Abonneert II heden op dit blad - Tot I Juli gratis smmm eb mmm mmmmmm mm eb mm mmmmmm g ONS KINDERVERHAAL g mm mm mmm m g mmmmmmmmmmmm mmm mmm mmm mmmmm DE AVONTUREN VAN JOCO EN COOO 1 WINS Echte, onbekrompen vaderlandsliefde is zeer wel overeen te brengen met de eischen der algemeene mensehenmin, met die van het wereldburgerschap het ideaal eener toekomst, waarin alle volkeren met elkander verbroederd zijn. De strijdende partijen in onze moderne samenleving zouden zich spoedig ver zoenen, indien zij elkander konden zien en verstaan! DE BIJZETTING VAN HET HEI STOFFELIJK OVERSCHOT VAN GE NERAAL VAN HEUTZ OP DE OOSTERBEGRAAFPLAATS TE A DAM. Bij het défilé langs de graftombe en Z.K.H. Prins Hendrik, neigen de vaan dels der regimenten. If! Ilfi 1J l' ;'l I i EEN OVERZICHT VAN DEN DAM TE AMSTERDAM TIJDENS HET VERTREK VAN DEN FNORMEN STOET NAAR DE OOSTER BEGRAAFPLAATS. WAT JOCO EN COCO AAN WONDERLIJKS BELEEFDEN. Ze waren vrienden uit de Oost Sn in hetzelfde bosch geboren, Maar hadden op een kwaden dag Elkander uit het oog verloren. Vriend Joeo was een jonge aap En werd door een matroos gevangen, En Coco raakte in een net, Dat in een palmboom was gehangen. Vriend Coco was een papegaai Met prachtig mooie bonte veeren, Een van het soort, waarvan men zegt, Dat ze het mak'lijkst «preken leeren. Wat met die beide is geschied, Zoolang ze niet elkander zagen Dat moet je, als je 't weten wilt, Maar aan hen zelve eens gaan vragen. Maar wat ze samen al voor kwaad, Voor ondeugd en schandaal bedreven, Daarvan zal ik in maat en rijm Een zeer getrouw relaas je geven. 't Was op een groote mooie boot, Dat in een kooi met koop'ren stangen, Vriend Coco op het wandeldek Voor het vertrek werd opgehangen. Toen Joco ook werd ingescheept, Efl dra zijn kameraad ontwaarde, Hetgeen den armen papegaai, Direct een groote vreugde baarde. Toen ijlde Joco naar de kooi En zei: „Hallo, hoe gaat het, makker?" Treurig zei Cooo: „Koppie krauw, Ik ben gevangen en een stakker." „Kom, niet zoo somber, goede vriend, We zullen spoedig ons vermaken, En op de reis naar Nederland, Weer samen wat op dreef geraken." Toen koos de groote stoomboot ze«, De papegaai zat nog te treuren. Maar onze Joco deed zijn best, Zijn reisgenoot wat op te beuren. „ïe moet je," sprak hij, „in 't begin Erg tam en onderdanig houwen, En lief en zoet en vriend'lijk doen, Dat wekt bij 't mensehdom ras vertrouwen. Dan laten ze je spoedig vrij, En is je kooi dan eenmaal opsn, Dan kan je gaan waar je maar wiit, Zal alles je weer mee gaan loopen. En als een ieder van je houdt, Dan mag je heel ondeugend wezen, Dan kun je stout zijn en brutaal Dan heb je nergens voor te vreezen. Maar één ding is van groot belang, Je moet de measchen lachen laten. Dat is voor jou een kleine kunst, Want jij kan prachtig onzin praten. Wanneer wij goede vrienden zijn, En samen steeds naar eendraeht streven, Dan zal je op deez' lange reis Nog menig goede grap beleven." Zoo werd door aap en papegaai Een bondgenootschap toen gesloten, En dat heeft geen van beide ooit Zelfs een seconde maar verdroten. mffiffi ffiffiffi ffiffiffiffifflfflffl ffiSBBHBBffiffifflffifflfflffiffiffiaw BITTERE ONTGOOCHELING! D-J beroemde spiritist, di'e Julius Caesar, Mi- ehiel ie Ruyter en Napoleon kan oproepen door op tafel te kloppen, probeert tevergeefs een kell- ne rtot zich te lokken! EEN WARE GEBEURTENIS. Zij (iernauwernood uit hare brandende wo ning gered): O, mijn jongenmijin jongen! Durft niemand het te wagen mijn jongen te red den? Brandweerman: Ik, mevrouw. (Hij verdwijnt tusschen de vlammen; verschijnt eenige oogen- blikken later voor een venster). Er is goen jongetje te vinden, mevrouw j niets anders dan dit hondje. ZijO, dat is mijin jongen IN DiE OOUPé. Eerste reiziger: In D. heb ik eens een dui ker gezien, die een half uur onder water bleef. Tweede reiziger: Dat beteekent niets! Ik heb er eens een gezien, die in 't gekeel niet meer boven kwam. „CRIME PASSIONNE". Mama: „Heb je je man doodgeschoten Eula- lielaat gauw je portret maken om het in de krant te zetten als je vrijgesproken bent!" ONRECHTVAARDIGE WERELD! „Ja, daar ben ik vrouw, en als Dempsey zoo'n pak rammel had gekregen als ik, zou hij er vijf tig millioen dollar bij hebben ontvangen!" TWIST.... „Je bent net als je vadler!" „Beleeiig mij als je wilt, maar ik verbied je kwaad van mijn ouders te spreken." TE BOCHTIG Dame (die gemeubileerde kamers zoekt): „Neen, deze kamer kunnen we niet gebr-uiken, mijn man zou denken dat de meubelen hem in het ootje nemen(„London Opinion")

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1927 | | pagina 6