geroepen het hooi ffioetan nagaan. Wapineer
zij op f 15. zouden moeten worden aange
steld, zie ik liever de voordracht verworpen..
(En met een bedrag van f25.— zijn wij
igeheel op het niveau van andere gemeenteju.
*>En wat de heer Bakker ovter de wethouders1
zegt, die functie acht ik te hoog, om hen voor
dit werk aan te stellen. Zij hebben het thans
alleen aangeboden, om dezen' tijd door te koj
me.n 1
De heer Paarlberg vraagt of het niet goed
was een verplichten rondgang te houden, omJ
dat er anders .zoo licht de slof in komt.
De voorz. antwoordt dat dit door de instruc
tie wordt ondervangen.
De heer Kostelijk is ook van oordeel dat
men geen datums kan stellen in verband met
de verschillende soorten hooi.
De heer Bakker zegt zijn aanmerking te
hebben gemaakt, omdat hij meende dat hier
weinig veeteelt was. Spr. voelt echter wel wat
voor het idéé Paarlberg, omdat er anders spoe
dig de slof in komt.
Voorz. antwoordt dat B. en W, hen wel aan
het werk zullen houden.
Het voorstel van B:. en W. wordt hierna
aangenomen.
3. het ondershands verhuren van de gemeep,
tewoning, wijk A no. 305, aan M. Kroon Cz.
Door B. en W. wordt den Raad het volgende
aangeboden
Bij besluit van uwe vergadering van 14 Janu
ari 1922 werd besloten de gemeentewoning,
wijk A no. 205 onderhands te verhuren aan
M. Kroon Cz. te Oudkarspel, en werd de huur-
som' bepaald op vier gulden per week of Twee
honderd acht gulden per jaar.
Uit de, in het archief berustende, stukken
blijkt niet, of goedkeuring van dit raadsbesluit
door Gedeputeerde'Staten dezer provincie heeft
plaats gehad.
Bij raadsbesluit van 8 October 1926 werd
door uw college besloten de huursom, met in
gang van 1 Januari 1927, te verhoogien met
veertien gulden als vergoeding voor watergeJ
bruik en alzoo nader vast te stellen op twee
honderd twee en twintig gulden per jaar.
Dit besiuit tot wijziging behoeft eveneens
de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
Wij achten het daarom de beste oplossing
beide raadsbesluiten in te trekken en het per
ceel aan denzelfden huurder opnieuw onder
hands te verhuren tegen een jaarlijksche huur
prijs van twee honderd twee en twintig gul
den en dit besluit ter goedkeuring op te zen
den aan Gedeputeerde Staten dezer provincie.
Op grond van het vorenstaande bieden wij
u onderstaande concerptbesluit ter vaststelling
aan.
De Raad der gemeente Oudkarspel;
Gezien de voordracht van burgemeester en
wethouders van 29 Augustus 1927. Gelet op
artt. 138 en 194e der Genyeieptewet en art.
1584 van het Burgerlijk Wetboek;
BESLUIT:
1. in te trekken de raadsbesluiten van 14
Januari 1922 en van 8 October 1926 betreffende;
onderhandsche verhuring van de gemeöntewo-
ning, wijk A no. 305 aan M'. Krooia Cz. te
Oudkarspel
2. aan M. Kroon Cz. te Oudkarspel onder
hands te verhuren de geraden te woning, plaat
selijk gemerkt, wijjk A no. 305' voor een huur
prijs van twee honderd twee en twintig guldep
per jaar, inbegrepen de vergoeding voor water
gebruik, onder de volgende voorwaarden:
a. de huur wordt geacht te zijn ingegaan op
1 Januari 1927, zullende de huurtijd stilzwijgend
met één jaar worden verlengd, indien niet drie
maanden vóór het einde van een huurjaar
schriftelijk opzegging geschiedt door verhuur
ster of huurder;
b. de huurprijs bedraagt twee honderd twee
en twintig gulden per jaar;
c. de huurder zal de verschuldigde huur
penningen in vier gelijke driemaandelijksche
termijnen moeten voldoen en wiel vóór of op
1 April, 1 Juli, 1 October en 31 December van
elk huurjaar, ten kantore van den gemeente
ontvanger te Oudkarspel, tegen afgifte eener,
dcor dezen af tegevea kwitantie;
d. verder onder door burgemeester en wet
houders te stellen voorwaarden.
Zonder discussie wordt overeenkomstig be
sloten.
4. afwijzend prae-advies op het adres van
de Commissie van Aalst voor de kanalisatie van
West-friesland, houdende verzoek om een jaar
lijksche bijdrage voor ten hoogste 40 jaren van
een bedrag van f1600.-
De voorz. zegt, dat B. en ,W. na lang en rijp
beraad tot de conclusie zijn. gekomen niet an
ders Jan een afwijzend prae-advies te kunnen uit
brengen. Het kanaal HuigendijkOmvalAlkmaar
mag voor ons nog van cenige beteekenis zijn, dat
belang zien B. en W. van het kanaal Schagen—Kol-
horn niet :n. De jaarlijksche bijdrage, die van de
ze gemeente gevraagd wordt, is veel te hoog naar
verhoudine van het zielenaantal. Onwillekeurig is
daardoor de vraag gerezen, welke maatstaf cjc
commissie heeft aangenomen, om 'deze bijdrage te
vragen. Wanneer men dit bedra'g echter toch wil
cteeren, moet men zeker goed doordrongen zijn
pan de groote belangen en voordeelen. B. en W.
Aebben zich bij de behandeling van dit vraagstuk
tevens afgevraagd wat hier het hoofdbestaan uit
maakt, en zijn tot conclusie gjekomen, dat'dit
in hoofdzaak de cumoouw is. Die producten wor
den thans in Noordscharwoude tér veiling gebracht
waar hel spoor klaar staat om dez e «ogenblikkelijk
weg te brengen. Het vervoer per .as is uitstekend
te noemen. En dan zou men eerder geneigd zijn
nog meer zijlijnen te wenschen voor een nog vlug
ger vervoer. Ook^is er aan gedticht wat ons in de
toekomst eventueel staat te wachten, ö.e glascul
tuur cn de tomatenteelt breiden ziel®iit. Rn deze
zijn .niet aangewezen op vervoer te u ntcr, maar op
ijlvervoer. Al deze overwegingen hebben meege-
sproken bij het samenstellen van het advies. Wam
j neer de raad het bedrag echter wensebt te vo-
teeren, moet men niet vergeten, dat dit gevonden
moet worden door middel van belasting. De be
lasting moet worden opgebracht door de inge
zetenen, waaronder natuurlijk vele tuinders zijn,
maa- ook landeigenaren, welke laatste niet alleen
zullen moeten meebetalen aan de belasting van
ióco gulden, maar tevens zullen worden aangesla
gen door het Hoogheemraadschap en zoovele an
dere waterschappen meer. Zooals het plan thans
beoordeeld moet worden, is het voor ons niet van
overwegend belang.
Natuurlijk is het begrijpelijk, dat verschillende
p.oatsen enthousiast zijn, omdat zij tot heden stille
piaatsen waren en niet aan vaarwater waren ge
legen. Maar daartegenover is het toch zeker ken
schetsend, dat de gemeente Oudorp, dat oogen
blikkelijk aan het kanaal komt, met algemeene
stemmen besloot niet bij te dragen. Evenzoo Sint
Maarten en Koedijk.
Al deze overwegingen hebben ertoe geleid, dat
geen gunstig prae-advies kon worden uitgebracht
De heer Bakker zegt, dat het als leek niet mee
valt te zeggen of men er voor of tegen is. Wanneer
ik er voor ben moet men niet denken da/t ik zoo
graag die 1600 gld. wil betalen). Maar ik acht het
kana.enplan van groote beteekenis voor geheel
Westfriesland, en daardoor ook van belang voor
ons. Wanneer de kanalen er komen zal men meer
vruchtbaar wei- en bouwland verkrijgen, zal de
tuinbouw zich nog meer kunnen uitbreiden, waar
op het oogenblik te kort land voor is. Het is in
het neiang van het algemeen. De voorz. spreekt
over ijlvervoer, maar ik heb het wel eens ander»
gehoord. D^t men voor het vervoer voor de pro
ducten is aangewezen op motorbooten met koel
ruimte. Men zal beter vaarwater krijgen om den
Langendijk te bezoeken, waardoor ook de indus
trie met de kanalisatie is gebaat- En wanneer er
dan gesproken wordt over ijlvervoer, denk ik aan
dc toekomst, in verband met het vliegwezen. Wat
zal de toekomst ons niet kunnen brengen. Mis
schien komt hier dan wel een vlieghaven, en wor
den de groenten per vliegmachine naar de groote
steden gebracht. Dan kan er gesproken worden
vah ijivervoer. Als een dergelijke zaak van belang
'is voor de streek, zal men zich daarvoor offers
moeten getroosten. Ik voor mij heb niet den moed
tegen het groote plan te stemmen, omdat er pers
pectief in zit.'Spr. wijst dan tevens op het groo-
je belang voor de werkeloosheid, erkennende dat
dit niet hoofdzaak, mag zijn.
Dc heer De Boer heeft een tegenovergestelde
meening van die van den heer Bakker en kan zich
met tiet voorstel van B. en W. vereenigen. Spr. is
ook van oordeel dat me.n is aangewezen op ijlver
voer en zou liever de wegen voor het vervoer per
as verbeteren. Ook mag niet vergeten worden, dat
er menschen zijn die meer moeten betalen, dan
alleen aan de 1600 gulden.
De heer Paarlberg zegt ,zoo good als hij kon,
dc zaak te hebben gevolgd, maar er nog weinig
van té weten. Liever had hij een voorstel gezien,
een gecombineerde vergadering te beleggen, waar
ingenieur Ringers dan de belangen uiteen zou kun
nen zetten, voor den Langendijk aan de kanalisatie
verbonden. Spr. heeft echter weinig bescheiden
gehad en gelezen en misschien zijn die er ook
wei niet, maar hij ziet er wel perspectief in. Ik
denl;. vervolgt de heer P. aan de woorden
van den Directeur der Lichtbedrijven, of er mis
schien geen mogelijkheid zou bestaan tot het aan
leggen van een transportbaan vanaf de Ringsloot
naar de fabriek, waardoor een groote besparing
pp de vervoerkosten zou worden verkregen. Ook
voor de fa. Eecen zou het groot voordeel met zich
brengen. Ik zie er in een toename van de industrie.
Het bedrag mag hoog zijn, maar ik had graag ge
zien, dat inen niet alle gehoor had gegeven aan de
tegensprekers en zou graag de voorsprekers ook
willen hooren. Als het mogelijk was zou spr. het
voorste) van B. en W. willen aanhouden, om de
gegevens op de gecomb. vergadering te hooren.
De heer Kroon wijst op de vergadering in Alk
maar. waar de waarn.-dijkgraaf zijn vrees uitte
over het peil van het water en door het antwoord
van den heer Ringers die vrees niet werd wegge
nomen. Ik voor mij geloof niet, dat hij ons de voor
deelen voor onze gemeente kan aantoonen. En heft
bedrag van f 1600 vind ik te hoog.
De voorz. wijst er op, dat het bedrag zeer zwaar
bij B. en W. heeft gewogen, voor een plaats van
)8oo zielen. Ook voel ik niet veel voor aanhouden,
yan de vergadering uit Alkmaar zijn wij zeer on
voldaan thuis gekomen. De technische aangelegen
heden mochten niet worden besproken. Het was
een vraag en antwoordenspel. Meer vragen dan ant
woorden. In verschillende gemeenten is er uit-
spraaK gedaan. I.aat Oudkarspel nu ook maar
uitspraak doen. Wij kunnen den raad geen voor
deelen opgeven. Het is geheel een wisseltje op
de toekomst. Wil de raad echter het bedrag vo-
teeren, welnu, aan u de beslissing.
De heer Groen is van oordeel, dat wanneer het
prae-advie^ wordt aanvaard, men in den geest
handelt van vele ingezetenen.
Verschi'lende heeren vragen het woord om te
antwoorden en om zijn meening nog eens uiteen
te zetten, hetgeen den voorz. de woorden in den
mond geeft, dat men toch een gedragslijn zal die
nen te bepalen. Allen kunnen het woord in iste
instantie krijgen, maar wanneer men dan het woord
niet heeft gevoerd, komt men niet in 2e instantie
Dat is uitlokken. En ik verleen aan niemand meer
dan 2 anaal toet woord, tenzij de raad anders beslist.
In stemming gebracht wordt het voorste! van
B. en W. aangenomen. Voor de heeren Kroon, de
Boer, Kostelijk, Bommer en Groen.
Tegen de heeren Paarlberg en Bakker.
De heer Paarlberg stemde eerst blanco, het
geen den voorz. doet opmerken, dat dit geen stem
is. Blanco stemmen doet men op papier. Ik wi)
\U daarom nog eens vragen.
Hierna bracht de heer Paarlberg zijn stem als
bovengenoemd uit.
5. Gemeentenekemingdienst 1926.
■Bij monde van den heer Groen wordt -door de
f commissie tot goedkeuring geadviseerd en wordt
de rekening vastgesteld in ontvangst op een be
drag van f 74938.47, in uitgaaf op f71406.12, 't
voordeelig saldo op f 3532.34.
j De kapitaaldienst sluit in ontvangst en uitgaaf
met een bedrag van f 10.000.
1 6. Balans en verlies en winstrekening, gas
J en electrischbedrijf over 1926.
De rekening van het gasbedrijf wordt vastgesteld
op een winstsaldo van f 303.671/0 en die van het
electrisch bedrijf op een'saldo van f 4793.73.
7. Rekening van het Burgerlijk Armbestuur
over 1926.
Deze wordt eveneens vastgesteld. De ontvang
sten hebben bedragen f 5597.33, de uitgaven een
bedrag van f 6305.651/2 zoodat het nadeelig saldo
groot is f 708.32I/21
7. Benoemingen.
a. 2 leden en 2 plaatsvervangende ledda
van de commissie voor de lichtbedrijven;
Bë eerste stemming worden als.zoodanig geko
zen de heeren P. Kostelijk en Jb. Kroon, resp. met
7 cn 4 stemmen, terwijl op den heer Paarlberg
3 stemmen werden uitgebracht.
Beide heeren aanvaarden hun benoeming, waar
na voorz. hen feliciteert en hoopt dat zij de be
langen van het bedrijf zullen voorstaan, zooais zij
dat steeds hebben gedaan.
Benoeming van 2 plaatsvervangers.
Bepaald wordt dat de bovenste plaatsvervanger
zal zijn voor den heer Kroon en de tweede voor den
heer Kostelijk.
Uitslag: C. Paarlberg 2, P. Groen 6, M. Bommer
3, H. Bakker 1, Jb. de Boer 1.
De heer Groen werd niet verkozen verklaard,
omdat hij driemaal iste en driemaal tweede was.
Een tweede vrije stemming geeft tot uitslag:
C. Paarlberg 3, P. Groen 6, De Boer 2, H. Bakker
1 en M. Bommer 2 stemmen, zoodat de heer Groen
werd verkozen als plaatsvervanger.
Tervervulling van dé 2e plaats is de uitslag van
de nu volgende stemming: Jb. de Boer 2, C.
Paarlberg 2. M. Bommer 2 en H. Bakker 1 stem.
Thans wordt gestemd tusschen de heeren De
Boer, Paarlberg en Bommer. Uitslag: Paarlberg
2 de andere heeren ieder 1 stem.
Uitslag herstemming tusschen de heeren De
Boer en Bommer: de Boer 3, Bommer 2 st.
Herstemming tusschen de heeren De Boer en
Paarlberg. Dc uitslag hiervan is Jat de heer De
Boer met 3 stemmen wordt verkozen tegen 2
stemmen op den heer Paarlberg-,
Béide plaatsvervangers aanvaarden hun benoe
rning onder dank.
b. 3 leden van de commissie van toezicht
op de semeentielanderijm.
AU zoodanig worden gekozen de heeren P.
Kostelijk met 5, P. Groen met 5 en M. Bommer
met 5 stemmen, terwijl de heeren De Boer en
Kroon resp. 3 en 2 stemmen verkregen.
Alle drie heeren aanvaarden hun benoeming^
De voorz. feliciteert de heeren met hun benoe
ming en hoopt, dat wanneer het noodig is, zij niet
te zachtzinnig zullen optreden. Dat opgave aan
B. cn W. wordt gedaan, wanneer een huurder het
land niht goed gebruikt, opdat corrigeerend kan
worden opgetreden.
c. lid-voorzitter van het burgerlijk armbe
stuur. j
De heer Jb. Kroon, die als zoodanig aftredend
-is wordt met 4 stemmen herkozen, terwijl op de
heeren P. Kostelijk, C. Paarlberg en De Boer ieder
1 stem wordt uitgebracht.
Na eenig beraad, zegt de heer Kroon deze be
noeming te aanvaarden, hoewel het een moeilijke
functie is, die vervuld moet worden.
De voorz. feliciteert den heer Kroon met dit be
sluit. Een jaar ben ik nu getuige van uw vergade
ringen en heb gezien hoe u uw taak opvat. Zeker
mag itc daarom de gemeente feliciteeren, dat de
meerderheid van den raad u het vertrouwen heeft
geschonken. Ik weet dat u den armen en gebrek-
kigen een warm hart toedraagt en hen steunt en
helpt, zooveel het in uw vermogen is. En ik ben
zeker de tolk' van hen, wanneer ik u dank breng,
voor hetgeen gij voor hen hebt gedaan, en is het j
zeser in hun belang, dat gij tot voorz. zijt herkozen
De heer Kroon dankt voor deze woorden.
Rondvraag.
De heer De Boer vraagt hoe het staat met de
Verlichting van de morgenuren, vooral nu de da
gen weder beginnen te f korten.
J)e voorz. antwoordt dat het verzoek van „De
Eendracht'' in de eerstvolgende commissievergade
ring der Lichtbedrijven zal worden behandeld, met
een .gunstig advies van het bestuur. Echter is
nog niets bepaald van welk uur af.
De voorz. gaat hierop tot sluiting over met
£en u-oord van dank voor deh aangenamen toon
op deze eerste vergadering, en hoopt dat op dezen
weg zal worden voortgegaan.
De raad vergaderde Dinsdagmiddag 4 uur
in instellatiezitting.
De voorz. opent met welkom en zegt helaas
te moeten constateereln, dat de ziekte van d-etn
heer Duijves nog even ernstig is gebleven. Er
is geen beterschap ingetreden. Evenwel hoop
ik dat er nog beterschap mag komen. Dat zij
zoo.
Door de heeren De Geus, Ootjers, Kooij, Zut
en Barten worden hierna de vereischte cedm
in handen van detn voorz. afgelegd, terwijl de
heer Kwadijk de belofte uitspreekt.
De voorz. Thans wil ik u allen nogmaals
hartelijk gelukwenschen met uw verkiezing, toe
lating en installatie als lid van dep. raad. Wij
hadden hier weinig mutaties, alleep de heer
Jes is niet teruggekeerd. Ik wensch hierbij
te memoreenen dat de heer Jes steeds zijn beste
krachten, heeft gegevep in het belang der ge-,
meen te. De hieetr Jes heeft zich vapaf de eer
ste vergadering in de afgeloopen vier-jarige
periode aangepast aan den goedtetn toom en
wellevendheid die hier heerschte; hetgieen met
waardeering mag worden geconstateerd, Op
zijn wijze heeft hij steeds metegewerkt aan de
belangen der gemeetnte. De heer Jes heeft niet
geschroomd zich aan te passen. Daarvoor past
een woord van hulde. Ik twijfel er niet aan
of diezelfde aangename gelest zal ook in de
komende vier jaren blijven bestaan, ep hoop
ik tevens dat de heer Kwadijk zich in dezen
goeden en gezonden atmosfeer zal thuis ge
voelen en zal medewerken aan den bloei en
groei van onze geliefde gemeente Noordschar
woude. Dat hoop ik en dat wensch ik. Wan
neer men over en weer elkander weet te waar-
deeren op een wijze, zooals dat in de raadzaal
past, dan zal het voor mij steeds een aange
name taak zijn hier voor te zitten.
Nogmaals bied ik u mijn gelukwenschen aan
en hoop dat wij een gelukkige vier-jarige pe
riode tegemoet mogen gaan.
Hiermede verklaar ik u voor geïnstalleerd.
Aan de orde komt dan de benoeming va(a'
een wethouder en wordt in de allereerste plaats!
als zoodanig gekozen de heer J. Ootjers met
5 stemmen tegen 1 stem op den heer N'. Kooy.
Dé heer Ootjers aanvaardt zijn benoeïmng*
onder dank voor het in hem gestelde vertrou
wen.
Als 2-e wethouder wordt dan gekozen de
heer A. Barten, die eveneens zijn bepoemingj
aanvaardt, onder dank voor het vertrouwen.
De heer Barten verkreeg 5 stemmen tegen
de heer Zut 1 stem.
De voorz. zegt dan dat het voor hem een
aangename taak is dezen uitslag van de stem-i
ming te kunnen copstateeren. Met een kleine
variatie op een bekend spreekwoord zou ik;
willen zeggen: „degeneh die mep heeft lee-
ren kennen, stelt miep meer op prijs, dan de-i
genen die men nog moet leerep kennen. In(
de B. en W.-vergaderingiei) wérden de te be
spreken onderwerpen steeds op aangepame wij
ze voorbereid. Evenals in de raadszaal heersch
te ook hier steeds dezelfde stemming. Er be-'
stond wel eens verschil van meenimg, maar
steeds wist men elkander te respecteeren, zoo
dat geen van ons zich er een verwijt van 'be
hoeft te maken ooit de perken der welvoe-
gelijkheid te hebben overschreden. Hierin
moet men niet zien, ©en miskejnning van an-;
deren, maar men weet wat men heeft, maar
niet wal men krijgt. Ik hoop dan ook dat wjj|
op dezelfde wijze de komende jaren zullen te
gengaan als die achter ons liggen. Ik feliciteer
de beide wethouders met hun benoeming en,
twijfel er niet aan of zij) zullen met mij samen
werken tot heil en bloei van deze gemeente,,
waarbij natuurlijk gerekend wordt op den on-
misbaren steun van den raad. Ep zullen wij
op dezelfde wijze voortgaan de belangen dei;
gemeente tie dienen. j
Aan de or ie komt de benoeming van 2 leden
voor de Commissie van Beheer voor de Licht-
bedrijven. Aftredend waren de hoeren J. Ootjers
en A. Barten, en de plaatsvervangers, resp. Je
heeren De Geus en Zut.
In de vacature Ootjers wordt voorzien door
verkiezing van den aftredende, met 5 stemmen en
1 stem op den heer Kooij, en in de vacature
Barten eveneens door verkiezing van 'den aftre
dende met alle 6 stemlmen.
Beide heeren aanvaarden onder dank hun be
noeming.
Als plaatsvervangende leden worden gekozen
de heeren 'De Geus met 5 stompten en 1 stem op
den heer Kooij en P. Zut met s5 stemtaren en 1
stem op den heer Kooij.
Dooi' de Commissie van onderzoek wordt bij
monde van den heer Zut rapport uitgebracht ep
geadviseerd tot goedkeuring van de gemeente
rekening in ontvangst op f 111761.36, in uitgaaf
op f 95704.291/2voordeelig saldo op f 16057.061/2.
I>e kapitaaldienst in ontvangst en uitgaaf op
f 28427.86.
Eveneens wordt dan goedgekeurd de rekening
van het electrisch bedrijf met een winstsaldo
van f 4793.73, en die van 'het gasbedrijf met
oen winstsaldo van f 303.671/2-
De rekening van het B. A. wordt dan vastge
steld met een ontvangst van f2378.89, een uit
gaaf van f 1909.79, en een voordeelig saldo van
f469.10.
De Commissie ontvangt een woord van dank
voor haar bemoeiingen.
Rondvraag.
De heer Ootjers wenscht v&n deze gdfcgenlueid
gebruik te maken om dank te zeggen voor de
gesproken woorden bij zijp benoeming tot wet
houder. Ik wensch ,en twijfel er niet aan, dat
de samenwerking mag blijven zooals die steeds
was. Steeds zijn zaken elh personen van elkaar
gescheiden gehouden, stonden de belangen der
gemeente altijd voor oogen.
De voorz. dankt voor deze vriendelijke woorden.
De heer De Geus zegt dat tn de afgeloopen
4 jaar steeds de goe'de gewoonte is gevolgd in
de avonduren te vergaderen. Voor ons tuinders is
dat de 'beste tijd. Ik hoop dat óok in de 4 jaar
die voor ons liggen, zoo zal worden doorgegaan en
wensch hiervoor den voorz. mijn erkentelijkheid
te betuigen.
De voorz. antwoordt, geen compliment van dén
heer De Geus verwacht te hebben en belooft re
kening te zullen houden mét den geuiten wensch.
Dat ik met genoegen Op de afgeloopen 4 jaar
terugzie is mede een gevolg van de welwillende
wijze, waarop ook door u de zaken werden be
handeld. Ook in andere vergaderingen was de
verhouding met u steeds aangenaam, en twijfel
ik er niet aan of dit zal weer zoo zijn in uw
kwaliteit als voorz. van het B. A.