14e Algemeene Vergadering
Veilings-Vereeniging „DE NOORDERMARKTBOND",
op Woensdag 27 April, des namiddag» 1,30 uur, in ,,'t Huis de
Brederode" te Oudkarspel.
De voor- en nadeelen van retorsiemaatregelen.
Rede van den heer Hazeloop.
De Glascultuur.
van de
Rede van EWs*. Riemëller-
De heer Niemöller vangt zijn rede aan inet
er op te wijzen dat de zoo belangrijke plaats,
die de tuinbouw inneemt, ten duidelijkste
blijkt uit de waarde van den uitvoer.
De totale uitvoer van ons land bedraagt
f 522 millioen, waaronder: f82 mill, aan boter, i
f 81 mill, aan kaap, f 40 mill, aan eieren, f 75
mill, aan groenten, f 52 mill, aan bloembolle^ 1
f 126 mill, aan vleesch.
Deze uitvoer is te danken aan 't productie
vermogen van den bodem, en komen deze
f 522 mill, dus geheel ten voordeele van den
handelsbalans en blijkt hieruit ten duidelijk
ste dat de welvaart van Nederland ten nauw-,
stc met onzen afzet samenhangt.
Thans wordt onze afzet bedreigt door de
invoerrechten, die door verschillende landen:
worden geheven. En alsof dit nog niet vol
doende ware, zijn er buitenlandsche regeerin
gen die nog andere middelen hebben gevon
den om ons land te treffen; maatregelen ge
nomen ter bestrijding van ziekten zoo het heet.
En verbiedt Amerika thans den invoer van
boom en, planten en narcissen en Engeland
dien van vleesch.
Deze maatregelen zijjn zooveel te gevaar-:
1 ijker, omdat hiermede zoo gemakkelijk de
sympathie der groote massa verkregen wordt.
Vele takken van handel, industrie, land- en-
tuinbouw worden -door de buitenlandsche maat
regelen getroffen, en onze Regeering kan daar
niets tegen doen, door gebrek aan verweer-)
middelen.
Zoo is door België in '24 een nieuwe tarief-
wet ingevoerd met een minimum en met een
maximumtarief, 'en is de Belgische regeering
de bevoegdheid gegeven, die invoerrechten te
heffen, die zij noodig acht. Zoo is het maxi
mumtarief op de. bloemkool f 3 per 100 en
het minimumtarief f 0.30 en blijkt hieruit dui
de'.yk dat die regeering een krachtig middel
heeft den Belgischen uitvoer te verdedigen.
En toen dan ook Tsjecho Slowakije zijn
invoerrechten' ging verhoogen dreigde de Bel
gische regeering met het heffen van het maxi
xmumtarief voor de artikelen uit idat land, waar
op de Slowaakche. minister niet anders kan
doen dan de invoerrechten weer verlagei.
En aan Nederland werd de bepaling opge
legd dat het niet meer dan 3500 ton groenten-
in een heel jaar mocht invoeren. Of onze mi
nister nu al betoogde dat alleen in 4 maande .n
reeds 3500 ton'was ingevoerd, het bleef 3500
ton voor een heêl jaar en Nederland lxad
geen middelen om zich te doen eerbiedigen.
•Zwitserland maakte in 1922 een tarief, dat
de bedoeling had als verdedigingstarief te
moeten werken. Dit tarief is echter nog niet
toegepast, omdat de andere landen Zwitser
land, met de helft minder inwoners dan Ne
derland, eerbiedigen.
En waar andere landen de noodige middelen
bezitten, handhaaft Nederland de 3e koloni
ale mogendheid, nog steeds het vrijhandelstel
sel.
De Scandinavische landen heffen hooge in-
voerechten, Zoo b.v. Zweden f 1000 op een
wagon tomaten, op druiven f 6000 en op groen
ter f 1300. Nederland moet in Noorwegen
hooge invoerrechten betalen, terwijl de Spaan-
sche en italiaansche druiven vrij van invoer
zijn.
De Nederlandsche groenten kunnen daar
van niet profiteeren ondanks dat het stelsel van
meestbegunstiging wordt toegepast.
Nederland kan slechts om verlaging der ta
rieven verzoeken, terwijl anidere lande.trde mid
delen bezitten om verlaging af te dwingen.
Frankrijk heeft eem dubbel tarief van invoer
rechten. En wanneer op ons lanld het minimum
tarief zou worden toegepast, kan alreeds van
export geen sprake meer zijn.
De Ver. Staten van Nr<J. Amerika beteéken-
den voor ons land vroeger een groot afzetge
bied, maar nu worden er zulke hooge invoer
rechten geheven, dat invoer alleen dan moge
lijk is. wanneer de prijzen hier laag, zeer laag
zijn.
En nu Duitschland: Een land bestemd voor
bijna onzen geh-eelen export. Niet minder dan
f 66 millioen van 't,totaal onzer groentenuit-
voer gaat naar Duitschland, en voor f 44 mill,
aan appelen, tgrwijl van bloemkool 94 pet.,
»an komkommers 93 pet., van sla 77 pet. van
roegi- aardappelen 70 pet. en van aardbeien 81'
pet wordt ingevoerd in Duitschland.
Niet minder dan 84 mill, kilo kaas wordt
naar Duitschland geexporteerd. En blijkt uit
deze cijfers zeker van welk overwegend be-
".ang Duitschland is voor onzen export.
Nu men ook daar een tarief wet heeft in
gevoerd en de regeering bevoegd is tot het
nemen van retorsiemaatregelen, is het wel eigen'
aardig, dat in zeer korten tijd door Duitsch
land met 9 andere landen handelsverdragen
zijn afgesloten, en belangrijke voordeelen en
verlagingen voor Duitschland zijin verkregen.
Spr. herinnert dan aatl de door Nederland1
verkregen voordeelen" toen de onderhande
lingen werden gevoerd met Duitschland voor
hei afsluiten van een handelsverdrag n een'
tijd. dat aan Duitschland een groot crèdiet
werd gegeven.
En waf degevolgen zijn? Was -de export'
in 1925 f 53 mill, in 1926 had de uitvoer een
waarde van f 36.500.000 dus een vermindering
van 31 pet.
En niets kan gedaan worden om verlaging
der tarieven te verkrijgen, omdat Nederland
het eenige land is, waar de regeering iedere
bevoegdheid mist retorsiemaatregelen te nemen
Het mist alle verdedigingsmiddelen en is
geheel aan den willekeur van het buitenland,
overgelever.
leder land kan ons den invoer door zijn'
hooge tarieven beletten, zonder dat Nederland
daartegen iets tot verweer kan doen.
En hoe zwaar Nederland wordt getroffen
blijkt wel ui htet feit, dat de Italiaansche bloemi
kool wordt belast met f 150 en de Neder
landsche met 300; de Italiaansche sla met f 180,
de Nederlandsche met f 420.
En Italië? De Nederlandsche koeien wor
den daar bij invoer zwaar belast, terwijl de
Zwitsersche koeien vrij van invoerechten zijn.
In Spanje moeten voor de Nederlandsche
kaas 2 maal zooveel invoerrechten worden be
taald, dan voor de Zwitsersche en kan Nev
derland daardoor op de markt niet concur-
reeren.
Wanneer men nu weet dat in het tijdvak
van JuniDecember in Duitschland f 180.-
aan invoerrechten voor een wagon roode kool
moei worden betaald, en de vracht waarde
f 320.— bedroeg bet-eekent dit 56 pet. van de
invoerrechten van' de vrachtwaarde. Van sla,
bedraagt dit 120 pet. van peen 115 pet. en,
voor i-apen 190 pet. en is daardoor de uitvoer
tctaal onmogelijk gemaakt.
Ik meen hiermede genoeg bewyizen te heb
ben aangevoerd, om te mogen zeggen, -lat
de regeering de noodige middelen mocht heb
ben om eventueel® onderhandelingen met bui
tenland sche mogendheden met succes te kun
nen voeren, waarvan bij een tariefwet als de
onze, die maar één cijfer kent, n.l. 8 pet.,,
nietsHerecht komt.
Geen land zal tot verlaging over gaan, om
dat 'i weet, dat Nederland niets kan doen'
noch ten voor-, noch ten nadeele.
En nu de bezwaren van de tegenstanders!
van retorsie:
le. retorsie leidt tot protectie.
2e. retorsie leidt tot vijandschap.
3e ons land is te klein en kan. toch niets
doen.
4e retorsie werkt als een tweesnijdend:
-waard en is door ons niet met suc
ces toe te passen.
Bezwaren, die steeds u.it den treure her
haald worden.
En wanneer men zegt: ons land is te klein,
word ik altijd kregelig, omdat ons land niet:
te klein is, om zich te doen gelden. Er is een.
Fransch jspreekwoord dat zegt: wie zich tot
een schaap maakt, wordt door de wolven opge
geten. I
Het is een schandaal dat Spanje 55 mill,
kilo aan sinaasappelen invoert met laag in. voer-
-rcht en men de Nederlandsche kaas daar,
twee maal zooveel laat betalen dan de Zwit
sersche.
Wanneer onze regeering de bevoegdheid had
retorsiemaatregelen te kunnen nemen, dan zou
men Spanje, Noorwegen Tsecho Slowakije,
Frankrijk en zooveel anderen kunnen dwjngen
zijn in/oerechten te verlagen ten voordeele van
■ie Nederl. productien.
Een dreigen met retorsie zou dan alreeds
kunnen helpen, omdat de andere landen hun
uitvoer naar Nederland er niet aan zouden
wagen.
Zelfs Duitschland zou niet ongevóelig kun
nen zijn voor retorsiemaatregelen. In '26 voer
de h?t naar Nederland uit voor f 668 mill,
terwijl Nederland in Duitschland invoerde voor
381 mill., zoodat Duitschland voor f 287 mill,
meer naar hier bracht. En de vraag wie dus
't meeste belang zou hebben byl goede handels
betrekkingen, is dan ook gemakkelijk te be
antwoorden.
Ook op Amerika zou retorsie succes heb
ben, omdat dit land in '26 voor f 280 mill, in
Nederland invoerde en Nederland ia Amerika
voor 70 mill, gulden.
Wanneer de regeering de bevoegdheid tot
retorsie zou hebben, zou zijj natuurlijk ieder;
afzonderlijk geval moeiten overwegen, hoe er
dari gebruik van te maken. Zou retorsie tot
nadeel leiden, zou ze tot plicht hebben daar
van te gewagen?
Zoo zou by Engeland retorsie niet noodig:
zijn, omdat onze uitvoer daarheen zooveel hoo-
ger is dan Engelands invoer bij ons. Tot nu
toe heeft onze regeering geen enkel middel;
cm onze belangen te verdedigen.
Fn dit bleek zoo duidelijk in een verga
dering van het Departement van Landbouw
en er gezegd werd dat Nederland niet anders;
kon doen dan aan Frankrijk te verzoeken de
tarieven voor Nederland "te verlagen. Zullen
üeze Fransche tarieven toch gevolg hebben,
dat Philips uit Eindhoven een gedeelte van
de fabrieken naar Frankrijk zal overbrengen, i
en een aantal Nederlandsche werklieden werk-
werkloos worden?
Onze gezant te Parijs kan niet anders doen
dan bedelen, en niets is zoo waar als de uit-
spraak van Prof. Diepenhorst dat ons land
een land van bedelaars is.
Dan noemt spr. nog verschillende uitspra
ken van vooraanstaande mannen, van hooge
colleges en lichamen, allen voor retorsie.
-Sur. eindigt zijn rede met: de middelen tot,
verdediging onzer belangen mogen niet langer
aan de regeering worden'onthoudeo. Zij moet
die middelen hebben om onzen uitvoer te kun
nen verdedigen. Het is een Nederlandsch be- j
lang. Dit is geen protectie, maar een streven
in d'j richiting van een vrije handelspolitiek in
het algemeen.
'Hoewel de heer Hazeloop, met het oog op den
tijd, zich zeer in zijn rede moest bekorten, zijn wij
toch ir, de gelegenheid deze uitgebreid te plaatsen,
daar dit onderwerp ook elders door hem werd be
handeld.;
Het heeft mij een groot genoegen gfeclaan, al
dus vangt de heer H. aan, een uit.noodiging van
den „Noordermarktbond te mogen ontvangen om
te spreken ove rde cultuur onder glas.'
Reeds lang was het mijn overtuiging, en meer
malen is hierop door mij gewezen, dat men .hier
goed zo udoen met deze richting uit te gaan.
Toen ongeveer 20 jaar geleden men algemeen
verwachtte, dat men voor een crisis in het tuin
bouwbedrijf zou komen te staan, zijn reeds ,1e
n-oodige wenken gegeven om de richting naar I
de glascultuur in r-e gaan. Vele bezwaren werden
hier tegen geuit en kreeg ik den indruk dat Lan-
ged-ijk er nog niet rijp voor was om den stap naar
d-e glascultuur te doen. y
De tijden zijn echter veranderd en met de
tijden de menschen.
Op de cursussen, hier gegeven, is ter sprake
gebracht de cultuur onder glas. Excursies zijn
gemaakt naar het Westland en heeft men een
indruk gekregen van wat de cultuur onder gla3
thans bet-èekent. Men is hierdoor meer ontvan
kelijk geworden voor dezen tak van het bedrijf.
En de wensohelijkheid, die wordt gevoeld, om
dien kant uit te gaan, is een gevolg van de om
standigheden. van 'de noodzakelijkheid, de op
brengsten van den gropd te vergrootenmeer
stabiliteit in het bedrijf te brengen; om niet on
derhevig te zijn aan de groote schommelingen
van opbrengsten, zooals in het tegenwoordige be
drijf.
Ook in het glasbedrijf ondervindt men het
prijsverschil wel,, maar niet in die mate als bij'
de producten uit den vollen grond. Maar finan
cieel is het voordeeliger onder glas te kweeken,
dan ir: den vollen grond.
En dat de financieele opbrengsten hooger zijn,
blijkt duidelijk uit de statistiek, die in 1922
over alle Provincies is gemaakt.
Spr. demonstreert dan met een kaartje hoe
het groote/overwicht van de met vruchten en
groenten beteelde oppervlakte ligt in Noord- en
Zuidholland.
In 1925 waren deze cijfers nog gunstiger en
was de beteelde oppervlakte in Noordholland, vol
gens het landbouwverslag, 11334 H.A. en in
Zuidhoiland 9038 R.A., dus een verschil ten
voordeele van N.-H. van 2096 HjA..
Nu is door mij nagegaan wat de financieele
opbrengst van vruchten en groenten is geweest
in Noord- en Zuidholland. Deze is door mij ont
leend aan de veilingcijfers, die vr ijlprecies zijn,
omdat, wat buiten de veiling omgaat, van weinig
beteeken is is.
De opbrengst dan voor N.H. was f25002.498. -
en voor Zuidholland f44.427.591.>dus in Zuid-
hollanl een meerdere opbrengst van f 19.425.000
Zuidh. met 20 pet. minder beteelde oppervlakte
en 80 pet. meer opbrengst.
De oorzaak hiervan moet gezocht worden in
het feit, dat in N.-H. minder gebruik wordt ge
maakt van het hulpmiddel glas.
Dat de groen tenteelt in Nederland zich gedu
rende de laatste jaren sterk heeft ontwikkeld en
is vooruitgegaan, blijkt uit de cijfers, dat in 1903
de beteelde oppervlakte 16000 H.A. was en in
1912 22.400 H.A. Dus een toename van 6.400
H.A. In percenten uitgedrukt een vermeerdering
van 40 pet. van den vollen gronds groenteteelt.
AVat. de ontwikkeling van de glascultuur be
treft geven de volgende cijfers daarvan een dui
delijk beeld-
AVat in 1903 de oppervlakte 1.700.033 M2, in
1912 5.883.564 M2. dus een vooruitgang van
4.138.000 AI2, of 243 pet.
Dat de glascultuur zich zoo bijzonder sterk
heeft ontwikkeld, daarvoor is maar één oorzaak
te vinden, en wel: dat de glascultuur zooveel
voordeeliger is. Em ook na 1912 heeft deze cul
tuur zich sterker ontwikkeld dan de volle-gronds-
cultuur.
En wat tevens van niet minder groot belang
is. hieruit zien -we het voordeel van een goede
statistiek; hieruit valt zeker wel iet» te loeren.
Wat nu de glascultuur betreft, hierin kent
men 2 Vormen. De teelt onder „plat glas" en- on
der „staand glas", of wel: de teelt in bakken"
Aan den Langendijk is het gebruik van glas
-wel eenigermate bekend. Bekend is de teelt on
der „plat glas" voor 't aankweeken van planten.
Maar daarbij komt dat het gebruik niet langer
is dan ongeveer 3 maanden j>er jaar, van half
Januari tot half April.
In Zuidhoiland echter is het glas het geheele
jaar door in bedrijf.
In den winter wordt daar het glas gebruikt
voor net aankweeken en overwinteren van de pro
ducten.
AArat de producten zelf betreft, daar spelen
de peenenrijen een groote rol, waarbij komen de
noodige bijproducten.
Als bijartikelen komen daar in de eerste plaats
in aanmerking de kropsla en bloemkool, waaruit
volgt: een dichte beplanting.
Is de bedekking met 1 rietmat in den winter
voldoende, het gebruik van broeimest (ruige
paardenmest) is een eerste vereischte.
Echter zijdeze artikelen niet -de eenige, die in
teelt zijn. Bij' gebrek aan deze broeimest wordt
de komkommerbak ingericht, maar wordt het bij
artikel kropsla weggelaten.
Aran de 3 eerstgenoemde producten is de sla.
liet eerst klaar, daarna zijn het de wortelen en
dan de bloemkool.
De tijd van oogsten van deze artikelen is resp.
half' Maart, lialf April en half Mei.
Ip Januari gaat men er dan toe over de Wa
renhuizen te beplanten, en wordt het vrijgeko
men glas gebruikt voor de jonge komkommer en
tomatenplanten.
De jonge komkommerplan ten worden opge
kweekt in de zgn. „pittenbak'. A^oor het tot
ontwikkeling brengen van hét zaad is veel broei
mest noodig, omdat de temperatuur 80 grFah
renheit moet zijn. De dikte van deze laag broei
mest is 1 M. A^erder wordt deze laag breeder
gemaakt dan de bak zelve, om de koude buiten
lucht te kunnen weren.
Deze „pittenbak" bestaat in den regel uit 5
ramen, terwijl 't gewoonte is de zaadbak onder
het middelste raam te plaatsen, omdat daar de
warmte het grootst is.
Wanneer er nu 250 planten, onder 1 raam
staan, worden dit er 1250 in een bak. Daarna
komen de planten in de „vogelbak" en dan in
de plantenrij.
Ln de maandMaart, heeft men de grootste
hoeveelheid glas noodig. Dan komt echter het
glas vrij van de peenenrijen, omdat het glas hier
van wordt afgenomen om denwortel beter te,
doen kleuren en zich te laten ontwikkelen en
om het loof klein te houden.
En wat de komkommers betreft, hiermede kan
men volhouden tot aan October; zoodat hieruit
blijkt dat het glas liet geheele jaar in bedrijf is.
AVat de bij-culturen betreft, hiervoor worden
alleen gebruikt die producten, die zich snel ont
wikkelen. Welk artikel dit is hangt geheel van
de omstandigheden af. Aroorheen was dit poste
lein, toen nog niet zoo'n behoefte bestond aan
verzending naar het buitenland. Waar de poste
lein zich echter niet leeut voor verzending, is
men als bij-artikel gaan gebruiken de kropsla,
waarvan de planten echter van te voren moeten
worden aangekweekt. Kropsla is een uitstekend
artikel voor verzending naar het buitenland.
Toen er echter velen waren, die meenden dat
de teelt van kropsla belangrijker was dan die van
komkommers, is men de teelt gaan wijzigen.
De bakken worden in Februari beplant met
kropsla. Be hoeveelheid onder 1 één-ruiters-raam
varieert van 2432 planten. Mag dit een -dichte
•beplanting- worden genoemd, daar tegenove rstaat
dat de kroppen niet. 'groot behoeven te zijn, om
dat de kleine krop in het vroege voorjaar meer
opbrengt dan de groote krop later.
Dan komt na de sla de komkommer in de bak.
De opbrengst is dan wel geringer, dan wanneer
ze vroeg geteeld werd en het product is kleiner,
maar de vroege sla brengt zooveel meer op.
Nu komt onwillekeurig de gedachte naitr voren:
er is veel broeimest noodig, en -dié hebben wij
hier aan den Langendijk niet. Maar ook in Z.-H..
heeft men die niet meer, na-dat de bedrijven en
zaken met paarden zoozeer zijn verminderd. Al
leen is er nog maar eens een kleine hoeveelheid:
paardienmest te krijgen. Maar om aan deze be
hoefte te voldoen is er alweer een ander middel
gevonden.
Vele tuinders gebruiken thans vark-ensmest,
mest met veel' stroo ingestrooid, en het gebruik
hiervan heeft zich zoozeer ontwikkeld, dat het
varkenshonden bijna een bedrijf op zich zelf is
geworden. En dit middel ligt tochook binnen
het bereik van de Noordhollanders. In Z.-H. zijn
er zelfs tuinders, die er een paar honderd var
kens op na houden.
Een andere methode is het drenken van stroo
met ier of koemest.
Wat het maken van de bakken betreft, geeft
spr. een uiteenzetting van de in Z.-H. gevolg-de
methode voor 1 en 2-zijdige bakken.
De 2-zijdige bakken worden in den laatstan
tijd veel gebruikt, om de productiviteit van den
grond te verhoogen, zonder grondaankoop. Door
het gebruik van 2-zijdige bakken wordt de op
pervlakte van de anders bij een-zijdige bakken
benoodigde paden verminderd, en de beteelbare
oppervlakte daarmee verhoogd.
Wanneer op 10.000 M2. 5000 ramen een-zijdige
bakken geplaatst kunnen worden, door het ge
bruik van 2-zijdige bakken wordt het aantal ra
men opgevoerd tot 6250, dus beteekent dit een
vermeerdering van 25 pet. glas.
Zijn dit alle voordeelen aan 't gebruik van 2-
zijdige bakken verbonden, als nadeel staat daar
tegenover, dat deze dubbele bakken minder licht
ontvangen dan de enkele, die men gehieel naar
de lichtzijde keeren kan. Voor de dubbele bakken
is dit in den winter een bezwaar.
Heeft men zoo eerst lange jaren gewerkt met
't „platte glas" in later jaren is men begonnen
met de groentenkassen. Daarmee is men "begon
nen in 1903.
't Eerst is men gaan. bouwen de komkommer-
kas. Nu juist niet de gemakkelijkste. Deze toch
moesten verwarmd worden door warmwaterbui-