Raad Zuidscharwoude
3 Grondbrieven
„De Lichtstraal"
N. CA RN AS,
de voorkeur te moeten geven aan die sub b
genoemde instelling. De sub a genoemde cor
poratie heeft reeds definitieve geldleeningen
met da gemeente loopen. De sub b vermelde
instelling heetf, bij. brief van den 19en Juli
1926 verdocht, in eventueele gevallen, in aan
merking te mogen komen voor het plaatsen
van een definitieve leeniing bij de gemeente.
Voorts is het rente-type bij beide instellingen
gelijk.
Maandag 27 Juni j.l. heeft de openbare aan
besteding plaats gehad, waarvan het resultaat
is vermeld in bijigaanden staat.
Ons college meent te kunnen volstaan met
het kenen van een bedrag van1 rond f 1500.—
zullende het resteexend bedrag van de aanne
mingsom gevonden kunnen worden uit de ge
wone inkomsten van den dienst 1927. Op grond
van het vorenstaande bieden wij u onderstaand
ontwerp-besluit ter behandeling en vaststelling
De. Raad der gemeente Oudkarspel,
Gelezen de voordracht van burgemeester en
wethouders van 28 Juni 1927;
Gelet op de artt. 44 en 194 der gemeentewet;
BESLUIT:
I. burgemeesters en wethouders te machti
gen tot het aangaan van een geldleening groot
ten hoogste f 1500.— ter bestrijding van de
kosten van het samenvoegen van twcp vrijr
gekomen lokalen in de openbare lagere school
tot één lokaal en dit te bestemmen voor het.
onderwas in lichamelijke oefening.
II. de rente van deze geldleening te bepalen
op ten tioogste 5 pet. "s jaars;
III. de aflossing te doen geschieden in tien
jalen. reiken jare een tiende deel vami het oor
spronkelijk bedrag, te beginnen in 1927, met
voorbehoud van vervroegde aflossing;
IV. de r:nte en aflossing van deze leaning
zullen worden voldaan uit de gewone inkom
sten der gemeente.
Gedaan ter openbare vergadering van
den Raad der gemeente Oudkarspel, den
30en Juni 1927.
Door den heer De Boer wordt gevraagd of
naar deze leening een inschrijving heeft plaats
gehad.
De voorz. antwoordt hierop met een herin
nering aan een 't vorig jaar ingekomen verzoek
van de Spaarbank van 't Nutsdepartement al
hier, om ook in aanmerking te mogen komenj
voor 't plaatsen van definitieve leeningen.
Aan de Boerenleenbank em aan de Spaar
bank is een schrijven gericht geworden, waar
in gevraagd wend of zij in de gelegenheid
waren deze leening te plaatsen is» tegen welken
rentevoet. Uit de antwoorden bleek, dat de
rentevoet bij beide instellingen gelijk was, en
meenden B. en W. te moeten voorstellen! deze
leening bij de Spaarbank te plaatsen, omdat
daarom verzocht is en de gemeente bij de
Boerenleenbank meerdere leeningen heeft loo
penden jie Spaarbank eveneens .een bonafide in-t
stcilmg is.
De heer De Boer zou liever zien dat er
tusschen deze 2 instellingen werd geloot, om
geen indruk van voorbeur te vestigen.
De heer Paarlberg zegt bezoek tie hebben
gehad van .een bestuurslid van de Boerenleen
bank, die hem mededeelde dat de bank was'
uitgenoodigd een vergadering te beleggen met'
het oog op 't plaatsen van de leening, Door.
de Bank is toen geantwoord dat zij, de leening.
wilde plaatsen. In verband hiermede vraagt
spr. de boerenleenbank uitgenoodigd een,
vergadering te beleggen? Zoo ja, dan zou spr.,
de leen mg niet willen plaatsen bij het Nut,
maar bij de Boerenleenbank en een eventueel
andere leening bij de Spaarbank te plaatsen.
Dooi 't betrokken bestuurslid werd de vrees
geuit dat als gevolg hiervan meerdere vaste,
ieeningen bij de Nutsspaarbank zouden worden
geplaatst.
De heer P. Kroon is van oordeel, dat wan-,
neer de rente gelijk is men moeilijk 't voor-,
stel kan doen aan een bepaalde Bank de lae-
ning te gunnen en zou tusschen de 2 bes
trokken banken willen loten.
De heer Bakker vindt de zaak van onder
geschikt belang, maar gaat er toch ook mee'
acooord, om, wanneer beide instellingen zijn
gevraagd, te loten.
Weth. Kroon zegt dat men in 't voorstel niet',
mag zien een voorkeur geven aan de Nutsspaar
bank en een miskennen van de Boerenleen
bank.
De heer Groen verklaart zich ook voor loten.
Dan leest voorz. de brieven voor, die aan
beide instellingen zijn verzonden en van ge
lijken inhoud zijn.
In deze brieven wordt de eenvoudige vraag
gesteld of de instelling bereid is de gemeente
dit geld te leenen en tegen welke rente.
De kassier van de bank kan natuurlijk niet
alleen beslissen en heeft die Boerenleenbank
zoowel als de Nutsspaarbank daarvoor een ver
gadering gehouden. Naar aanleiding van de
binnengekomen antwoorden hebben B. en W.
eenvoudig weg geredeneerd, waar de rente ge-.
Hjk was, deze leening te kunnen geven aan
de Nutsspaarbank, ook mede naar aanleiding
van het ingekomen verzoek.
Ziedaar de gewone gang van zaken.
Wanneer er nog eens een groote leaning,
o.v. f 50.000 geplaatst moet worden, wat, naar
ik hoop, nog eens zal gebeuren, schrijf ik
misschien wel een 20 instellingen aan. Maar
het betrof hier geen openbare inschrijving op
de geldmarkt.
De heer Paarlberg: Is er, behalve de brie-,
ven, geen persoonlijk gesprek gevoerd met den
kassier van de Boerenleenbank, waarin deze
gevraagd is een vergadering te beleggen en
gezegd: ,,'t komt wel in orde?" Spr. vraagt
dit om de zaak zoo zuiver mogelijk te stellen.
De voorz. antwoordt aan Timmerman te heb
ben gevraagd, te bevorderen dat vóór Maan-i
dag bericht op de vraag werd ontvangen.
De heer. Paarlberg: Ziet u hierin geen ge-,
vaar voor de loopetnde rekeningen?
De voorz.: Hoe bedoelt u?? Wij hebben geen
loopende rekening. Misschien heeft u de kaA-
geldkeningen op 't oog.
De heer Paarlberg. Het bestuurslid liet zich
uit, dat het bestuur wel eens zou kunnen be
stuiten, dat de gemeente dan daarmee ook
maar naar een andere instelling moest gaan.
De voorz. antwoordt dat van deze zaak eon
storm in een glas water is gemaakt. En Jan be
hoeven we ons niet te laten dwingen, want we
hebben onze Bank van Ned. Gemeenten. De zaak
krijgt thans eene uitlegging die gèheel bezijden
de werkelijkheid is. Heeren, laten we ons toeh
niet laten leiden door een concurrentiegeest tus
schen een paar kleine instellingen. Wanneer we
vooruit hadden geweten, dat de rentevoet gelijk
was, zouden we zeker zoo aan den'Raad hebben j
voorgesteld de leening te plaatsen bij de Nuts-
spaarbank op grond van het ingekomen verzoek.
De heer Bakker maakt er een voorstel van om
te loten, omdat hier een inschrijving heeft plaats j
gehad.
De voorz. Het was geen inschrijving. Het was f
gewoon een vraag of men eventueel de Ieening
zou kunnen plaatsen.
De heer De Boer ondersteunt het voorstel-Ban- j
ker.
De heer Kostelijk wijist er op dat de Nutsspaar
bank ook een instelling in de gemeente is en vindt j
het billijk dat daar nu de leening wordt onderge-
•bracht. En waar het betrokken bestuurslid zich i
heeft uitgelaten, zooals de heer P. zegt, vraag ik
mij af, of wij het als een gunst moeten beschou
wen dat de Boerenleenbank de gemeente helpt.
De heer Bakker meent uit de woorden van wet
houder Kostelijk te moeten opmaken, dat B. en
W. de leening reeds aan 't Nut hebben toegezegd1.
Hij wil net college niet in ongelagienheid brengen,
en wil dientengevolge zijn voorstel wel intrekken.
De voorz. leest den brief voor, aan het Spaar
bank bestuur verzonden, waarin gewoon wordt me
degedeeld, dat behoudens goedkeuring van den
Raad de leening bij de Spaarbank zal woraen
geplaatst, en oij aanvaarding van het voorstel in
dezen geest door B. en W. te doen, 15 Sept over
de gelden zal worden beschikt.
Het voorstel-Bakker, hierna in stemming ge
bracht, wordt, aangenomen, met de beide weth-
tegen.
De beslissing, thans aan hej.lot/ overgelaten
zijnde, geeft aan, dat niet bij het Nut, maar bij
de Boerenleenbank de leening zal worden ge
plaatst.
De vergadering wordt hierop geschorst, om aan
de heeren C. Paarlberg, Weth. Kroon en P Groen
gelegenheid te geven tot het onderzoeken van die
geloofsbrieven der nieuwbenoemde raadsleden.
Na onderzoek deelt de Comm. bij monde van
den heer Groen mede, de geloofsbrieven in orde
te hebben bevonden; adviseert tot toelating en
conformeert de raad zich met dit voorstel.
In verDand met het pas genomen besluit tot
het aangaan van een geldleening', zal een supple
toirs begrooting worden gemaakt tot wijziging
van de gemeen te-begrooting en ter goedkeuring
worden opgezonden.
Rondvraag.
Door den heer De Boer wordt gevraagd naar
het binnenkomen van de landhuur, waarop vootfz.
zegt, hierover liever in comité dan in het open
baar mededeelingen te doen.
Door den heer Bakker wordt gevraagd of er
nog iets wordt gedaan ten behoeve van hen, die
in Gelderschen Achterhoek door den stormramp
zijn getroffen. Wel is de toestand hier niet best,
maar er zijn toch nog wel ingezetenen, die kunnen
geven.
De voorz. antwoordt dat dit punt door B. en
W. nog niet onder de oogen is gezien. Als bur
gemeester heeft Z.A. een gesprek gehad met
iemand, die hem mededeelde een oomité te willen
Vormen uit een paar vereenigingen, en trachten
door middel van een uitvoering gelden in te za
melen in Oudkarspel en Noordsch-arwoude. Ik
heb mij toen teruggetrokken, en heb er verder
niets van gehoord, dan dat de zaak is afgestuit
op eenige kleine bijkomstigheden. Spr. verwaent
dat nog wel een schrijven zal worden ontvangen
van den Comm. der K. om een comité te vormen.
Echter wer-1 hij ook afgeschrikt door het feit,
dat. juist- de oollecte werd gehouden voor de T.
B. C.na-zorg. Echter zullen B. en W. op deze
zaak hun aandacht gevestigd houden.
Dan zegt de heer Groen dat 't Jiem is meege
vallen dat Je zaak nog even is aangeroerd bij de
aanvrage van het R. K. Lyoeum, maar hij zou
toeh wel willen weten waarom het verzoek van
de R.K. bewaarschool opnieuw is uitgesteld, ter
wijl toezegging was gedaan, dat in deze vergade
ring prae-advies zou worden uitgebracht.
De voor2. antwoordt dat B. en W. nog niet
met. hel prae-advies gereed zijn, en hun standpunt
nog niet is bepaald- In de volgende vergaaeringi
zullen zij den Raad uitspraak laten doen, maar
tevens zullen voorstellen met de eventueele bij
drage rekening te houden bij de begrooting voor
1928. Tusschentijdsche subsidies acht Z.EA. niet
gewénscht, omdat die de begrooting uit haar
evenwicht brengen.
Dan zegt voorz., zal menopgemerkt hebben,
dat men bezig is aan het achteruit zetten der
hekken. Spr. acht 't tot zijn plicht om van deze
plaat» den ingezetenen dank te brengen voor de
daadwerkelijke medewwerking, door zoo bereid
willig gtond hiervoor af te staan. Mocht 't eer
der nog niet gedaan zijn, zoo wenscht hij, ook
die personen dank te brengen. Spr. ziet hierin
een bewijs van goede burgerzin en mag dit woord
van dank zeker namens den raad worden ge
sproken
Het achteruit zetten geschiedt zonder verande
ring en zonder schilderen voo rrekening der ge
meente.'
Bij een van de ingezetenen werd een ijzeren,
hek geplaatst en ontving deze ©en vergoeding,
die gelijk is aan het achteruitzetten van een
houten hek.
Tenslotte doet Z.E.A de medfedeeling, dat nu
er een vacature bestaat voor 't ambt van gem-
veldwachter, de bodediensten door B. en W. zijn
opgedragen aan den heer P. Spanjaart, en ;die
rijksveldwachter ter beschikking van den bur
gemeester slaat, zoolang de vacature duurt.
Hierna met een woord van dank sluiting.
Donderdagavond half 8 vergaderde de Raad van
van bovengenoemde gemeente ten raadhui2e" ondier
voorzitterschap van den Ed. Achtb. heer Jhr.
van Spengler, burgemeester.
Secretaris de heer J. Kunxtén.
Afwezig is de heer Kramer.
De voorz. opent de vergadering met een woord
van welkom, waarna de notulen der vorige verga
dering ongewijzigd worden goedgekeurd.
Blijkens gehouden kasverificatie van den Ge
meenteontvanger bedragen de ontvangsten in to
taal 177597.971/2, de uitgaven f 75637.771/2, alzoo
een batig saldo van f 1960.20. Hierbij is niet
inbegrepen een bedrag van f8000, gjestort bij de
bankinstelling.
Ingekomen stukken en mededeelingen.
'Bericht van Ged- Staten dat het reglement van
orde en de verordening betreffende beteugeling)
der openbare dronkenschap zijn goedgekeurd.
Bericht van Mej. N. H van Zon, betreffeni.fe
aanvaarding harer "benoeming als onderwijzeres
aan de O.L.S
'Bericht van de leden der söhattingscommissie
dat zij hunne benoeming als zoodanig aanvaarden.
Dankbetuiging van het fanfarecorps „Kunst na
Arbeid" voor de verleendte subsidie voor 1927.
Bovengenoemde stukken worden voor kennis
geving aangenomen.
De beer Zeeman stelt de vraag of dp goedge
keurde verordening betreffende dronkenschap op
de zwarte lijst staat, hetgeen door den voorzitter
wordt bevestigd.
Vervolgens vraagt de heer Zeeman, op welke
wijze door een ieder kennis kon worden genomen
voor de zwarte lijst.
De voorzitter antwoordt, dat de lijst niet voor
iedereen ter inzage is. Aan de ver lof houders wordt
madedeeiing gedaan betreffende de hierop voor
komende namen.
De heer Zeeman zegt, dat de voorz. de plaatsing
op de iijst regelt en vraagt of de gelegenheid be
staat- bij den voorzitter inlichtingen in te winnen.
De voorz. zegt, dat zulks afhangt door wien
inlichtingen gewenscht worden.
De heer Zeeman vraagt of de leden van den
Raad inlichtingen worden verstrekt.
De voorz. zegt, misschien wel. De verordening
berust bij het hoofd der politie en als zoodanig
wordt steeds geheimhouding betracht.
De heer Zeeman zegt tevreden te zijn gesteld.
Mededeeling van Ged. Staten dat het verzoek
der gemeente Middelie, en aan welks verzoek
door den Raad adhaesie is betuigd, inzake her
ziening der waterleidngtiarieven is ingewilligd.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Rekening van de gemeenschappelijke U.L.O.-
schiool. De ontvangsten bedragen f 1419.81, de
uitgaven f 1739.271/2, alzoo een nadeelig saldo van
f 319.46i/2. Door iedere gemeente zal een bedrag
moeten worden gestort groot f 106.49.
Het tekort is vermoedelijk toe te schrijven aan
de aanzienlijke verlaging der schoolgelden, welke,
met ingang van 1 April 1926 in werking is
getreden.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Verslag van den Vleeschkeuringsdienst centrum
Oudkarspel. Z.A deelt media, dat de rekening
de volgende vergadering overgelegd zal worden.
Het batig saldo bedraagt pl.m. f500
Mededeeling van den voorz. van het Hoofdstem-
bureau, dat de nieuwbenoemde leden van den
Raad hunne functies aanvaarden.
Schrijven van de Federatie van Ziekenhuisver-
pleging en Ziekenzorg met verzoek adhaesiebe-
tuigitig aan het adres aan den minister om die
verpleegprijzen in de academische ziekenhuizen
niet te verhoogen.
B. en W. stellen voor dit stuk voor kennisge
ving aan te nemen, daar dit college niet in staat
is te eonstateeren of de verhooging gemotiveerd
is, tevens heeft de gemeente te weinig belang)
bij de genoemde ziekenhuizen.
De raad gaat met het voorstel accoord.
Schrijven R.K. Parochiaal Kerkbestuur met
verzoek eene subsidie te ver leenen voor de Pa
rochiale Fröbel- en Bewaarschool.
B. en-W. stellen voor dit verzoek te behandelen
bij de begrooting 1928.
Aidus wordt besloten.
Adtes van het R. K. Lyceum te Alkmaar met
yvorzoek eene bijdrage te verleenen yoor leerlin
gen uit deze gemeente.
Als voren.
Punt 2. Af- en overschrijvingen dienst 1926.
B. en W. bieden aan de suppletoire begrooting,
sluitende in ontvangsten en uitgaven op een totaal
bedrag van f 4509.531/2-
Voorgesteld wordt tot vaststelling over te gaan.
Aldus w.ordt besloten.
Punt 3. Herziening besluit wijziging veror
dening winkelsluiting.
De voorz. deelt mede, dat door den Raad des-
tijd J lot de wijziging heeft besloten, evenwel
zijn niet bepaald welke dagen ontheffing wordt
verleend- Z.A stelt de vraag of hiervan de bedoe
ling is alle dagen of alleen de zondagen. Z.A.
zegt wel het vermoeden te hebben dat het hier
-den Zondag betreft, doch wtenscht niet op ver
moeden af te gaan. Spr. hoopt, dat geene langdu
rige besprekingen gehouden zullen woredn van
voor of tegen de verordening, daar het hier alleen
uitspraak betreft welke dagen bedoeld zijn.
De heer du Burck deelt med'e dat de zondagen
bedoeld zijn.
Vervolgens wenscht de voorz. eene opmerking
te maken ten aanzien van bedoeld artikel, waarir.
gesproken wordt van: de zaken, die in hoofd
zaak sigaren enz. Ten opzichte van mogelijke
ontduiking in de praktijk stelt Z.A. voor „in
hoofdzaak" te wijzigen in „uitsluitend", waar
door ontduiking is uitgesloten.
De heer du Burck zegt, dat hierover in d'e be
treffende vergadering breedvoerige discussies zijn
gevoerd. Dat hieromtrent thans eenig misverstand
zou kunnen bestaan, acht spr. onmogelijk. Spr.
stelt voor „in hoofdzaak" te handhavten.
De voorz. zegt, indien de Raad „in hoofdzaak"
wenscht te handhaven, spr. zich hierbij zal neer
leggen. Z.A meende echter eene waarschuwing)
te moeten doen om eene verordening, door den
verkoopt
trekkende op de Nederlandsche Staalsloterij,
Koopt heden een „LIÖHTSTRAAL"
op Uw Levenspad.
Verkrijgbaar bij onzen Agent, die U alle
inlichtingen verstrekt.
Butterlaan
Oudkarspel
Vertegenwoordiger voor den geheelen
Langendijk.
Raad vastgesteld, zoo juist mogelijk samen te
stellen. Nu echter zal bij eene overtreding Je
rechter uit moeten maken, in hoeverre „in hoofd
zaak" zich uitstrekt.
De heer Zeeman zegt het eens te zijn met dén
voorzitter.
De heer Dijkhuizen vindt het wel wat erg, de
verordening direct weer te wijzigen. Indien de
praktijk aantoont dat de samenstelling niet juist
is, kan deze ten allen tijde nog gewijzigd worden.
Dc voorz. zegt de wijziging in het belang van
den Raad te doen, waarmee voórdeel gedaan kan
worden. t
De heer Groen ziet geen bezwaar in de be
staande samenstelling, doch zal zeer veel afhan
gen van de toepassing der verordening. Spr. is
tegen eene wijziging.
De voorz. zegt geen voorstander van de veror- I
lening te zijn, doch wenscht niettemin dat deze 1
op de juiste wijze zal worden gehandhaafd. Als
voorbeeld neemt de voorz. het volgende: Een
zaak met twee winkelramen, zal voor het eene
raam sigaren, voor het andere kruiden ièrswaren
etaieeren. Wat zal door hem nu in hoofdzaak
worden verkocht? Zoo iemand kan b.v. veel sign- a
ren naar buiten leveren, hetgeen hij zal kunnen I
aantoonen uit de boeken. Daarom is eene duide- I
lijke omschrijving van de verordening eene eerste I
vereischte.
Weth. Bekker merkt op, dat de verordening I
alleen de Zondagssluiting betreft en zal het dus
steeds moeilijkheden opleveren indien het woord
„uitsluitend" wordt aangebracht.
De heer du Burck acht het eene tekortdoening I
aan de vorige vergadering, indien de verandering I
wordt aangebracht.
Hierna sluit de voorz. de discussies en brengt
het voorstel-du Burck tot handhaving van het I
woord „in hoofdzaak" in stemming, hetwelk I
wordt aangenomen met 62 st. Tegen stemden 8
de heeren Kroon en Zeeman.
Punt 4. Onderzoek geloofsbrieven.
Alvorens tot onderzoek over te gaan, deelt Z.A.
mede dat de geloofsbrieven van den heer Kramer I
nog niet aanwezig zijn, evenwel zullen deze in I
de volgende vergadering onderzocht kunnen wor-
den. Het onderzoek wórdt opgedragen aan de
heeren dn Burck, Groen en Zeeman, die na onder-
zoek verklaren deze in volkorhen orde te hebben
bevonden.
Punt 5. Vaststelling kohier hondenbelasting.
De voorz: deelt mede, dat het kohier is vastge
steld tot een bedrag van f156.
De Raad verklaart zich hiermede accoord te
gaan.
Rondvraag.
De heer Zeeman vraagt of er gevolg is gegeven I
aan den oproep tot bijwoning der verg. voor de
kanalisatie. Zoo ja, of de voorz. hiervan mede-
deelingen kan verstrekken.
De voorz. zegt aan het einde der rondvraag een
en ander te zullen mededeelen.
Vervolgens vraagt de heer Zeeman of het niet
wenscbelijk is, de tuinbouwers er nog eens op
te wijzen om toch vooral geen afval in het water
te werpen, zooals vooral in dezen tijd het aard1-
appelloof.
De voorz. acht het beter, indien de Raadsleden
die de tuinbouwvergaderingen bezoeken, he bou
wers dit nog eens onder het oog te breng|eh.
De heer Zeeman meent, dat een schrijven van
B. en W. meer klem zal bijzetten.
De voorz. acht hiertegen geen bezwaar.
De heer Kroon merkt op, dat hij bij persoon
lijke aanwijzing steeds sucoes heeft gehad.
Hierna deelt de voorz. mede, dat de vergadering
voor de kanalisatie Donder dia gmiddiag in het stad
huis te Alkmaar heeft plaats gehad onder voor
zitterschap van Dr. v. Aalst Door de comm. was
een rapport gezonden aan het Gemeentebestuur
waarbij tevens een ontwerp der aanslagen was
gevoegd- Voor het verstrekken van inlichtingien
was bovengenoemde vergadering) belegd, welke
zeer druk bezocht was.
B. en W. kunnen thans nog geen definitief
voorstel aan den Raad voorleggen, daar dit in een
stadium van voorbereiding verkeert, daar de com
missie-v. Aalst na de vergadering van Donderdag
een voorstel zal indienen. De gemeente is volgens
het plan aangeslagen voor f1700 per jaar, bi
dragen gedurende 40 jaren. Ten overvloede Kan
Z,.A. nog mededeelen, dat B en W. in principe
voor eene bijdrage zijrn, evenwel staat nog niet
vast of de bijdrage, die gevraagd wordt, verleend
zal worden, Z.A. zegt, dat een ieder het eens zal
zijn met B .en W., dat de kanalisatie' het levens
belang va.n "Westfriesland is. Voor uitvoerige in
lichtingen hoopt de voorz. er in te kunnen sla
gen een voorlichter bereid te vinden, d'ie tevens
de gelegenheid zal openstellen op eventueele vra
gen een uitvoerig antwoord te geven.
Weth. Kroon merkt op, dat het thans niet d«
bedoeling is, besprekingen te houden, Hiervoor
zal later de gelegenheid komen.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorz-
de vergadering en gaat over in. „oomité generale"-