WAARVOOR STIJDT CHINA?
Parlementair overzicht
De inval bij de Indonesische studenten
1
Binnenland
door FRITS WIRTZ. Dr. hc.
(Mandarijn van dé Dubbelen Draak van China).
INLEIDING.
Ik laat hier een artikel over China volger.,
waarvan het materiaal mij van bevriende Chi
neesche zijde werd verstrekt.
Er zullen passages in voorkomen, waarin ver
schillende Chineesche opvattingen, zuiver ver
taald, worden weergegeven. De lezer leide echter
daaruit niet af, dat het de persoonlijke opvat
ting of zienswijze van schrijver dezes zou zijn.
De oplossing van het Chineesche vraagstuk is
voor 'landen met Indisch koloniaal bezit, een bui
tengewoon belangrijk probleem.
Wij, Nederlanders kunnen en mogen daartegen
over niet onwetend blijven staan, omdat dit in
gewikkeld Aziatisch vraagstuk later zal blijken
nauw verband te houden met ons Indonesisch
probleem.
Het leven stelt ons in dezen tijd van Kente
ring voor groote vraagstukken. Niemand zal mij
willen betwisten, dat het Chineesche vraagstuk
het grootste vraagstuk dezer tijden zal gaan wor
den ,en het is juist daarom noodzakelijk, dat de
iWesterling wete, hoe de Oosterling dit vraag
stuk beziet.
VOORGESCHIEDENIS.
Clemenceau heeft op een bespreking te Parijs
met Pauerewski, toen Polen verzocht in den Vol
kenbond te mogen worden opgenomen, het na
volgende gezegld:
„Be kjeine Staten, welke na den grooten oorlog
in het kader der Europeesche Staten werden op
genomen, en die landen, welke door diezelfde
gebeurtenis uitbreiding van grondgebied verkre
gen, mogen niet over het hoofd zien, dat zij dit
aan de Geallieerde en Geassocieerde machten te
da nken he boen.
Wij hebben vele grenzen op de 'landkaart van
Europa moeten veranderen om den volkeren, wel
ke een onderirukkingsperiode hebben moeten door
staan, de gelegenheid te gieven, 'hun nationale
aspiraties te zien verwezenlijken.
De doorvoering van de grenswijzigingen was
echter niet mogelijk, zonder dat daardoor weer
andere volken van nationaliteit moesten veran
deren.
Tegenover deze nieuw ontstane minderheids
groepen hebben wij de moreele verplichting op
ons genomen haar cultureele.n en economischen
toestand te verzekeren.
Daarom kunnen wij die nieuwe Staten niet tot
den Volkenbond lateu toetreden, alvorens zij met
hun minderheden een minderheidsverdxag gesloten
zullen hebben."
Tot zoover Clemenceau.
Hierdoor ontstond dus het minderheidpverdrag,
hot thans acute minderheidsprobleem.
Negen Staten sloten met de Geallieerde en
Geassocieerde machten deze verdragen af. Zes
dezer verdragen werden door den Volkenbond ge
garandeerd.
Zooals bij de stichting der Republieken Tsje-
cho-Slcvakije, Polen en de Baltische landen de
„pushing-kraclit" tot de verwezenlijking der na
tionale aspiraties en ideeën uitging van een na
tionale vereeniging, zoo zien wij datzelfde stre
ven zich ttians in China voordoen.
SUN YAT SEN was de leider en de ziel der
nationale beweging ia China,
De Chinees zag den plotselingen afloop van
den wereldoorlog. Geweldig werd te Parijs en te
Versailles geïntrigeerd door die nationaliteiten,
welke haar volkeren een nieuwen Staat wenschten
te doen stichten. Waarom zou China daaruit geen
leering trekken om eenzelfde organisatie tot stand
te brengen? Voorwaar, niemand zal willen be
strijden, dat de Chinees zich zelfs in zijn eigen
land als minderheid beschouwt.
De tijden hebben geleerd, dat de Westerling,
zoowel tijdens als na den grooten oorlog, de eene
fout na de andere beging, waardoor geheel Euro
pa gedeconstrueerd werd.
Dit alles kon den blik van den sluwen Aziaat
niet ontgaan. Weliswaar begreep hij, dat hij uit
beschavingsoogpunt niet kon worden gelijk ge
steld met den Westerling, maar toch was het
prestige van den Westerling in zijn oogen ge
daald. De Chinees achtte den Westerling niet
meer competent om bij hein de lakens uit te
dieelen
Het was Sun Yat Sen, die in China Europa
met zijn eigen wapenen zou gaan bestrijden. Hij
stichtte en organiseerde een nationale vereeni
ging, in navolging der vereenigingen in de nieuw
gestichte Staten van Europa. Deze vereeniging
droeg den naam van Kuo Min Tang, kortweg
K.M.T en dit werd het uitgangspunt der natio
nale beweging in China,
Na zijn dood vond men in zijn testament den
wensch, om zijne leer, het Sun Yat Senismus
geheeten, te doen verbreiden. Zijn leer zou de
illusie van het Chineesche volk: „China voor
China" doen verwezenlijken. Het was de K.M T„
welke de uitvoering van deze laatste wilsbeschik
king op zich nam.
Het minderheidsprobleem werd sinds zes ja
ren mijn bijzondere studie. Ia vijf jaren bezocht
ik 21 verschillende Staten, waar zich die min
derheden bevonden. Mijn studiemateriaal leerde
mij, dat in Europa en in de Balkan-Staten 48
miilioen menschen in minderheid zijn, d.i. zes
maal de Nederlandsche bevolking.
Door de verkeerde politiek, welke de nieuwe
Staten ten opzichte van hun minderheden voe
ren; door de passieve, dus foutieve houding van
Clemenceau c.s. zijn nu al die minderheden be
gonnen ook haar nationale vereenigingen te stich
ten.
Toen LENIN op den grooten partijdag in Rus
land erkende, dat Rusland nog niet rijp was
voor het communisme, heeft hij zijin groote histo
rische rede gehouden, waarin hij verklaarde, dat
Rusland slechts revolutionnair te maken was door
een groóte wereldrevolutie. Eu inderdaad, het
iaat Moseou vrijwel koud, of bij ons in Indië de
Javaan of de Europeaan heerscht.- Hoofdzaak is,
dat er troebelen komen, opdat het propaganda-
bureau van Radek in zijn eigen Russische pers
kan vermelden: Ziet, tawarasch (kameraad), hoe
rijp Europa reeds voor onze ideeën begint te wor
den!
Het is nu te midden dier verongelijkte volke
ren, dat Rusland tracht terrein te winnen.
Door Je verkeerde politiek van Roemenië, Tsje-
cho-Slovakije en Polen zijin de 14 miilioen Oekrai-
ners, die over die drie landen verdeeld zijn ge
worden. voor Europa verloren gegaan. Al die
lieden voelen zich thans één van ziel en éeni
van geest met hun stambroeders, de 35 miilioen
bewoners van Groot-Oekraine, en zij zeggen het
oogen blik te zullen zegenen, dat de toetreding;
Ut Rusland zal plaats hebben.
Moseou heeft het klaar weten te spelen, een
wig tusschen de Staten te drijven, welke door
Europa als rand-Staten tegen Rusland, een ook
ter afbrokkeling van de Centrale machten, ge
dacht waren. Moseou heeft het dus klaar weten
te spelen, dat bij het uitbreken van een oorlog
die landen niet alleen Rusland' in -het front zul
len krijgen, maar tevens 15 miilioen Oekrainers
in den rug zullen hebben.
Dit waren de resultaten van de oplossing van
het minderheidsprobleem in Europa, waarvoor
Europa zelf blind is gebleven en waarvan Rus
land thans succes oogst.
EiE ANTI-IMPERIALISTISCHE BEWEGING.
Hoe is het thans in China gesteld?
De Kuo Min Taug heeft op Ongelooflijk, snelle
wijze den nationale n wind over China weten te
doen waaien.
Hoe kwam nu de Chinees er toe, om den Rus,
welken hij vroeger gehaat hoeft, als stille ven
noot in zijn nationale beweging op te nemen?
Omdat hij en hieronder volgt thans het oor
deel van een comité-lid van de K.M.T oen
Westerling, den imperialist, als de aanleidlande
oorzaak beschouwt, dat zijn ontwikkeling in alles
werd tegengehouden.
Iu China heerscht thans een koortsachtige vrees
voor het imperialisme, zooals de geschiedenis tot
dusverre nog niet heeft gekend. Het was de nati
onale vrijheidsbeweging, welke deze ang|st heeft
doen ontstaan. Deze nationale vrijheidsbeweging
is tot heden in China niet achterwaarts, maar
integendeel voorwaarts gegjaan, d.w.z_ de idéé der
vrijheidsbeweging, niet de middelen, die daar
voor zouden worden toegepast en de Kuo Min
Tang is de stuwkracht van deze nationale be
weging. De oppositiepartij van gister met Chang
Kai Shek als leider, is thans in de K.M.T. die
meerderheidspartij van heden geworden. Dit wil
echter niet zeggen, dat bij deze partijgjroep de
idee der vrijheidsbeweging gewijzigd is; verre
van dien; ket zijn de mididelen ter oereiking
van het doel, welke gewijzigd zijin geworden.
Yoor eenige dagen werd mij van Chineesche
zijde geschreven:
Eerst wanneer de geheele macht van China
z;oti bij de regeering van de K.M.T zal aange-
sleten hebben, zal het tijdstip aangebroken zijn,
dat de K.M.T aan de verwezenlijking van haar
programma zal kunnen gaan denken. Ik sluit mijn
brief met de woorden van een overleden Chinee-
sohen generaal: „Houdt op met broedertwisten,
vereenigt u, dan zal China ons worden."
Door de leiders der Chineesche vrijheidsbewe
ging werd een intensieve haat tegen de vreemde
lingen gekweekt.
Spreekt men Chineezen in Europa, leest men
het bulletin van de „Chinesisohe Nachrichten-
Agentur" (het orgaan van de Regeering te Han-
kau), krijgt men brieven uit China van K.M.T -
leden, dan begrijpt men uit de opzweepende taal
onmiddellijk, dat het propaganda-bureau van Ra-
dek te Moseou, eu vooral zijn niet te onderschatten
werktuig Borodin te China hieraan niet onschul
dig zijn. Intussehen is uit de binnengekomen tele
grammen bekend geworden, dat sleohts 17 divi
sies den extremisten trouw zijn gebleven, zoo
dat de communistische macht van "Borodin aan
merkelijk gefnuikt zal zijin gewoflen.
China is een iandbouwstaat80 pot. der bevol
king bestaat uit boereu.
Van datgene, wat die arme boeren te verduren
en te doorstaan hebben, kan geen Europeaan zich
een denkbeeld vormen. Zij leven in een toestand
als in de Middeleeuwen; niettegenstaande zij dag
en nacht, zonder Zon- en Feestdagen te genieten,
doorwerken en zwoegen, hebben zij zelfs niet te
eten. Onontwikkeld, zelfs niet kunnende lezen
en schrijven, weten de arme lieden niet, waarom
zij zooveel moeten lijiden. Weldra zal de nationale
regeering de eenige regeering zijn, welke de be
langen van het Chineesche volk zal kunnen be
hartigen.
Gedurende den gevaarlijken strijd heeft het
voik zijn daadkracht kunnen betoonen; de solda
ten behoefden zich o.a. niet meer qm de inten
dance van het leger te bekommeren; munitie en-
wapenen werden hun door de civiele bevolking
gebracht. De studenten maakten voor de vrijheids
beweging de noodige propagandja. De arbeiders
en de boeren streden zelf mede en wezen den weg
aan de voorbijtrekkende troepen.
Engeland is er thans in geslaagd, door steeds
grootere troepenzendingen een internationaal mr
litair eenheidsfront in China te trekken.
Nukan dat leger bij de hevige Chineesche broe
dertwisten nog grootendeels een passieve houding
aannemen. Maar hoe zal de positie in de toekomst
j worden?
i Be K.M.T. zal eens het nationale leger achter
i zich hebben, en wanneer later een Chineesch een-
j heidsfront zal ontstaan, zal dit zich tegenover
het internationale front weten te stellen. Dan
zal zijn aangebroken het oogenblik van de be
slissing tusschen het behoud van het Westar-
sche prestige in China en tusschen „China voor
China".
Mocht het laatste zegevieren, dan zullen landen
met een koloniaal bezit, voor zeer ingewikkel
de problemen komen te staan en donkere tijden
te gemoet gaan!
18 Juni.
Een ganschen dag heeft de Kamer besteed,
aan dc- interpellatie over het weigeren van
goedkeuring op de statuten van den Nieuw-
Malthusiaanschen Bond.
Men weet, wat deze „goedkeuring" betee-
kent en niet beteekent. De wet tot regeling en
bespreking der uitoefening van het recht van.
vereeniging en vergadering eischt voor een
vereeniging, welke als rechtspersoon wil op
treden. d.i. als vereeniging burgerlijke hande
lingen wil kunneni nagaan, dat zij „erkend"
worde bij de wet of bij Koninklijk besluit. Die
„erkenning"' geschiedt door „goedkeuring"
van de statuten of reglement der vereeniging,
en die erkennlt^g wordt alleen geweigerd op
gronden, ontleend aan het algemeen belang.
Een wet kent ook verbolden vereenigingen, n.l.
die strijdig zijn met de openbare orde, en daar
mede wordt o.a. strijdig geacht de vereeni
ging. welke tot doel heeft aanranding of be
derf der goede zeden.
De Minister van Justitie werd aanstonds ge
plaatst voor de hoofdvraag waarop het hier
aankwam, n.l. deze: indien de Regeering den
Nieuw-Malthusiaanschen Bond tot de verbo
tten vereenigingen rekent, heeft zy zich aan
ernstig plichtsverzuim schuldig gemaakt door
de leden daarvan niet te vervolgen. En indien
de Regeering den Bond niet tot de verboden
vereenigingen rekent, wat zij wel niet durven
na een desbetreffend arrest van den Hoogen j
Raad van 1923 waarom weigert zij dan de i
recht spexsoonlijkheid?
De Minister zat wel stevig in den greep, en j
hij heeft getracht er zich uit te redden door
te verklaren, dat ook als de Bond géén ver- j
boden vereeniging is, weigering van „goed- j
keuring'" der statuten zou moeten volgen we
gens de „werkzaamheid" der vereeniging,
welke volgens den Minister een gevaar ople
vert voor de openbare orde en goede zedeij
en mitsdien het verkrijgen vgn rechtspersoon
lijkheid een versterking van die werkzaamheid
zou zijn, dus in strijd zou zijn met het alge-
me n belang. Het doel van den Bond is hier
mede ter zijde gesteld, de werkzaamheid als
iets geheel anders ervoor in de plaats ge
schoven. Zelfs als tegenstander van bet Nieuw-
Malthusanisme moet men erkennen, dat dit is
eên misbruik maken, van de ministerieele
macht. Intussehen, men valle Minister Donner
niet al te hard; deze kan zich troosten met
de gedachte, dat zijin beide voorgangers den
moed gemist hebben om deze zaak alleen te
bezien als Minister van Justitie en niet als par
tijman, waardoor zij reeds vier jaren hangende
was. De interpellatie werd gesloten met de ge»
bruikelijke dankzegging aan den Minister.
De Kamer heeft het parlementaire jaar be
sloten met een belangrijk onderwijs-debat. In
November 1926 was, niettegenstaande het ver
zet der Regeering, een motie aangenomen,
waarin werd uitgesproken, dat er wèl geld ge
noeg was voor een onmiddellijke wederinvoe-.
ring van het verplichte zevende leerjaar. Thans
was een wetsvoorstel van Kamerleden aanhan
gig om deze motie uit te voeren. Andermaal
moest men dus een schijngebaar maken, want
het viel niet te verwachten, dat de Regeering
zou wijken. Minister de Geer heeft op een ver
makelijke wijze aan de meerderheid der Kamer
deze schijnbeslissing weten te besparen. De
regeering zal waarschijnlijk in October zelve
met het volledige verplichte zevende leerjaar
komen, dat dan op 1 Juli 1928 zal kunnen wor
den hersteld, omdat de Minister van Onder
wijs de herstelling der leerverplichting, met
het oog op de vacantie, op den eersten Juli
van eenig ander jaar wenscht. De beraadsla
ging over het betreffende wetsontwerp werd
geschorst, en de Kamer, gevoelende de rede
lijkheid in 's Ministers redeneering, verwierp
het wetsvoorstel-Albarda tot onmiddellijke in
voering van de zevende leerjaarverplichting. j
De werkzaamheden waren hiermede beëin
digd. Handen werden geschud, een prettige
vacantie werd wederkeerig toegewenscht en.
de Kamer zwermde uiteen!
In Indië is men, nog onder den indruk van-
de communistische wandaden, op het oogenblik
de „gewaarschuwde man, die er twee waard
is." Maar hoe staat het in Nederland met de
waakzaamheid van Overheidswege tegen de
communistische actie? Men laat in Nederland
zelf den communisten volle vrijheid; zij mo-
gen hier vrijelijk moord en opstand prediken,
en zij konden zelfs de opstandelingen in Indië
openlijk helden noemen en hen steunen in sym-
pathie-telegrammen.
Maar blijkens den inval welke thans bij Indo-
nesische studenten is gedaan, begint men ook j
hier te beseffen, dat de opstand zeker ook door j
de agenten der Nederlandsche communisten
werd bevorderd. De communisten mogen straf
feloos in hun krantjes de laagste en misleiden-
ste campagne voeren tegen het Nederlandsche
bewind over Indië, straffeloos op talrijke ver
gaderingen nietswetende arbeiders opruien tot
steun aan „de verdrukte Indonesiërs;" straf
feloos brutale telegrammen verzenden aan de
Indische Regeering, die door géén telegraaf
kantoor ter wereld zouden worden aangeno
men. Kortom, de Nederlandsche communisten
voeren openlijk en ongestraft al jaren achter
een strijd tegen het Nederlandsche gezag;
zaaien zelfs onder de voor Indië bestemde
so'daten hun leer van verraad in Indië; pre-
liken verzet en opstand; ruien het volk op;
prijzen geweldpleging aan; noemen de moor
denaars en bommenwerpers „vrijheidshelden"
- en de Nederlandsche regeering liet dit tot
dus vei maar toe!
Inderdaad, dit is geen staatkundige vrijheid
meer, doch roekelooze nalatigheid. Erger: het
is plichtsverzuim tegenover Indië. Het staat
anomstootelijjk vast, dat het communisme in
Indië niets te maken heeft met algemeen volks?
ontevredenheidbet communisme stuit er op de
b ree de massa van het inheemsche volk abso
luut af. Degenen, die zich door welbespraakte
propagandisten tot verzet tegen het gezag heb
ben laten overhalen, waren te dom om critisch
tegenover de hun op de mouw gespelde ver
zinsels te staan en te laf om voor hun inti
midatie niet te zwichten. Het is in de eerste
plaats in hun belang, dat men in Nederland
thans krachtdadiger gaat optreden. Het is wel
bitver, dat deze huiszoekingen moesten begin
nen by Leidsche studenten!
POST EN TEL.
De briefkaarten met ze'gelafdruk van 7i/a et.
zijn voorzien van een opdruk 5 cent en daardoor
gelijkwaardig aan de beslaande briefkaarten van
5 cent.
Met ingang van Maandag! 27 Juni a.s. zal
door het postkantoor te Roosendaal voortaan des
Maandags om de 14 dagen een rechtstreeksc'hc
pakketpo'stzeniding worden gevormd voor den post
agent aan boord van de stoomschepen van dc
stoomvaart-maatschappij „Nederland" te Genua.
In deze zending worden uitsluitend opgenomen
pekkelten t.m. 5 KG., bestemd voor passagiers en
leden van de bemanning.
Telegrammen voor Denemarken en Oostenrijk,
alsmede voor eenige over die landen te bereiken
bestemmingen, kunnen zoowel per radio als per
draad worden overgebracht. Per radio worden
als regel overgebracht de telegrammen van een
desbetreffende aanwijzing voorzien en die, voor
welke de wijze van verzending niet is aangegeven.
In de vergadering der Centrale Commissie voor
georganiseerd overleg in ambtenaarszaken deel
de de voorzitter der regeeringsdelegatie mede,
dat de Regeering voornemens is geen ontslag
aan ambtenaren in vasten dienst te geven met de
vooropgezette bedoeling daarna met hen een civiel
rechtelijke arbeidsovereenkomst aan te gaan.
Een afdruk van de ontwerp-rechtstoestandlwet
werd staande de vergadering aan de leden uitge
reikt. i
Bij de herclassificatie zullen alleen de vol
gende Noordelijke Gemeenten voor verhooging in
aanmerking komen.
Van de 2e naar de le klasse Schrans (onder
deel der gemeente Leeuwardcradeel), van de 3e
naar de 2e klasse Schiermonnikoog, Ameland,
Terschelling, Vlieland, Bolsward, Dragten (ge
meente Smallingerland) en Beilen.
HET POST- EN PAKKETPOST BESLUIT
In verband met de op 1 Juli e.k. van kracht
wordende wijziging in het porto voor brieven
in hel binnenlandsch verkeer, zijin eenige ver
anderingen moo-dig geworden in het Postbe-
sluit 1925, welke bij Kon. Besl. van 14 Juni
j.l. (afgekondigd in Stsbl. 179) daarin zijn aan
gebracht.
Tegelijkertijd is het reeds geruïmen tijd ge
leden van 30 op 20 cent verlaagde recht voor
expresse-bestelling, thans ook in het Postbe-
sluit vermeld (art. 8 sub a).
Aan de bepaling, dat indien de geadres
seerde woont buiten den vastgestelden bestel-
kring, voor expresse-bestelling een recht be
rekend wordt naar den afstand van het kan
toor, dat met de bestelling is belast, en de voor
het bestellend personeel geldende loonregeling,
is thans toegevoegd de bepaling, dat bedoeld'
recht voor elk stuk niet minder dan 20 cents
bedraagt.
In art. IV van het thans verschenen Kon.
Besl. is bepaald, dat de voorhanden zijinde
postzegels van 35 en 60 cent welke niet
meer zullen worden vervaardigd kunnen
worden opgebruikt.
In het Pakketpostbesluit is in art. 5 1 aan
het 1ste lid een nieuw 2e lid toegevoegd,' lui
dende
„Op verlangen van de afzenders worden in
de door den Directeur-Generaal te bepalen ge
vallen, de te verzendien pakketten afgehaald.
V oor de afhaling is een recht van 10 cent per
pakket verschuldigd."
Voorts is art. 1 sub a van het Internationaal
Pakketpostbesluit in dier voege gewijzigd, ciat