1UIBI.
Land- an Tuinbouw
in Australië in de namiddaguren ontvangen
werd, heeft een vertegenwoordiger vain den
regeerings-commissaris van Australië te Lon
den, die speciaal voor dit doel per vliegtuig
naar ons land was gekomen, voor de micro
foon van den Philipszender een begroetings
rede van den regeerings-commandant voorge
lezen. Blijjkens inmiddels ontvangen telegra
fisch bericht uit Australië is de rede daar uit
stekend verstaan.
WEGENBELASTING.
De minister van Waterstaat heeft de vol
gende ambtenaren van den Rijks- en van den
Provincialen Waterstaat aangewezen welke met
de opsporing van de overtredingen van de we
gen belastingwet zullen zij|n belast;
rijkswaterstaat: de hoofdingenieurs-directeu
ren. de hoofdingenieurs, de ingenieurs, de tech
nisch-hoofdambtenaren, de technisch ambtena
ren en de opzichters;
provinciale waterstaat: de hoofdingenieurs-
directeuren, de hoofdingenieurs, de inge
nieurs, de adjunct-ingenieurs, de bouwkindi-
gen, de hoofdopzichters, de technisch-ambte-
naren en de opzichters.
Voorts de tot den rijjks-of tot den provinci
alen waterstaat behoorende sluis- en brugwach
ters van de in de wegen gelegen sluizen en
bruggen en de kantonniers of wegarbeiders,
voor zooveel dezen van een aanstelling als on
bezoldigd rijksveldwachter of als gemeenteveld
wachter zijla voorzien.
DIE? REIS NAAR INDIë.
Een in lndië vaak gehoorde klacht is:
De passagiers aan boord der Nederlandsche
mailbooten ondervinden veel last van tuchteloo-
ze kinderen, waartegen nooit streng wordt opge
treden. De klacht wordt reeds gedurende 25 ja
ren vernomen, doch ze is weer actueel geworden
nu het dezer dagen te Batavia teruggekeerde
Volksraadslid S. J. Aay haar publiekelijk behan
delt eu zijn gemoed lucht in het „Vrijteinn'ijgj
Weekblad".
„De zeereis ontaardt in een straf!" roept hij
uit. „Het genot gaat er absoluut uit." En de
schr. gaat voort:
„Alles draaft, al gillende en .blerrende over het
promenadedek, aan welks wand met groote letters
staat te lezen: „Verboden op dit dek te spelen
voor kinderen van 312 jaren."
Baby-boxen met huilende peuters versperren
n.b. liet dek! De eeuw van het kind is een straf
voor de ouderen!
Het middagdutje wordt als regel verstoord
door stoeiende en gillende kinderen, muziek- en
rooksalon zijn zelfs niet altijd veilig.
Ten "slotte doet de zeer kalme, de reis verschei
dene malen gedaan hebbende heer Aay dit voorstel
„De schuiten met geconstateerde kinderterreur
"moeten dan door hen die gaarne rustig reizen,
maar worden geboycot, dan komen vanzelf de
ouderen in rustiger gezelschap o pon zo mailbooten
waarvan een groot deel druk doende is, de .eertijds
zoo goede reputatie te verliezen van wegc hare
onbewoonbaarheid."
VALLERS ZIEKTE IN DiEi KOOL.
BODEM- OF ZAADBEMESTING.
De heer K. van Keulen schrijft hieromtrent
in de „Vrije .W.e'stfries" het volgende:
De heer A. Pijper te Wognum schrijft mij
hierover het volgende:
Ik wil trachten mijn bevindingen gedurende
deze achtereenvolgende jaren op 't papier te
zetten.
FEUILLETON
6)
Gebrekkig! Rorie schrok; hij stond op en
Luur.'s naar buiten. Ik zie hem niet. Aan
welken kant van 't hek was hij?
Hij is nu weg, Mr. Rorie. Ik gjeloof, dat
hij zag ,dat ik naar hem keek. Hij is den weg
'afgegaan.
Stuurt Soott op hem af, als hij weer komt.
ik wil niet, dat hier landloopers rondsluipen. Er
laat den wageu voorkomen, Blunt; ik ga, naar
Londen.
Ja, mijnheer. Blunt keek eenigszins naar
zijn jougeu meester.
Zult u zult u vanavond nog terug zijn,
mr. Rorie?
Zeker
Blunt verliet de kamer met groote waardig
heid.
Rorie liep opnieuw naar het raam en ging nu
zoo staan achter de lange gtordijnen, dat hij van
den weg af niet te zien was. Hij stak zijta hoofd!
iets naar voren, zijn oogen zochten den verwaaiden
tuin af, rnaar ofschoon hij een paar minuten ge
duldig wachtte, van den gebrekkige was niets
meer t? bespeuren.
Maar toen hij een half uur later iu de auto
het groote hek uitreed, keken twee kwaadaardige
oogen uit de dichte haag naar hem en twee
groote handen balden zich tot vuisten.
De gebrekkige zond hem een vloek achterna
op zijn weg naar Londen.
HOOFDSTUK V.
In de schemerige stilte van de kleine dorps
kerk, Wferden een man en een vrouw in het hu
welijk verbonden.
Buiten joeg de wind de dorre bladeren over
de graven van liet oude kerkhofeen trieste r&gfcn
kletterde neer.
De langzame stem van den geestelijke klonk
eentonig door de 'kleine kerk, als een stem in een
droom. Rorie luisterde er naar met een onwezen
lijk gevoel; hij kon zich nauwelijks realiseeren,
dat het geen droom was; de omgeving, de verle
gen stem van het meisje naast hem, haar be
vende vingers 'in zijn hand, het moest een droom
zijn, waaruit hij spoedig zou- ontwaken om zich
zelf terug te vinden in zijn weelderig» kamers in
Londen.
Pa; toen hij zijn naam teekende ;n een oud,
muf register, in de koude consistoriekamer, scheer,
hij met een rilling te ontwaken en keelt in da
bijna verschrikte oogen van het meisje, dat nu
ziin vrouw was.
Zijn vrouwDe jonge Briton voelde al het
In 't jaar 1924 wterd door mij een half mor
gen met spruitkool beplant, 2/3 gedeelte werd
beplant met hoogstam Beemster spruiten en */3
met halfstam Brusselsche. De hoogstam Beem
ster Uad in erge male Ie Inden van de vallers-
ziekte, terwijl zich in den halfstam Brusselsche
géén enkele valler voordeed'.
Bij een bodembesmetting hadden m.i. li'eide
soorten val Iers moeten hebben. De tegenstelling
was sterk. Beide soorten waren met een tus-
sehenruimte van 3 voet van elkander gepoot,
de eene een regel hoogstam met veel valiers en
de andere regel met halfstam geen enkele.
Waar nu de hoogstammen van beproefde kwa
liteit waren, wilde ik die gaarne door. bouwen.,
doch was hang voor erfelijk belast zijn van het
zaad.
In wende mij nu tot den heer Van Keulen om
advies dienaangaande, welke zei, dat zaadbesmet
ting niet uitgesloten was en men daar wel degfe-
lijk rekening mee moest houden.
Desniettegenstaande zette ik 100 van de mooiste
en gezondste planten uit. In 't voorjaar 1925 wer
den door mij nog weer 50 planten verwijderd die
naar mijn oordeel meer of minder voor zaad win
ning ongeschikt leken.
Van de 50 overgebleven planten teelde ik ongfe-
veer 10 Kg. zaad.
Door 18 bouwers werd in 't voorjaar 1926 zaad
van mij betrokken en uitgezaaid.
De uitkomsten waren al zeer verschillend.
Bij een bouwejj, welke een V2 Pon<i zaad had
uitgezaaid, werd_ haast geen enkele spruit ge
teeld, zoovéél valiers had 'hij. Ook werden door
dien bouwer heel wat planten verkocht aan an
dere bouwers, maar bij al die verbouwers "het
zelfde, n.l. heel veel valiers.
Nog een ander had bij zijjn eerst uitgfczetba
planten geen enkele valler, terwijl hij bij zijn
tweede pluk heel wat valiers kreeg.
Weer anderen hebben van 't zelfde zaad geen
enkelen valler.
Dit, alles wijst., dunkt mij, op een besmetting
van 't zaaibed. De besmetting trad bij den een
eerder in, dan bij den ander.
Nog een geval in mijn naaste omgeving is mij
bekend van belangrijken aard. Iemand teelde in
1925 zelf zijn spruitkoolzaad, doch had zijn zaad-
planten op ongeveer 50 M. van een baan savoye-
koolzaad-stullen gezet. Een ernstige vepvalsching
was daar natuurlijk het gevolg" Van. Niettegen
staande aat, zaaide hij voorjaar 1926 zijn eigen
geteelde zaad toch uit en kreeg natuurlijk ,een
gewas met zeer veel bastaarden. Ong|eveer 40 pet,
Zijn eerst uitgezette planten bleven vrij van val-
ters. terwijl zijn tweede pluk in zeer ernstige
mate te lijden had van de ziekte. Maar nu is het
eigenaardige, dat geen der bastaarden werd aan
getast, Deze hebben zich ontwikkeld tot krach
tige, kerngezonde planten.
Met de wensch, dat meerdere bouwers hun on
dervinding in deze bekend zullen maken, wat
zeker den onderzoekers ten goede zou komen,
eindig ik dit betoog.
Wij dankcu den heer Pijlper zeer voor zijn
duidelijke uiteenzetting en sluiten ons bij zijn
wensch aan.
Radio-Omroep
EERSTE LANGEDIJKER RADIO-CENTRALE
D. SCHUITEMAKER Jr., Noordscharwoude.
Zondag 21 Augustas.
10.00 Kerkdienstvan de N.P.R.P. Hilversum
11.50—1.10 Populair concert van het café
„Vaterland" "Berlijn
1.101.30 Gramofoonplaten. Hilversum
1.302.00 Lezing: Collectieye arb. overeenk.
bloed uit zijn gedicht wegtrekken. Machinaal stak
hij de hand uit en zocht steun bij de tafel.
De oude geestelijke feliciteerde hem, Rorie
kreeg het .gevoel, alsof hij moest lachen; h'ij
soelde den laeti in zijn keel opkomen. Dan keek
liij weer in de oogen van 'het meisje tegienover
hem. Er was iets tragisch in die oogen. De jonge
Briton stapte impulsief vooruit. Hij legde een
hand op elk van haar teere schouders. Hij bukte
zich en kuste verlegen,' haar zachte wangen. Hij
probeerde te spreken, maar hij kon geen woord
uitbrengen en plotseling) waren zij buiten ie kerk.
Nu ben je mijn vrouw, zei Roderick. Er
was iets als ontsteltenis in zijn stem; hij nam
zijn hoed af en liet den vochtigen wind over
zijn gloeiend voorhoofd! strijken.
ja.... Het woord kwam fluisterend over
haar lippen. Haar armen hingen lusteloos langs
haar lichaam, terwijl zij hem met verschrikte
oogen aankeek.
Spijt het je? trosg zij hem langzaam.
Een golf van medelijden sloeg in den jongen
Brifcon omhoog; hij dwong! zich tot een lach.
Wat een vraag! Natuurlijk niet! Wij zullen
heel, heel gelukkig zijn, en een mooien tijd tege
moet gaan. Er is voor alles gezorgd de boot
vertrekt morgenmiddag- Je bebt toch niets ver
geten, van wat ik je gezegd heb?...
Neen, zij zei verlegen.
Zij wandelden het smalle pad af naar het
hekje, waar Rorie's auto stond. Eien speciale ver
gunning een aardig honorarium aan den gees
telijke, die niet nieuwsgierig was een rit met
een grooben omweg naar een afgelegen dorpje,
waar niemand Rorie kende en hun vreemd
huwelijk was voltrokken.
Er werd iets wakker in den jongen Briton! De
vreemde gevoelloosheid viel van hem af zijn
hersens, die de laatste drie dagen verdoofd sche
nen, kwamen weer in actie; het was alsof hij
zijn herinnering terugkreeg en weer vooruit kon
zien, naai- de jaren, die vóór hem lagen en
hij was bang bang!
Hij wikkelde Rosalie warm in de bontjas, -
hij zag hoe zij beefde, toen zijn hand opzettelijk
de hare aanraakte, en opnieuw kwam er wroeging
over hem.
Wees toch niet bang voor mij, zei hij on
handig ik zal heel lief voor je zijn, en je heel
gelukkig maken.
Wat klonk dat nuchter! Wat heel anders dan
de hartstochtelijke woorden, die zoo gemakkelijk
over zijn lippen waren gekomen op den avond
dat hij afscheid' had genomen van Lilian Fane.
Hij kreeg een afschuw van zichzelf. Hij durfde
1 ziju oogen niet opslaan naar het meisje naast hem.
Ze legden oen terugrit zwijgend af. Toen Alper-
ton in liet gezicht kwam, liet Rorie den wagen
stilstaan.
J e moet hier uitstappen. Hij lachte haar
bemoedigend toe. Ik geloof niet, dat Sherry
of iemand anders achterdocht zal hebben wij
2.155.10 Uitzending uit de Princesse schouw
burg Den Haag van een zangspel.
6.00 Kerkdienst uit de Geref. Kerk te Zandvoort
8.00 Pers- en sportberichten.
8.15 Kurhausconcert uit Scheveningen.
Hierna 'tot 12.50 dansmuziek van Berlijn.
Maandag 22 Augustus.
12.35—-2.00 Lunchmuziek -Hilversum
4.405.55 Kinderuurtje.
6.00—8.00 A.N.1R.O.-concert.
8.35 Kamermuziek uit Sundsvall (.Zweden).
Hiern adansmuziek van Hilversum tot 12.00.
Dinsdag 23 Augustus.
12.352.00 (Zie Maandag).
3.205.20 Orkestconcert van Daventry.
6.008.00 ANRO-vooravondoonoert.
8.10 Kath. radio-omroep. Concert en lezing^
Hierna tot 12.20 dansmuziek van Daventry.
RADIO-PROGRAMMA van 21—27 Aug.
Radio-Centrale HART KUIJT.
0UDKAB8PHL A 117.
Zondag 21 Augustus.
10.00 Vr. Prot. R. O. Kerkdienst Zaandam.
12.301.30 N.OJV. Uitzending van de nieuwste
Gramopnoonplaten.
1.30—2.00 Lezing.
2.155.10 Uitzending uit den Princesse Schouw
burg, 'sGravenhage.
6.00 Ned. Chr. R. V. kerkdienst te Zandvoort.
8.00 Nieuws- en persberichten.
8.15 Kurhaus-ooncert.
10.5012.50 Dansmuziek. "Berlijn
Maandag 22 Augustus.
12.352.00 Lunchmuziek, Hilversum
3.20 Orkestmuziek. 'Daventry
4.405.55 Kinderuurtje Ant. v. Dijk.
6.008.00 A.N./R,O.-concert.
7.45 Politieberichten.
8.10 Kurhaus-conoert.
10.15 Nieuwsberichten, enz.
10.3012.00 Dansmuziek te Zandvoort.
Dinsdag 23 Augustus.
12.35—2.00 Lunchmuziek, Hilversum
3.20 Het Da ven try - k w ar tet 'Daventry
4.35 Pavilion orkest
6.008.00 A .NJLO-concert. Hilversum
8.10 Kath. R. O. Concert en Lezing.
10.30 Nieuws- en persberichten.
10.5012.20 Dansmuziek 'Daventry
Dam rubriek.
Varzoeke alles betreffende deze rubriek ie
zenden aan D. KLEEN te Winkel.
Oplossing probleem no. 128. (Piantinga).
Wit 23—19, 2)9:13, 37—31, '45—40, 48—42,
435 521 en wint.
Stand no. 129.
van A. A. POLMAN te Almelo.
ZWART
WIT
zijn nog geen anderhalf uur bij elkaar geweest.
Kijk niet zoo bedrukt, Rosalie; dit«is de laatste
dag van het ouae leven. Vergeet vooral niet wat
ik je gezegd heb; je moet de woonwagens ver
laten, heel vroeg in den morgen, zoodra het licht
wordt. Ik zal hier met de auto op je wachten,
en dan gaan wij recht door haar Londen. Tegen
den tijd dat ze je missen, zijln wij al lang' buiten
hun tereik, en dan... ademde hij diep en keek
over haar heen naar de groeep bladerlooze hoo
rnen, ;waar achter 'het ohde huis stond, waarvan
hij nooit meester zou zijn... en dan zullen' wij een
nieuw leven beginnen...
Hij stak haar zijn hand toe. Heb je geen
glimlach voor me? vroeg hij moe. Geen glimlach:
vdorje man?..,
Een diepe blos kwam over haar gezicht; haar
oogen stonden vol tranen.
O, ben je er wel zeker van heelemaal
zeker, dat het je nooit zal berouwen? vroeg zij
sehuw. Ik ben zoo bang. Jij bent iemand uit
een deftige familie... en ik!.,., wel.
De jonge Briton lachte.
Kom, ik ben immers niet veel meer dah
een bedelaar, zei hij met gedwongen vroolijkbeid.
En ik wil niet hebben, dat "mijn vrouw zoo
gering over zich zelve denkt! Hij schudde haar
vroolijk heen en wéér. Ik ben er trotsch op,
dat je zooveel vertrouwen in mij gesteld hebt;
je zult er nooit berouw van hebben, Rosalie. Wij
zullen heuseh goede maatjes jworden. Wacht maar,
morgen heb ik je al heelemaal voor mijzelf!
Maar zij lachte niet. T,wee dikke tranen rolden
langs haar wangen op haar armoedigen mantel.
Zij keek hem aan met iets onheilspellends in
haar blik.
Als... als ik ooit denk, dat het je spijt, zei
zij als ik ooit merk, dat je je voor mij schaamt,,
maak ik een einde aan mijn leven.
De ernst in haar stem, de vaste wil, die uit
haar blik sprak, maakten diepen indruk op Briton.
Zoo mag je niet praten; daarvoor heb ik je
immers geen aanleiding' gegeven. Ik.,., maar la
ten we aan zoo.iets niet denken op onzen trouw
dag. Laat mij je ring nog èens zien. mrs. Briton.
Hij nam haar hand, een kleine, bevende 'hand,
waaraan de trouwring zat.
Terwijl de jong# Briton er naar keek, voelde
hij schaamte en zelfverwijt. Wat had hij ge
daan? Wat voor bron van eindelooze zorg en
ongeluk had hij in een moment van verdwaasd
egoisme voor zich zelf en haar geopend?
Diwaas! Dwaas! Het leek hem of duizenden
stemmen hem dit woord toeschreeuwden; hij beet
zich op de lippen; hij wens elite zijln ooren te
kunnen sluiten voor de spottende kreten...
Plotseling liet hij de hand van zijn vrouw
los.
Maar nu 'kwam zij spontaan op hem toe; ze
ging op haar teenen staan en legde met een lief
gebaar haar handen op zijn schouders
®at er ook gebeurt, zei ze langzaam, ik
Zwart 10 schijven op 5, 710, 13, 17, 18, 19,
en 30.
Wit 10 schijven op 16, 25, 27, 28, '31 34,
40 en 43.
Wit wint als volgt:
W,it. Zwart.
16—11 30:48
11: 22 48:26
27—21 18:29
40—34 *26:30
25: 1 en wint.
Een fraai stukje.
Stand n,o. 130.
van G. L. GORTM4NS te Londen.
ZWART
WIT
Zwart 9 schijven op 7, 8, 14, 17, 19, 20,- 22,
23 en 27.
Wit 10 schijven op 28, 30, 33, 34, 36, 38, 39,
44, 48 en 50.
Wit wint hier door opsluiting.
Wit. Ziwart.
36—31 23:43
30—24 -2t): 49
33—28 22:44
3124 en wint.
Ter oplo-sing:
Probleem no. 131.
Auteur: M. HAVEMANS te Dedemsvaart.
ZWART.
Zwart 7 schijven op 12, 13, 14, 18, 19, 22/ 23,
dam op 17.
Wit 10 schijven op 21, 29, 30, 31, 34, 35, 37,
38, 48 en 49.
.Wit zet en wint.
zal altijd blij zijn, dat je me getrou,wd hebt. En
zij kuste hem.
Er kwamen tranen in de oogen van den jongen
Briton. Hij voelde zich beschaamd, vernederd,
maar ook geroerd.
Ik wil zoo graag! goed voor je zijn, stamelde
hij met jongensachtige impulsiviteit; hij bukte
zich en kuste 'haar ook.
De regen had opgehouden, toen hij alleen door
het dorp terugreed; een bleeke zonnestraal kwam
door de wolken gluren en too ver de gouden schit
teringen in de kleine plassen op den weg; een
troep snaterende eenden vlogen op naar den kant
van den weg.
Scott, de herdershond, kw'am hem door Je
oprijlaan tegemoet rennen; Blunt'stond in de
open deur.
Mr. Fergerson wenscht u te spreken, Mr.
Rorie. Hij zegt, dat het heel belangrijk is.
Rorie werd bleek; het was zijn plan geweest
aan den ouaeu Fergerson te schrijven wat hij
had gedaan hoe hij de lijn van zijn leven voor
de toekomst afgebakend had. Het zou gemakkelijk
geweest zijn 'te schrijven, maar het scheen hem
vrijwel cumogelijk alles mondeling te verklaren.
1hij jn de bibliotheek
Ja, mijnheer. Hij kwam juist nadat u weg
Was, mijnneer, en zei, dat hij zou wachten.
Rorie hing zijn jas op en veegde zorgvuldig ziju
schoenen op de mat af; ze waren wel heelemaal
niet vuil, maar hij moest tijd winnen. Blunt
wachtte op hem.
Heb je dien gebrekkigen kerel nog gezien?
vroeg 'Rorie onverschillig. Hij was er heelemaal
niet nieuwsgierig naar, maar zijn zenuwachtig
heid zocht een voorwendsel om wat te zeggjen.
Blunt fronste het voorhoofd.
Hij slenterde vanmorgen weer om het huis,
mijnheer, en nadat u uitgegaan was, mr. Rorie,
was hij zoo brutaal om aan de voordeur naar u 1e
vragen. Zei, dat het van groot belang was.,
Ahalachte Rorie. .Wat heb je gezegd
Ik zei hern, dat u uitgegaan was, mr. Rorie.
Hij zei, dat hij dat wist. Hij had u zien
gaan en wou graag Weten wanneer u terugkwam
en waarheen u gegaan was zoo'n brutale kerel.
Ik heb Soott op hem afgestuurd en daarna héb
ik hem niet weer gezien. Wat zal ik tegjen hem
zeggen, als hij weer komt, mijnheer?....
Rorie aarzelde; er kwam een grimmige 'trék
in zijn oogen.
Zeg hem... zei hij, dat ik morgenmiddag
naar Australië vertrek....
Mr. Rorie! Mijnheer! Het blozende gezicht
van den ouden Blunt werd bleek; hij stona zijn
meester met open mond aan te kijken. Maar
dat meent u toch niet, mr. Rorie?
Toch 'wel, zei deze. Hij draaide zich om
en liep naar de bibliotheek, Blunt verbijsterdt
achter latend. (Wordt vervolgd).
i