek „De Tuinbouw" - 4.730 448 14 Haarlem 305.441.'68 Heiloo „Sint Willibrordus" - 256.589.17 Hem „De Zuiderkogge" - 458 230.—; Hilversum en Omstreken - 347.152.55 Hoogkarspel - 170.800.64 Medemblik „De Eendracht" - 331.860.27 Medemblik „Sint Jozef" - 685.746.43 N. Scharwoude „Noord.m.bond" -3.243.562.43 Obdam „De Tuinbouw" - 395.881.05 Opperdoes „Ons Belang" - 207.300.— Purmerend en Omstreken - 992 060.21 Warmerihuizen „Centr. Veling" - 917 899.47 Wester Blokker - 183 367.94 Winkel „Fruitveiling" 41 000.— Wognum „De Volharding" - 179.712.64 Wij denes „Tuindersbelang" 58.130.61 Zaandam en Omstreken - 116.619.50 Zwaag „Bangert en Omstr. - 569.937.34 Totaal f22.460.714.37 Dc totale omzet van het dienstjaar 1924, bedroeg f 22.522.495.85V2, een verschil dus van rond f 60.000. hetwelk, zooals reeds in den aanhef van dit verslag is vermeld, voor geheel Noordholland van geen betéekenis is. Wij vreezen evenwel, ja weten dit niu reeds met zekerheid, dat het totale bedrag van 1926 eenige millioenen minder zal zijn. Gezien, de steeds toenemende uitbreiding' van 'den Tuinj- bouw, moet dit feitelijk klimmen. Ten aanzien van den verkoop van. ten velde gekeurde poters, kunnen wij vermelden, dai in overleg met de Keurings-Commissie, nu ook een lid van ons Bestuur daarin zitting heeft verkregen en wel naar aanleiding van de be spreking op onze vorige jaarvergadering. Wij mogen verwachten, dat binnen iniet al te lan gen tijd, men het eens zal zijn geworden, dat ook dat product alleen en uitsluitend door tus- schenkomst van onze veilingen, publiek zal worden aangeboden en verkocht, gecontro leerd door de daarvoor aangestelde personen. Hoewel in het vorige verslag door mij reeds werid vermeld, dat weldra nog 10 pet. zou worden uitgekeerd van het faillissement, waar in wij met een belangrijk bedrag betrokken zijn, in de loop van idit dienstjaar heeft die uitkeering ook plaats gehad. Wanneer en hoe veel nog kan of zal worden uitgekeerd, is nog niet geen mogelijkheid te zeggen. 'Alleen wil ik doen opmerken, dat, nu reeds in totaal 65 pet. is uitbetaald, -dit ons allen moet mee-, vallen. Ons kantoor is in hetzelfde gebouw geble ven, n.l. „Landbouwhuis", Kerkplein te Alk maar, kamer No. 10, In de kantoor dagen kwam

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1926 | | pagina 4