Buitenlandsch Overzicht
Buitenland
toestand mij nog niet gebleken. Zie maar eens
naar de recette van de fancy-fair en naar de uit
voeringen die goed bezocht worden, maar waa;
alfós contant moet worden betaald.
De heer Kostehjic zegt oat hoewel het verme
nigvuldiging., ciifer op 1.25 wordt voorgesteld B
en W. toch nog bang waien dat het niet genoeg
zou wezen. Men mag nu schermen dat de toe
stand niet zoo slecht is ik zeg echter dat hij heel
slecht vs.
Dc heer Jb. Kroon zegt dat zeker 80 pCt van
de inwoners geen inkomen hebben. Spr is even
goed voor het voorstej, om de burgers, die net
wel betalen kunnen, te ontlasten.
Dé heer De Boer erkent gaarne dat de toestand
slecht is, maar blijft van meening, dat de tuinders
geen voordeel gemeten van het voorstel. Wanneer
men den gasprijs met 2 cent ging verlagen, zou
dit v.el eeh voordeel beteekenen, en ook zij, die
hooger oeiasting betalen, zouden daarvan profi-
teeren.
De heer Bakker erkent ook, dat er eenigszins
van een noodtoestand sprake is. Maar als er dan
een noodtoestand is, moet men geen belasting
leggen op de noodzakelijke levensbehoeften, waar
gas en electriciteit ook toe behooren. Het halen
van winst uit het bedrijf is hier niet gewensoht/
Hier heeft men ook geen reservefonds, zooals toch
bij alle bedrijven aanwezig moet zijn. Het is eco-
nomiscn gezond een reservefonds te hebben.
De heer Paariberg meent, dat de heer Koste
lijk geen rekening gehouden heeft met het feit,
dat gasprijsveriaging verhooging van den omzet
zal bevorderen. Men mag dan ook niet aannemen
dat er een mindere ontvangst van f 7000.zal
zijn. Verder zegt de heer Kostelijk er voor te zijn
uit medegevoel voor hen. die de belasting wel be
talen maar dat is een medegevoel voor personen,
die het niet noodig hebben. Het zijn de tuinders
die in eeri slechte positie verkeeren. Verder is
spr. er niet van overtuigd, dat de 50 pCt. ten volle
in de gemeentekas kan worden gestort. En wat
het onderhoud aan de straat betreft, zegjt spr.,
dat de gemeente door haar straatlantaarns f500
per jaar voordeel van de gasfabriek geniet. De
gemeente toch betaald f 10 per lantaarn, terwijl
deze aan het bedrijf f 20 kosten.
De heer Kostelijk zegt dan nog, dat allen aan
den Langendijk van elkander afhangen. Iemand
die land verhuurt, en daarvan zijn renten leeft,
komt eveneens in de verdrukking, wanneer de
tuinders hun huur niet kunnen betalen.
Het voorstel wordt hierna in stemming ge
bracht en met de heeren Wethouders en Groen
voor, de anderen tegen, verworpen. J
2. Vaststelling van het vermonigvuliigttngseij-
fer voor het belastingjaar 1927'28.
De voorzitter deelt mede, dat volgens mede-
deeling van den Inspecteur der Directe belastin
gen, de totale opbrengst van het belastingjaar
i-9?6rt-'27 bij een vermenigvuldigingscijfer van 0.75
<'/o zal zijn f,14623.ongerekend het bedrag aan
kwade posten, wat nog niet kan worden opge
geven. Over 1927—'28 moet worden opgebracht
f18000.— of f3 jx>.meer dan in het vorige
jaar. Vast staat dan ook dat om dit bedrag te
ontvangen bij eenzelfde totaal aan belastbaar in
komen het cijfer op 1 moet worden gjebracht
Maar lettende op de slechte Uitkomsten van het
tuinbouwersbedrijf, mag met gerustheid worden
Aangenomen dat het totaal van het belastbaar in
komen ?5: pCt. of één vierde is gedaald. Nu moet
ir^pn hierbij niet uit het oog verliezen, dat het vo
rige jaar feitelijk de factor reeds oj| 1 had moeten
worden bepaald. Het totaal bedrag over 1926'27
zou d&n gestegen zijn tot rond f 18000.—, het be
drag. dat over het ljjelastingjaar 1927—'28 moet
Worden ontvangen.
Een. daling van 25 pCt. van het totaal 'belhstbaar
inkomen mag zeker worden aangenomen, zoodat
de'factor minstens 1 25 zal moeten zijn.
Nu zal de dienst 1926 nog wel met een batig
saldo, hoewel klein, sluiten, zoodat de begrooting
voor den dienst 1928 met een voordeelig saldo
opent.
Burgemeester en wethouders zijn van meening,
dat ment en opzichte van het komende jaar niet
al te pessimistiscn gestemd zal mogen zijn, en
meenen zij te moeten voorstéllen niet hooger te
gaan dan 1.25.
De heer Groen kan er zich wel mee vereenigen,
maar vreest, dat men hiermee het noodige bedrag
nog niet zal halen.
De yoorz. antwoordt dat het een slag in de
lucht is. en voegt hieraan toe, dat het een wijs
financieel beleid is, het vermenigvuldigingscijfer
niet al te groote sprongen te laten maken.
Het voorstel wordt hierna met allen voor aan
genomen.
3. Ontwerp besluit tot aanvulling van de ver
ordening op de keuring van waren.
'In verbnou met dc goedgünstige beschikking
door de Kroon, wordt dc ontwerp-verorden. thans
vastgesteld, waarbij het minimum-vetgehalte van
de meik wordt bepaald op 2.75: pCt|
4. Suppleloire begrooting, dienstjaar 1926.
Deze begrooting wordt op de overeenkomstige
bedragen door den raad vastgesteld.
V. Benoemingen.
a. gemachtigde voor de Banne Oudkarspel.
De heer De Boer dacht dat er een gemachtigde
wai. Is er thans een vacature?
De voorz. antwoordt pas kort geleden verno
men te hebben dat er een vacature was. Deze is
omstaan door het vertrek van zijn voorganger.
In deze opengevallen plaats wordt thans we
der voorzien, door d^n burgemeester met alge-
meene stemmen als gemachtigde voor de ge
meente te benoemen, die deze benoeming aan
vaardt onder dank voor het in hem gestelde ver
trouwen. 1
Rondvraag.
De heer Bakker zegt, dat men het daar straks
heeft gehad over de Lichtbedrijven. (Spr. zou nu
een voorstel willen doen, dat misschien in over
weging kan worden genomen. Hier is! sinds de
oprichting van-de bedrijven meterhuur betaald,
en ntag zeker worden aangenomen, dat die me
ters thans al lang zijn betaald. Spr. zou daarom
willen voorstellen de meterhuur af te schaffen
zoowel voor het gas- als voor het electrisch be
drijf.
De voorzitter zegt toe, dat hiernaar een onder
zoek zal worden ingesteld.
De heer PaarlDerg zegt dan het communique te
hebben gelezen van de gecombineerde vergadering
voor verbetering van den Twuijverweg. Daaruit is
1 hem ook gebleken, dat de drie noordelijke ge
meenten een afwijzend antwoord hebben gezon
den op de uitnoodiging op die vergadering tegen
woordig te willen zijn. Spr. zou zijn leedwezen,
zoo niet sterker, willen uitspreken, pver het feit,
■dat B. en W. van deze gemeente die vergadering
niet bijwoonden. 1
Misschien is het gedaan naar aanleiding van het
laatste raadsbesluit, maar daarin werd niet uitge-
spioKen dat men tegen een kleine bijdrage' in de
verbetering was. Spr. neemt tevens in aanmer
king de gevaarlijke positie, waarin de ingezetenen
komen te verkeeren en het besluit meff 6 tegen 1
stem genomen, om f 100 beschikbaar te stellen
voor het instellen van een onderzoek naar een
goedkooper dan het indertijd ingediende plan. B.
en. 'W. hebben door hun wegblijven te kennen
gegeven, niet met de plannen mee te gaan. Graag
had ik gezien dat B. en W. de vergaderinjg had
den bijgewoond, en wij daardoor zouden worden
ingelicht in hoeverre de besprekingen waren ge
vorderd. 1 i
De voorz. U maakt een fijn gebruik van de
rondvraag, maar discussies over dit onderwerp kan
ik niet toestaan. B. en W. wanen eenparig in
hun oordeel en hebben zich laten leiden door het
lnatstgenomen besluit, waarin uitgesproken werd
geen cént te geven voor verbetering van den
Twuijverweg. Door ons is een beleefd schrijven
verzonden, waarin wij mededeelden niet te zullen
ceelnemen aan de te houden besprekingen, orn
aat die voor onze gemeente geheel nutteloos zou
den zijn, gezien het genomen besluit.
De heer Paariberg. Ik ben het niet met u eens.
Maar waar u geen discussies toestaat, zou ik
arleen deze vraag willen stellen: Hoe moeten wij
het dan naar voren brengen?
De voorz. Dan moet u een voorstel indienen
voor de volgende vergadering, en wordt de zaak
weder geheel opnieuw behandeld.
De rondvraag is hiermede ten einde, en volgt
onder dank voor de aangename besprekingen, slui
ting der vergadering.
(Reeds als extra-nr. aan onze abonnée's te
Oudkarspel en Noordschavwoude toegezonden.)
Nadruk verboden.
Br groote oorlog, die als een verwoestende
stormwind over de wereld is gegaan, heeft veel
vernietigd van wat de moeizame arbeid van veie
geslachten op die wereld had opgebouwd. De
verkwisting van kapitaal en arbeidskracht heeft
onze welvaart, geknakt, de voortdurende inspan
ning heeft ons uitgeput, het richten van alle
energie op het werk der vernietiging en op het op
wekken en actief houden van haat en verbitte-
rnig ons gedemoraliseerd. Armer, zwakker, ont
goocheld en verbitterd, zuiver immoraeler zijn
we uit den grooten strijd te voorschijn gekomen.
Maar we doen verkeerd, wanneer we dit alles op
rekening van dien grooten strijd zelve schrijven.
Die strijd was - - en dat vergeten we zoo gemak
kelijk niet een begin, maar een slot, niet een
oorzaak, maar een gevolg van de bestaande te
genstellingen, die den haat en den naijver schie
pen, ai heeft dan die geweldadige strijd, waarin
de strijd van lange jaren een'uitweg vond, Wiel
al de oorzaken, waaruit de ellende over ons we
relddeel is gekomen, versterkt en verscherpt. De
groote oorlog was de eindelijke uitbarsting. Maar
al jaren lang stralen we samen in plaats van
samen te werken. Etn zoo al de wervelwind van
den oorlog veel heeft omvergeworpen van onze
welvaart en onze beschaving, die strijd had het al
ondergraven.
Wanneer we herstellen willen, moeten we daar
mee rekening houden. Een enkele opbouw van
wat de oorlog verwoest heeft, is piet voldoende.
■We moeten de oorzaken trachten weg te nemen,
den strijd, die we al zooveel jaren tegen elkaar'
streden, omzetten in samenwerking. En de nood
van het oogenblik dringt ons daarbij tot haast.
Het zijn ook weer niet enkel de oorlog en de
oorzaken van dien oorlog, die -deze nood gescha
pen hebben. De voortdurende en steeds snellere
toename der bevolking heeft er eveneens scnuld
aan.
Willen, we onze welvaart en onze beschaving
handhaven op het bereikte peil, dus de steeds
toenemende bevolking een zelfde levenspeil waar
borgen, dan moeten we onzen arbeid doelmatiger
inrichten, en de samenwerking zoeken, die we
tot nu toe zo «schromelijk veronachtzaamd heb
ben. De oorlog, die onze welvaart voor een groot
deel vernietigde en de destructieve oorzaken, die
reeds lang voordien werkten en in den oorlog een
uitweg vonden voor liaar werkzaamheid, hebben
het prooes verhaast en de noodzakelijkheid der
verandering met ontstellende duidelijkheid ge
toond-
Maar ook zonder dien oorlog -en dien ouderlingen
strijd voorafging, hadden we de intensievere sa
menwerking moeten vinden, die We nu als nood
zakelijk beginnen te begrijpen. De verwoesting
van den oorlog heeft het samenkomen der econo
mische wereldconferentie sleohts verhaast. Het
inzicht, waaraan ze haar ontstaan dankt, zou
ons ook anders door de ontwikkeling der wereld
vroeg of laat opgedrongen zijn. En dit inzicht
is het, dat aan Geneefsche conferentie haar be
teekeuis geeft.
Het is niet waarschijnlijk, dat de resoluties
die de «economische wereldconferentie heeft aan
genomen, plotseling het aanzien der wereld zou
den omkeeren, aan den ouderlingen strijd, die
het internationale leven bebeerscht, eén einde zoo
maken, de tariefmuren omver halen en een innige
eai doeltreffende samenwerking tusschen de vol
ken tot stand brengen.
Maar die conferentie zelve is het bewijs, dat
de volken de noodzakelijkheid dier samenwerking
beginnen te begrijpen. En dat inzicht is liet
noodzakelijke begin eener samenwerking. De reso
luties, die de conferentie heeft aangenomen en
die zch voor vrijhaindel en een doelmatiger in
richting ,v«n het productieproces uitspreken en
alllerlei maatregelen aan de hand d|oen om daarf oe
te geraken, kunnen bovendien nipt nalaten op
de regeering en volken haar invloed te doen gel
den. Twee en veertig volken zijn daar te Genève
vertegenwoordigd geweest. Zelfs Sowjet-Ruslandi
is niet afzijdig gebleken. Op zich zelf is dat al
een bewijs van een samenwer2ing, die men vlak
na den oorlog niet mogelijk had geacht en, d'ie
ook nu nog verwonderen moet, wanneer men
ziel, hoe nog overal de haat eri de tweedracht van
den oorlog nawerken.
De Times heeft er onlangs aan herinnerd, hoe
moeilijk het opnemen van Duitschland in den
gang van het internationale leven nog! ging. Dat
is ook thans weer gebleken uit het verzet tegen
Duitschland's opname in de mandjaatcommissie.
Die mandaat-commissie is een volkenbondsoommis-
sie, toezicht uitoefende op de mandlaatgebieden.
Waar Duitschland lid van den Volkenbond is
en een der grootere mogendheden, is dus alleszins
reden het aan dit toezicht te laten deelnemen.
Maar men weet, dat Duitschland dan ook 'aan
spraak zou maken op mandaatgebied. E'n daar
tegen richt zich waarschijnlijk wel in de eerste
plaats het verzet. Men wil den overwonnene uit
den oorlog klein houden en machteloos.
Het is niet de eenig enawerking van den oor
log. De haat en de vijandschap ieven ook nog
voort. De amnestiekwestie in België is daarvan
wel een duidelijk bewijs.
In België zuchtten nog tal van Vlamingen in
de gevangenissen en anderen leven in ballingj-
schap, wier misdaad is, dat zij met behulp der
Duitschers hun Vlaamsche nationale wenschen
hebben trachten te bevredigen. Al Jierhaaldelijk
is van Vlaamsche zijde moeite gedaan, daaraan
een einde te maken. Eu thans is weer een voorstel
ingediend om algemeene amnestie te verleenen.
Maar Walen en Franskiljons blijven zich daar
tegen verzetten. En voor dit verzet, dat ook in
de regeering tot uiting komt, schijnt een deel der
Vlamingen te wijken.
Het is de haat van den oorlog, die zich daarin
nog uitspreekt. Maar hoe kan er van werkelijke
samenwerking sprake zijn, zoolang de -volken nog
als vijanden tegenover elkaar staan. We moeten
niet alleen den oorlog vergeten, maar zélfs wat
aan den oorlog voorafging1. Kunnen we dat niet
dan kunnen wo het leed en de verwoesting van
den oorlog niet herstellen en zieker nooti tot die
samenwerking komen, die ook de oeconomische
conferentie als noodzakelijk heeft erkend.
DE VLUCHT NEW YORK—PARIJS.
Lindbergh, die de non-stopvlucht New York
Parijs, volbracht, heeft aan den correspondent
van de New York Times nog het volgende'
daarover verteldI
Ik heb de vaste overtuiging, dat het veel
gemakkelijker is om van Amerika naar Eu-,
ropa dan van Europa naar Amerika te vlie
gen. De winden komen uit 'het Westen esn
zijtn in het algemeen Noordwest of Zuidwest.
Als de wind in het Opsten zit is er grootej
kans, dat het weer onderweg slecht is. Ik beo,'
erg geholpen door het feit, dat ik den wind
in den rug had gedurende op z'n minst een
derde van den tocht, eni vooral bij. het laatste,
cleel. Daardoor kon ik den tpcht in 33 uur,
en 20 minuten afleggen, terwijl ik op 36- uur,
had gerekend. Ik hoor, dat de twee Engelsche
vliegers bij hun vlucht naar Indië gedurende'
33 uur en 33 minuten in de lucht gebleven zijn,
dus eenige minuten langer dan ik. Wat een
pech, dat zie hem zoo dicht bij het doel mpes-i
ten opgeven. Ze hebben denzelfden afstand
als ik kunnen afleggen. Daarin zie ik het be
wijs, dat in mijn tocht niets fantastisch was.
Andere vliegers en machines zullen hetzelfde
doen. Elke poging ztelfs als ze siet slaagt, be-
teekent een stap vooruit.
Voor mijn vertrek naar Parijs, was de
grootste vlucht, die ik gemaakt had, van San
Diego naar San Louis. Mijn motor moet wel
maakt zijtn, want sinds ik San Diego verliet,
heeft hij ni.et gemankeerd. Hij heeft dus ge-,
durende 60 uur zonder fout gewerkt. Toen;
ik hem onderzocht, bleek hiji mij even goed:
als ooit. Ik wijs er nog eens op, dat mijn
tocht degelijk was voorbereid. Ee bouw van
de ,,boot" is 20 Februari begonnen'. Zestig,
dagen later draaide hij| op proef. Als ik. ge
boft heb, komt dat doordat ik een prachtige
machine heb. Niets was verwaarloosd en nooit
hebben wij eenigen tegenspoed gehad. Het
slaat nu vast, dat voor een dergelijke vlucht
een ééwdekker het beste toestel is.
Voor een regelmatigen dienst over den
Oceaan zou men natuurlijk een zwaarde ma-i
chine moeten hebben met een meervoudige»
motor. In dit opzicht zal het interessant zijn
het resultaat van de Fokker met zijin drie-
vouidigen motor te, zien. Ik ben zeker, lat hij;
hier komt. Mijn vlucht is per slot van rekening
maar een sprong geweest van één man alleen.
Later moet men zeestations en regelmatige aan-
ioophavens in Zuid Ierland en Newfoundland
maken. Ook moeten de observatie-posten voor
het Noordelijke deel van den Atlantischen Oce
aan worden verzekerd. Gedurende de maanden,
waarin gevlogen wordt, moeten er observatie
schepen zijn, die draadloos ochtend- cn avond
rapDorten over het w^er uitzfenden. Er is wei
nig voor noodig om een vliegtuig tot dalen te
brengen.
Als ik geweten had ijlzei te ontmoeten, zou
ik waarschijnlijk niet opgestegen zijn. Geluk
kig kon ik gedurende het grootste deel van
den rijidwaarin de sneeuwstorm woedde, er
boven blijven. Ik ben nooit meer in mijn schik;
geweest dan toen ik de temperatuur zag stijr
gen, waarmede het gevaar verdween. Als ik
aan wind en vorst was blootgesteld geweest,
zou ik veel meer vermoeid sijn geworden. De
stoel in mijn vliegtuig schijnt -minder gemak
kelijk dan ze is. Ik verzeker u, dat ik vol
komen op mijn gemak was en dan ik mij niet
verroeren kon. Maar als men een vraagstuk
cp te lossen heeft, denkt metn daar nauwelijks
aan. Ik probee.r mij) tevergeefs te herinneren
of ik eenige kramp heb gevoeld. Mijn stoel
was tenslotte veel gemakkelijker, dan vele stoe
len in den schouwburg. Wat eten en drinken
betreft, ik was daarvoor even onverschillig als
voor andere lichamelijke behoaeften. Twee of
drie keer heb ik water gedronken, maar nooit
veel tegelijk. Tot ik uitstapte heb ik geen
dorst gehad. Toen heb ik den geheelau avond
en nacht melk en water kunnen drinken, want
wijn drink ik nooit. Alle vliegers weten hoe
onverschillig men blijft voor voedsel, als alle
aandacht op -één punt is geconcentreerd. Mijn
compas was aldoor mijjn grootste zorg. IIk kon
niet anders doen dan ze bestudeferen en op.
het weer letten.
Ik had een toestel meegenomen, dat een
interessante geschiedenis kan vertellen van de
hoogte waartoe ik gestegen ben. Ik kam door
•ie glazen buis aflezen, dat ik tot 3300 meter
ben gestegen, alvorens tot het water te dalen.
Het vermogen' tot klimmen van mijn toestel
zelfs toen ik nog veel benzine had, is een van
de factoren vajn mijjn' succes geweest. De ijzel
zou anders veel gevaarlijker zijn geweest. De
schade, bijj het landen door het publiek aajn
mijn toestel berokkend kan in één of twee uur
worden hersteld.
DE OVERSTROOMINGEN VAN
DE MISSISSIPPI.
Op 2 Juni zal te Chicago'een congres tot
bestrijding van den watersnood in het Missis-
sippidal bijeenkomen, bestaande uit staatsman
nen, gouverneurs, burgemeesters, bankiers, za
kenlieden. Het zal de grootste beweging in
vredestijd zijn, die in de geschiedenis des lands
bekend is.
Een vloot van 600 vaartuigen, waaronder
verscheidene tientallen drankjagers der kunst-
wacht, reddingsbooten en kustvisschersvaartui-
gen, wordt gemobiliseerd om reddingswerk in
het watersnoodgebiedl te gaan verrichten.
Uit Baton Rouge wordt gemeld, dat het erg
ste thans geschied is door het breken van
den dijk bij Mc. Crea. De tot dusver nog ge
spaard gebleven helft van Louisiana's rijk alu-
viaa, bekken, waar suiker en katoen wordt
verbouwd, is overstroomd of zal dit spoedig
zijn.
Gelukkig voor New Orleans ligt het nieuwe
overstroomde gebied aan de overzijde van de
Mississippi, doch het omvat IV2 millioen acres
me', ettelijke volkrijke steden. De autoriteiten
waarschuwden de bevolking, welke 100.000 per
sonen telt, onverwijld haar woningen te oet-
ruimen. Tengevolge van deze ramp, is de scha-
cL- weder met vele millioenen dollars toege
nomen.
EEN BANDIET.
D pclitie te Meitxem zocht sinds geruimen
tijd Karei Langhmans, een. jongeman van 21
ijaar, wiens strafregister reeds menige veroor
deeling vertoonde wegens verzet tegen de poli
tie. het verboden dragen van wapejnen, enz.
Thans had zij vernomen, dat de gezochte zich
in een perceel aan de Wuytslaan te Brussel
schuil hield, waar hij: met een vriendin ver
bleef.
Drie agenten zouden hem gistermorgen aan
houden. Met de revolver in de hand klopten
zij aan de kamerdeur. In naam der wet ge
lastten zij open te doen. Langzaam werd de
deur inderdaad geopend. Toen inspecteur Goo-
vaeres binnetrad, kreeg hij een siag op den
arm, waardoor zijn revolver viel. Tegelijkertijd
loste de bandiet drie revolverschoten op den
inspecteur, die «waar gewond neerstorte.
Toen de agent van Donninck over den drem
pel der kamer kwam, viel er opnieuw een
schot, dat hem in den buik trof, zoodat hij op
het 'lichaam van zijn chef ineezonk. De derde
agent, Frans Verbrechts, had inmiddels op den
bandiet gemikt en trof hem mpt drie kogels,
waardoor Langhmans op zijn beide slachtoffers
neerviel. Het duel had slechts enkele secon
den geduurd. Terwijl het zich afspeelde, was
de vriendin van den bandiet onbeweeglijk op
het ijzeren ledikant blijven liggen, waar zij alles
gadesloeg.
De agent Verbrechts wilde inderhaast hulp
voor zijn gewonde kameraden halen, aldus ,,de
Tel.", en was reeds enkele treden de trap
af, toen er plotseling weer schoten klonken.
De misdadiger had zich bloedend opgericht
en was buiten de kamer gekomen. Van de drie
kogels, die hij afvuurde, trof er één len agent
in den schouder.