O
Anne Marie en Jeanne Marie
i
\y
ANDERE tijden, andere zeden.
- ..Vroeger kwam er bij Mina in de keuken
altijd de een of andere soldaat eten."
„En nu?"
„Nu de een of andere coifimunistische afge-
iardigde!" („Le Rire")
Zij. die zelf een draaidlooze probeeren te
maken.
Naar het Fngelsch door GRAGE KING.
De oude Jeanne Marie stond met haar hoofd te
gen het huis geleund, terwijl de'tranen haar over
de wangen rolden. Zij had niet geschreid, sinds
den dag waarop zij haar laatst overgebleven kindt
had begraven. Voor haar bestond er maar één
ding om over te schreien, en haar harde gerim
pelde huid had tot nu toe alleen die tranen ge
kend, die op den dood volgen. De pijn in haar
hart was nu bijna hetzelfde gevoel als het ver
driet over iemands sterven; zij wist wel, dat het
niet zoo erg was als de dood, maar hoewel zij
haar best deed zich met die gedachte te troos
ten, begonnen de tranen steeds sneller te vloeien.
Met een punt van den rooden katoenen doek,
dien zij over het hoofd droeg, veegde ziji ze af;
want de rimpels in haar gelaat liepen niet alleen
van boven naar beneden, maar in alle richtingen,
zooiat ha^r geheele giezicht in een oogenblik nat
was van tranen.
Zoo was het gebeurdzij en Anne Marie woon
den samen in het kleine, rood geverfde huisje,
waartegen zij leunde; en daar hadden zij al vijftig'
jaar met hun tweeën gewoond, sinds Jeanne Ma
rie's echtgenoot en haar drie kindertjes in een
typhus-epidemie waren gestorven.
Het kleine, uit twee vertrekken bestaande nuis-
je, de stal, waarin altijd een koe stond', het lapje
grond beplant met uien, dat alles was indertijd
gekocht en betaald door Jeanne Marie's man
want hij was een flinke, hard werkende Gascog-
ner, en als hij was blijlven leven, zou zeker nie
mand het beter gehad hebben in de wereld,
noch in 'hun buurt, noch in een der andere rood
geverfde wijken, waarmee Gascogher New-Orleans
heeft omringd. Maar de twéé vrouwen zijn
vrouw en zijn schoonzuster hadden ook hun
deel van het werk gedaan, ieder evenveel als een
man had kunnen doen, want als het op werken1
aankomt, is er bij de Gascogner g|een verschil
van sexe.
En na zijn dood zetten zijl samen het werk
voort, verzorgden de koe, en bespitten, bemest
ten, bezaaiden en begoten het lapje grond. De
dag na de begrafenis ging Jeanne Marie bij het
aanbreken van den dag al op weg, met het juk
met de melkemmers op de schouders, terwijl An
ne Marie de groenten naar de markt bracht; en
vijftig jaar lang was dat zoo door gegaan.
Zij waren nu oud vijf. en zeventig en,
zooals zij plachten te zeggen, zij waren altijd
tweelingen geweest. Van een paar tweelingen is
meestal de ééne gelukkig en de andere ongelukkig
en in did geval was Jeanne de gelukkige en Anne
Marie de ongelukkige. En natuurlijk was het
Anne Marie die rheumatiek had gekregen en
maanden achtereen bedlegerig; was, terwijl Jeanne
Marie nog even bedrijvig als altijd op haar klom
pen rondliep.
Niettegenstaande haar beider ouderdom en An
ne Marie's ziekte, hielden zij eiken Zaterdagavondi
iets over, om weg te leggen onder een d,er steenen
van den haard voor de belasting, en voor het be
grafenisfonds. Toen de man nog leefde kwamen
er wel eens goudstukken in, maar die waren alle
maal verdwenen om de vier begrafenissen en de
viervoudige doktersrekening te betalen. Tegen
woordig kwam er alleen zilver in, doch de geld
stukken werden hoe langer hoe kleiner, en be
wezen meer en meer, dat zij al minder en mindjer
VOETBALMATCH...
„Nee, verloren!"
„Hebben jullie gewonnen, jongens?"
.Jtn wat heb je daar in die zak?"
„De Scheidsrechter."
(„Passing Show.")
IN STIJL.
Parvenu op de Arbeidsbeurs: „Watteme
zoeke is een huisknecht met eten Loewiekènse
gezicht, dat bij ons ameubelement past."
verdienden op de melk en de uien.
Lang geleden had iemand haar eens verteld,
hoe zij in één keer uit de loterij meer konden
krijgen dan zij in een geheel jaar bespaarden, en
sedert dien tijd was het haar gewoonte .geworden
elk emaand ieder een zilverstuk op zij te leg
gen, om een lot te koopen. Anne Marie placht het
hare op de markt te koopen, terwijl Jeanne Ma
rie het onderweg bij een harer klanten kocht, en
dan gingen zij' 'smdidjags samen kijken naar het
bord, waarop de winnende getallen werden ge
schreven. En t was gek, maar Jeanne Marie's
nummers kwamen veel vaker uit dan die van
Anne Marie. Niet, dat zij ooit iets won; de cij
fers kwamen nooit uit in de goede volgorde, maar
zij stonden er toch, en dat was genoeg om Annë
Marie knorrig en slecht gehumeurd te maken
voor een .dag of twee, en dat hadi altijd een na-
deeligen invloed op den verkoop der uien.
Toen zij bedlegerig werd, kocht Jeanne Mario
de beide loten, maar zij moest altijd die nummers
nomen, die Anne Marie haar opgaf; en Annte
Marie moest in bed blijven en wachten, terwijl
Jeanne Marie uitging om naar dé nummers op
het bord te kijken.
Eens op een avond, toén Jeanne Marie weer op
haar post was, zag zij, dat de cijfers op het bord
kwamen te staan in dezelfde volgordb als op haar
briefje, zooiat zij een prijs van veertig dollars
trok.
Toen de oude vrouw dat zag, voelde zv
zich even gelukkig, $ls jaren geleden una de
geboorte van een harer kinderen. Zij, dacht
dadelijk daaraan. Zonder een woord tegen,
iemand te zeggen klotste zij op haar klompen
zoo gauw ziji kon naar huis, om het goedet
nieuws aan Anine Marie te vertellen. A'Iaarj
onderweg had zij tijd genoeg om te bedenken,
wat zij met haar veertig dollars zou doen
Veertig dollars! Dat was een mas^a geld!
Zij had heel dikwijls bedacht en uitgerekend
wat zij zou doen, als zij een prijs van twintig!
dollars kreeg, want zij, had altijd gedacht, dat
het onmogelijk meer kon zijn. Maar veertig;
dollars. Ieder een nieuwe japon, en ieen zwart
zijden hoofddoek in plaats van een rood ka-,
toenen, en het huisje opgeverfd e,n 's-mid-i
dags een bordje soep en een lekker stukje
worst, en een flesch goed, duur weefsel voor
Anne Marie's beeinenen dan zouden er nog(
verscheidene goudstukken overblijjven om on
der den haard te bewaren, zoo'n hoop geldj
ddat zelfs haar overleden echtgenoot er ver->
baasd over zou zijn geweest.
Zij duwde de deur open en trad de kamer;
binnen, waar haar zuster te bed lag.
„Zeg, Anne Marie, kindlief," riep zij metj
haar grove stem, die zoo goed bij haar Gasj
consch accent paste, „nu hebben we toch
heusch wat getrokken!"
Op weik lot?" vroeg Anne Marie dadelijk-
In een oogwenk trok al het ongeluk van'
Anne Marie door Jeanne Marie's geest; hoe
de man, met wien zij had zullen trouwen, haat:
ha11 verlaten, en die van Jeanne Marie trouwi
was gebleven; en hoe sedert dien tijfel Antng
Marie altijd ongeluk had gehad, zelfs met he-,
trekking tot de loterij-nummers en bet ver
knopen van de groenten en bet krijgen van
de rheumatiek.
Maar vooral toen zij Anne Marie daar zag
liggen, kwam de gedachte bij haar op, hoe,
treurig bet voor haar zuster was, gedurende;
al die vijf-en-zeventig jaar, van haar leven,,
nooit de herinnering te hebben gehad aan den
zachten druk van een liefhebbenden arm om!
haar middel, of van een kindermondje tegen
haar bprst. j
En zöodra Anne Marie die vraag had gedaan;
Lad Jeanne Marie haar antwoord gereed
,Op het jouwe, Coton-Mai!"
„Waar is het? Geef hier, laat het mij zien.''
De oude vrouw, die haar rug sedert weken'
niet had kunnen bewegen, ging plotseling over
eind zitten en strekte haar grove, hespiige vin-,
gers uit, met lange nagels zoo hard en zwart
als de tanden van een hark door het werken)
in de aarde. i
Jeanne Marie nam het geld uit haar zak-/
doek en gaf het aan haar zuster.
Anne Marie keek er naar en telde het; telde,
het nog eens, en keek er wiser naar; etn als
zij niet zoo oud, zoo gebrekkig en zoo tande-1
loos geweest was, zou de glimlach, die om haar.
lippen zweefde, haar gelaat werkelijk mooi heb
ben gemaakt.
Jeanne Marie kon niet langer bij haar blij-i
ven, want zij moest water putten, om de plaini
ten te begieten, en de groenten plukkein en
rangschikken voor den volgendien morgen. Zij!
voelde zich nu nog gelukkiger, dan alsof zij
een kind had gekregen, iniog gelukkiger zelfs,
dan aisof haar echtgenoot juist was terugge-i
komen. i
„Ongeiuk. Coton-Mai. Ongeluk! Ongeluk
kan wel in geluk veranderd worden!" En haar
glimlach maakte haar gelaat werkelijke schoon;
hoe gerimpeld en leelijk het ook was.
Zij dacht nu niet meer erover, wat zij zelf!
voor haar geld zou koopen, maar alleen aami
het pkizier dat Anne Marie er in zou hebban,
het te kunnen uitgeven.'.
Het water in den puf stond erg laag, en 't,
was zwaar werk om den emmer naar boven te
krijgen; niet veel oude vrouwen van vijf-en
zeventig zouden in staat zijn', zoo'n groot stuk-
land zoo overvloedig te begieten, als Jeanne
Marie deed, maar telkens als zij dacht aan'
de veertig dollars en aan den glimlach valnj
Anne; Marie, gaf zij de dorstige planten een.
extra plas water.
Hét begon te schemeren. Zij rustte even uit.
„Coton-Mai!" riep zij plotseling uit. „Ik moet
toch nog even zien, hoeveel pleizier bet;
PORTRET...
...van een meneer, die verslaafd is aan Idje
radio, voetbei ien bioscoop.
oude mensch van dat geld heeft."
Hoewel zij elkaar gewoonlijk aanspraken metj
j „kindlief", zeiden zij achter eikaars rug altijd
bec oude mensch."
j Er was een gat van een kwast ia een der
houten muren van het huis. N iettegenstaande|
Anne Marie's rheumatiek wilden' zij het nooit
toestoppen, daar het, zooals zij zeiden, licht;
en lucht gaf. Jeanne Marie trok haar klompent
uit en sioop voorzichtig naar den muur toe,
steeds glimlachende, en in zichz'elf herhalende
„Coton-Mai."
Zij hield haar oog tegen de opening.
Anne Marie was niet iin bed, Anne Marie
die in twee maanden er niet uit was geweest!
Jeanne Marie keek de halfdonkere kamer
rond, totdat ziji haar zag.
Anne Marie, in haar korten rok en nacht
jak met bloote voeten, lag op haar knieën in;
een hoek, waar zijj een plank had opgetild,
en was bezig haar geld te verstoppen boeJ
renmenschen weten dadelijk, wat verstoppen
is, als zij het zien, haar geld te verstoppen*
waarvoor, voor wien?
Anne Marie verstopte haar geld voor jeaniae
Marie....
En dat was de reden, waarom Jeanne Marie
met haar hoofd tegen den muur leunlde ienl(
schreide. 1 I'
MACHT DER GEWOONTE.
Rechter: „Waarom huil je toch, getuige?"
Getuige, zich bezinnend: „Ja, dat is waar
ook, ik ben nu niet de verdachte."
HUICHELARIJ.
Vrouw, die van haar zomerverblijf terug-!
keert, tot echtgenoot: „Zoo dus je huwelijks-I
ring heb je verloren?...
Dat is wat moois!"
Echtgenoot: „Nu dan... ik werd zoo mager-
omdat ik je goede verzorging ontberen moest,''
bi
ÏBro
bo<