Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier No. 75 iMTERc.TELEPHoofi sa Dinsdag 28 Juni 1927 86e Jaargang Plaatselijk Nieuws IHT DEN OMTREK. Nieuwstijdingen FEUILLETON Nacht en Morgen I 1 I NIEUW E I¥ LÜG1DIJKER (I)IRAVI A bonnem en tsprij s per 3 maanden f 1 1b- Redact.-Uitff. J. II. KEIZER. - Bureel l¥oord§CharWOUde Brievenrechtstreets^ifde^Ui^lr dat de marktbesturen en de keurmeester anders kenden handelen als zij derten. Immers de maten zijn toch goed; de deur open te zetten voor andere maten, is toch ten «enen male ontoelaatbaar. Men kan toch de groote voor- deelen van 'n goede sorteering maar niet zoo op eenmaal prijs geven. 'tZou gelijk staan met een terugkeeren tot voor-veilingstoestanden, dat wil toeh eigenlijk niemand. 'tZou de achterdeur uit wezen. Ds provincie Noord-Holland gaat daadwerke- lijn de tuinbouwers steunen, nu in een anderen vorm als na t berucht* jaar 1922. Er worden nu, zcoals de bladen melden, demonstratie-bedlrijven gesticht, in de Streek en aan den Langendfijk Ier bevordering van de glascultuur. 't Blijkt wel, dat Gedeputeerden nauw voeling hielden met de Provinciale Commissie uit de vei lingen. En dat is wel zeer verstandig gedaan ook, want 't is een feit, dat sommige leden van de Provinciale Staten, de allerwonderlijkste voorstel lingen hebben van den tuinbouw. Bij de behandeling in de Staten van het Ka naalplan, speciaal in verband met de beteekenis daarvan voor de Streek, was er een pientere afge vaardigde, die met grooten nadruk het nut van die kanalen bepleitte, want dan zou men in de Streek kunnen overgaan tot meer intensieve cul tuur, nl. tot verbouwen van suikerbieten. Zoo'n voorlichting jat is je me ook wat. Enfin, de tuinbouworganisatie wordt er in ge kend, en dat stemt tot voldoening. Gedéputeer- den stellen tevens voor, ten hoogste 10.000 gld. voor reclamedoeleinden aan de Provinciale Com missie beschikbaar te stellen. Wie komen op een en ander nog wel nader terug. - BROEK OP LANGENDIJK, Vrijdagmiddag omstreeks half zes zou de; smici A. Dekker ©enige reparatie verrichten, aan hei huis van den heer Joh. v. d. Molen; bij het bestijgen der ladder gleed déze van wege de gladheid van het beton onderuit, met het noodlottig gevolg, dat D. naar beneden viel en met zijn hoofd op de steenen terecht kwam. Hevig kreunende van de pijn werd hij bij v. d. M. binnengedragen, waar hij buiten bewustzijn geraakte. Met een auto vervoerd zijnde, werd hij onder dokters behandeling ge steld Liet de toestand zich eerst ernstig aan zien, later vernamen we dat deze redelijk wel was en D. geen nadeelige gevolgen van zijn val ondervindt. ZUIDSCHARWOUDE. De opbrengst der collecte ten behoeve van de vereeniging „Zonnestraal' heeft opgebracht een 'be drag van f 53.80. Zoowel aan de vriendelijke gevers en geefsters als aan de meisjes, die zich voor den verkoop der speldjes beschikbaar heb ben gesteld, wordt langs dezen weg een woord van welgemeenden dank gebracht. - SIINT PANCRAS. Naar we vernemen zijn hier in het Zuidevnde 104 aanvragen binnengekomen voor den aan leg van gas bij het gasbedrijf te Noordschar- woude. -- SINT PANCRAS. Vergadering van den Bond voor Staatspension- neering, afd. Sint Pancras, op Maandag 27 Juni fin net lokaal van den heer Gerritsen, onder leiding van den heer van Kampen, f 1 Na opening en lezing der notulen volgde benoe-j ming van een afgevaardigde voor de te 's-Graven- hage te houden algemeene vergadering. Na twee vrije stemmingen werd gekozen de heer van Kam pen. Tot verkiezing van 3 léden voor het hoofd-, bestuur werd besloten de candidatuur te steunen van de heeren van der Velden, de Boer en Keur. Voorstel H.B., het in bezit komen van een drietal aan hooge eischen voldoende Bondsliederen zal wórden gesteund. In de overige voorstellen werd den afgevaardigden vrij mandaat verleend Van den afgevaardigde der Federatie te Alkmaar volgde meedeeling, dat op initiatief der Federatie te Warmenhuizen een afdeeling was opgericht. Bii de rondvraag stelde de heer Gerritsen voor het plan voor dc winterpropaganda eerder vast te stellen. Hiêrna sluiting. HARENKARSPEL. Herbenoemd is tot burgemeester der gemeente Harenkarspel de heer J. Burger. DE VISSCHERS EN DE STORM. Uit Lemmer wordt gemeld: f Werden onze visschers de vorige week tengevol ge van den storm door het verlies van hun netten zwaar getroffen, thans hebben velen opnieuw ern stige schade geleden, doordat ze, aangemoedigd door de gunstige berichten uit andere plaatsen, de nieuwe netten weer hadden uitgezet- Door den storm van Zaterdagnacht en Zondag is van vele visschers opnieuw alles weggeslagen, zoodat ze we gens geldgebrek hun bedrijf zullen moeten staken, althans indien ze niet worden geholpen. In de vorige week is het zeer goed gegaan ter veiling. Het prijsniveau bleef voor het hoofdpro duct ter veiling hoog, met tamelijk groote schom melingen. Immers slechts een enkele dag was de koopman in staat, beueden 13 gld. te koopen, en dat bleef uitzondering, zelfs op dien zoogenaamd goedkoopen dag waren het maar enkele gelukki gen, die voor dien prijs inkochten. De vroege piepers zijn wel in trek. Op 't eind van de week liep de prijs weer op, de regendag van j.L Vrijdag was oorzaak, dat er Zaterdag maar een zeer geringe aanvoer was, waardoor de prijzen nog weer konden stijgen. De kooplui nemen zulke dingen al heel nuch ter en zakelijk op. Beter duur als niet te krijgen, zeggen ze. En Zondag bracht al weer regen, regen. De Zaterdag gerooide aardappelen zagen er alles be halve proper uit, evenwel alle modder ten spijt, was de markt Maandagmorgen zeer willig. Een oogen blikje hadden we zelfs door de mod der ter veiling een klein oponthoudje. Mocht aan deze kladdige piepers nu de label van het U.C.B. 't Blijkt dus, dat het merk bijzonder op prijs woordt gesteld. Na een poosje kwam dan de be slissing, dat de vuile partijen 't zonder label moesten stellen, dat echter dit geen reden van afkeuring zou zijn voor den kopper. En direct daarop kou men de verkooperskiwaliteiten van enkele vrachtvaarders bewonderen. Waar één hunner werd verzocht een zak om te storten, opdat men de partij, „op grond" kon taxeeren, dit nog al goed uitviel, daar dedten verschillende anderen, die overtuigd waren, nog al schoone piepers to hebben, dit uit zich zelf. Die mannen doen hun uiterste best er uit te halen, wat er in zit. Als reeds opgemerkt, 't liep uitstekend, grooten en drielingen waren duur. Vorige week iu de hoofdstad vertoevend, zei een aardappelman: „wat zullen die boeren m nu rossen. Zulke dure aardappelen, en wat halen die nienschen nu wel van een bunder Die goeie baas meende, dat elke bouwer zoowat een bunder of vier a vijf vroege aardappelen had. En hij redeneerde verder: „kijk, minder als tweehonderd mud (14000 Kg.) halen ze van eer, bunder toch niet. En nemen we nu een prijs aan van ruim 14 gulden, dan hebben ze toch zoowat tweeduizend gulden per H.A. Zoo vroeg in 't jaar en dan raedia 8 a 10 mille, dat moet jé niet uitvlakken!" Wat moet men daar nu op zeggen 'k Geloof, dat 't goed zou wezen, die steedsche 91) Maar waarom maakt men zich zoo bezorgd over hem? Zyt gij, als ik vragen mag, de chi rurgijn, die zijn been behandelt?" „Ik ben een politie-beambte,'" antwoordde Carter, hem aandachtig gadeslaande, „en door lady Haughton met de opsporing van haren vader b"iast. Zij houdt zijne daad voor een viaag van krankzinnigheid, en maakt zich zeer ongerust over hem." „Zij kon wel eens gelijk hebben," antwoordde de majoor, bedenkelijk het hoofd schuddende. „Het is my ook voorgekomen dat Walter na dat spoorwegongeluk nooit meer de man ge weest is, die hij, vroeger was." „Dan zult gij er zeker niets tegen hebben, dat ik mij hier een kleine huiszoeking veroor loof?" ging Carter met 'een zonderlingen glim- lag voort. „Het zou niet onmogelijk zijn dat uw vriend zich hier of daar in uwe villa verscholen had. Lieden in zijn toestand zijn tot de zotste dingen in staat." De majoor haalde de schouders op. „Ik acht het niet wel mogelijk," zeide hij, „dat Walter zich in mijn huis verscholen zou heb ben, zonder dat ik het wist. Maar als gij er lust in hebt kunt gij, wat mij betreft, Wood? bme-cottage van onder tot boven doorzoeken. Hij schelde en zeide tot de dienstmaagd; „Het spijt mij, Molly, dat ik u, met uwe kiest Pijn, niet met rust kan laten, maar deze heer| wenscht de villa te zien, en gij moet dus eens de ronde met hem doen. Maak het echter niet langer dan noodig is, want ik moet heden middag uit en wensch daarom vroeg te eten. aardappelboeren eens uit te noodigen, naar nier te komen. Dat kon geen kwaad, in elk geval heel wat minder als dat we die alles afneuzende, na- apende Duitschers hier hebben. 'k Heb geprobeerd dien man in te lichten en vertelde hem, 'dat er practisoh geen tuinders zijn, (op 'n uitzondering na) die meer dan 1 H.A. van da vroegste aardappelen verbouwen. Em wat de opbrengst per H.A. betreft, het een groote vraag zou wezen, of zij dooréén de S000 Kg. halen; zeg dat de gelukkigs ten nu een f 1200 besommen voor hun vroegste aardappelen. De la tere akkers zijn veel slechter. En hoeveel moet er dan nog van die f 1200 af. Als daar nu eens f 5 a f 600 netto winst aanzit, is het hoog op. En hoeveel zijn er, die een bunder gerooid heb ben? Talrijke bouwers aau den Langendijk heb ben er zoo goed als niet van geprofiteerd. En kan men van zoo'n winst, na een jaar dat zoo slecht was, nu bokkesprongen maken? Et zulleu heel wat gaten gestopt moeten worden van de vroege-aardappel duiten. Natuurlijk geeft het voor velen een mooie opbrengst, 't zou onwaar zijn, 't tegendeel te beweren, 't Brengt voor velen een zeer gewenschte verademing, 'doet de toe komst- wat hoopvoller inzien en dat is zeer ge lukkig te achten. Men kent over 't algemeen des bouwers be drijf niet, de malste voorstellingen heeft men er van. 't Lijkt mijl goed, zoo nu en dan, op die scheeve voorstellingen, te reageereu. Er is nog al wat variatie, wat de grootte der aardappelen betreft. Zoo nu en dan ziet men heel grove partijen, maar daar naast weer schui tjes met zeer fijne aardappelen. Die laatsten ko men grootendeels van hooge akkers; misschien is men er wel wat gauw bij, door den hoogen prijs, om te rooien. Hoe dit ook zijl, 't is een feit, er komen heel wat fijne partijen, dat is nu een maal zoo. Nu is het voor de export in de afgeloopen week nog al graag* geweest. Die fijne partijen, die anders graag voor 't binnenland gekocht wor den, zijn meermalen voor export in de zakken terecht gekomen. Maar de exporteurs nemen het met de maat erg krap; zoo zijn er nog al par tijen geweest, die aan die maat niet voldeden. De keurmeester kwam er aan te pas, en deze was verplicht boete op te leggen. Dat ging niet an ders. Daar is heel wat over te doen geweest. Er is van opzet geen sprake geweest, om n.l. bewust die aardappelen onder de maat te leveren. In de praktijk valt 't blijkbaar niet mee, fijne aardappelen zóó te sorteereu, dat er niets op te zeggen valt. Maar als men nu de zaak eens nuchter be schouwt, dan kan toch moeilijk worden ontkend, De dienstmaagd maakte een toestemmende beweging met het hoofd en verliet met Car ter het vertrek." „Molly!" riep haar meester, nadat zij eenige schreden in de gang gedaan had, „Molly, kom nog eens hier!" Zij. keerde terug en Carter hoorde den 'ma joor haar eenige woorden toefluisteren, waar van hij alleen de laatste opving: „Als is merk, dat gy den mond niet gehouden hebt, zet ibj u op staanden voet de deur uit!" „Aha" sprak Carter biji zichzelven, „is het zóó laat!" i Molly geleide hem; van beneden naar bo ven, en van boven weder naar beneden, alle kamers en kasten openende, en op alles ant woordende wat haar gevraagd werd. In eeije van hel woonhuis afgescheiden mangelkamer trad Carter eensklaps naar de deur, en zeide: „ik heb thans alles gezien, meen ik. Maar nu, moet ik nog! een woordje met u wisselen; Molly." f „Met mij, mijnheer?" vroeg zij blijkbaar ont hutst. 1 Carter nam haar voor 't eerst nauwkeurig op, en bemerkte, voor zooveel haar kiespijn doek dit toeliet, dat zij er aardig uitzag en dat haar oogen schichtig zijfn blik ontwieken, terwyl hij tot haar sprak. .,Ja met u,"' hernam hy. „Wat gelastte uw heer u daareven voor mij te verzwijgen?" „Verzwijgen, mijnheer?" vroeg Molly, ter wijl zij verlegen de oogen neersloeg en de hoeken van haar voorschoot ineen frommelde. „De majoor heeft niet van verzwijgen gespro ken." „Het baat u niet of gij ontkent, want ik heb alles gehooid." „De majoor heeft enkel over het eten ge sproken." „Hoor mijn tijd is te kostbaar om dien met onnoodige praatjes te verspillen. Zie mij eens helder aan," vervolgde hij, een gramstorigen blik op haar vestigende. Ik ben een Londen, sche politie-beambte en niet gewoon om den gek met mij te laten steken. Ik kom hier onderzoek doen naar den heer Walter, die hedennacht heimelijk de Abdij verlaten heeft en ik weet dat gij mij het een en ander van, hem kunt vertellen. Wees dus verstandig en bicht spoedig op al wat u bekend is." ,Ik weet niets, myjiheer, zoo waar als ik leef!" riep Molly, haar boezelaar aan haar oogen brengende. „Gij, zijt een doortrapte feeks'" ging Carter op barschen toon voort. „Maar ik zal u wel la;rem spreken. Doet ge, wat ik u vraag, dans komt gij er zonder kleerscheuren af; maar tracht gij mij nog langer om den tuin te lei den, dan zit gij, over een uur te Shorncliff© achter de tralies." Maar, mijnheer," stotterde Molly, „wat wilt gij dan, dat ik zeggen zal?" „Antwoord slechts op mijne vragen. Maar j pas op, dat gij niet liegt. Hoe laat is de heer Walter hedenmorgen hier gekomen?" „De heer Walter, mijnheer?" „Komaan, geen nieuwe uitvluchten, of ik maak korte metten!" „De h-er Walter istusschen vijf uur en half zies hier gekomen, ging Molly aarzelend voort. „Ik lag nog te bed, en de majoor was, ook nog niet bij de hand." „Was hij. te paard?" „Neen, te voet; maar hij liep heel gebrek kig en leunde op een knuppel." „Waarschijnlijk," dacht Carter, „is hij dus op den hoek der laan afgeklommen, en heeft zijn paard laten gaan oru de bedienden van de Abdij het spoor bijster te maken. En wat; gebeurde er toen," vroeg hij. „De majoor kwam naar beneden om te zien, wat er gaande was, en sprak een heelepooa met oen heer Walter in het huisvertrek." „En waar is hy gebleven?" 1 „Hij is m een vi'gelant© met twee paarden, weggereden." „Waarheen?" „Dat weet ik niet, mijnheer. Dat heeft de majoor mij niet gezegd." „Hoe kwam de vigelante hier." „Ik heb ze op last van den majoor besteld." „Waar?" 1 „Te Lisford in hef logement „de Leeuwe rik." „Hoe laat is de heer Walter reeds vertrok ken?" „Om half negen." Carter zag op zijn horloge en schudde ver drietig het hoofd. Om half negen reeds ver trokken, en het was nu twee uur. „Ik bid u, mijnheer!" hernam Molly op smeef kenden toon, „laat aan den majoor niet blijr ken, dat ik met u gesprokén heb. Als hij 't wist, zou hij mij terstond wegjagen." Carter dacht een oogenblik na over 't geen hem te doen stond. Had deze deern de waar heid gesproken, of was haar verhaal slechts een sprookje om hem van den weg te helpen? Haar vrees yoor haren meester kwam hem wel natuurlijk voor; zij zag er bleek en ont steld uit, en de tranen stonden haar in dé oogen. j „Ik moet wel aannemen," dacht hij, dat zij mij niet misleid heeft'. In geen geval krijg ik van haar niets meer te weten, en het is dus het best om naar „den Leeuwerik" te gaan, en daar te vernemen, waar de vluchteling heen getrokken is. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1927 | | pagina 1