Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier Dinsdag 26 Juli 1927 36e Jaargang Polder Geestmer-Ambacht Oosterdijk en Molengeerzen Geen geld voor de Mosselebruq. NO. 87 IMTERC.TELEPHOOII 52 NIEUWE LAMEDIJKER (III RUT Deze courant verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.15. Bedaet.-üitg-. J. H. KEIZER. - Bureel Noordscharwoude Advertentiën van 1-5 regels 75 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters naar /plaatsruimte Brieven rechtstreeks aan den Uitgever Zaterdagmorgen 11 uur vergaderde het be stuur van bovengeinoemden polder in het café van dein heer de Boer, Friescheweg, Alkmaar De waarnemend voorzitter, de hr. G. Schoorl heet den aanwezigen hartelijk welkom en deelt mede dat door ongesteldheid van den heer Swan spreker plotseling geroepen is de voor zittersfunctie thans waar te nemen. Spreker hoopt dat de heer Swan spoedig hersteld moge zijn en roept aller medewerking in niet het minst van den secretaris en de pers en ver klaart de vergadering voor geopend. De notulen dier vorige vergadering worden hierna door den secretaris, den heer K. G. Reinders, gelezen, en onder dankzegging aan de 1 samensteller ongewijzigd goedgekeurd. Mededeelinge|n. De voorzitter deelt mede, dat het bestuur een schrijven heeft ontvangen van Ged. Sta ten van den volgenden inhoud: We zien ons verplicht andermaal Uwe aan dacht te vragen voor de verbetering van de Mosselenbrug, odder Noordscharwoude. waar omtrent reeds een tiental jaren geledien een briefwisseling tusschen Uwe polder en ons col lege heeft plaats gehad, die destijds niet tot een bevredigend resultaat mocht leiden. Thans heeft echter de grooüere stroomsnel heid van het water onder de brug, welke door het vergrooten van het vermogen van het stoomgemaal van uwen polder en de buiten- werkingstelling zijner windmolens veroorzaakt is, miede ten gevolge gehad, dat de brug in een toestand s gaan verk-eer-en, welke op den duur voor het verkeer gevaar zou opleveren. Bij een van onzentwege ingesteld onderzoek is namelijk gebleken, dat zettingen in het met selwerk van front en vleugelmuren, als gevolg van ontgronding der fundeering, verschillende scheuren in de muren hebben doen ontstaan, die op den duur gevaarlijk zullen worden; men heeft getracht de ontgronding tegen te gaan door het aanbrenging van een puinbestorting, welke werkwijze blijkbaar thans niet meer in staat is de beweging, die in de landhoofden valt waar te nemen, te stutten. Afgezien hiervan is de staat van onderhoud, waarin het brugdek verkeert, onvoldoende; ver schillende onderdekplanken vertoonen vergane gedeelten; de oude spoorstaven van normaal prof il 13 c.M., die als brugleggers dienst doen, zijn aan den voet op verschillende plaatsen in gevreten, terwijl het metselwerk ter plaatse van de oplegging der ligger op de landhoofden voorziening behoeft. Wij achten het derhalve noodzakelijk, dat de brug binnen afzienbaren tijd geheel wordt vernieuwd. Daartoe is door den Hoofdingenieur-Direc teur van den Provincialen waterstaat een plan voor een nieuwe brug in gewapend beton ont worpen, hetwelk is ter uwer kennisneming hier bij is gevoegd. Bjj het ontwerp is zoowel met de belangen van het verkeer te lanid -en te water als met die van de afwatering rekening gehouden. Het rijvlak is 5 mieter breed geworden, zoo dat er plaats zal zijn voor twee verkeersfiles, terwijn aan weerszijden van het rijvlak een trot toir ter breedte van 50 c.M. is geprojecteerd, dat op eenigen afstand op de toeritten wordt voortgezet. D-e dagwijdtie tusschen de frontmuren is ge steld op 5.50 M. en derhalve voldoende om een ter plaatse gebruikelijk motorschip, waar van ide grootste breedte 3 meter bedraagt, tege lijk met een veel voorkom end platboomd vaar tuig van 2 M. Idoor te laten. De vrije doorvaart- hoogte is gesteld op 2.30 M., welke afmeting ia overeenstemming is met die van de over de vaarwegen in de Langedijker gemeenten aan gebrachte voetbruggen. Tengevolge van genoemde wijdte van de ont worpen brug zal gedurende het werken van het stoomgemaal vAn den polder geen grootere maximumsnelheid van het water ter plaatse van de brug te wachten zijn, dan vóór de capaciteitsi vergrooting van het gemaal werd waargeno- men. Daar de bezwaren, welke de scheepvaart door de brug thans, ondervindt in de eerste plaats door-de wijziging in d-e b emaling Uws pol d-ers zijn veroorzaakt en de ontstane ontgron-i ding mede een gevo-lg daarvan is, brengt de billijkheid mee, dat in de kosten van het ver nieuwingsplan, die op 10.000 gulden worden geschat, een behoorlijke bijdrage door Uwejn' polder wordt verleend. Naai onze me-ening kan die bijdrage bestaan in de kosten van het achteruit brengen van één der landhoofden en h-et verbreeden van den vaarweg ter weerszijden van de brug, in dien men aanneemt, dat het constructietype niet veranderd wordt en d-e hoofdafm-etingen, behalve de doorvaartwijdte, dezelfde blijven. Van deze veronderstelling uitgaande, worden de laatstbedoelde kosten door ons op 5000; guiden begroot. W»j| vertrouwen dat Uwe polder bereid zal zijn door beschikbaarstelling dezer som tot de uitvoering van het plan mede te werken. Gaarne ontvangen wij| daarvan bericht, waar na wij U zullen uitnoodigen terzake met de beide andere bij deze brug belanghebbende lichamen, de gemeente en de bannie Noord scharwoude een overeenkomst aan te gaan. Tenslotte maken wij van Ideze gelegenheid ge bruik er Uwe aandacht op te vestigen, dat d-e nog intact zijnde molens van Uwen polder niet mogen worden gesloopt, dan nadat ons College op grond van artikel 5 der provinciale to-e- zichtsverordening op d-e Waterstaat zal heb ben goedgekeurd, dat tot sloopen dier bema- lingswerktuigen wordt overgegaan. Uwe mededeeling, dat hiervan goede nota ge nomen is, zien we gaarne tegemoet. Gedeputeerde Staten van N, oord-Holland. Het volgende antwoord is hierop aan Ged Staten gezonden m M: IM i 1 I.: i Naar aanleiding van Uw bovengenoemden brief, hebben wij die eer U tie berichten, dat het ons college e-enigszins vreemd aandoet, in zake de bijdrage in de kosten van nieuwbouw van de Mosselen-brug, aangesproken te wor den door Uw geacht college en- niet direct door de onderhoudsplichtigen. Dit toch mag geacht worden de gewone gang van zaken te zijn. De brug verkeerde reeds 10 jaar geleden ia zulk een bouwvalligen staat, dat vernieuwing wenschelijk w-erdf geacht. Het gaat dus niet aan, de bouwvalligheid thans toe te schrijven aan h-et malen met de machine zonder de mo lens, wyl dit alleen de laatste twee jaar heeft plaats gehad. Tengevolge van het stichten van -de groenten- veiling te Noordscharwoude werd de scheep vaart drukker en het gevolg daarvan is ge weest, dat door het drukker verkeer, vooral met motorvaartuigen, de meer of mindere bouw valligheid van de brug sterk is toegenomen. O.i. zijn d-e onderhoudsplichtigen nalatig ge weest d-e brug tijdig te herstellen en thans wordt ten onrechte de bouwvalligheid alleen aan den sterken stroom toegeschreven. Het bestuur heeft zich er persoonlijk van ov-ertuigd en acht de stroomsnelheid niet van dien aard, dat aanspraak kan gemajakt worden op eenig-e bijdrage in de kosten van nieuw bouw van de brug. Het dagelijks bestuur heeft dan ook met al- gemeene stemmen beslot-en geen bijdrage in de kosten toe te zeggen. "Bovendien zou eein zeer gevaarlijk precedent geschapen wordien. Van Uwe opmerking inzake slooping van de molens is goede nota genomen. Het Dagelijks Bestuur van den Pol der Geestmerambacht (Oosterdyjk en Molengeerzen.) De voorzitter deelt mede, dat intussch-en leene conferentie met de commissie uit Ged. Staten ter Provinciale Griffie te Haarlem' heeft plaats gehad, waarvan door den secretaris notulen zijn opgemaakt. Spreker verzoekt den heer Reinders de notulen voor te lezen, waar- - uit wij het volgende meld-en: 1 De voorzitter dier commissie merkt op, dat het polderbestuur al vooir 10 jaar een bedrag van f1500 voor den brug heeft toegezegd en betreurt dat de steun thans is ingetrokken. Uit het ingestelde onderzoek is gebleken, - dat verbetering dringend noodzakelijk is. Even- j wel meent spreker dat er een misverstand be- staat. Het gaat niet om -de brug, doch om de j bestaande stroomversnelling. De doorvaart moet verbreed worden, afgescheiden van den toestand der brug. Te dien,1 einde is een planj ontworpen, waarbjjj één der brughoofden ach- teruit gezet mo-et worden, hetwelk geraamd is pp f 5000.—. De beer Swan ziet niet in dat de polder ver plicht is te bijdragen en is van zienswijze niet veranderd. Spr. zegt, dat het meerdere malen gebeurt, dat schade wordt toegebracht aan openbare werk-eri, w-elke eigendommen zijn van anderen en waarvan de schade toch oók niet wordt ver goed, De voorzitter meent dat de kosten .geen re den kunnen zijn om st-eun te weigeren. Wan neer ineens een heffing van f 1— per H.A. meer wordt bepaald, zijn alle kosten gedekt. De h-e-er Swan zegt, dat het hier niet gaat om de kosten, maar om het recht. Volgens de heer Schoorl is de polder niet verplicht en kan ook niet verplicht worden, om een bijdrage t-e verleenen. De Banne Eeni gen burg heeft drie bruggen moeten vernieuwen en zijjn deze door de aanwijzingen van Ged. Staten zeer duur. De gelden hiervoor zijn op gebracht door de Ingeland-en, echter gaat het niet aan door hen de kosten te laten betalen voor onderhoud van een brug in een andere Banne. De heer van L-emn-ep zegt, dat er nog wel een ander middel tot dwingen tot betalen bestaat. Ged. Staten kunnen het reglement in dien zin wyzigen, dat het polderbestuur verplicht is het onderhoud voor zijjn rekening te nemen. De heer Schoorl zegt ook met deze stok achter de deur ge-en cent te willen geven. De voorzitter der commissie geeft de voor keur er aan, de zaak in der minne te schik ken en geeft in overweging de houding van het bestuur te wijzigen. De h-eer Swan zegt hierop, een bestuursver gadering te zullen houden en de uitspraak aan G-èd. Staten te zullen zenden. Hierop wordt de conferentie gesloten, Hierna stelt de voorzitter den aanwezigen in de gelegenheid hunne meeningen te kunnen uiten. De heer Ootjers zegt, Öat de zaak te over bekend is om er nogmaals diep op in te gaan. Bij de Banne bestaat reeds jarenlang de over tuiging dat een bijdrage door den polder alles zins billijk is en wordt thans iets gevraagd, waarop de Banne recht meent te hebben. De toestand van de brug zou nimmer zoo ge weest zijn, als deze thans is. De grootere stroomversnelling is echter de oorzaak. De ver betering is van algemeen belang voor geheel Geestmer-Ambacht. De Banne is met Ged. Sta ten in goed gezelschap, daar zij dezelfde mee ning is toegedaan. Om echter zeker van de zaak te zijn is aan Ged. Staten advies gevraagd, waaruit is gebleken dat de Banne juist was. Spreker betreurt het, dat de polder het eerste; schrijven a bout portant heeft afgewezen en zelfs niet genegen was te conferaeren. Dé voorzitter zegt, dat voor zoover hem be kend, geen verzoek is ingekomen om te con f-ereeren. Hét bestuur kan niet inzien dat de slechte toestand door de stroomversnelling is ontstaan, doch dat de oorzaak gezocht moet worden in de groote motoren, welke een groote invloed hebben op d-e schoeiïngen. Spreker kon er niet toe komen de Ingelanden te bezwaren. De heer Ootjers merkt op, dat het verzoek der conferentie van Ged. Staten is uitgegaan Het lag dus niet op den weg van de Banne. Verder merkt spreker op, dat de Mosselen brug, de plaats is waar het meeste water door gezogen wordt en geen enkele plaats zulk een druk heeft te doorstaan. De voorzitter zegt, dat in de Banne Haren karspel ongeveer -een achttal bruggen zijn, waai van er eenige onidermij|nd zijn door de motoren. Het schept echter een eigenaardig precedent om thans steun' te verleenen. De heer Pranger vraagt of er reeds plannen tot verbetering gemaakt zijn. De heer Ootjers zegt, dat deze ontworpeln zijtn door Ged. Staten. D-e heer Pranger stelt de vraag, of de polder verplicht is d-e verbreeding aan te brengen. De beer Ootjers zegt, dat er over verplich ting nimmer gesproken is. Ook is er al gespro-i ken over den Noordermarktbond, doch deze kan er gevoegelijk buiten blijven. De toestand kan echter niet langer besten digd blijven, deze is thans gevaarlijk. Dat de ondermijning door de stroomversnelling is te weeg gebracht, is door de deskundigen uit gemaakt. De voorzitter zegt, dat de opinies hierom trent kunnen verschillen.- Spr. 'heeft uit de be spreking met Geld. Staten niet begrepen, dat de polder tot iets verplicht is. De heer Optjers zegt, dat h-et mogelijk is, dat Ged. Staten nu niet kunnen dwingen, doch wel kunnen zij wijzen op zedelijke plicht. De heer Slot is het eens met het bestuur. De vergelijking springt sterker naar voren, wan neer men de bruggen aan den Langendijk in, oog-enschouw neemt met die van andere plaat sen. daar hier een sterke bemaling plaats heeft. Spreker merkt op, dat de brug te Broek op, Langendijk -eveneens is omgebouwd, waarvoor een vergoeding werd toegewezen en later is ingetrokken. De reden hiervan is spreker niet beleend. Met het verleenen van een bijdrage aan de bruggen zal echter een precedent ge schept worden voor v-ele andere bruggen. De voorzitter merkt op, dat door den voor ganger van den h-eer Slot bezwaar werd ge maakt om een fooi aan te nemen, waardoor d-e bijdrage werd ingetrokken. De heer Ootjers zegt, dat indien het hief het onderhoud gold, zou de Banne geen bij drage vragen, doch de ondermijjning vindt zijn oorzaak in de stroom. De- Mosselenbrug heeft het het zwaarte te verantwoorden aan den Langendijk, Gaar het de eerste doorgang is naar het Stoomgemaal. Door de molens werd de stroom georoken. Niettemin juicht spreker. het plaatsen van ue machine toe, daar thans in een minimum van rrjjd het water wordt weg gepompt. Echter is er ade reden voor, de door gang te verbreeden, daar het waterschap groot profijt heeft van het snelle wegmalen van het water. De voorzitter is van oordeel, dat ieder zijne bruggen moet onderhouden en handhaaft zijn standpunt om Geestmerambacht -niet te be lasten. Dc heer Ootjers: „Ten koste van een ander." De heer Borst zegt, Öat de toestand m Ha renkarspel gelijk is aan di-e van Noordschar woude. Ook daar is men de meening toege daan, dat dé fund-e-ering van den brug te Kal- verdijk weggespoeld is door de stroom. Spr. ,gaat echter mee met het bestuur, daar h-et, zter goed mogelijjk is, dat wanneer een bijdrage wordt verleend, meerdere aanvragen zullen komen. De heer Ootjers is van oordeel, indien meer dere plaatsen in den polder in ongunstige om standigheden verkeeren door de bemaling of dat er iets in dien- zin niet in de haak is, het thans hoog tijd wordt, dat hierin verbetering komt. Spreker merkt op, dat d-e aanwezigen hier zitten voor het Geestmerambacht m zijn ge heel en is het spreekwoord, „gelijke lusten, gelijke lasten" hier zeer zeker van toepassing. De heer Slot vraagt of h-et bestuur in deze zaak homogeen is, hetgeen door den voorzitturs wordt bevestigd. De -discussies worden gesloten en wordt het voorstel om eene bijdrage te verleenen in stemming gebracht, hetwelk wordt verworpen met 2—10 stemmen. Vóór stemden de heeren Ootjers en "Pranger. Rondvraag. De heer Slot vraagt of het bestuur reeds kennis heeft genomen van het nieuwe concept reglement voor den polder ontworpen dooi Ged. Staten. Spreker richt speciaal tot het dagelijiksch bestuur de vraag, of het niet wen schelijk is, eventu-eele bezwaren gemeenschap peiijk te bespreken. Spreker wijst op de nieuwe wijze van stemming, zooals deze wordt toege past bij de Statenverkiezing e.a., waarbij de candidaatstelling is bepaald, waardoor in alle waterschapen de verkiesbaarheid dezelfde is Voorts merkt d-e voorzitter op, dat volgens het concept-reglement de bestuursleden, die den 70-jarigen leeftijd hebben bereikt verplicht zijn af te treden. Spreker zegt, dat betreffende het maken van kaarten-, waaraan groote kosten zijn verbonden, door verschillende kleine pol ders bezwaren zijjn gemaakt. De heer Reind-ers deelt mede, dat in de vo rige bestuursvergadering het concept-reglement is besproken -en hoofdzakelijk bezwaar is ge maakt tegen den leeftijdsgrens, daar in andere corporaties geen grens is bepaald. Hiet bestuut is van meening, -dat de leeftijd geen schade toebrengt aan de belangen. In de vereeniging van Waterschapsb-elangen zal echter op eene hiertoe belegde algemeene vergadering de ge legenheid worden gegeven bezwaren in te brengen. De voorzitter is van oordeel, dat indien de bezwaren gezamentlij|k worden ingediend, mer. voel sterker zal staan tegenover Ged. Staten. De heer S-evenhuizen zegt, dat de algemeene vergadering wellicht op 1 Augustus a.s. zal plaats hebben. Niets meer aan d-e orde zijnde dankt de voor zitter voor de aangename samenwerking en simt de vergadering.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1927 | | pagina 1