TWEEDE BLAD DONDERDAG 21JOLI1927. Provinciale Staten van Noord-Holland. Steun aan den Tuinbouw. De huldiging in zijn Ambtswoning. Het Jubileum van Jhr. Mr. Dr. A. ROËLL. Nieuwstijdingen 10, bl. eigenhei- 6.50 Kg. kool 7.50—8.70, 0, 2e soort 6.60 De Prov. Staten van N .-(Holland kwamen voor de zomerzitting bijleen onder voorzitter schap van den commissaris der Koningin, jhr. mr. dr. A. Roëll. Na opening der vergadering werden de hee- ren KI. de Vries, Kostelij|k en Weiss beëedigd en als lid toegelaten. Ingekomen was een voorstel van de heren v. d. Vall c.s., om „Ged. Staten uit te noodigeni, een commissie te benoemen, die tot taak heeft een onderzoek ia te stellen naar de mogelijjk- heid. om den land- en tuinbouw blijvend loo- nend te makea, zoowel in het belang der pro ducenten, als ia dat der consumenten, waarbij óók het vraagstuk van den tusschemhandel dient te worden bezien." Dit voorstel zal bij het betreffende punt der agenda worden behandeld. De Provinciale rekening over 1925 wordt ver volgens z.h.s. goedgekeurd. In behandeling komt vervolgens de voor dracht van Gedep. Staten tot het verleenien van steun aan dein. tuinbouw. Mevr. Aukes Timmer (V.D.) verdedigt de steun verleening. en betoogt, dat de provincie geen hoogs bedragen zal behoevien te besteden, om den tuinbouw weer op te heffen. Spr. dringt er op aan, in die eerste plaats hulp te verlieje- nen aan Kennemerland. Hierna werd gepauzeerd. Na de pauze is het woord aan den heer De Vall (S.D.), die nog eens nagaat op welke gronden de provincie eenige jaren geleden steun aan den tuinbouw heeft verleend. Deze hulp is voor vele tuinders een redding geweest, maar de moeilijkheden, waar de tuinders nu voorstaan, zijn van geheel anderen aard. Het jaar 1926 is voor hen zéér moeilijk geweest, hetgeen spr. nader aantoont. In Kennemerland kan men zeggen: „Arme grond, arme men- schen." Er moeten nieuwe inzichten komen i.z. de wijze, waarop de teelt moet worden uitge oefend. De eenige verbetering is, dat de tuin ders nu in staat zijjtx dank zij de electriciteit hpn gronden in droge tijden te bevloeien. E,r zal in de eerste plaats moeten komen vak onderwijs voor volwassen tuinders en glascul tuur, die met zich meebrengt een grootere on afhankelijkheid van de weersgesteldheid. Daar van zal ook het gevolg zijtn, dat meer krachten in den tuinbouw kunnen worden gebruikt, het geen dus de bestrijding der werkloosheid ten goede kan komen. Spr. vraagt zich af, of de hulp die Gedep. Staten nu willen bieden, af doende zal zijln. Een positief antwoord kan hij hierop niet geven, maar in elk geval is het voorgestelde een middel. Spr. verdedigt tan slotte het door hem in ged iep de voorstel. De heer Dekker (R.K.) meent, dat niet vol doende advies aan .den georganiseerden tuin- bcuvv is gevraagd en geeft Gedep. Staten in weging, een volgend maal deze organisatie niet voorbij te gaan. De heer Hooy (R.-K.) zou het wenschelijjk achten. dat het voorstel v. d. Vall eerst naar Ged. Staten gaat Vim praeadvies, omdat hij onlangs gelezen heeft, dat reeds iets wordt ge daan in de richting, die de heer v. d. Vall heeft aangegeven. Spr. zou dus willen vragen, of de heer v. d. Vall zijn voorstel wil. losmaken van de voordracht. De heer Colijln (A.-R.), heeft uit de voor dracht niet kunnen opmaken, of de nieuwe weg, dien Gedep. Staten willen inslaan, inder daad den tuinbouw zal bevorderen en ten goede komen. Dit neemt echter niet weg, dat hij de voordracht zal steunen, omdat èlk middel, dat verbetering kan brengen, z.i. aanbeveling verdient. De heer Zeeman (S. D.) 'waarschuwde tegen het vestigen van nieuwie cultures. Men moet voor zichtig zijn, omdat „stroppen" niet meer gedra gen kunnen worden. In Kennemerland' zal in de eerste plaats een demonstratie-bedrijf moeten ge sticht worden. Spr. waarschuwde ook tegen het bieden van hulp in een vieieuzen cirkel. De gron den worden steeds duurder, de pacht .wordt hon ger. Het pachtstelsel eischt verbetering. Spr. meent dit hier te moeten uiten, al kunnen de Staten er niet veel aan doen; maar er moet een einde komen aan de pachtopdrijvingen. Spr. acht vg-der reclame voor het bedrijf zeer noodzake lijk en uit den wensch, dat drie in plaats van twee dcmonstratiebedrijven gesticht zullen wor den. De heer Wijnkoop (C. P.) constateert, dat, wat voorgesteld wordt voor een bepaalde categorie, voor een ander deel der bevolking nadeelig is. Moet dat deel der bevolking dan ook niet gehol pen worden? j Het précaire van den toestand van den tuin- 1 bouw hangt, naar zijn meening,, samen met het element van den tusschenpersoon. Is in dit op- zicht niets te doen? Is het verder juist, vraagt spr., dat ook in j Noord-Holland producten op den mesthoop ge worpen worden? De heer Mendels (S. D.) zou gaarne duidelijker zien aangegeven hoe men zich den steun aan de tuinders denkt. Fr wordt gesproken van een ren teloos voorschot, maar als de rekening dier tuin ders sluit met een tekort, waarvan moeten zij dan dat voorschot terug betalen? Omdat het niet mogelijk zal zijn, dat zij jaarlijks voor afbeta- ling een bedrag, reserveeren, zou spr. het veel i ruiterlijker en juister vinden als de provincie I een bedrag gaf a fonds perdu. Daar zou dan een som van f 10.000 mee gemoeid zijn. De lieer Michels (S. D.j lid van Ged. Staten, merkt in antwoord op de vragen van den heer (Wijnkoop op, dat Ged. Staten niet in agrari sche beschouwingen zijn getreden, maar zich al leen tot taak hebben gesteld hulp aan den tuin bouw te verleenen. Dit voorstel is een loyale uit werking van hetgeen bij de begrooting voor 1927 is toegezegd. Ein ,wat nu gedaan zal worden, is in wezen niets nieuwis;; de land- en tuinbouw is altijd een tak van nijverheid geweest, waaraan de provincie zoo noodig steun verleende. Of deze voorstellen aan de verwachting zullen beantwoor den, valt niet te zeggën; maar in elk geval heb ben zij de instemming van alle betrokken advi seurs. Mevr. Aukes heeft gevraagd of niet drie demon strat ie bedrijven in plaats van twee kunnen worden "gevestigd. Er zijn geen bezwaren tegen gehoord en spr. kan wel verklaren, dat Ged. Staten van oordeel zijn, dat Kennemerland al lereerst voor zulk een bedrijf in aanmerking komt. De siichting zal geschieden in overleg met de batrokkenen; als 't kan door .opheffing van het bedrijf in Broek op Dangendijik of in de Streek. Kan dit niet, aan door stichting van een aerde bedrijf. Den heer Colijn antwoordt spr., dat de provin cie geen nieuwe wegen aangeeft, zij steunt, slechts. De tuinbouw zat zelf de ni'euwe wegen moeten aanwijzen. Spr. gaat na wat de provincie in de aigeloopen jaren heeft uitgetrokken en komt tot een nog af te lossen bedrag van f 152.275. Spr. is over^ tuigd, dat deze gekten terugkomen als men maar eenig geduld heeft. Spr. gaat de bezwaren van den heer Mendels na en zegt het wenschelijk te achten, dat Ged. Staten beschikking krijgen oveg een bedrag van f 50000, al zal waarschijnlijik minder noodig zijn. Over het voorstel-Van de Vall zullen Ged. Sta ten prae,-advies uitbrengen. De heer Wijnkoop (C. P.) zou nog gaarne ver- uemen of ook in N.-Holland landbouwproducten op den mesthoop gaan, zooals dat in Z.-Holknd gebeurt. Fr is z.i. wel een andere bestemming) aan te geven. De neer Michels, lid van Ged. Staten, Ver klaart, dat dit geen zaak van Ged. Staten is. De voordracht wordt z.h»o. aangenomen. De commissaris der Koningin in Noord-Holland jhr. mr. dr. A. Roëll heeft ter gelegenheid van zijn 121/2-jarige ambtsvervulling, van vele zijden gelukwenschen ontvangen, in den vorm van brie ven en telegrammen. Velen zonden bloemstukken, o.a. de oercle consulaire te Amsterdam, verschei dene burgemeesters, ambtenaren ter Prov. Griffie, het bestuur van het Concertgebouw:, de Vereen, van burgemeesters en secretarissen in N.-Holl Onze Commissaris der Koningin in de Prov. 'Noord-Holland heeft 12V2 jaar zijjn functie ver vuld. Zoowel vóór de vergadering der Staten Pro vinciaal als daarna, in de ontvangzaal van zijn ambtswoning werd de hooge ein beminde functi> onaris gehuldigd. Vóór de behandeling der agenda vroeg de heer Ter Haar het woord: „Als oudste statenlid in dienstjaren valt mij de eer te beurt," zei spr., „alvorens wij onz|ï gewone werkzaamheden beginnen tot u het woord te mogen richten.'" Spr. zou kort zijn, omdat ook door andere leden dezer vergade ring op een andere plaats zal worden gespro ken. Het is nu 12V2 jaar geleden dat de voor-i zitter, door de Koningin daartoe geroepen, het ambt van Commissaris der Koningin in de pro vincie N.-Holland beeft aanvaard; I2V2 jaar, moge in vergelijking met de eeuwen, welke in de geschiedenis zijn. voorbijgegaan, als een' kort spanne tijds gelden. 12V2 jaar is niet ge ring in een menschenleven, des te minder als zij zijn gepasseerd in stagen arbeid, ten bats van het algemeen, als zij zijn gewijd aan een omvangrijke, verantwoordelijke taak: „U zij't," zei spr., „in een moeilijk tijdsge wricht op uw post gekomen, u hebt altijd en overal voor oogen gehad de belangen van N. Holland. Gemakkelijk was dit'niet altijd, voor al niet nu, óók in de vertegenwoordigende col leges der provincie, ver van elkaar staande geestesrichtingen tot uiting komen, en méér dan vroeger middelen moesten worden ge j vonden, om de kloof tusschen diepgaande be ginselen te overbruggen. Daardoor is het voor zitterschap van de Prtv. Staten er niet gemak kelijker op geworden. Maar u hebt met het taient, hetwelk men tact noemt, er voor ge zorgd, dat de zaken voortgang konden hebbed CJw adviezen in dit college, waarvan een iedet wist en gevoelde, dat zij op goed overwogen, wèi-gefund.eerde beginselen rustten, werden op prijs gesteid. Herhaaldelijk heeft de vergade ring va:n uw groote juridische kennis, vooral op staatsrechtelijk gebied, partij kunnen, trekken Ook déardoor hebt giji in den waren zin des woord? leiding aan de vergadering der Staten gegeven. Bij u. was en is het gezag, dat vafri de leiding dient uit te gaan verzekerd." Spr. z-eide, ook namens de leden der Staten, zich gedwongen te voelen, den voorzitter daar voor en voor hetgeen hij: in het belang der piovmcie beeft gedaan, dank en hulde te brengen. „God heeft u in ruime mate de vreugde van fe.n arbeid geschonken," besloot spr., „moge Hij u ook in de toekomst kracht en wijsheid geven, om uw ambt op dezelfde wijlze als in de afgeloopen periode, te vervullen. (Applaus.) Antwoord van Jhr. Roëll. De voorzitter dankte voor deze woorden en verklaarde óók dankbaar te zijn voor het kost bare geschenk van de Staten, dat hij Zater dag in zijln woning mocht ontvangen. Op dit oogenblik komt bij spr. allereerst op de ge dachte aan zijn tekortkomingen. Er had-wel licht veel méér kunnen geschieden, maar als de Staten erkentelijk zijn voor de pogingen, door spr. gedaan, om zijn taak goed te ver vullen, dan verheugt hem dit ten zeerste. Spr. zou trachten, zoolang hij zich daartoe ra staat acht, zijn taak goed te vervullen en- hij doet een beroep op de Staten, om hem ook in de toekomst medewerking te willen blij ven verleenen. (Applaun.) Na afloop van de vergadering der Prov. Staten begaven de leden zich naar de woning van jhr. Roëll aan dé Nieuwe Gracht te Haarlem om den commissaris en mevrouw Roëll te camplimen- teeren. lu de ontvangzaal trad de heer Th. M. Kete laar uit don grooten kring naar voren om als oudste lid der Staten het woord te voeren. Rede van dien heer Ketelaar. De heer Ketelaar betreurde het op dit oogen- blik wel zeer, dat onze taal hem niet in staat stelf een ander woord te zeggen dan: „hoogge achte" commissaris; een woord, vaak gedachteloos gebruikt, maar dat in dit gpval toch wel tiet gevoelen van alle Staten-leden uitdrukt. En ook als spr. zegt, dat het hem een eer is, als oudiste namens aile „leden en dten griffier het woord te mogen voeren, is dat gpen gemeenplaats. Spr. herinnerde aan de rede door jhr. Roëll uit gesproken, toen hij voor de eerste maal de Sta ten presideerde, en waarin deze gdw&agde van de zware (aak, die hij had op zich genomen. Zal ik, vroeg de heer Roëll toen, de vergelijking kun nen verdragen met voorgangers als Van Leeuwen, Van Tienhoven, Schorer. Welnu, zei spr., ieder die uw leiding heeft meegemaakt, weet dat het is geweest, een voortreffelijke leiding. U geeft den Staten-ledfen de meest mogelijke vrijheid hun meening te uiten en weet hen toch binnen 'die orde te houden en te beperken bij' te groote wijdloopigheid. Het heeft" spr. vaak getroffen, dat wanneer moeilijke zaken aan de orde zijh en een der leden met den voorzitter wenscht te dtebatteeren deze nooit bezwaar daartegen heeft en met liefde een onderwerp behandelt." En altijd heeft spr. bewon derd' de wijze, waarop de commissaris, als hijl niet zooals het vroeger door ambtenaren werd' uit gedrukt de overwinning; had behaald, loyaal en royaal de besluiten dter Staten heeft uitge voerd. De Staten hebben zich onder de leiding van dezen commissaris gaarne geschikt en spr. weet, dat de naan\ van jhr. Roëll 11a die van zijn ge noemde voorgangers met luister zal wordten ge noemd. Ook in de provincie is meri met de leiding Van dezen commissaris zeer tevredten. En dat de heer Roëll zich misschien nog wat meer tot Amster dam voelt aangetrokken dan tot een andere plaats in zijn gewest, is begrijpelijk. De Amsterdammers waardeeren dat ten zeerste. De leden der Staten hebben gemeend, na de officiëele woorden in de vergadering, nog eens op meer hartelijke wij'ze aan hun gevoelens te moe ten uiting geyen, en zij wenschen dit te doen' vergezeld gaan van een herinnering. Spr. bood bij deze woorden drie zilveren pre senteerbladen aan. Bij dit uitspreken van onze gevoelens, vervolg de spr., rltenkeu wij tevens aan haar, die naast, u staat- En dan herinneren wij' ons dfe woorden; van den voortreffelijker! Kappeyne, die bij een gelegen tie id een dronk wijdde aan den commissaris ■der Koningin en daarna aan de Koningin van den Spr. uitte ten slotte den wensch, dat de com missaris,, nog lang' de provincie zöu mogenleiden, zooals hij dat tot nog toe gedaan heeft, (appl.) Rede van jhr. Van Lennep. De heer jhr. mr. D. E. van Lennep zeide, d'at het deel van de Staten, dat met den griffier het college van Gedeputeerden vormt, behoefte heeft gevoeld den commissaris een compliment te ma ken. Spr. achtte het. zich een eer als oudste lid het woord te mogen voeren. In het collega van Ged. Staten heeft men het ggpvoei, dat de bemanning van een schip moet hebben een bekwamen kapitein. Want bekjwaam is 'deze commissaris; dat dankt hij aan zijn af stamming 'en aan zichzelven. Spr. wees op enkele persoonlijkheden uit het geslacht Roëll, die een belangrijk ambt hebben vervuld. Die bekwaamheden heeft ook deze com missaris; want hij heeft van zijh goede hersenen gebruik 'gemaakt. Spr. ging de loopbaan van jhr. Roëll na en con stateerde, dat hij rij'k aan ervaring tot dit ambt is benoemd. Doorkneed in wetten en met een uit stekend geheugen toegerust, is de commissaris een uitstekend leider in het college. De wijze, waarop de geschillen in openbare vergaderingen worden behandeld, wordt bjjzonder gewaardeerd. Op deze wijze is het dan ook een 'genoegen te werken in het college van Ged. Staten. Spr. uitte goede wenschen ten opzichte van den zoon en de jeugdige dochter van den heer Roëll en meende, dat in die jeugd het .geheim sch'uilt van de frjschheid van dézen commissaris. Met een compliment tot mevrouw Roëll besloot spr. zijn rede. (Applaus). Anhwcord van jhr. Roëll. De heer Roëll verklaarde onder al den lof, die over hem is uitgesproken, gebukt te gaan. Mevrouw Roëll en spr. zijn zeer erkentelijk voor de wijze, waarop de Staten een jubileum hebben gemaakt van wat eigenlijk geen jubileum is. Vooral wanneer men terugziet-, is de tijd kort. De jaren zijn spr. als een aroom voorbijgegaan. Van de 77 leden, die spr. bij zijn optreden in de Staten aantrof, maken nog 17 deel van de Staten uit- Spr. heeft in de vergaderingen 199 Statenleden gekend, van wie reeds 31 niet meer in leven zijn. Zoo ziet meD wat in 121/2 jaar gebeuren kan, maar ook in de provincie is in die jaren veel ge beurd. Spr. zal dat niet opsommen, omdat men zou kunnen denken, dat hij daarin eigen werk ziet. Het is het werk geweest van de Staten en van den griffier en zijn staf van ambtenaren. Spr. is eigenlijk bang voor lofredenen. Hij heeft' liever een standje, omdat men dan zegt wat men meent. Maar hij is overtuigd het is hem van verschillende zijden verzekerd dat men toch ook in deze lofspraken aan zijn gevoelens heeft uiting gegeven. Spr. kan niet anders dan erkentelijkheid betui gen. Maar hij' wil toch ook verklaren, dat 'hij; niet zal kunnen werken als hij1 niet de mede werking der Staten heeft. Spr. is ervan overtuigd, dat bij allen welke meening men overigens heeft liefde voor de provincie bestaat. De heer Roëll besloot met nogmaals zijn har- telij'ken dank uit te spreken, en uitte den wensch dat het hem gegeven moge zijn, zijln erkentelijk heid in daden om te zetten. (Applaus). Binnenland VERKIEZINGS^WEiSTIEIS. Bij het deskundig onderzoek moet zijh vastge steld, dat de krassen en strepen op de van onwaar de verklaarde stembiljetten bij de verkiezing van leden van den gemeenteraad van Aardenburg niet tegelijk met het roodmaken van de hokjes zijh aangebracht en dat niet dezelfde onderlegjger is gebruikt. Het onderzoek wordt nog voortgezet. EMIGRATIE NAAR CANADA. De minister van arbeid, hahidel en nijverheid, heeft ingesteld een commissie, aan welke wordt opgedragen het onderzoek of het aanbeveling verdient, ter voorbereiding van aspirant-emi granten naar Canada (en mogelijk ook andere gebieden) een z.gjni. training-farm (opleidings- boerderiji) hier op te richten, en benoemd in die commissie: a als lid en voorzitter: Anth. Folmer, direc teur van den rijksdienst der werkloosheidsver zekering en arbeidsbemiddeling, te 's-Graven- hage. b. als leden: dr. L. N. Deckers, curator deij emigratiecentrale Holland, te 'sGraveahage, prof. J. Elema, rijkslandbouwconsulent voor Drente te Assen, J. A. A. Hartlaad, directeur der emigrantenoeiatrale Holland, te 's-Graven - hage, J. G. Legro, burgemeester van Ooster- hesselen en directeur va» de N.V. Ontginnings- maatschappiji Landschap Drenthe, T. van Maa- nen, adjuinct-directeur van de Nederl. Heide Maatschappij te Arnhem, en jhr. J. C. C. Sand- berg, directeur van het bureau der Nederland- sche vereeniging voor landverhuizing; c. als lid, tevens secretaris. Th. van Lier, referendaris bij den Rijksdienst der werkloos heidsverzekering en arbeidsbemiddeling te 'sGravenhage. SUIKERS MOKKEL AfRIJ. Do ambtenaren van de aecij'nzen te Rotter dam hebben een groote suikersmokkelarij ont dekt-, waardoor de Staat voor 135.000 gulden is benadeeld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1927 | | pagina 3