Rechtzaken
Opvoeding
Damrubriek.
Miiïüirr8'! :i nr
een gulden ,fboete". Ze moet de straat maar op
en zien te verdienen!
Om aan hare verplichtingen tegenover den huis-
eigenaar te kunnen voldoen en te kunnen leven,
hebben die vrouwen dan ook een inkomen van
eirea f 100 per week noodig, wat voor 4000 vrou
wen 400000 gulden, per week betéekent! Dikwijls
weten de vrouwen geen uitwegi meer en aan
gezet door de souteneurs komen ze er toe
beroovingen te bevorderen. Alleen wordt het in
Rotterdam geroofde ,geld op lx/4 ton gouds per
jaar geraamd!
Bat geld echter is nog: niet het ergste- Beroo-
vingen zijn lessen voor de onverstandige wellus-
tigen soms wel een beetje erg dure lessen.
Erger is de moreele en lichamelijke ellende door
de ontucht verwekt.
Om te kunnen leven en eiken dag haar 3 gul
den huur en des Zondags de f 12.50 „extra
aan den huiseigenaar te kunnen afdragen, moet
er natuurlijk „gewerkt" worden. De ontvangsten
„per visite" zijn niet groot in de beruchte
buurten van de binnenstad schijnt het „tarief"
een gulden te zijn en dus moet er véél bezoek
ontvangen worden. De vrouwen erkenden zelfj
dat dit veelal van 1020 maal per avond plaats
heeft! Men kan in een krant niet tot détails af
dalen, maar ieder overwege de beteekenis daar
van maar eens voor zich zelf.
Dit aal echter een ieder wel duidelijk zijn,
dat zulke toestanden het heerschen van de yree-
selijkste ziekten ten gevolge moeten hebben en
ook de verspreiding er van.
Eu we achten ons tevreden, als de provinciale
lezer van dit artikel het gevaar, dat hem in de
stad bedreigt, wat hooger is gaan aanslaan. Dui
zenden vrouwen azen, loeren op haar prooi, die ze
hebben moeten' om verder te kunnen leven. Laat
degenen, die maar „eens één keer uit" zijn en in
dat geval meenen wel eens 'n buitenissigheidje te
kunnen doen, bedenken, dat „één keertje" vol
doende is om zich zelf ongelukkig te maken en
de kinderen tot in ver nageslacht.
En dat de moeders, wier kinderen de „trek
naar de groote stad" aanvoelen, eens goed be
denken, dat er onder de 4000 prostituée's van
Rotterdam betrekkelijk 'weinig geboren Rotter-
damschen zijn!
VOOR DEN KANTONRECHTER.
Zitting van 15 Juli.
De laatste hand aan het werk gelegd.
Overeenkomstig de toezegging van den kanton
rechter, werd heden voortgezet de zaak contra
een chauffeur der autobusdienstonderneming van
de Firma v. Mullem, die te Bergen een verboden
standplaats zou hebben ingenomen. De chef-
Ipeldwaciiter van Bergen, in een verrukkelijke zo-
meruniform, smaakvol, elegant en practisch, ,uit-
gedoscht, legde als verbalisant zijn ambtseedige
verklaring af, waarna niets den verdachte meer
kon redden en hij werd veroordeeld tot f 2.
boete of 2 dagen.
De onfeilbare chronometer.
De heer J. W S., administrateur te Schoorl, een
bekend automobilist, die zelfs de verwende Parij-
zenaars in extase bracht door zijn voortreffelijke
autodressuur, kon heden vergeleken worden met
een matroos van de groote vaart, die ongehinderd
meermalen den Atlantischen Oceaan, was over
gestoken en bp de Zuiderzee £eezi,ek werd. Niet
op de boulevard Hausman of op de place de Etoile
was hij bekeurd, maar te Limmen vloog hij er in
wegens snelheidsovertreding en werd door v. d
Sandens onfeilbaar knipklokje geconstateerd, dat
hij de maximumsnelheid met 32 k.M had over
schreden. Heden terecht staande toonde de ver
dachte een zeer geringe waardeering voor de pres-
jtatie van den gem.-veldwach.ter, maar hij vergat
dat omstandigheden den mensch vormen en slechts
een kleinigheid, b.v. een slordige 50.000 piek noo
dig kon zijn, om van den kalmen, plichtsgetrouwen
d. Sanden ook een kilometervreter te maken. De
automobilist, die zich te Limmen wat ongeduldig
betoonde, werd dan ook veroordeeld tot f5.
boete of 5 dagen.
De poppenkastvertooning werd voortgezet.
De grossier in Langedijker tuinbouwproducten,
de heer J. K. te Sint Pancras was ook 'weer een
van de velen, die economisch wordt gedwongen, de
belachelijke afsluiting van den Twujjverweg te St.
Pancras te negeeren. En geen wonder, daar hij om
K.M. op den Twuijverweg te vermijden, verplicht
is 7 kilometer om te rijden, langs een weg, die
veel slechter en gevaarlijker is. Maar natuurlijk
maatrte hij zich aan overtreding schuldig en moest
heden terecht staan. De verdachte erkende het
geen hem ten laste werd gelegd. Hij bracht voorts
in liet midden dat de Twuijverweg, ook volgens de
meening van deskundigen zeer goed bereidbaar is.
De openstelling wordt echter tegengehouden door
eénige gemeentebesturen, die zich hardnekkig vast-
hcuden aan een eenmaal genomen besluit, terwij]
de belanghebbenden de dupe zjjn van deze ver-
keersontwrichting.
De ambtenaar zelf was ook van meening, dat
hier niet met £roote strengheid kon worden op
getreden en vorderde f5.boete of 5 dagen voor
iedere overtreding. De kantonrechter betoogde, dat
hij niet is aangewezen om de innerlijke waarde
van een wet te beoordeelen, ..doch om haar te
handhaven en veroordeelde den heer K- tot 2 maal
f2.50 boete of 2 maal 1 dag hechtenis.:
Limmens landelijke schoonheid bedreigd.
De broodbakker C. W. W. te Limmen had aan
zijn perceel doen aanbrengen een reclamebord van
de Americain Petroleum Company, houdende de
mededeeling, dat zich op een afstand van 1000 M.
verder een benzinepomp van gezegde A- P- C.
bevond. Nademaal de bakker, die voor het plaatsen
van dit bord jaarlijksch tien gulden ontvangt, geen
vergunning had van. het Provinciaal bestuur en. ge
noemd bord in strijd werd geacht met de lande
lijke schoonheid, werd proces-verbaal opgemaakt.
Verdachte werd heden op de zitting vertegenwoor
digd door een employé van de A. P. C. als ge
machtigde. Deze verklaarde, dat naar zijn meening
het bord niet was geplaatst in het landelijk gedeel
,te van Limmen. Overigens was de herplaatsing
van het bord, dat reeds vroeger was weggenomen,
te wijten aan een misverstand. Geëischt werd f25
boete pf 25 dagen. Uitspraak over 14 dagen
Dat kind had een zachten dood.
De carossefabrikant J. M. te Alkmaar, liet in
een pakhuis buiten de fabriek carosserieën van au
tomobielen monteeren, docb verzuimde in dat
pakhuis een arbeidslijst te doen ophangen, welk
vergrijp gemakkelijk en gduw werd ontdekt. De
Verdachte, ter verantwoording geroepen,
erkende het geconstateerde verzuim, doch ver
ontschuldigde zich met te zeggen, dat Hij ge
meend had in dit pakhuis geen arbeidslijst noodicj
ie hebben, dan bedoelde lijst ook al keurig en in
de puntjes bijgehouden in de fabriek te kijik hing.
Natuurlijk was hij er precies naast met die ver
onderstelling en werd hij dan ook tot f 3 boete of
3 dagen veroordeeld.
Ziwaar balaile» met verkeerszondVn.
Een handelsreiziger uit Velzen, de 41-jarige
heer P ,J. heeft niet de eer een persona grata
te zijn bij de Alkmaarsche verkeerspolitie. En
we mooten er bij voegen, niet bepaald zonder
reden. Werd hij toch reeds op 28 Mei bekeurd
omdat hij met zijtn 4-wielig motorrijtuig het
Luttik Oudorp bereed, op 8 Juli maakte hij het
op den Rijksstraatweg al bijlzonder bont door 20
K,M. boven do maximum snelheid en bovendien
nog linksch van den weg; en gedeeltelijk op het
rijwielpad te rijden. Bovendien stopte hij niet toen
een agent het sein gaf en wilde er full speed van
door racen, maar eeu sportieve jonge politieklerk
was hem nog te vlug af en wist na een spannende
spurt de auto in te halen en te beklimmen.
De viervoudig gecalanceerde handelsreiziger
trachtte heden aan al zijn tekortkomingen op
verkeersgebied een onschuldig tintje te geven,
wat echte rniet belette, dat hij in totaal werd
veroordeeld! tot f 22 boete of 22 dagen-
Overal voetangels en klemmen.
De 46-jarige werkelooze typograaf C. de H.
te Alkmaar, tracht als reizend fotograaf voor zijn
gezin een eerlijk stuk brood te verd,ïenen. Maar
overal waar hij met zijn camera verschijnt, wordt
hij zonder genade teruggestooten. Hij heeft na
genoeg in iedere gemeente een vergunning noo
dig, die echter nergiens verleend wordt. De leer
van president Monroe jn 1823 geboodschapt aan
het volk van de Vereenigde StatenAmerica voor
de Amerikanen, heeft ook veel aanhangers ge
kregen in de Noordhollandsche gemeentebesturen.
Althans ondervond zulks ook deze gelegenheids-
fotograaf, die zijn bedrijf op 7 Juli'te Bergpn
aan Zee had uitgeoefend op het stille strand,
doch ondanks lit toch werd bekeurd. De onfor
tuinlijke speculant op de menschelijlke ij del heil
stond heden terecht en toonde eenige documental
van rijksingenieurs, waarop hij zich beriep met
het oog op de strafbaarheid, doch de ambtenaar
kende deze autoriteiten in dit opzicht geen gecrag
toe en eischte f 1 boete of 1 dag Uitspraak over
14 dagen.
Kippeiunelken is voardieeliger.
Een voormalige trawlervisscher uit Egmond a.
Zee, genaamd D. P., thans werkzaam te Alkmaar
op de inlegfabriek, Had op 27 Mei met zijn vriend
Willem Gr. een duin-excursie en te ScHoori 'n
4-tal meeuwene'itjes buit gemaakt- Hij werd ge
snapt en daar het vervoer van zeevogeleieren
is verboden, stond hij heden terecht. De kanton
rechter rekende voor elk eitje 1 gulden en ver
oordeelde den blikjesgroentenman tot f4 boete
subs. 4 dagen. 1 I I
1.
Wij stonden bij den zonnigen tuinmuur waar
langs bloeiende perziken hun takken uitspreidden.
De heele muur wa» roserood van de bloesems,
waar hommels, bijen, vliegen, in druk .gezoem
hun honing puimden in 't warme lentelicht. Een
dikke, eerwaardige hommel had zich op den muur
gezet en borstelde zijn achterlijf schoon van hef
stuifmeel. We zagen zijn klauwtjes strijken langs
Het behaarde achterlijf met grappig!-handige be-
wiegimglen als van een wijs kind. Toen kwam zijn
beweeglijke kop aan de beurt. Met vreugdiige
belangstelling zagen wij deze stuifmeelfabricatie
aan, terwijl mijn gezellin opmerkte: „Zoo moes
ten wij nu altijd Nat. Hist- leeren", en zij voegdii
er toen nadenkend bij: „Maar zou dit met een
heele klas bij: alle dingen kunnen? Er is zooveel
te zien." En wij verdiepten ons in het rijk der
mogelijkheden op onderwijsgebied- Er vielen, ge
loof ik, enkele harde woorden over leerboeken so
metliodiek. Zooals dat veelal gaat, maakte ons
warm enthousiasme ons onbillijk, want wij kwa
men tót de conclusie dat, indien het veel ge
smade leerboek ons geen bijzonderheden had ge
leerd over het leven van hommels, bijen en ander
gedierte, wij waarschijnlijk onzen dikzak op den
tuinmuur niet dadelijk begrepen zouden hebben
in zijn beweeglijk gedoe
Paedagogischs leerboeken en paedagogische les
sen op school worden bijna zonder uitzondering
door de goegemeente afgekamd. Ten onrechte.
Immers het leerboek heeft niet de pretentie om de
praktijk te vervangen maar om die te steunen.
Paedagcgiek, psychologie, methodiek moeten nu
eenmaal werken met abstracte begrippen. De
groote kunst is om ze met de praktijk in een
goed verband te zetten. Dit nu is het werk van
de vrije zelfstandige persoonlijkheid. Wanneer wij
dan ook gaan speuren naar paedagjogiek in de
Litteratuur dan kan het leerboek ons uitstekende
diensten bewijzen, want goede litteratuur, die
echte, frissons leveasuitbeeldiug .geeft, is een con
tróle voor het goede, wetenschappelijke leerboek,
waarvan de litterator zich niets heeft aan tv
trekken als hij bij het Leven ter schol? gaat-
Het zal geen uitvoerig betoog behoeven, dat
levensechte boeken voor den opvoeder een voor
naam middel zijn tot verdieping van zijfn inzicht
en v erbreeding van zijn blik. In de eerste plaats
reeds omdat ze meer interesse voor hot leven in
boezemen, voor de levende werkelijkheid. Het
gaat er mee als met een schilderij, dat ons de
schoonheid van de werkelijkheid naderbij brengt,
al zijn er hélaas nog té veel menschen, die van
een kiekje moeten leeren hoe mooi de laan is
waarin zij wonen, hoe heerlijk hun simpel dorps
kerkje ligt tusschen het ruigie groen.
Ook hier moet wisselwerking zijn van de Lit
teratuur tot het Leven en van het Leven tot' de
Litteratuur. En nu zal ieder gevoelen, dat de
eerste beginselen van psychologie en paedagogiek
als kennis onmisbaar zijn om met vrucht uit de
boeken wijsheid voor school en leven op te diepen.
E:«n breede litteraire ontwikkeling is hierbij geen
noodzakelijke voorwaard® maar wel een zorgvul
dige keuze der lectuur en ernstig toetsen der
waarheid, die zij ons biedt voor het rijlke leven.
Om een eenvoudig voorbeeld te geven, wijzen
wij op de Camera Obscura. Het is hier geen over
weldigende litteratuur, geen diepe psyéliologie,
die ons treft, maar wie het boek door en door
kent, heeft een schat van menschenkennis opge
daan en hem blijft menig fijln trekje van het
menschelijk karakter bij.
Wie herinnert zich niet de opvoedkundige kwa
liteiten van dokter Deluw uit: „Een oude kennis",
waarvan Mr. Hendrik Johannes Bruis al dadelijk
getuige was, toen hij de welbekende koepel bin
nentrad. Welk een tafreel aanschouwt de uit de
koets gevallen vrind.
„Het was een kwade jongen van een jaar of
zes, die geweldig schreeuwde en stampvoette; het
was een vader rood van gramschap, die was op
gestaan, zich aan de tafel vast Ine ld met eene
hand, en niet de andere geweldig dreigde; het was
een moeder, wit van angst, die den jongen tot
bedaren zocht te brengen; het was een groote
knaap van dertien jaar met oen bleek gezicht
en blauwe kringen onder de oogen, die met ae
ellebogen op de tafel in een boek voor hem om
het tafereel zat te lachen; het was een kleiü
meisje van 5 jaar, dat zich aan mama's japon
schreiende vastklemde".
Zoo wordt ons dokter Deluw, zijn beminnelijke
gade en bloeiend kroost voorgesteld en wij ken
nen of liever herkennen dadelijk het gezin. Het
kwade jongetje gjlt: „Ik wil niet", al schop
pende om zich heen, de vader schor van woede
dreigt een ongeluk te zullen begaan, als hij niet
oogenblikkelijk gehoorzaamt, terwijl de moeder
kalmeerend tracht te werken door haar naive
veronderstelling: „Hij zal wél gaan."
Iedere driftkop die dit leest met een open oog
voor het. gedrag' van dokter Deluw1, zal zich twee
maal bedenken voor hij dezen vader navolgt in
zijn woede. Een razende man is meestal belache
lijk. Getuige den jongen met het bleeke gezicht,
en de blauwe kringen onder de oogen'die om Het
tafereel zat te lachen. De brutaliteit van het
kroost staat in nauw verband met hiet temperament
van den vader. Het geheele gezin is de afspiege
ling van zoo menig kringetje, Waar Het rustige
evenwicht steeds heeft ontbroken. Dokter Deluw
is ook geestelijk de vader van zijn kinderen.
Willem, de oudste zoon des huizes toont nog
een andere zijde van de opvoedingswijze, daar
gebruikelijk en helaas lang niet zeldzaam in ons
goede Holland.
„Willem, ga mama opzoeken," zei dokter De
luw', en Willem stond vadlsig op, rekte zich uit,
ging aan de fteur van de koepel staan en schreeuw
de zoo luid hij kon; „Mama!"
Het is te hopen voor dokter Deluw dat zijn
drukke praktijk hem de verontschuldiging aan
ie hand heeft gedaan, dat hij geen tijd heeft om
zich met zijn kinderen te bemoeien, wat in dien
grond dier zaak dus beteekent: Geen recht op
de weelde om kinderen te hebben. Immers als
dokter had hij toch moeten weten, dat het bleeke
gezicht van Willem en de blauwomkringde oogen
niet altijd voortkomen uit een slechte constitutie.
De methodelooze opvoeding blijkt wel duidelijk
uit de manier waarop dokter Deluw ziju glui-
perigeu dertienjarige van het tooneel wilde ver
wijderen.
„Ik kan me niet begrijpen, Willem, dat je niet
een» waf gaat hengelen.'
„Hengelen," zei de gluiperd^ zijn tong uitsta
kend, ,,'tis ook wat lekkers."
„Of wat schommelen met je zuster.'
„Ajakkes! schommelen."
„De jongeheer schijnt van lezen te houden,"
zei de menschkundige heer Bruins, waarop dok
ter Deluw droog antwoordt: „Ja somtijds, als 't
reis niemendal te pas komt." Merk op hoe de
gluiperige Willem hierop reageert, Hij wordt boos
en toont dit, terwijl zijn blik loert naar den heer
Bruis, door zijn boek met alle macht dioht te
slaan, over de tafel te stooten en een stoel om te
schoppen.
Terecht wordt er de aandacht op gevestigd dat
zulk een, handelwijze een specialiteit der jongere
Beluws schijnt, dat geheel in het kader van het.
huisgezin valt. Daarna pruttelt hij iets tusschen
zijn leelijke tanden, waaraan snoepgoed wel niet
vreemd zal zijn, achter zijtn dikke lippen en ver
trekt, hevig met de deur smijtende, een bekend
knal-effect bij onevenwichtige naturen.
Merk nu op de reactie van den vader. „Och, die
humeuren!" was zijn opmerking, terwijl hij had
moeten zeggen: „Och, dat gebrek aan opvoeding!"
Niemand verwondert er zich dan ook over, dat
gezegde Willem een opgeschoten knaap als buur
jongen heeft, die hem begroet met de woorden:
„Daar heb je dat lieve jongetje, dat drie maal
in de week den bink steekt, dat 's iets anders!
Willempjü hoe smaken de versche eiertjes uit
het kippenhok van den melkboer," waardoor het
tevens duidelijk wordt, hoe Willem aan die dikke
lippen komt. Geen wonder dat do opgeschoten
knaap recht smakelijk lachte.
Hierbij sluit zich voortreffelijk aan het karak
ter van de oudste dochter, dat wij leeren in het
hoofdstuk: „Hoe voortreffelijk zij Was." Onge
twijfeld'dank zijl d© opvoeding, die preutsch ge
noeg was om het indéoent te vinden, dat een vijf
tal kleine knapen vain 8 a 9 jaar op een kwartier
afstands van „Veldzicht", op den brandend-heeten
achtermiddag verfrisse'hingi zochten in het water,
terwijl de zestien-jarige Mientje onder den cy
pres gelegenheid had hen in den natuurstaat te
bewonderen.
De „ipsa flos" houdt zioh niet op met al die
dingen, waar een meisje van haar jaren .gewoon
lijk plezier in heeft.
De heer Bruis hield niet van zulk soort van
meisjes, al lezen ze dan ook Engelsch, Fransen'
en Duitsch. v
Mientje was ook al bleek, met iets heel lee-
lijks in haar oogen, die altijld ter zijde uit keken,
met zenuwachtige trekken in haar jgezicht, die
ons evenmin als den heer Bruis zouden aanstaan.
Wie een beetje menschenkennis heeft, zal oogen
blikkelijk vermoeden waarom het gelaat van iMien-
tje iets zeer onrustigs en giedéoontenanceerds heeft-
Te meer als hij met den heer Bruis let op den
titel van het Fransühe boekje: „Zoo maar een
boek", dat ze in de gauwigheid meegenomen had,
nJ.„Amours et amourettes de Napoléon", waar
uif zonder twijfel veel stichtelijks is te leeren
voor een meisje van zestien jaar.
Die titel doet ons ook vermoeden waarom zij
de aandacht van dat boek wil afleiden met haar
'1 vraag: „Is Jansje wéér zoet?" Geen wonder dat
Haar vingers zenuwachtig trillen over haar boek
I en de badende kleine jongens een kwartier uurs
ver in het land haar zedelijke principes zoodanig
moveeren dat zij uitroept: „O, het is naar -dat
het hier zoo onvrij is!"
Die onvrijheid komt echter van een anderen
kant, als haar naam met half-ingehouden stem
wórdt geroepen, wat de moeder constateert en de
dochter ontkent.
.Wij behoeven niet verder het toonee-1 te teeke
nen. Wie, zooals de ongelukkige heer Bruis, ge
dwongen is zoon tooneeltje bij te wonen, kan
voorloopig niet beter doen, dan evenals de heer
Bruis deed, met zijn stok boterbloemen en kransjes
van 't gras te slaan met de ontstellende gedachte
hoe onverantwoordelijk en lichtzinnig de taak
der opvoeding in sommige gezinnen wordt behan
deld Wie met zijn klas het vervolg der geschie
denis leest, zal niet veel woorden behoeven om te
laten zien,, hoe Mientje en de opgeschoten knaap
geheel aan elkaar gewaagd zijn en de rechtmatige
verachting verdienen van iedere frissche, open
ziel.
Het zou niet moeilijk vallen in de Stastokken,
de Kegges en de Witses nieuwe stof voor paeda
gogische schetsen te vinden,, maar wij mogen ver
onderstellen op deze wijze uilen naar Athene te
dragen. (Wordt vervolgd.)
Verzoeke alles betreffende deze rubriek Ce
zendten aan D. KLEEN te Winkel.
Oplossing probleem no. 113 (Renooy).
Wit 33—29, 50—44, 22—17, 32—28, 44—40,
43-38, 36— 31, 39—33, 34: 1, 48:8, 1:4 en wint.
Een heel fraai en moeilijk probleem.
No. 114. ELmdlspel.
van Dr. R. H. HOOGLAND te Barneveld.
ZWART
WIT
W.it kan hier juist winnen door:
Wit.
14—191
19—24
45—40
40—34
24—33!
34—30 gewonnen:
II. Wit...., 24—33, 33
gewonnen.
Zwart 12—17, 26—31, 31—37, 36—41.
I
Stand no. 115.
van G. J. A. VAN DAM te Baarn.
ZWART
Zwart.
31—36 A
1 7B
7—12
12—1811
18—23
17, 17—33! 33—47
WIT
Dp afwikkeling van deze stelling is als Volgt:
Wit. Zwart.
42—37 36:47
37—31 26:37
38—32 37:17
27—21 4:23
21:1 47:20
25:5 en wint nu altijd.
Ter oplossing:
Probleem lip. 116.
Auteur: A. PLANTING A, N. Niedorp.
(eerste publicatie).
Zwart 11 schijven op 7, 13, 14, 17, 19, 20, 23,
24, 26, 29, 34.
Wit 11 schijven op 25, 27, 28, 35, 37, 38, 41,
42, 44. 45, 49.
Wit zet en wint.