OLYMPIADE 1928 BEZOEKT de voorwedstrijden en de kampioenswedstrijden, uitgeschreven door den Noord-Hollandschen Athletiekbond, op Zondag 21 Augustus 1927 te Oudkarspel. „Nederland, let op Uw Saeck" Wat de verhouding der communisten tot de Inlandsche Veraeinigingen betreft, is het opval lend, dat zoo goed als alle, met welk doel; zij ook worden opgricht, na verloop van tijd,' langzaam maar zeker afglijden naar dien com- munistischen afgrond. Op eene vergadering, welke door Boedi-Oetomo te Batavia om hunne opruiende ideeën te verkondigen. De bekende cellenbouw der communisten blijkt dus ook in Indië ijverig te worden toe gepast. In dit verband moge ook de aandacht gevestigd worden op de pogingen, door de communisten gedaan om tot een fusie met am dere inlandsche vereenigingen te geraken, het geen geschiedt onder het motto: „eerst moe ten wij ons bevrijden van de vreemde over- heerschers, de rest wordt later wel geregeld." Hier dus alweer toepassing van het bekende systeem der IIIe Internationale, n.l. gebruik maken van alle conflicten, deze steunje(n en zooveel mogelijk aanwakkeren, met als uitein delijk doel de zege der revolutionaire en com munistische beginselen. Wij hebben niet gesproken over wat mep gewoon is te noemende inlandsche beweging, welke men zou kunnen karakteriseer en als ©en streven der intellectueels inlanders naar zelf bestuur en vrijmaking van de Nederlandscha suprematie. Het ontwakend bewustzijn van deze intel- lectueelen beschouwen wij als ©en zeer na tuurlijk verschijnsel, dat niets uitstaande heeft, althans niets te maken behoorde te hebben met! het streven der IIIe Internationale tot bokje- wiseering van de weneld. Maar nochtans bedient Moskou zich van de zen natuurlijken drang naar vrijheid om ee|n volk, dat voor 95 pet. uit analphabeten bestaat op te zweepen tot een z.g. communisme, waar van zij niets begrijpen. Wij achten het hier niet de plaats om te zoe ken naar de middelen, die zullen moeten die nen om de inlandsche beweging in de juistei banen te lelden; anderen, meer bevoegden mo gen zich daarmede bezighouden. Waar wij hier echter nogmaals en met klem c.p willen wijzen is dit: Er zetelt te- Moskou een lichaam, dat met alle middelen zich tracht te mengen in een strijd, die behoort te worden uitgestreden tus- schen de inlandsche bevolking van Neder land sch-Indië en Nederland; er arbeidt in Indië thans een vreemde kracht, die iedere iedere vreedzame beslechting van dien strijd met al haar ten dienste staande middelen tracht te beletten. Dat lichaam, die kracht: Öe Ille Internatio nale van Moskou, jaagt in Nederlandsch-Indië' evenals overal elders, hare eigen doeleinden: na onder voorwendsel vap bet op te nemen voor zwakken en verdrukten. Aan die inmenging, die een ernstig gevaar voor land en volk dreigt te gaan beteekeneji, behoort paal en perk te worden gesteld. FEUILLETON HOOFDSTUK I. Het was een geluid van een groote tromj en het koddige, bepoederde gezicht van een clown boven de haag uit, die den jongen Bri ton het ad door de velden deed verlaten; en den weg inslaan, die naar het dorp voer de. Een optocht van een cirvustroep kwamj d;en modderigen weg af; een zich langzaan, voortbewegende stoet van opzichtig-gekleede mannen en vrouwen, op magere paarden ge- zeetn; groote vergulde wagens, getrokken door ponnies. Aan het hoofd der colonne marcheer de een blaasorkest, dat de minst-muzikale ooien nog op proef stelde. Een donkere man met een grijnzenden trek op zijn gezicht, die bibberde in zijn dunne kleeren, liep naast een olifant en de clowtn met zijn tragisch-mal gezicht baggerde op stel ten door de modder, gevolgd door een troep opgewonden dorpskinderen. De jonge Briton leunde tegen een hek, waar hij uit de wei overheen geklommen was, toein hij den trommel had gehoord, en keek melt1 een flauw glimlachje op zijp ontevreden jong gezicht naar den kleinen optocht. Herinneringen aan zijn jongensjaren' kwamen bij hem boven, toén hij ook verrukt achter een clown op stelten was aangekropen toen hij le school verzuimd had om m©t open mond naar de circustent te kijken. Wat leek iaat lang geleden. Het scheen of er; een heel leven lag tusschen toen en nu. De jonge Briton betrapte zichzelf op ©en prop in de keel toen de clown hem aankeek en toen de laatste vermoeid-,uitziende olifant geduldig voorbijgebeend was, ging hij ook denzelfden wieg verder, .en liep achter de opgetogen kin- derzwerm aan, mee naar 't dorp. Het was October; de modderige weg lag be zaaid met roode en gele dorre bladeren, dé lucht was pittig vochtig, de wielen van de zwaar vsrguide wagens hadden diepe sporen in den: weg getrokken, hier en daar onderbroken door de zware indrukken van de pooten der oli fanten. De stoet trok naar een open veld, waar ker miswagens en tenten op elkaar gepakt stonden; een groepje luid-sprekende mannen stond ru- De arme man „Arme Man!" Ik hoorde deze verzuchting en mijn oogen richten zich onwillekeurig op het voorwerp van het algemeen medelijden. Ik zag een oud en zwak mannetje, dat zich lang zaam ever de straat voortbewoog, steunend op een dikken stok. Het was waar: zijn klee ren waren zeer versleten en.dikwijls opgelapt, maar toch zag hij er netjes uit. Ook zijn schoe nen waren niet naar de laatste mode, maar zeker had hij ze dienzelfden ochtend nog ge poetst. Hij was niet rijk of beroemd, dat was duidelijk. Onwillekeurig zuchtte ook ik „arme man." Later vroeg ik een mijner kennissen, van wien verteld wordt dat hij iedereen in het dorpje persoonlijk kent, naar dezen man. ,,0," luidde zijn antwoord, „bedoel je Ouwe Jan, Ja., die is er zeker niet bijzonder aan toe; ik begrijp eigenlijk niet hoe hij leeft, want buiten zijn ouderdomspensioen heeft hij niets. En toch kan ik je verzekeren, dat hij een van de ge lukkigste menschep uit het Üorp is. Hij is al tijd bljj, nog pooit heb ik hem uit zijn humeur gezien." Wat een les, dacht ik getroffen; alweer een oordeel, dat gegrond is op uiterlijken schijn. De versleten kleeren, de oude schoenen, kort om de geheele verschjjlning van Ouwe Jan, zij duidden op bittere armoede en toch... het; medelijden had hij niet noodig, want in werke lijkheid was het oudje schatrijk! Het mede lijden was goed, maar klaarblijkelijk hier niet op zijn plaats. Dikwijls daarna heb ik nog on dervonden, dat menschen, die wij ,arm" noe men inderdaad rijk waren zij het dan ook, dat hier van een bizoindere rijkdom sprake was. Ik heb in mijjn leven eens kennis gemaakt) met een man, die ettelijke malen millionair was. Hij woont in Amerika en door de heele we reld is zijp naam bekend, niet omdat hij zich: door bizondere daden onderscheiden had, maar meer uit hoofde vap zijn geweldige bezittingen. Zij i verschijning echter bewijst reeds terstond, dal deze man in het geheel niet gelukkig is. Zijn wangen zijn ingevallen en de zorg voor zijn zaken en verplichtingen hebben hem bijna waanzinnig gemaakt. Hij zit met zijn bezoekers te praten, terwijl hij aan allerlei andere dingen denkt en dikwijls raakt hij danig in het ge sprek verward. Nooit heeft hij, rust, al is het nog zoo laat op den avond, altijd heeft hij nog even iets te doen. Zijjn leven glijdt heen, zonder bent eenig genoegen te laten. Die map is straatarm. Hij mist van alle weel de de grootste: een rustig en tevreden gemoed. Het is ieen gewoonte van vele menschen om voortdurend naar de grooten en rijken der we reld op te zien en hun de zichtbare weelde te benijden. Hoe dikwijls schuilt er achter dj© zichtbare weelde niet juist de grootste armoede. „Hij heeft geluk gehad," of „je moet maar ge luk hebben," zeggen de menschen dikwijls, nietwaar, en toch blijkt maar al té vaak, dat dit geluk slechts schijjn is, dat we in werkelijk heid tegenover een „arme man" staan. En er is niets treurigers op de wereld, dan «leze soort ziend bij het hek en nu en dan mepgde zich een schelle vrouwenstem in de luidruchtige dis cussie. De jonge Briton keek rond en aar zelde. Hii verveelde zich geweldig. De heele week had hjj door dit dorp rondgezworven! om den tijd te doodan en te wachten... tot zijn vader stierf. Het moge ruw klinken, het was de waarheid: hij wachte op den dood van den map, die minder in zijn leven beteekénde dan de keu rige kamerdienaar, die zijp kleeren borstelde en scheerwater bracht op zijp weelderige slaap kamer in zijn Londensche woning. Een week geledep had een telegram van den ouden Fergerson hem in allerijl naar het sta tige huis tusschen de boomen gevoerd' dat hem altijd het hol van een weerwolf gesche nen had. Van zijln kinderjaren af had hij h-etj nooit als zijn huis kunnen beschouwen, het was alleen maar een ongezellig, ofschoon kost baar-ingericht onderdak geweest, waar rnen nooit lachen mocht of de trap op en neer hol len of iets anders waar een jongenshart naar verlangt. Het oude gevoel van kille belemme ring was opnieuw als een last op hem gevallen, toen hij een week geléden de groote oprijJ laan was ingereden en opgekeken had naar" de neergelaten blinden van de kamer, waar zijn vader lag te sterven. Die beklemming was als een verstijtving in zijn aderen opgekropen, toen hij de trappen, was opgegaan naar zijjn vader. Deze. had hem nauwkeurig gadegeslagen, toen hij op zijn teérnen naar zijn bed kwam. De oude Briton had hem de kamer zien doori loopen, grimmig had hij hem; van onder zijp zware wenkbrauwen aangekeken; de uitdruk king van die oogen was nog vol leven... Zijn stem was koud en hard, toen hij begon1 te spreken, zooals de jonge Briton die stenji altijd gekend had. I Dus je bent gekomen om d,e schoenen van den dooden man, zei hij, en hij lachte hatelijk. Wees niet te zeker van ze, mijn jongen; niet te zeker. Dat was aen week geleden en nog leefde! hij de grimmige oude heer, die er nooit in, geslaagd was liefde te winnen, alleen vrees afgedwongen had. Alleen vanmorgen was ier, een cynisch lachje geweest in zijn oogen, toen hij! naar zijn zoon keek, iets hoonends in zijjn stem, toen deze onhandig vroeg: -- Gaat het beter, vader? Ik ben nog niet dood, Roderick... Eep pauze volgde en toen: Je bent je moeders kind... Je kykt naar mij met h,4dr oogen en je wepschte wel, dat armoede te ontdekken bij rijke menschen. Ons medelijden schenken wij daardoor maar, al te dikwijls aan menschen, die het in het ge heel niet noodig hebben, terwijl wij het an deren onthouden. De geschiedenis van vele groote en rijke menschen begint met de jam- merlijkste ellende en vele hebben rijkdomme|n verworven, niet omdat zij zoo gelukkig waren of zoo knap, maar alleen omdat de wanhoop hen dreef daden te verrichten, welke zon der, dat zij het zelf vermoeden naar het succes leidden. R. P. Radio-Omroep EERSTE LANGEDIJKER RADIO-CENTRALE D. SCHUITEMAKER Jr., Noordscharwoude. WoMisdag 10 Augustus. 12.2012.35 Baventry-conoert. 12.35—2.00 A.N.R.«0:-Lunch!muziek. 3.20 Daventry Strijkkwartet 5.00-5.30 A.N.R. O .-concert. 5.30—6.00 Pianorecital. 6 00—6.30 Lezing Batikken. 6.30—7.00 A.N.R.O.-concert. 7.00—7.45 Duetten voor 2 sopranen. 8.15 Kurhaus concert, Hierna tot 12.20 Dans muziek Daventry. PttinlM-diag 11 Augustus. 12.20—2.00 Zie Woensdag. 2.30 Kath. radioomvoep. Momentsonthulling. 5.00- 600 Uurtje wees- en ziekenhuizen. 6.00—8.00 A.N.R .O.-voor-a vond concert. 8.10 Ned. Chr. radio-vereen. Concert en Le zingen. Hierna tot 12.20 dansmuziek. Vrijdag 12 Augfnstus. 12.20—2.00 Zie Woensdag. 3.20 Radio-octot van Daventry. 5.00-7.00 A.N.R.O .-concert. 7.00 7.45 Vrijz. Prot. radio-omroep. Lezing en muziek. 8.20—9.35 Concert uit Hulsimgfors (Zweden.) 9.35 Operafragmenten uit Parijs. 10.30—12.00 Dansmuziek van Hilversum. Zaterdag 13 Augustus. 12.20—2.00 Zie Woensdag. 2.00—5.00 V.A.R.A. Opening Troelstra-oord. 6.00—8.00 Vooravondconcert A.N.R.O. 8.10 -10.30 V.A.R.A. Concert en lezing. Hierna tot 12.20 dansmuziek Daventry. Uit de Pers Merkwaardige woorden zijn gesproken door den heer Kostelijk in de laatste raadszitting te Heer- Hugowaard. Het geachte raadslid, flat met eer.? zijn zetel inneemt alt yd zeer bezadigd optreedt, is blijkbaar j.l. Zsruhfl*' naar den Landdag te Alkmaar getogen, waar men zijn liefde voor de School, waaraan de natie gehecht heet, meencüe te moeten demonstreeren. Is de meeting zoo geslaagd, zoo indrukwekkend geweest, dat de nawerking zelfs wordt gespeurd in de raadszaal 't Lijkt zoo. ik dood was, net als zij. Dat arme moedertje van hem die kleme onnoozele vlinder, die het leven zoo verschriki kelijk-moieilijk gevonden had naast zijn vader. Rorie kon zich haar nog juist herinneren haar lachend gezicht en oolijke Iersche oogen. Zij was ai lang gestorven, maar behalve van morgen had hij nooit haar naam over zijn vat tiers tippen hooren komen. Hij kon die bittere toespeling op haar niet goed verdragen, hij her innerde zich hoe haar zachte armen om hetw heen lagen hoe haar sierlijke vingers vol ringen over zijn haar gestreeld hadden. Hij had een boos antwoord op de lippenj hij had al zijn zelfbeheersching noodig het te rug te houden. Hij was snel de kamer uitge gaan m den bleeken herfst-zonneschijn en had mijlen en mijlen gelpopem in een onberedeneer de woede en bitterheid, tot het geluid van dej groote trom en het malle gezicht van den stel- tenloopenden clown hem tot de werkelijkheid haddenteruggeroepen. En nu stond hij aan het hek van het doori weekte weiland en keek naar de dicht op elkaar staande tenten en woonwagens met een vreemde opgewondenheid in zjjp hart; hij voelde zich weer de schooljongen1, die de school verzuimd had; het geluid ,van de trom ejn die dwaze clcwn deden zijjn schooljongensjaren levend worden. Achter de groote hekken klom een man met een kalen zijden hoed op een wankele stel-j lage en schreeuwde naar de menigte: Komt binnen! Komt binnen! De voorstel ling begint! Het mooiste circus van Engeland! Gedresseerde leeuwen, schitterende trapeze-toe ren Entrez'Entrez 1 Kom mijlnbeertje. Groote kermispret. Wat zou zijn vader wel zeggen als hij wist wat zijn zoon 'deed; hij bedacht wat zijn keurige ka merdienaar in Londen en wat zijn vrienden op de club zouden zeggen; toejn haalde hij dé schouders op, betaalde zijjn shilling en werkte zich door de menigte heen in de fladderend^ tent. ii i Het was een donkere middag; de tent was; van binnen verlicht met gele gasvlammetjes, hoog tegen het dak aan; zaagsel was op dein drassigen grond gestrooid. Het stelletje muzi kanten dat nu bij: elkaar zat achter eed) soort balustrade, met rood pluche bekleed schetterde een populaire dreun. De jonge Briton klom naar de rijen zitplaat sen, die uit losse planken bestonden; een'troep wilde schooljongens duwde hiem opzijeen keer of vijf zochten zij andere plaatsen op om toch vooral het beste plekje voor hun shilling té De gehechtheid van die natie aan de Openbare School blijkt niet al te groot, men ducht blijk baar de vrije concurrentie. Is hef waar, dat er slagboomen worden gelegd tusschen ,de verschil lende groepen van ons volk Is het geen kostbaar gtoed voor ons volk, dat thans de ouders vrij1 zijln, waar zij hun kinderen ter schooi willen zenden Die vrijheid' vragien christenouders, die vrijheid komt eten geestver wanten van den heer Kostelijk toe. De levensbeschouwingen zijn er, openbara en bijzondere scholen zijn daarvan geen oorzaak, maar gevolg'. Is het waar, dat de bijzondere school boven de openbare wordt bevoorrecht? Dat men het aantoone, we gelooven steiligt, dat hierop 't ant woord niet zal gegjeven worden. "Wat we van onze tegenstanders vragen is, er kenning van het recht der ouders om hun kinde ren naar de bijzondere school te zenden. Hoog staande vrijzinnigen erkennen dit recht, en heb ben erkend ,dat het christelijk volksdeel jaren lang onrecht is aangedaan. Het raadslid zouden we willen verzoeken, de historie van den schoolstrijd eens zoo mogelijk onbevangen te bestudeeren. Zich eens pogen te verheffen tot de hoogte van 't ingenomen stand punt van mannen als Bos en Cort v. d. Linden Ware dit geschied), waarschijnlijk zou ander» in de raadszaal gesproken zijn. („Qhr- Ntablet")' SPORT Ei WEBSTRIJDEN - OUDKARSPEL. Onder matige belangstelling had Zondag de finale der seriewedstrijden, uitgeschreven door D. T. S. plaats. De strijd ging tusschen N.V.V. 1 en S.V.S. 1. Technisch warén de Helderschen, stukken sterker. De enkele gevaarlijke uitval len der Niedorpers leverden geen succes op. De rust ging in met blanco stand. Na de thee was het spel meer verdeeld, hoewel S.V.S. 1* ook nu nog het beste van het spel behield.. Na geruimen tijd spelens nam N. N. de lei-' ding. Niet lang daarna echter zagen de Hel- derscben hun zwoegen met den gelijjkmaker. beloond. Edoch, echter ten tweede maal neemt N. N1. de leiding, als na een snelle doorbraak' de midvoor met een hard schot den S.V.S keeper het nakijken geeft. Heftig komen de S.V.S.-ers nu nog opzetten, maar het mag hen niet gelukken het net der Niedorpers te vin den, terwijl bovendien de scheidsrechter nog een strafschop over het hoofd zag. Met een1 geflatteerde 2—1 overwinning kwam het einde en heeft N.V.V. hiermlede dus den len prijk behaald. OLYMPISCHE SPELEN 1928 AMSTERDAM. Het voetbaltournooi. De voorzitter van het N. O. C., Dr. A. baron Schimmelpenninck van der Oye zal Maandag 8 Augustus te Parij|s (vertoeven in verband met de vergaderingen van het (Uitvoerend Comité van het I.O.C., en van het Bestuur van de I- .I.F.A. krijgen. Rorie Briton werkte zich tusschen ©en dikke vrouw met een baby op haar schoot en een oude man, die op een pijp zoog, door; ga* amuseerd keek hij om zich heen. Een reizend circus schijnt altijd bijzondere geheimzinnige aantrekkingskracht te bezitten. De jonge Briton zat opgewonden te wachter» tot de voorstelling zou beginnen, onbewust trapte hij met de voet de maat van het schet terende wijsje. Todn een witte telganger dé arena binnenkwam met een duchtig-geschmink- te schoonrijdster in tricot op zijn breede rug, klapte ook hij; hij was weer een jongen en voelde zich alsof hij weer de school vers zuimd had. Geen van haar kunsten was bijzonder goed, maar zij werden toch allemaal met een storm, van applaus begroet; het opkomen van de oli fanten veroorzaakte ©en enorme ovatie; de oud bakken moppen van den circusbaas an een harlekijn met een roodiein neus verwekten groot gelach; de oude man met zijn steenen pijp naast den jongen Briton schudde van het lachen, tot ide tranen langs zijn verweer gezicht liepen; de dikke vrouw met de baby. in haar armen bibberde als een nerveuze geleipudding de twee kleine jongens voor hem schreeuwden en schreeuwden nog eens weer en floten op hun vingers. De jonge Briton werd meegesleept door den olf van enthousiasme; in ademlooze spanning keek hij hoe de clown nu zonder stelen bestudeerd ongeholpan ov,er zijn eigen beenen viel en zichzelf oprolde in het karpet, dat neer gelegd werd voor isen troep acrobaten. Plotseling hield de muziek met ©en schok op; de circusbaas stak zijn wit gehandschoende hand op om stilte; in een wijdloopige toespraak kondigde hij het succesnummer van de voor-' stelling aan mademoiselle Rosalie, in haar verbazingwekkende trapeze-toer. De twee jongens, die den jongen Briton op zij geduwd hadden, begonnen opgewonden te praten zij keken met spajnjning naar eenj z we venden «stok, die heel hoog tegen het daki hing in het licht van de gele vlammejn. - Zij krijgt duizend gulden per week, Tom. Ja, beslist, ik weet het zeker. Mijn zusfer ze» het en de man in den winkel, waar de réclamé platen hangen, heeft het haar verteld. Als je me niet gelooft... Hij brak af toen een kleine figuur, in ©en nauwsluitend witzijden costuum, dat versierd was met een slinger papieren rozen, de arena! binnenrende. Zij leek heel klein in de groote) sombere tent een kleine fladderende vlin der. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1927 | | pagina 4