NIK U W B Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier Donderdag Juni 1927 36e Jaargang Buitenlandsch Overzicht No. 64 INTERC.TELEPHOON 52 IWUIIIJkUl (III III VI Deze courant verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag Abonnementsprijs per 3 maanden f 1/15. - Kiedact.-Uitg-. J. H. KEIZER. Bureel Noordscharwoude Advertentiën van 1-5 regels 75 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte Brievt n rechtstreeks aan den Uitgever Eit nummer bestaat uit 2 bladen. EERSTE BLAD. De in var der Londensche politie in het gebouw van de Alrussische coöperatieve vereenigingen, waarin ook de officiëele handelsdelegatie haar kantoren hield, heeft bet gevolg gehad, dat met vrij groote zekerheid vermoed kon worden. De inval duidde al op een stemming ni Engélschje regeer ingskringen, die het onderhouden van vriendschappelijke betrekkingen met Rusland ui terst moeilijk, zoo niet onmogelijk maakte. En het is dan ook niet het resultaat van dien inval, niet het vinden van stukken, die voor de Russi sche regeering bezwarend zouden zijn, waaraan het afbreken der diplomatieke betrekkingen met Rusland moet geweten worden. Wanneer men de verklaringen, die Baldwin in het Lagerhuis aflegde, op den keper beschouwt, moet men tot de conclusie komen, dat de politie in het Russi sche gebouw feitelijk al heel weinig van eenigie beteekenis heeft gevonden en dat, wat de Lon densche regeering op andere wijze in handen was gekomen, als telegrammen aan Russische min of meer officiëele personen in Eingeland en elders, ook niet van dien aard was, dat het het afbreken der diplomatieke betrekkingen kon rechtvaardi gen. Dat alle mogendheden elkaar bespionneeren en dat Rusland tegenover Eingeland daaraan ook meedoet, kan de Engeische regeering ook zon der de huiszoeking weten. Nooit heeft het ont dekken daarvan aanleiding geg(even tot het afbre ken van betrekkingen. Baldwin's eigen verklaring, waarin erkend wordt, dat de Engeische regiering geheime tele grammen, tusschen Russische overheidspersonen gewisseld, in handen heeft kunnen krijgen, bewijst dal ook deze regaering er een verspied'ingfedienst tegenover Rusland op na hield, twaarin zij blijk baar niets onbehoorlijks zag. Dat de Russen communistische propaganda in Engeland dreven en daarbij natuurlijkerwijs tegen de regeering opzetten, is de Engjelsche regeering al evenmip uit de huiszoeking tie weten gekomen. Het feit zelf, en de omstandigheden, waaronder het plaats had, veroorzaakte een voortdurende wrijving tusschen Rusland en Engeland en heeft ongetwijfeld de breuk verhaast. De Engeische regeering werd het voortdurende gestook eindelijk moe, en vooral tv aar Engeland in Ghina en elders zoo onaangenaam de gevolgjen ervan ondervond. Maar het zijn dan ook meer die gevolgen dan het drijven van communistische propaganda in Engeland zelf en het misbruiken daarvoor van de diplomatieke onschendbaarheid, die den breuk hebben veroorzaakt. De inval van de politie eu het resultaat van dien inval zijn FEUILLETON Nacht en Morgen 80) Carter gaf den jongen; een geldstuk, nam de gesteldheid der plaats nauwkeurig op, en! sprak met mjj op den terugweg weinig over de zaak, die mjj op dat oogenblik meer dajn ooit vervulde. ,,Niet lang na onze terugkomst in den „St. George' gingen wiji aan tafel. Daar de knecht die ons des morgens reeds bediend had, ge durende den maaltijd in het vertrek bleef, verv wachtte ik elk oogenblik, dat Carter het in Augusiuo voorgevallene op het tapijt zou brengen. Maar dit gebeurde niet. Hij sprak over het weder en de wegen, over den schouwburg en de hoofdkerk, over de fabrics ken en de vischvaingst, in één woord over al les, maar niet over den moord van Jozef Wil mot. Het nagerecht was opgedragen, en na dat de bediende op bevel van mijn reisgezel een Cantmarle binnengebracht had, zeide de ze laatste tot mij: „Als gij uwe brieven nog met den nachttrein verzendien wilt, dan wordt; het, dunkt mij, tijd er aan te beginnen. :,Ik begreep den wenk, die mij gegevenl werd, zette mijne schrijfcassette op een klei ne bij den haard staande tafel, en begon een brief aan mij|n moeder, terwijl Carter met het voorkomen van een echten kenner, het glas wym aan den mond bracht, dat de bediende! voor hem had ingeschonken. ..Voortreffelijk!"' riep hij, met de lippen smak kende, „welk een heerlijk bouquet. Kan ik je met een glas dienen, Jan?" ging hij op gemeen,-; zamen toon tot den bediende voort. in geen enkel opzicht oorzaak geweest. Die inval was veeleer een gevolg van de Engjelsche ver stoordheid, het bewijs, dat de Engelsche-Russi- sche verhouding op het uiterste gespannen was en een afbreken iler diplomatieke betrekkingen te verwachten. Hij w,as de openbaring van de gespanneuheii der verhouding en als 't ware een voorafgaande aankondiging!, namens de En- gelscne regeering aan de wereld gedaan. Daarom deed het er ook niet toe, wat die inval oplever de. Het houden van de huiszoeking zelf bewees al, hoe de zaken stonden. Noch dé verspieding noch d? communistische propaganda waren van die verhouding de oorzaak, al heeft dan de laatste in haar gevolgen wel meegewerkt. 't Engelsch-Russisch autogonisme, dat al uit het midden der 19e ieeuw dateert, Was de schul- dige en verspieding en propaganda zijn van dat auiogenisme de gevolgen, die zich naar buiten .Openbaren. En de medé door de propaganda ge schapen toestand, de felle anti-Engelsche agitatie van Rusland overal in de wereld, zijn dé onmid dellijke oorzaak van het afbreken der betrekkin gen door de Engeische regeering. j Waarom die regeering dié juist nu heeft afge- broken? De verzwakte positi'e van Rusland in j Azië, de voortdurende agitatie van Russisché zijde i hebben daar ongetwijfeld dieel aan. Engeland heeft i na zijn kans schoon gezien om eindelijk zijn onge- duld bot te vieren. Verder dan het afbreken der betrekkingen zal het zéker wel niet gaan. In Rusland verbeeldt men zich al, dat dé Engel- j schen een oorlog voorbereiden. Zoo'n vaart zal net j zeker nog wel niet loopien. Engeland heeft bij een oorlog met Rusland niet veel te winnen, enkel te verliezen. Maar eenig gevaar voor verwikke- lingen ontstaat uit zulk afbreken der betrekkin- j gen altijd, vooral wanneer Rusland met zijn agi- i tatie in Azië en elders voortgaat. Eu dit gevaar zelf maakt den toestand der wereld al onzekerder eu versterkt het gevoel van onzekerheid, dat nog overal heerscht. j Mussolini's min of meer uitdagende rede was niet noodig om ons van het precaire van den j wereld toestand te overtuigen. Maar die rede moet ons wel duidelijk maken, hoe gevaarlijk een stem- ming als uit die rede spreekt, juist in een derge- lijken toestand is. Italië bereidt zich voor, am, zoodra de gelegenheid zich aanbiedt, zijn slag' te slaan. Dat wisten we ook zonder Mussolini's rede. I Maar de wijze, waarop de Italiaansche dictator dat meedeelt, heeft iets provoeeerendis. Een stem ming als uit die rede spreekt, kan alleen het uit breken van een conflict verhaasten. In zooverre vertoont die rede eenige overeenkomst met de daad der Engeische regeering'. Juist de gespannenheid| de rverhoudingen en dé zoo weinige stabiliteit van den huidigen toestand', maken da'den als het afbreken van diplomatieke betrekkingen en uit- dagende redevoeringen zoo gevaarlijk. ,J>eze was met de aanbieding hoogst ver eerd, en nam het glas, dat Carter hem liet in-. schenken met eene beleefde buiging in de. j hand. „Ik wist ook wel," vervolgde Carter, „dat uw meester er een goeden kelder op na hield. Niet lang geleden hoorde ik nog een mijner. Londensche vrienden de lof van den „St. Ge orge" in dit opzicht vermelden." „Waarlijk, mijnheer?" vroeg de knecht met zulk een verrukt gelaat, alsof de roem van het hotel zijns meesters voor de helft op hemi neerkwam. „Mijn vriend had het, meen ik, van dein; bankier Walter," hernam de commissaris. „O, ja!" antwoordde de bediende glimla chend, „mijnheer Walter kon uit eigen onder- vinding spreken." „Ik schoof den brief aan mijn moeder op zijde, en legde een schoon vel papier voor mij. „Dat was een merkwaardig geval, die moord, van Jozef Wilmot," zeide Carter, „Scnenu u nog eens iim, Jan; mijn vriend geeft om geen; wijn, en als gij mij dus niet helpt, komt de flesch niet leeg. Hebt gij ook voor den lijk schouwer moeten getuigen?" „Neen, mijnheer," antwoordde de knecht; aileen onze meester ea Brigsmawl, de eerste bediende." „Hé! hoe kwam dat? Hadden geen andere" bedienden van het hotel met den heer Walter en zijn reisgenoot te doen gehad?" „Och, wat zal ik u zeggen, mijnheer," ant woordde de bediende, Carter vertrouwelijk na derende. „Brigsmawl is een man, die gaarne in alles gekend wordt, en zich verbeeldt dat hij van alle dingen het rechte weet. Maar was het gegaan, zooals het behoorde, dan hadden Jane, de tweede werkmeid en ik, die beide® Er ligt genoeg brandstof overal, op den Bal kan, aar; den Duitsch-Poolsche grens, in het Rijn land ,in China. Dan is het roekeloos weggooien van lucifers gevaarlijk. Zal het vlam vatten?,Het lijkt niet waarschijn lijk. De volken zijn nog te uitgeput van de we reld worsteling en de schatkisten zijn leeg. Voor- loopig hebben we nu op te letten hoe Frankrijk en Japan en ook Amerika op de Engeische daad' reageeren. Engeland wenscht ongetwijfeld wel een soort boycot van Rusland en zal daarom Duitsch- land het waarnemen der Russische belangen in Eingeland, al is dat enkel een diplomatieke be leefdheid, wel eenigszins kwalijk nemen. Maar het lijkt er nog niet naar, dat de andleren zich daartoe zullen laten vinden. Rechtzaken MEERVOUDIGE RECHTBANK. Zitting van Donderdag 31 Mei. UITSPRAKEN. Joh. S. Blokker, honger beroepvonnis, overtre ding Leerplichtwet f6 boete of 3 dagen. Nathan van Helder, misdrijf art. 249 ,W. v. S., 6 maanden gevangenis. NIEUWE ZAKEN. Nu moeten ze den man maar inpt rust laten. AJ Weer was de vrachtrijder Albert N. van Calantsoog present, om de hem ten laste gelegde schuldvernieling van de eiectrische liohtleidling te Sehagen te hooren verder behandelen. Een zieke juffrouw te Sehagen, /he zelf niet- kan komen, heeft de vernieling gezien en haar op schrift gestelde getuigénis wordt plechtig voor gelezen. Tegen de arme géplaagtle vrachtrijder, die maar altijd die sigaar schijnt te zijn, wordt gevorderd f 40 boete of 40 dagen. Die Is beter thuis achter dé kinderwagen. De verdachte Evert Jan H., vroeger te Hoorn, thans te Bolsward woonachtig, is zeker op grond van den afstand, maar thuis gebleven. Niettemin 1 was het een zeer ernstig feit dat hem was te laste gelegd. Op 5 Febr. namelijk chauffeerde hij te j Hoorn onder toezicht van den echten bestuurder, een Chevrolet vrachtauto en had door zijn onkunde en zenuwachtigheid het ongeluk op het Breel een jeugdigen schippersknecht, die een handkar voortduwde, van achter aan te rijden. De jongs- ling kreeg een geweldigen opstopper en werd vastgeklemd tusschen de auto en de handkar, i Hij kreeg een scheur in den dunnen darm en werd onverwijld per auto naar het St. Elisabeth's ge sticht vervoerd, alwaar hij werd behandeld door Dr. Kersemaker, en aan de bekwaamheid van dien chirurg had de jonge man het te danken, dat hij er het leven afbracht. Evenwel was hij! nu nog zóó zwak, dat hij zijn gewone werkzaam- in het voorhuis stonde®, toen de reizigers dé steep opkwamen, even goed voor de® rechter moeten verschijnen als Brigsmawl." i Gij drinkt niet, Ja®! Zaagt gij dus Jozef Wiimot ook? vroeg Carter, het glas van den bediende dadelijk weder vullende, nadat hij het geledigd had. „Even goed als ik u nu zie, mijnheer. Hét verbaasde mij niet weinig, toe® ik later ver nam, dat de vermoorde heer maar een eenvoii- die kantoorbediende geweest was." „Denkt gij nog vóór posttijd gereed te zul len kom'en?" vroeg Carter, zich tot mij koe rende. „Ik had nog niet opgeteekaad, omdat ik de bijzonderheden, die de knecht mededeelde, daarvoor niet belangrijk geaoeg achtte. Thans begreep ik, dat Carter van een andere mee ning was, en schreef ik alles op wat er ver der gesproken werd. „Waarom verbaasde u dat- zoo?" vroeg hij den bediende. Gmdpt hij er zoo fatsoenlijk uitzag," ant woordde de knecht. „Hij was wel niet beter gekleed dan de heer Walter; integendeel, de ldeeren van dezen wareji zelfs nieuwer en fraaier, maar de houding van de® anderen lieer was zoo deftig en ev.ejn voornaam alsof hij een geboren edelman was." Hoe zag hij er zoo wat uit??" „Hij was bleeker en magerder dan de heer Walter en had minder stroeve gelaatstrekken." „Ik schreef thans alles nagenoeg letterlijk op, maar begreep volstrekt niet, waartoe dit praatje over het voorkomen en de houding van. den vermoorde dienen moest. „Bleeker en magerder Jan mijnheer Wal ter?", herhaalde Carter. ..Maar wat zou,It gij j dan vóór den lijkschouwer getuigd hebben, als heden niet kon waarnemen. Het was dan ook geen wonder, dat de officier tegen dezen pruts- bestuurder 3 weken principale hechtenis vor derde. Wel de lasten, maar niet de lasten. D" 34-jarige negoeiant Jau B., stond terecht omdat hij in Februari van dit jaar te Zuidsehar- woudo zijn ziekelijke vrouw, die bovendien slechts het gebruik van één hand bezit, hulpeloos en. zonder middelen van bestaan had achtergelaten. Hij was 'm op 'n goeden dag gesmeerd, voorgeven de dat hij 3 dagen weg zou blijven. Doch hij schreef zijn vrouw een briefje, dat hij heelemaal niet meer terug kwam. Hij 'beweerde nu dat hij, haar n paar maal eenig geld had doen toekomen en dat een poging tot verzoening door de vrouw was afgewezen. Het was een treurige illustratie van het bekende versje, dat de liefde niet steeds bestendig van duur is. Gevorderd werd 7 dagen Ggevangenisstraf, terwijl de verdediger meende, dat het beter wias om den man vrij te spreken. Het gevecht met dé mestvork. De tuinbouwer Corn. S. te Huiswaard, die den aaaivalligen leeftijd van 49 jaren heeft bereikt, beschikt nog altijd over een vurig en strijdlustig karakter, wat op 28 Febr. tot uiting kwam, toen hij moest ontwaren, dat ondanks zijn herhaalde waarschuwingen, de jeugdige gebroeders Cheres en Lambert Boers weer misbruik maakten van zijn steiger om mest te lossen. Vader Cornelis voelde dat zijn bloed in karnemelk werd omge zet en hij deed pogingen om met zdjn mestvork de op de steiger aanwezige mest in -t water te gooten. (Jhristiaan Boers wilde dit verhinderen maar kreeg 'n paar meppen met de vork, waarop ook de jongere broer Lambert toesnelde cn zijn broeder, die van de been was geraakt, bij te staan, doch ook hij kreeg van den verwoeden peultjeskweoker een tik met de greep op het hoofd, dat hij verplicht w:as zich onder behan deling van Dr. Hartog te Koedijk te stellen. De 15-jarige Lambertus zeide heden dat de slag ver legen goed raak weest was, d'r mos te wel 4 krammen in. De terechtstaande duellant met de mestvork gaf volkomen de schuld van het conflict aan de jongens en beriep zich op noodweer. De officier meeend eechter dat deze vlieger niet opging en eischic f100 botee of 60 dagen hechtenis. De verdediger stond natuurlijk aan de zijde van zijn cliënt en trachtte de rechtbank te bewegen zijn cliënt vrij te spreken. 'n Verdachte met rijke fantasie. De 42-jarige machinebankwerker, Gerrit S„ vroeger werkzaam aan de marinewerf te Helder en aldaar nog gedomicilieerd, bevindt zich thans in het huis van bewaring te Haarlem, door welke rechtbank hij is veroordeeld tot 3 maanden gev. men u opgeroepen had? Zoudt gij' Iets meer dan Brigsmawl hebben kunnen mededsekn0" „Dat zal ik u zeggen, mijnheer," antwoord de de bediende half fluisterend. „Brigsmawl houdt wel staande, dat ik ongelijk heb, ter wijl Jane, de werkmeid, nu ee®s met mij, dan weder met Brigsmawl meepraatmaar al moe;st ik het bezweren zoo zou ik durven volhou den, dat ik goed uit de oogen heb gezien Teen de beide heeren het voorhuis instapten was de jas van den ee®, die spoedig daaropi vermoord werd, tot boven toe dichtgeknoopt, op één knoop pa, en door die kleine opening bij den hals werd ik een gouden horlogeket ting gewaar..." „De bediende zweeg eenige oogenblikken, in beraad staande, zoo 't schee®, of hij voort kon gaan. „Welnu?" vroeg Carter. „De jas van. den anderen heer, van mijn heer Walter," vervolgde de knecht, nog zachter Duisterend, „hing, toen hij het rijtuig uitstapte open, en hoewel hij dien dichtknoopte, ter wijl hij het hotel binnentrad óm het middagmaal te betsellen, had ik toch zoo duidelijk a'.3 iets gezien, dat 'hij geen gouden ketting om den hals had. Bij zijne terugkomst uit de hoofd kerk, om acht uur des avonds, stond ik weder in het voorhuis. Zijn jas hing toen half open: en nu trok het onwillekeurig mijn aandacht, dat. hjj een gouden ketting droeg van dezelfde kieur en hetzelfde fatsoen, als die van den vermoorden heer. Het was wel een kleine, on beduidende omstandigheid, maar in den be ginne dacht ik er niet over na, maar ïafer- heb ik het wel eens vreemd gevonden." „Merktet gij1 anders niets op, dat gij aan den lijkschouwer hadt willen mededeelen?" vroeg Carter op achteloozen toon. (Wordt vervolgd.1) j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1927 | | pagina 1