•mwï r
Kinderrubriek.
VOORWAARDE!
„En hier kan ik u voor een koopje het bed van
Gotfried va.n Bouillon aanbieden.
„Heb je d'r mottenpoeier in gestrooid?"
BOB EN MOP IN DROOMLAND.
(Vervolg).
Door hard te loopen hadden de kinderen ook
geen succes, zij kwamen alleen steeds verder in
de verkeerde richting. „Laten wij een poosje gaan
zitten om na te denken," zei Bob ten laatste. Zij
gingen naar den anderen kant van den weg en
plotseling werden zij weer teruggezet bij' een hek
„Wat is dat nu?" zei Bob geprikkeld-
Niettemin probeerden zij om te gaan zitten
waar zij nu waren, en onmiddellijk begonnen zij
groote sprongen in de lucht te maken, waarop
alle kinderen op school jaloersch zouden zijn.
Bob en Mop deden hopelooze pogingen om op het
hek te springen, wat hun na veel moeite, eindelijk
gelukte. Maar zij vielen er toch iederen keer-
weder af.
„Hè, hè," nijgde Bob; „wij zijn 'hier, dus wij
olijven maar hier."
Een oogenblik bleven de kinderen zitten uit
blazen.
„Nu weet ik, wat er aan de hand is," riep Bob
opeens, „wij zijn onder den telescoop, dus moeten
wij, natuurlijk, precies den tegenovergestelden
kant op gaan van waar we heen moeten."
(Wordt vervolgd).
ERNSTIG GEVAL. I
De „dokter" tot de „verpleegster". „Tengevol-|
ge van de choooladepudding en het zoute drop
heeft ic een blinde darmverduistering."
TELEURSTELLING!
„Nou, ik heb me ook leelijk in me vingers ge-
sneje toen ik jouw trouwde; van de meubele van
me eerste vrouw heb 'k 'n heele winter brand
hout gehakt, en door de jouwe zijn wc in zes
weke heen!"
De onderaardsche waterweg, die Marseille met
de Rtiöne verbindt, de Rove-tunnel, is vorige
week geopend. Zeventien jaar werd er aan dit
kanaal gewerkt.
MEVROUW ZINGT!
„Wie wordt er hier vermoord?"
Eerste trotsche stadstuinbezitter„Vanmorgen
stonden mijn erwtjes al 7.5 centimeter hoog, zag
ik."
Tweede dito: „O, de mijne waren al 15 hoog."
Eerste: „Jawel, maar ik ging vanmorgen vroe
ger van huis, dan u!"
HET DURE LEVEN...,
„Ellendeling, hoe kun je die ongelukkige vrouw
voor- veertig stuivers buit vermoorden
„Wat zal ik u zeggen, edelachtbare, een stui
vertje hier en een stuivertje daar....
Gelukkige man (die juist het- jawoord gekregen
heeft). „Wanneer kunnen wij trouwen? Men zegt,
dat Mei een ongelukkige maand is, maar..."
Weduwe: „O, ik ben niet bijgeloovig. Om je de
waarheid te zeggen, ik trouw altijd in Mei."
EXAMEN!
De meester: „Als ik van een geheel getal vier
keer een kwart afneem, wat blijft er dan over?"
Pietje:
De meester: „Begrijp je me niet. Als ik een
perzik in vieren snij, en jc eet al die vierdepartjes
op, wat blijft er dan over
Pietje„De pit, meester."
Reiziger (vriendelijk tot bagagedrager): „Han
dig, hè, die nieuwe uitschuif bare koffers. Niks
geen last van al die duizend-en-één pakjes meer,
van vroeger
OP DE HUWELIJKSREIS!
„Zoo, ouwe jongen, wat doe jij hior?"
„Ik? Ik ben op mijn huwelijksreis!"
„Zoo En waar is je vrouw dan
„Ja, kijk eens, er moest toch iemand thuisblij1-
ven om op den winkel te passen!"
VALSCH!
Gerrie: „Ik kom juist van den nieuwen schoon
heids-specialist."
Mary. „Ze waren zeker gesloten daar, hè?"
TOEKOMSTBEELD.
Je daalt even op de Kanarische eilanden neer
voor een Pietje, en in Havana voor 'n paar si
garen!
De Indische diamanthandelaar Ganeshi Lall,
heeft een tentoonstelling gehouden in Philadel
phia. Deze tentoonstelling was er een van juwee-
len ,die een waarde van 6 millioen vertegenwoor
digden. Deze kostbare steenen vervoerde hij in
zijn zakken naar Londen. Hierboven de hande
laar met zijn bewakers, die nem overal op de
hielen volgen.