1
EN
98 ct.
Dames-..longedameshoeden b;..."-""""!
t NIEUWSTE modekleuren
fW
Een ZWEEDSCHE Bootmotor
constructie.
HYPOTHEKEN
B. KOORN Co. Opgericht 1808.
Dames
Koopt Uw Meubelen
GERARD WORM,
FIRMA HENNEKE
C. de BoerWz., Zuidscharwoude
<u>
ALBIN BOOTMOTOR
VRAAGT UW LEVERANCIER of de Imp.
ARCHIMEDES-IMPORT M. JOOSTEN
AMSTERDAM SINGEL 279
r
Effecten
Coupons
Prolongatiën
Hoornsche Crediet
en Effecten bank,
ALKMAAR, HOORN, SCHAGEN,
Oude Gracht 297 Dal 8 Marktplein 92
L
Bezorgt
Verleent Gredieten voor Landbouw,
Nijverheid en Handel.
Safe Deposit
ontving, zoudt U het een goede koop vinden.
Een half pond KQORN's koffie of thee hebben
evenveel geur en kracht als 4 O FIS andere.
Neemt morgen de proef, vraagt Uw winkelier.
KQORN's koffie groen merk 47 ct., blauw 57, met 't loodje 66 per pakje
KOORN's thee 34, 36, 38, 40 cent per ons.
Wanneer U prijs stelt op een groote keuze in
van de FIJNSTE tot de eenvoudigste soorten, gaat 0lt#|(#|l2LCI(l|I
bij een Vakman.
Een vertrouwd adres is
N. POT,
Meubelmakerij Stoffeerderij
Oudegracht 190 Alkmaar
Broek op Langendijk
Vraagt U eens prijs van
Meiboter en Kaas (Rijksmerk)
en U bestelt direct.
Aanbevelend,
K. GROEN.
Langestraat Alkmaar hoek Houttil
van de FIJNSTE tot de eenvoudigste soorten, gaat
U dan naar
Houttil 23 Alkmaar
Prachtkeuze Kiderhoeden vanaf 35 cent.
(Kroten)
prachtig soort Marktbieten van
eigen teelt.
Verkrijgbaar bij:
DE DOOD VOOR ALLE VERGIF
Wanneer een Japanner vergiftigd meent te
zyai, neemt hij haastig een stukje houtskool
in dein. mond ea kauwt er flink op. Deze wijzd
van doen komt dagelijks voor in het Japanschq
leger bij het minste vermoeden van vergifti
ging en naar het schijnt met bewonderenswaar
diger. uitslag.
Het gebruik nu van kool, hetzij van dieren-
beenderen, hetziji van planten, bij wijze van
algemeen tegengif, is een uitvinding,'op Fran-
schen bodem ontsproten aan de boeken van
een Fransch geneesheer, maar die, zooals ge-,
woonlijk gaat met goede denkbeelden, daar!
vergeten of veracht zij(n naar het spreekwoord
,,Geen profeet is geëerd in zijn eigen land."
In het onder^vige geval was de profeet
een zekere dokter Secheyrom, eerste chirurgijn
in een hospitaal van Toulouse of Moitpellier,
Deze dokter nochtans had het ook niet uit
eig;n koker, maar ontving het als erfenis van
ziin grootvader Thonéris, vroeger drogist of
apotheker te Salomac. Nadat deze tusschen
de jaren 1829 en 1855 de „Academie de Méde-
cine" er verscheidene malen van in kennis
had gesteld, werd er eindelijk een commissie'
van onderzoek benoemd. Iin tegenwoordigheid
van die commissieleden onderwierp Thoméris
zich aan een aangrijpende, maar dan ook door
slaande proef: hjji mengt een dosis strychnine,
voldoende om een krachtig man onmiddellijk
te dooden, met een ziekere hoeveelheid houts
koolpoeder, slikt het mengsel in en ondervindt
niet de minste onaangename gevolgen.
De „Agricultuur" van December 1902 ver
haalt een ander voorval, waarvan dezen keer,
de kleinzoon van Thoinéris, dr. Secheyrom zelf
de held was.
Op zekeren dag weiden te Toulouse vijf-.
tien personen van hetzelfde huisgezin vergif
tigd door kwade champignons. In allerijl wordt
dr. Secheyron geroepen. Deze behandelt allen
op dezelfde wijjze: hij geeft hun wat houts-
koolpoeder in. Sleets eenige minuten na het
gebruik van dit eenvoudige middel is de buik
en maagkramp verdwenen en den volgenden
dag is de geheele familie weer op de been.
De houtskool nu werkt niet alleen tegen'
champignons op zoo verblijdende wijze, neen,
haar gevolgen zij(n juist dezelfde bij vergifti
ging door bedorven vleesch, slechte visch of
mosselen; in het kort: houtskool is de doods
vijand van alle vergif, dierlijk, plantaardig
mineraal; zij weTkt wonderen bij vergiftiging:
door alcohol of zware indigestie. De houtskooL
is een tegengif, dat bepaald verdient gekand*
gewaardeerd, onder het volk verspreid te wor
den, opdat men het altijpl en overal bij de hand,
hebbe.
Hoe moet men die kool gebruiken? Hoe
fijner zij is, des te spoediger en zekerder is
haar werking; daarom wrijve men ze tot poe
der. Kan mep ze zoo gauw niet bij den dro
gist of in eein anderen winkel krijgen, loop
dan naar den bakker, zuiver de houtskool goed
van stof en asch, stamp ze in den vijzel en
wrijf ze tot poeder, zoo fijn als meel; e|n het
geneesmiddel is gereed. Dit wrijven nu kan,1
lang duren en de patiënt intusschen al heel
veel hebben geleden, ja, zoo veel, dat hij niet
meer te redden is. Daarom zou het nuttig zijn,
dat mem in elk huisgezin een fleschje of doosje
fijn houtskoolpoeder in voorraad had; men kaai
immers nooit weten wat er gebeurt; een een
voudig stukje vleesch, groenten, ja wat al niet,
kan een min of meer zware vergiftiging teln
gevolge hebbep.
Deze werking nu der houtskool zal niemand)
verwon/deren, die de opslurpende, antiseptische
zuiverende en reduceerende eigenschappen der
kool kent. Een heel eenvoudig voorbeeld is
dit. Wanneer men rooden, wijn heeft, is het
lastig, daar vyitten van te maken. Hoe zal
men de roode kleur doem verdwijnen? Nietsl
eenvoudiger dan dit. Giet den rooden wijn
eenige keeren over beemderkool in een trechtér
en van lieverlede begint de wijn de roode1
kleui te verliezen, om langzamerhand blank:
te worden.
Uit bovengenoemde eigenschappen der kool
volgt onmiddellijk, dat zij de organische ver
bindingen in de maag, bijv. dierlijke en plant-
aardige vergiften, oplost, zoodra zij daarmede
in aanraking komt, doordat zij eenige elemen
ten in zich opneemt; het gevolg dier inwer
king is, dat de kwade gevolgen van het ver
gift of geheel achterwge blijven, of ten minste
sterk verzwakt worden. In de meest ongunstige
omstandigheden zal haar aanwezigheid een veri
zachtenden, beschermenden invloed uitoefenen,
die slechts goede gevolgen hebben kan. Kwade
gevolgen toch kan de kool niet hebben. Het
gebruik is dus altijd zonder het minst gevaar.
Deze kénnis, die, hoewel reeds minstens zes
tig jaar, toch nog nooit de diensten heeft be
wezen, die ze bewijzen kon, verdient uit de
vergetelheid te worden opgewekt en overal ver
spreid te worden.
Doorzitten) f~T 4 I
Stnkloopen
EEN BELASTING OP DE BAARDEN.
Een Italiaansch dagblad* begaan met de fi-
nanciëele moeilijkheden waartegen de regee
ring van dat land heeft te kampen, heeft een
voorstel gedaan, dat, hoe origineel ook, toch
niet zonder antecedent is. Het wil een belas
ting op de baarden zien ingevoerd, die langen
tijd geleden en onder verschillenden vorm in
Rusland is geheven. Peter de Groote toch,
wetende hoe zijin onderdanen ten allen tijde
gesteld waren geweest op de harige versierse
len vari hun gelaat, belastte dit in zijn oog nut
teloos weeldeartikel, toen hij een opbrengst
wenschte te scheppen, die een breeden grond
slag had.
De belasting was proressief, terwijl de pro
gressie niet werd bepaald door de lengte van
de baari, maar door de maatschappelijke posi
tie die de drager innam. Ieder die de belas
ting betaalde kreeg een penning, dien hij, even-
air bij ons de honden, altijd moest dragen; want
de politie, daartoe met een schaar gewapend,
sneed onverbiddellijk den baard af van ieder,
die zijn penning niet kon vertoornen.
Catharina 1 bestendigde deze belasting ea
Peter II stond wel de boereln in 1728 het koste
loos dragen van een baard toe, maar voor de
overige kiassenfder maatschappij hield hij die
in stand, daarbij met strenge straffen hen be
dreigende, die beproefden haar te ontduiken!
Erger nog ging het onder Anna; de mannen
met een baard moesten niet alleen voor het
dragen van dit sierraad bijzondere belasting1
betalen, maar alle andere belastingen werden
voor hen verdubbeld. Eerst onder Catharina
II werd deze belasting afgeschaft.
De belastingpenningen vermelden de woor
den Diengi uziaty (ontvangen geld); daaron
der eer. neus. knevel, mond en baard en links
het Keizerlijk wapen. Op eein penning, die van1
1705 dagteekent, staat een opschrift in Slavi
sche karakters, waarvan wij de beteekenis niet
kennen; daar boven weer de Keizerlijke arend
B.eide opschriften zijn omgeven door een krans
van laurierbladen.
ONS KINDERVERHAAL
DE AVONTUREN VAN KWAAK
XV. DB BLIJDE THUISKOMST.
Db schoolmeester stond met den stok opgeheven,
Om de maat voor het kikkergezang aan te geven,
Toen met vreugde-gekwaak en heet onverwacht
efeEb*"
Ons Kwaakje te huis kwam en sprong in de gracht.
Hij ging naar zijn moeder, die haast omviel van
schrik,
En hem teeder omhelsde met een hevigen snik.
Naar zijn vader, die zich slechts met moeite vermande
Toen de tranen in zijn puilende oogen belandden.
En heel de voorname familie Kwakkwak,
Alle dames en heeren van Wrokkerwroak,
Snelden toe voor een hart'lijke, teed're begroeting.
Nooit zag men zoo'n emotioneele ontmoeting.
Het was een gekwaak zóó wild en verward,
Zóó druk, door elkaar, zóó luid en zoo hard,
Dat Kwaakje zijn eigen geluid niet kon hooren
En al wat hij zeggen wou ganseh ging verloren.
Toen nam hem zijn moeder eens even apart
In een plekje in 't riet en daar stortte hij zijn hart
vreugd^
l'oen eens uit en gaf lucht aan zijn blijdschap en
Bekende met tranen hoe zeer 't hem verheugde,
Dat hij weer was gekeefd bij vrienden en magen
En hij zei dat hij nooit meer den meester zou plagen,
En dat hij zoo'n spijt had, riep hij uit met een traan,
Over wat hij zijn moeder steeds aan had gedaan.
Zijn moeder heeft hem toen onder tranen vergeven
En om aan haar moederhart lucht nog te geven
Gaf ze hem een massa versnaperingen
Als mugjes en andere heerlijke dingen. --
Iu de gracht is gehouden een schitterend feest,
Zooals er in jaren niet meer was geweest.
Ze zijn in een kring rondom Kwaakje gesprongen
En hebben gekwaakt en gejuicht en gezongen
En nooit klonk zoo blijde het wrokkerwroak,
Dat heerlijke lijflied der familie Kwakkwak.
De schoolmeester sprak toen de feestrede uit
J.Wins
Met bevende stem en ontroerend geluid,
Waarin hij ons Kwaakje als een held heeft geprezen,
Als een kikker waar iedereen trotsch op kon wezen,
Als een voorbeeld van moed, van beleid, en van trouw,
Van wie jaren hierna men verhalen nog zou.
Zijn hoofd werd met allerlei bloemen getooid
En hij werd bovendien nog met bloempjes bestrooid,
Op vliegjeü en mugjes werd hij getracteerd,
Nog nooit is een kikker zoo zeer gefêteerd.
Aan het slot van het feest heeft de dappere held
Op uitdruk'lijk verzoek nog eens alles verteld
Wat hij al had beleefd, en men hing aan zijn lippen
Toen hij sprak over schooljongens, proffen en kippen.
En tijden daarna, ja jaren zelfs later,
Als de avond was stil en heel rustig het water,
Dan vertelde nog Kwaak van zijn zwerfavonturen,
Van al wat hij deed en heeft moeten verduren,
Tot leering der kind'ren en der ouderen vermaak.
En dit is het slot der historie van Kwaak.