Geïllustreerd Bijvoegsel Nieuwe Langedijker Courant
Hinrik en Gesine
VERSCHEIDENHEID
Slot.
Zij liep den weg af, die achter het huis lag,
ui uappiK 'FFa yoojf? uo» do iraoy uiTnvviy ua
stroomde een kleine rivier; een kleine brug, juist
daar waar de stroom het sterkst was, verbond
de beide oevers. Gesiue liep eien bosclije in,
hier was ze geheel alleen, alleen met haar smart
De gouden stralen der zon beschenen haar,
doch zij had geen gedachte, geen oog voor haar.
Hoe kon die vogel daar boven nog zoo vroolijk
zingen Haar hoofd dreigde te bersten, zij kon
het gezang niet langer aanhooren, zij hield haar
handen tegen de ooren en verborg het 'hoofd in
heur schoot.
Maar wie zei daar tegen haar: „Zijn vrouw..."!
Droomend zag zij om zich heen, er was ech
te rniemand. Zij vouwde de handen om haar
knieën, en staarde gedachteloos, in het water.
Zij trok het blauwe lint van haar hals en wierp
het in den stroom; waarvoor diende haar dit
sieraad? Het lintje dreef nog een oogenblik en
verdween toen in de diepte.
Zij wilde denken, doch altijd weer kwam het
zelfde in haar op: Zij had Hinrik zielslief en
hij haar. Die liefde was echter een zonde, want
er stond eén vrouw tusschen hen. Kon zij maar
weenen over haar ongeluk, doch haar oogen wa
ren heet 'en droog. En weer klonk die geheim
zinnige stem in haar binnenste. Hinrik! Hinrik!
en dan weer klonken plotseling de woorden van
de oude vrouw haar in de ooren: „Wij moeten
allen sterven."
Hoe lang zij daar gezeten had, wist ze niet.
Zij schrikte op, toen zij voetstappen vernam. Zij
streek heur haar weg. Zou Hinrik haar mis
schien zoeken
Neen, dat wilde zij niet!
Het was Hinrik niet, maar de oude krank
zinnige vrouw. Haar geheimzinnige gestalte toe
kende zich scherp af in de schaduw. Zij plukte
als een kind de kleine bloempjes van het vel.)
en wierp ze om zich heen, terwijl ze een liedje
begon te neuriën.
Zij ging Gesine voorbiji, zonder haai' echter
te zien. Bij de brug stond ze stil, ziji scheen1
te dralen mei er over te gaan. Gesine sloot de
oogen, haar hart klopte hoorbaar. Boo ze, zon
dige gedachten, kwamen in haar op... Als die
oude nu eens misstapte.... stond Hinrik niets
meer in den weg... één dutw-.en het was ge
daan... en dan was haar liefde voor Hinrik geen
zonde meer, dan 2 0u... dan zou.
Een schrille kreet weerklonk' door het lucht
ruim, gevoigd door eeu plomp in het water.
Verschrikt vloog Gesine op, en staarde in het
water-
De oude kaippte met deu stroom... een vreese-
lijk gezicht. Haar hoofd bewoog zich aan de
oppervlakte, zij opende de blauwe verwrongen
lippen om te schreeuwen, het water belette het
haar. Met haar armen sloeg zij om zich heen, om
iets te grijpen.
Een verschrikkelijke gedachtemaakte zich van
Gesine meester. Dat is uw schuld! Uw jxx>ze
gedachten hebben' haar in 'het water gevoerd.
Zij moest haar schuld vereffenen. Zij moest
de oude redden, tot-welken prijs ook.
En zonder verder na te denken sprong zij:
in het water, en even daarna had zij de oude
vrouw vast. Zij voelde den grond onder haar
wegzinken; haar kleeren hielden, haar echter
nog boven water.
Zij tilde het hoofd van de oude naar boven;
de oogen waren gesloten, maar Gesine wist,
zij voelde het, zij moest nog leven.
Plotseling greep de oude Gesine in doods
angst stevig vast. Gesine voelde, dat zij al
meer en meer wegzonk.
Laai los, gilde het meisje, ik zal je redden,
laat los, andiers verdrinken we beiden!
Nog één oogenblik en het water was weer
kalm. De kleine ringen werden al grooter en
grooter. daarna was alles stil, doodstil, de don
kere, roode stralen van de ondergaande zon.
wierpen een betooveirend, doch droevend licht
FEUILLETON
Nacht en Morgen
76)
„Ik ben niet voornemens miji met u verder
in onderhandelingen over deze zaak in te la
ten", antwoordde Vernon. „Als ik er, vóór het
doen van een beslissemden stap, nog met
ierhand over spreek, zal het met lord Haugh-
ton zelf zjjtn."
De majoor Vemon verliet het vertrek, door
Arthur gevolgd, die hem in de gang aan het
geleide van een bediende overliet, maar bleef
hem naooge-n, totdat hij het kasteel was uit
gestapt.
Poen Arthur bij Laura terugkwam, stond
zij bij het venster. Zij had, zoodra zij alleen
was, aan hare tranen den vrijen loop gelaten
en hierdoor aan haar geprangd gemoed een.
weinig lucht verschaft. Ofschoon zij bij Ar
thurs nadering haar gelaat schielijk had af
gedroogd, waren hare oogen toch zoo rood,
dat hij niet behoefde te vragejti, wat er was
gebeurd.
„Welk een ellendeling!" riep hij, onwille
keurig zijn vuist dreigend opheffende. „Ik be
grijp niet, Laura, hoe 't mij mogelijk geweest
is .een woord met den fielt te wisselen, eni
ik niet op staanden voet hem door uwe be
dienden de deur heb laten uitwerpen!"
„Arthur!" sprak Laura op smeekenden toon,
terwijl zij slechts met moeite hare tranen be
dwong, „gij gelooft zeker evenmin als ik iets
van ai, wat dit mo|nster gezegd heeft?" Jocter'
lyn mag de een of andere jeugdige onbezon
nenheid hebben begaap, maar hoe diep zou hij
op het graf der beide vrouwen.
In een klein aaini den stroom gelegen dorpje,
waren Zondagsavonds laat twee lijken aange
spoeld. Het -eene was een onbekend meisje,
het andere herkende men dadelijk als de vrouw
van „den knappen Hinrik."
Een ware zegen, zei de veldwachter, toen
hij de oude herkende. Kalm stak hij toen zijn-
pijpje op en zond een jongen naar Hinrik, om
hem het bericht te brengen.
Hinrik zat verlaten op een bank, het hoofd
op de handen geleund, voor zich uit te staren.
Gesine, Gesine. Wias alles dan uit? Zou het
mogelijk kunnen zijin? Nu zou ze weer In de
siaa zijn!'Hij zou haar nooit weerzien, nooit
zou hij die lieve stem meer hooren: „Hinrik,
lieve Hinrik!"
Goedenavond Hinrik, zei een stem naast
hem.
Hinrik zag droomend op en keek den spren
ker, dien hij eerstjniet herkende door de duister
nis. verwonderd aan.
Goedenavond, Mathes!
De jongen wrong zijp pet in elkaar, hij wist
niet goed hoe hij de boodschap zou zeggen.
Ik kom iets van je vrouw zeggen, zei de
jongen onbeholpen.
Zoo, antwoordde Hinrik.
Hij wist niet, of de oude thuis was of uit.
Ga zitten mijn jongen, zei Hinrik.
Ja... je vrouw... is., is verdronken, stot
terde de jongen. Verdronken! schreeuwde Hin
rik en sprong van de bank op. Zijn schrik
duurde slechts een oogenblik en zijn lippen
fluisterde: „Gesine."
Beiden hadden spoedig het dorp bereikt. De
veldwachter nam den lantaarn en bracht Hin
rik in het buisje, waar men de lijben gebor
gen had, een groote menigte nieuwsgierigen
drongen evneens naar binpen.
Over het lijb lag een laken, de veldwachter
trok het eene wieg en liet het licht er op vallen.
Is dat uw vrouw? vroeg de man met.
kalmte en wardigheid. Hinrik ,wierp een blik
op de huiveringwekkende gestalte.
Hij rilde en antwoordde:
Ja, dat is mijn vrouw.
De veldwachter trok het. andere laken weg.
Met g-broken oogen en een sneeuwwit gelaat
lag daar hef meisje.
Hinrik opende den mond om eien gil te ge
ven, dcch zijp keel werd als toegeschroefd.
Hij stond daar als een beeld. Zijn oogen puil
den uit hunne kassen.
En dit is zooals je -weet, Gesine, zei de
veldwachter fluisterend.
Met een biik, die aan waanzin deed denken,
doch zonder een woord te spreken zag Hinrik
den veldwachter aan, en stortte toetn op het
lijk van Gesine.
Mea voorspelt, dat er ia Augustus eeu warmte
zal heersclien, als slechts zelden in ons land voor
komt. Wij vernemen, dat er reeds verschillende
menschen zijn, die zich van extra-warme zomer-
kleejing gaan voorzien.
De nieuwste modegril voor dames bestaat in
een rok(je). dat vastgemaakt wordt aan een jar-
retière, welke vlak boven de knie wondt gedra
gen. Waarschijnlijk kunnen de thans bestaande
rokken tot zoover verlengd worden?
Eenigen tijd geleden ontsnapte een gevangene
uit zij-u cel, ging- naar zijn huis en keerde daarna
weer in de gevangenis terug. Het heeft er allen
schijn van, dat ze thuis juist bezig waren met
den grooten scnoonmaak.
Na afioop van een box-wedstrijd kreeg de win
naar een bouquet, bestaande uit roode roozen en
roode anjelieren. Een mede-voelend toeschouwer
moet daarop naar buiten zijn gesneld, en terugge
keerd, den verliezer een pond rauwe biefstuk
hebben overhandigd!
moeten gezonken zijp om dit gruwelstuk te
bedrijven, dat deze miensch hem toedicht?
Doch waarom liet gij hem gaan? 't Zou al erg
genoeg zijn, indien hij het weinige, 'lat er van
zijne betichtingen waar mag wezen, ruchtbaar
maakte."
„Koele verachting voor de bedreigingen van
zulke schoften, is het eenige om hun ontzag
in te boezemen," antwoordde Arthur. „Als de
deugniet zich weder bij u aanmeldt, laat dan-
bid ik u, geen vrees blijken, .en geef zelfs;
aan zijn minsten eisch niet toe, daardoor zoudt
gij een eerste schrede zetten op een weg, die
niet alleen tot de zwaarste geldelijke offers,
maar ook tot eindelooze kwellingen en angsten
leiden zou. Maak' u niet verleden over 't geen
hij doen zal. Waarschijnlijk heeft de schurk
red-m om elke aanraking met de justitie te
schuwen; en al ware dit het geval niet, dan!
brengt zijn doel, dat niets anders dan afpersing
is. mede. om vooreerst stipt geheim te houden,
wat hij weten mag. De acten, die hij mij ver
toonde, schenen echt te zijp, maar..."
,Zij moeten valsch zijn, Arthur," viel Lau
ra hv-m in de rede, „of op eep ander betrek-!
king hebben. Wat zou Jocelyn hebben kun-'
non nopen om een vroeger huwelijk voor mij
geheim te houden? Al had hijl eenige verkeerd
heid begaan, hij wist dat hij mij alles kon zeg
gen. en dat ik hem lief genoeg had, om hem
alles te vergeven."
„Ik hecht tot dusverre geen geloof aan de.
verhalen van den schaamteloozen kerel; maar
het zou toch mogelijk kunnen zijn, dat lord
Haughton, met de beste bedoeling, eene ver
bintenis voor u geheim gehouden had, die "hij
vroeger met iemand beneden zijn stand had,
aangegaan, en dat de schurk hier toevallig
„Het komt heel dikwijls voor," zegt een dok-
ter, „dat een krankzinnige absoluut niet van zijn j
eigen geestestoestand op de hoogt eis." Of het
moet natuurlijk zijn, dat hij getrouwd js.
„In New Jersey joeg een muis drie olifanten J
een doodelijken schrik aan," lezen we in een Ame-
rikaansch blad. Eenigen tijd llater moet die muis,
overweldigd door haar eigen sucoes, zoo onver
standig zijn geweest hetzelfde spelletje met een
poes te gaan spelen!
De Pons-Wiunecke Komeet, die in Juni het.
dichtst nabij onze aarde zal zijin, zal dan 3.600.000
miji van ons verwijderd zijn. Wie kan het haar
kwalijk nemen?
Het komt heel dikwijls voor, dat iemand, in
het vuur van het gesprek een zin beginnend, dien
zin plotseling niet meer kan beëindigen en plot
seling afbreekt. Dat zijn van die kronkelingen
in het menschelijk verstand, waar nu eenmaal
niets aan te doen schijnt te zijin. Zoo'n plotseling
afbreken kan echter in sommige gevallen een
heel gunstige uitwerking hebben. Zoo ging het
ook met den in den laatsten tijd veel genoemden
Amerikaanschen diplomaat William Jennings
Bryan. In het jaar 1896 was hij nog een volkomen
onbekend man en in dat jaar hielden de Democra
ten in Chicago een voorbereidende vergadering
voor de presidentskeuze. De vraag werd daar o.a.
behandeld, of het practischer zou zijn qen goud-
of een zilverstandaard in te voeren en de goud-
standaard had in de vergadering vele begeesterd^
voorstanders. Bryan echter was er tegen en zich
plotseling wendend naar den kant van de zaal,
waar de Goud-afgevaardigden zaten, riep hij uit:
,',Gij moet en moogt op het hoofd van den arbeid
een dergelijke doornenkroon niet drukken! Gij-
moet de menschheid niet op een kruis van goud
nagelen! Evenmin moet gij.Hier kon hij niet
verder, doch zijn woorden deden eén diermate
hevig applaus ontstaan, dat de Democraten van
Chicago hem onmiddellijk tot hun candidaat voor
het presidentschap bestemden.
Zoo ziet men, dat afgebroken zinnen niet altijd
in liet nadeel van den spreker werken!
Vrouwenrubriek.
EENVOUDIG» DOCH AANTREKKELIJK.
Hoewel er dit seizoen alle mogelijke nieuwe
modellen verschenen zijn, blijiven verscheidene
oude favoriten evenzeer gewild. Het jumpercos-
achter was gekomen." i
„Neen!" riep Laura op smartelijken toon,
„ik kan het niet gelooven. Ach, hoe verre-
was ik er van te vermoeden, dat mij, zulk een
verwelkoming op Jocelyns Rock wachtte! Ik
biel u, Arthur, sta mij in deze pijnlijke zaak'
ais een broeder ter zijde, help mij de eer %'an
mijn echtgenoot redden."
Verlaat u op mij," antwoordde Arthur, „Ik
zal alles doen, wat mogelijk is om den toeleg
van den nietswaardige/! schurk te verijdelen.
Wees slechts kalm, en laat uw echtgenoot niet
bespeuren, dat u iets anders dan zijn. toestand
kwelt."
„Dank, beste Arthur," zeide zij: „dank voor
uwe deelneming en uwien bijstand! Ik laat alles
voi vertrouwen aap u over. Verzwijg niets voor
mij van het geen gij verneemt. Al mocht Joce
lyn schuld hebben, en al was zijn schuld nog
zoo groot, ik voel mij in staat om hem alles te-
vergeven en alles met hem te dragen!"
„Sta mij' als een broeder ter zijde!" her
haalde Arthur bij zich zelv-en, terwijl hij van
Jocelyns Rock naar Shomcliffe terug wan
delde. „Eens, in den treurigsten stond van mijn-
leven, heb ik haar beloofd, om te allen tijde
een broeder voor haar te zijn, en ik zal woord-
houden. Maar ik was verre van te -denken;,,
dat zij zoo spoedig in zulk een zaak beho-efte
aan mijn broederlijken bijstand zou hebben.
Arme Laura! ik beklaag u van ganscher harte:
want Tk gevoel, wat gijl in deze oogenblikkie|n!
moet lijden. Hoe teeder bemint zij hem! Maar...
zou hij hare liefde wel verdiepen? Zou de aan
klacht van dien ellendigen- fortuinzoeker wel
geheel uit de lucht zdjp gegrepen? Als ik mij
de aarzeling van den graaf herinner om zich
aan zijne geliefde te verklaren, dan... God geve,
tume, bijvoorbeeld, is meer dan ooit populair en
wordt gekozen voor oohtend-, middag- en avondl-
dracht.
De jumpertoiletten, welke voor avonddracht ge
kozen worden, zijn bijzonder aantrekkelijk en wor
den in Parijs veel gezien.
In vele gevallen worden zij vervaardigd van
gekleurd lamé en worden gemaakt met een gte-
plooid rokje en een nauwsluitend mouwloos lijfje.
De meeste costuumpjes, die over dag gedragen
worden, hebben lange mouwen, tot op de hand
en in die gevallen is de jumper sterk overgebloust
in de taille, als contrast tegen de rechte lijnen
van deu rok.
Een bijzonder aantrekkelijk jumper-costume is
afgebeeld onder no. 1342. Het is meer speciaal
bedoeld voor sport of vacantiedracht en onder
scheidt zich door een buitengewonen -eenvoud.
Het korte rokje hangt reoht af, doch heeft ruim
te in overvloed, welke wordt aangebracht door
de stolpplooi aan d-e voorzijde. Het lijfje wordt
bij de schouders een weinig ingenomen en valt
in de taille ruim over den nauwen ceintuur.
Knippatronen zijn verkrijgbaar in de maten .42,
44, 46 en 48 onder opgave van no- 1342. Kosten
55 cents.
Het eenvoudige huisjaponnetje, afgebeeld on
der no. 1343, wordt gemaakt van zilvergrijs crêpe
en wordt gegarneerd met een kraagje, manchetten
en knoopjes van een donkerrose tint. Het japon
netje heeft lange mouwen en een origineel rokje,
daar de achterzijde over de voorzijde geslagen
wordt- en aan beide zijden met knoopjes wordt
afgezet.
De taillelijn wordt eenigszins geaccentueerd
door een ceinture.
Knippatronen zijn verkrijgbaar in de maten
42, 44, 46 en 48, onder opgave van no. 1343.
Kosten 55 cents.
HET IS NIET NOO DIG DEN DUIVEL
TER MARKT TE STUREN.
Dit is een zeer ouder-wetsche spreekwijze, die
eigenlijk uit Amerika afkomstig is. Daar leefde
heel vroeger een oude stam, de Shakers genaamd,
die in het algemeen strikt leefden volgens de be
grippen van Christelijke broederschap, maar die
hun meest on-scrupuleuze broeders uitzonden om
in de wereld handel voor hen te drijven. Vandaar
kwam het gezegde: „den duivel ter markt sturen".
Hieruit blijkt, dat men het toen zóó beschouw
de, dat, terwijl Christelijke principes en een goed
leven uitstekend waren thuis en in persoonlijke
aangelegenheden, doch dat zij niet dienstig- wa
ren voor de buitenwereld- Daar moest men den
duivel met vuur bestrijden en met menschen,
die voor niets terugdeinzen, handelen op on-scru
puleuze wijze.
Het is een zeer algemeen verspreide idee, dat
die mensctieu het ver brengen in de wereld, -die
zich niet strikt houden aan de wetten -der mo
raal. Men moet slecht genoeg zijn om vooruit te
komen en toch niet zóó slecht, dat men in han
den valt van het gerecht.
Maar zij, die oud en wijs gewordeu zijn in de
dingen der wereld weten, dat deze re die neer ing
valsch is.
Het is een feit, dat eerlijk het langst duurt
eerlijk zijn, zoowel in kleine dingen, als in groote
zaken, en eerlijk zijin, zoowel in uw eigen kamer
als op het open forum der markt.
Eerlijkheid is niet iets, dat men kan aan- en
uittrekken en dat men alleen voor zekere gele
genheden kan gebruiken. Het is iets, waaraan
men steeds trouw moet blijven en iemand, die
eerlijk is in zijn gevoelens, zoowel thuis, als in
de wereld, heeft de beste kans op succes.
Welke jongen of ;welk meisje ook zoekt naar
een geheim tot succes, er kan geen beter middel
aangeraden worden, dan strikte eerlijkheid. Eer
lijk en oprecht zijin in alles kan u soms tjjdelijk
in moeilijkheden brengen, maar in den regel en
op den langen duur, loont het zich.
Een man, die zijn handen schoon houclt en zijn
hart oprecht is altijd op iederen aanval voorbereid
en kan te allen tijden iedereen -wat men noemt,
„vierkant in de oogen kijken."
dat alles laster zij! 't Is reeds vreeselijk ge->
noeg voor haar ©en moordenaar tot vad-er te,
hebben!... Maar neen, lord Haughton moge
een geheime schuld op het geweten hebben,
een onverlaat kan-hij!(niet zijn!"
Zoodra hij, weder thuis gekomen was, tee-i
kende hij: de namen op die hem uit Vernon's,
documenten waren- bijgebleven. „Het zal mij
spcedgi blijken," sprak hij bij zich zeiven, „of
de Jocelyn van deze acten dezelfde is, -die nu
den naam yan graaf van Haughton dragt. Maar
eerst moet ik onderzoeken, welk soort van
wezen zijn aanklager is."
De aanklager wandelde veel minder voldaan
over zich zeiven van Jocelyns-Rock naar Wood
bine-cottage terug, dan hij vroeger van zijl
expedities naar de Abdij! was wedergekeerd.
„Neen Steven!" sprak hijl bij zich zeiven, „gij
zijt niet zoo oolijk geweest als anders. Gij hebt
uw mijn in een verkeerde richting aangelegd en
te spoedig laten springen; twee misslagen-, die
een oud-ge-diemde als gij niet had moeten be
gaan. In plaats van u tot mylady te wamden,
had gij uw eerste denkbeeld moeten volgen
en mylord moeten aanklampen: er zou hem
vrij wat meer aan gelegen zijn geweest om de
zaak zijner vrouw bedekt te houden, dan haar
om publiek schandaal te vermijden. Evenwel,
had die ellendige advocaat er den neus niet
ingestoken, dan zou het mog wel goed geloo,-
pen zijn. Die snaak heeft met zijn kalmte alles
in het riet gestuurd! Toch is mijn kans nog
niet verkeken. Mlen zal mijl dei; voet wel braaf
dwars zetten, en een tijdlang de onverschillige
spelen; doch houd ik slechts voet bij stuk, dan
moet men eindelijk wel over de brug komen."
(Wordt vervolgd.}