Land- en Tuinbouw Plaatselijk Nieuws BOEIT. SLECHTE WTEIHR. Hét onweer, 'dat gisteravond en van nacht heeft gewoed, ook boven onze s*treek, heeft in dén pol der Geestmerambacht 'heel wat schade aange richt. Naar wij vernamen zijn vele akkers getrof fen en de hagelslag van gisteravond heeft een ge- heele baan zetuien vernietigd. Deze akker moet zich bevinden aan dé Schoutensloot. Groote ha- gelsteenen vielen neer, de bliksem kwam niet van de lucht. Koperkleurig zag dé ludht er uit, lood zwaar hing de dénkerte over dn®. 0:ok in Tuitjenhorn is een huis geheel door dén bliksem vernield. Een gat werd1 in het dak ge slagen en alles van den wand' gewiorpen. Het "was in èén woord noodweer. - ZÜIDlSOHARWOüLiB Ir. J. A. Ringers zal, in verband met dé sub sidie-aanvrage voor dé kanalisatie van "West- Friesland, de leden van den gemeenteraad nader inlichten omtrent deze zaak in een vergadéring 30 September a.s. ZIJIDjSCHARW OUD1EL Vanwege de Tuin bouiwvereenigiiig „De Toe komst' worden haa rledén weer in de gelegenheid gesteld coöperatief steenkool aan te "koopen. Uit den Omtrek DIRKSHORN. Onder leiding van den heer L. Reimer9, werd Vrijdagavond ten huize van den 'heer D. Bruin de algemeene vergadéring van de af deeling Ha renkarspel van „Het Witte Kruis" gehouden. De beschrijvingsbrief voor de vergadering van „Het Witte Kruis" te Amsterdam op 7 Octo ber a.s„ gaf weinig stof tot 'bespreking. Alleen punt 8 der agenda: de salarisregeling voor de betrokken functionarissen en personeel der vereeniging, lokte enkele vragen en opmer kingen uit. Tot afgevaardigaén naar die vergadering wer den gekozen de heer Reuners en Wartenh^rst, tot plaatsvervanger de heer Kistemaker. Bij de navolgendé bestuursverkiezing, aftre dend de hoeren Groenhorst, Smit en Renners, (waarvan alleen de laatste herkiesbaar, als voor zitter, werden gekozen de heeren Dam en Kiste maker en herkozen de heer Reuners. Allen namen de benoeming San. Thans stelde voorzitter aan de orde punt 5 der agenda; Sana'torium-verpleging- De heer Granhart heeft voorgesteld, dat „Het [Witte Kruis" ook de verpleging in sanatoria ter hand zal nemen en daarna ©en subsidie aan de gemeente zal vragen. Z.Eid. heeft een paar pa tiënten, die voor die Verpleging in aanmerking komen. m Tot nader toelichting gal dé voorzitter de uit eenzetting van de door de Regeering in 't leven geroepen organisatie ter bestrijding der Tuber culose. Tn dien keten vormt de afdeeling Witte Kruis den verbindingsschakel tussohen gemeente en sanatorium, wat betreft den steun éer pro vincie. Aangezien deze verpleging uit dén aard der zaak duur is, kan de financieel zwakke afdeeling zich op dit terrein niet wagen, zonder verzekerd te zn ijvan een onbeperkt credit uit diei gemeente kas en deze zulks bezwaarlijk zal zijn 'te verkrij gen, moet de voorzitter adviseeren, zich buiten Se sanatorium-verpleging te houden, ~ten einde tiet voortbestaan der afdeeling niet in gevaar te bren- gen. De burgemeester, het woord erlangende, ver klaarde voorstander te zijn dier verpleging, of schoon hij ook de bezwaren wel voelde. Hij hoop te echter, dat het met de financiën wel :'zal loslcopen. Men zou zich tot een enkel geval kun nen bepalen, waar dat 't 'meest noodig is. De heer Kistemaker en de voorzitter meenden, dat men na a ook b moest zeggen en dat men geen onderscheid kan maken. Do heer Dam was ook van meening, dat „Het Witte Kruis" de oonsequenties der zaak niet kon aanvaarden. Met 11 tegen 2 stemmen werd ten slotte het voorstel verworpen. Hierna Isuiling onder gewo ne plichtplegingen. (Alkm. Crt.) Nieuwstijdingen DE INVAL BIJ DE INDONESISCHE STUDENTEN. Men meldt uit Leiden aan de „N. R. Crt.": Wij hebben een bezoek gebracht aan die adressm, waar Vrijdagmorgen eten inval wa* geschied. De van OlcLembarneveldtstraat is een straat in den nieuwen uitleg van Leiden, een zfjstraat van den Rij|nsburgerweg. Op No. 39. aldaar'Ts gevestigd de familie Bakels,- waar op kamers woont de Indonisische student Pring- gpdigdo, die eerst Wasstraat 1 huisde met den beer Tirtouriogo. Laatstgenoemde is sinds kort in Leiden van Utrecht uit gekömen, waar heen hij zich na zijn vertrek uit Besaiigienl gevestigd had. De hoeren ontvingen ons aan de koffietafel. Natuurlijk was de inval van eenigei uren ge leden het onderwerp van het gesprek. Volgens, hup/meen ing zal het niet moeilijk zijp aan te tooinen, dat er door de Indonesische stude;n|ten! in ons land geen feit is gepleegd, dat in strijd zou zijn met de wiet. Betrekkingen met Moskou; zijn officiéél absoluut niet onderhouden. U)t| de boeken der vereeniging „Perhimpoenan In donesia" zal ten duidelijkste. blij|ken, dat er van; eenigen financiëelein steun van die zijde geenj sprake Is. Een ander geval, aldus onze zegs-< lieden, is het, of er onder de leden der veree-; niging niet enkelen, gevonden worden, die per soonlijk geld van vrienden of keinlnissen uit Moskou ontvangen- Dit is1 h.i. heel gewoon emj hieruit kan geen officiëeile verbinding metj Moskou geconstueerd worden. Zij zien in het gieheele optreden1 van de politie niets andersl dan een opzetten tegen hem van de publieke; opinie. Geen van beiden kwam op het lijstje der gezochten voor, zoodat zij veirder met rust zijn gelaten. i De bewoonster van Langiebrug 7 lag nog te bed, .toen er achter elkaar driemaal gebeld werd, terwijl tegen een zijjdeur (het huis staat op den hoek van een steeg) hard gebonsd, werd. Toen zij eindelijk beneden kwam, wast de politie bezig met een breekijzer de deur te; forceeren. Zoodra zij echter de deur opende,, liep de politie naar boven naar de studenten). Aldaar wonen de Indonesische student Yous-t 1 sef en een Hollander. Beiden wierden bezocht,' 1 doch geen van ben bleek de gezochte te zijn. Meer succes had de politie in het huis Kei zerstraat 53. Daar wonen drie eerbiedwaardig© zusters, tusschen 75 en 80 jaaar, die aan stu-, denten kamers verhuren. „Wij waren natuur-, lijk om acht uur op" aldus vertelden de .ge zusters ons. Op het bellen deden wij direct, open. Op de vraag of zij niet geschrokken wa ren, antwoordden zij ontkennend. Zij, dachten direct, dat het wel voor de hoeren zou zijn.. Ruim een jaar woont daar de stüdent Soe-; warso. Ongeveer leen dag of tien geleden kreeg, hij bezoek van eien vriend. Hoe deze heette,, wisten zij niet, maar zij] noemden hem „den( logé." De politie heeft den logé meegenomen^ en den heer Soe warso verzocht ook even mee. naar het politiebureau te gaan. Deze voldeed, daaraan, doch hij is direct daarop weer naar huis kunnen terugkeeren. Gebleken is, dat de logé is de heer Mas Raden Abdoel Dodjo Ahi- ningrad, die om alleen hem bekende redenen, het raadzaam achtte den Haag te verlaten en' bij een zijner vrienden te Leiden onderdak te, zoeken. Hij is gearresteerd en ter beschikking, van de justitie gesteld. DE MOORDAANSLAG OP DEN HAAGSCHEN INSPECTEUR. Zaterdag heeft die oud-opperbevelhebber ge- peraal C. J. Snijders bet mobilisatiekruis op de borst gespeld van inspecteur Paul, op wien de bekende moordaanslag werd gepleegd en, die als reserveïofficier drie jaar lang, tijdens' de mobilisatie gediend heeft. De heer Snijders voegde er eenige hartelijke woorden aan toe, De heer Paul, diie nog het bed'moet houden in het Roode KrKuis-ziekemhuis, was natuurlijk' zeer verrast. De „N.R.Crt." heeft pa de uitreiking nog een oogenblik met den patiënt gepraat. Een fruitmand, bloemen o.a. van de politie uit Kam pen, en een groot pak correcpondentie, geven, dezen eiken dag nog het bewijs dat men tot buiten de grenzen met zijn. lot begaan is ge weest. i - „Ik maak het prima, hoor", zei de inspec teur, die er inderdaad patent uitziet. „Als er in de linkerlong nog niet een klein ongezond plekje zat zou ik best willen opstaan. Maar dat kleine plekje, bezorgt me altijd nog een beetje koorts. De wonden zijn dicht. Hier zij|n de kogeltjes." Uit een doosje kwamen ©en paar venijnige Browningkogeltjes te voorschijn. „Ze- moeten nog naar de Rechtbank, maar als ze daar geweest zijn, bewaar ik ze zuinig." Al pratende kwam ook het verhaal van de achtervolging ter berde. „Ik had juist mijn fiets in het tuintje van mijn huis gezet," vertelde de heer Paul, „toen ik geroep hoorde en zag dat een paar officieren een map op een fiets' achterna zetten. Natuurlijk greep ik mijn fiets weer en zette den man achterna." Zag u dat het R. was? Nee. Bij Verkeerswezen hebben wij geen misdadigers. Door een zijstraat in te slaan, dacht ik den man den pas te kunmlen afsnijden, maar dat mislukte. Toen heb ik een paar straten achter hem aan gefietst Een paar werk-, lui, die op den hoek van een straat stonden), gingen mee schreeuwen van houdt den dief." Toen keek R. om en zag mij in uniform.' Hij minderde vaart. Ik zag niet dat hij vaart minderde om zijn revolver te grijtpen. Hij moet haar echter op dat moment gegrepen hebben, want ik had hem nog niet vast, toen schoot hij al op me." Deed het pijn? „Ik voelde het niet eens ddt hij mij; ge raakt had. Wij vielen beiden op den grond. Ik greep zijn handen en duwde die van me af, Toen kwam er hulp. Een van de achtervolgers nam zijn linkerhand over, ik hield zijn rechter vast, brak haar open en ontnam den kerel de revolver. Toen pas voelde ik me naar worden. Maar ik ben niet bewusteloos gevallen. Ik heb nog gezien hoe K. geboeid en in den arrestan tenwagen gezet werd. Toen .ben ik maar het ziekenhuis gebracht. En daar ben ik nu al weer weel t2 lang naar mijn zin. Want nou gaan ze intusschen de nieuwe Motor- en Rijwielwet invoeren. Dat moet ik later allemaal weer in halen.'" De directrice kwam; -feliciteeren en... waar schuwen, dat het nu lang genoeg was. Binnenland ZAANLANDlSiCHE BANK. Nu bij Koninklijk Besluit van '15 Sept. j.l. de statuten van de Zjaanlandpche Bank, die tenge volge van het reorganisatieplan moesten gewijzigd zijn goedgekeurd!, zal binnen één maand 'na ge noemden datum, dus vóór 15 October, moeten worden overgegaan tot volledige uitbetaling in contanten van alle vorderingen, kleiner dan f300 en van 20 pet. van alle overige uitstaande vor deringen. '(„Beurscourant") EEN LOFLIED* OP ON|S, LAND'. Men weet, dat een Emgelsche oommissie deze week öus land bezoekt in verband met die droog making der Zuiderzee. Zie hier hoe een hunner zich' ovietr ons land heeft uitgelaten „Steeds zal deze tocht één mijnef aangenaam ste herinneringen blijven. De hoofdindruk, dien ik hier gekregen 'heb, ie er één groote welvaart en tevredenheid. Uw land zal in mijn herinnering blijven als „The smiling country" (het lachende land). "Wat de waterwerken betreft, waar wij in bet bijzonder onze 'aandacht aan geschonken; hebben, deze overtroffjen. verre mijn verwachtin gen. Zij toonden de .groote capaciteiten van uw volk, en een volk met een dergelijke capaciteiten moet op zijn gebied wei een leidende positie in de. wereld innemen. Niet alleen de groote werken, doch ook wat wij gisteren zagen, bewijzen dat de Hollanders nog steeds zijn de pioniers op het gebied van ontwateriiog. Die Zuiderzeewerken wekten anders mijn oprechte bewondering. Grootsch is het, plan vair opziet, maar nog groot- schar de uitvoering. Ik voor mij geloof niet, dat dio ontginning rendabel zal blijken, maar ook krijg Ik den indruk, dat de Nederlandische regee- ring niet uitgegaan is in de eenste plaats van ren- dabiiteit, maar in ide allereerste plaats van de grootsc'hheid van dit werk, uit een oogpunt van algemeen belang;. Voor de steeds toenemende be volking zal dit groote-gebied, van niet minder dan 50.000 Acres werk, Iiuizen en voedsel ver schaffen. Het bezoek aan uw land, de kennisma king1 met uw volk, heeft mij zoo aangienaaïn' ge- troffen, dat ik zoo spoedig mogelijk hoop te - herhalen. Buitenland GEWELDIGE BRAND TE BERLIJN. Een groote brand heeft het verkoophuis vain, de A. E. G. in de Luisenstrasse verwoest. Het was de grootste brand, die in de laat ste jaren te Berlijn heeft gewoed. In weer wil van de bovenmemscheKjke inspanning der 1 brandweer, die met vrijwel onbegrensd mate rieel ter plaatse verscheen, brandde het geheele gebouw uit. De schade kon nog niet nauw keurig bepaald worden, doch bedraagt in ieder geval eenige millioenesn. Het blusschingswerk was bijzonder moeilijk, omdat" in den kleder van het gebouw zich de inrichtingen bevindera, die den electrischen; stroom over de wijk rondom het Brandenbur ger Thor verdeelen. Daar het water electrici- teit goed geleidt, moest de brandweer voort durend op haar hoede zijn. Gedurende den geheelen avond was een groot deel van Ber lijn verstoken van licht en electrischen stroom. DE OVERSTROOMINGEN. Uit Triemt in Zuid-Tirol wordt gemeld, dat gisteren op de spoorlijn Triet-Brenner nabij! Framzensfeste 'een trein met spoorwegpersoneel in de rivier de Eisack is gestort. Een ingenieur en twaalf spoorwegarbeiders waren met een hulptrein uitgezonden, om maat regelen te nemen ter beveiliging van den spoor dijk, die door het hooge water werd omderi mijnd. De spoorbrug over de rivier is bij; het; passeeren van den trein bezweken, waardooij de trein in de rivier stortte. i Elf personen zijn om het leven gekomen^ De spoorweg is over een groot gedeelte weg geslagen. Uit Rome wordt gemeld: Tengevolge vara de hevige stortregens is de bergbeek, welke, door de stad Sondrio stroomt, sterk gezwollen Zij verwoestte in de stad een brug en 'een dijkv van 150 M. lengte. De Adda trad buiten haar, oevers en vernielde over ©en groote uitgestrekt-^ heid alles wat zich op het veld bevond. Vele menschenlevems zijn te betreuren. 'Het hooge water in de bergbeken tusschien de uitioopers der Bergamasker Alpen veroor zaakte bergstortijngen, waarbij drie personen, het leven verloren. HEVIG ONWEER IN TIROL. In Noord-Tirol heeft een hevig onweer ge woed, gepaard gaande met wolkbreuken. Op, verschillende plaatsen zijn de rivieren buiten, haar oevers getreden. De materieele schade; is zeer groot. Verscheiden bruggen zijn weg-, geslagen, terwijl in Innsbruck zelf de laag ge-( legen stadsgedeelten zijn overstroomd. In het, Silldal hebben op .vele) plaatsen overstroomin-, gen plaats gehad. De verbindingen zijn verbro ken: ook het spoorwegverkeer moet worden, gestaakt. Het dorp Ramsberg staat geheel on der water. De bewoners zijn op de bovenver diepingen gevlucht. Uit Innsbruck zijin mili taire hulpexpedities uitgezonden. Het is niet; bekend of menscbdhlevens te betreuren; zijn., j Groot-Brittanïiië 'ipaeft om'gév. *4.000.000 ton consumptieaardappelen per jaar noodig. Uit 'de geschatte oogstcijfers mag worden afgeleid, dat men dit jaar ongeveer in eigen behoefte aan aardappelen zal kunnen voorzien. Van de be- groote opbrengst moet vanzelfsprekend een zeker percentage voor afvad en kriel worden a'fgetrok- ken. Vroege aardappelen waren över het algemeen slecht van kwaliteit; van de late valt nog1 weinig te zeggen. Prijzen van aardappelen zijn op het oogenblik dalende. Over het verloop daarvan kan bezwaarlijk een oordeel worden verstrekt. Opge merkt kan echter worden, dat met een goeden aanvoer in het vooruitzicht geen hooge prijzen worden verwacht, j Frankrijk. De laatste ontvangen berichten j omtrent de vooruitzichten van den aardappel oogst in Frankrijk zijn vervat' in de mecbdeelin- gen van den Rijksla,ndjbouwconsulent te Parijs over den stand der gewassen Raar te lande op 1 Augustus en 1 Septem'ber j.l. Uit Re daarin) gepubliceerde gegevens volgt, dat 3e verwachtin gen "omtrent de totale opbrengst van het aard) appelgewas daar te lande zeer goed zijn. In '26 bedroeg de oogst 11.136.000 en in '25 15.195.000 ton. Denemarken. Uit een mededleeling van 25 Augustus j.l. blijkt, dat men daar te lande verwacht, dat de aardappeloogst Rit jaar belang rijk beneden het gemiddelde zal blijven. Deze bedroeg in 1926 811.800 ton, in "1925 1.311.000 ton en in 20—'24 gemiddeld 1.814.000 ton. Polen. Volgens een door Hr. Ms. gezant ,Wi. B. Engelbrecht ie Warschau ingezonden me- dedeeling van het Poolsc'he Bureau voor de Statis tiek kan de aardappeloogst 'daar te lande worden begroot op 28.000.000 ton, tegen 24.880000 ton in 1926 en 29.110.000 ton in 1925. Tsjechoslowakijei Uit-een mededleeling van 18 Augustus j.l. volgt, dat die vooruitzichten van den aardappeloogst in Tsjecho-Slowakijé toen zeer gunstig waren. De totale opbrengst "bedroeg in 1926 5.057.000 ton en in 1926 7.499 000 ton. Uit het bovenvermelde kan Re gevolgtrekking worden gemaakt, dat in Re belangrijkste, Neder land omringende productielanden van aardappe len, de oogst van dat gewas idit jaar vermoedelijk aanzienlijk beter zal zijn dan verleden jaar, hoe wel uit den aard der zaak nog niet bekend is, wel ken invloed de ongunstige weersgesteldheid van de ïilaatsten tijd op de opbrengst van dat voort brengsel heeft geoefend. AARDAPPELOOGST IN 'T BUITENLAND. De stand en oogstvooruitzichten van het aard- appelgewas in de belangrijkste productielanden van Europa blijken uit de mededeeliugen der bui- tenlandsche landhouweonsulenten en gezantschap pen,- medegedeeld door de directie van den Land bouw en gepubliceerd in „Handelsberichten". België. Volgens mededeeling van Rijkslani- bouwconsuient jhr- Van Vredenburch te Capellen bij Antwerpen zijn dit jaar in België 168.375 H.A. met aardappelen beteeld, tegen 160.169 H.A. in 1926. Door de ongunstige weersgesteldf heid wordt de oogst bemoeilijkt en de hoedanig heid minder goed. Men verwacht eene vrij nor male opbrengst, behalve op sommige zware pol ders. Mede in verband met de grootere bezette oppervlakte zal de oogst weinig verschillen van dien van verleden jaar, welke ruim 3.000.000 ton bedroeg. Zoowel in dei klein- als in den groothandel vertoonen de prijzen neiging om vas ter te worden. Duitschland. -Uit vroegere berichten van Eijkslandbouwconsulent ir- Joustra te Berlijn volgt, dat ae aardappelen 'in Duitschland, ondanks het feit, dat hier en diaar op zwaren grond rot ting voorkomt, een goeden oogst beloven. In '25 bedroeg de totale opbrengst van dit gewas daar te lande 41.700.000 ten en in 1926: 30.000.000 ton. Eiene schatting van den oogst van dit jaar van officieele zijde is nog niet bekend en ook gege vens''over de houdbaarheid van het product zijn, nog niet gepubliceerd. N/ochtans komt in de „Deutsche 'Landwirtschaftlidhe Presse" van 16 September j.l. eene schatting van'den aardappél-' oogst op 35 a 36.000.000 ton vootr. Gegevens ter beoordeel ing van de gegrondheid daarvan ontbre ken tot dusverre. Groot-Britannië en Ierland. Volgeiis de door den Rijkstuinbouwconsulent te Londen ingezbnden laatste gegevens omtrent den stand der aardappe len in Engeland en Wales kan de opbrengst ge schat worden op 14.5 ton per H."A. Daar luidlens voorloopige opgave 205.720 H.A. met aardappe len bebouwd zijn, zou die totale opbrengst in '27 dienovereenkomstig 2.983.000 ton bedragen. In Schotland ziet men èen normalen oogst te gemoet, doch men maakt 'nogal gewag van ziekte onder het gewas. Er zijn dit jaar 58.400 ha. met aardappelen bezet of 1600 H.A. meer dun verleden jaar. Neemt men de opbrengst van 16 ton per H.A. als het 10-jaaxlijksche gemiddelde als basis, dan zou.derhalve Schotland dit jaar 943.000 ton aardappelen leveren. De totale opbrengst van Groot-Brittannië zou dus dit jaar 3.917.000 ton "bedragen, tegen 3.557.700 ton in 1926; 4.209.000 ton in 1925; 3.541.000 ton in 1924 en 3.579.000 ton in 1923. In Noord- en Zuid-Ierland tezamen werden in 1926, 3.000.621 ton tegen 3.306.133 ton aardap pelen in '25 geproduceerd. Daar men in Zuid-Ier land een eenigszins meer dan normalen oogst verwacht en in Noord-Ierland tevreden is met de tot n utoe geziene resultaten, mag men de op brengst '27 van Noord- en Zuid-Ierland samen ton minste gelijk stellen aan die van 1926, te meer daar '26 een slecht aarappeljaar was. In Noord-Ierland is de met aardappelen beteelde op pervlakte even gróót als die in 1926, nl. 61.240 H.A. van Zuid-Ierland zijn nog geen cijfers be kend, doch verleden jaar waj^n 'daar 152.000 H.A. met dit gewas bezet. INGEZONDEN (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). M. de R., i Gelieve mij alsnog eenige plaaatsruimte toe te staan. Aanvankelijk iets verwonderd over het voor stel van den heer du Burck om met hem te debatëereln op een openbare vergadering, heb; ik mij tenslotte in den gadachtengainig van de zen meeneln weten te plaatste®. Aldus redeneer de de beer du B.urck: Met die vragen zit ik wel een beetje, want hoe ik ze beantwoordj de tegenstrijdigheid kan ik niet wegnemen. Ik( houd eenvoudig vast aan wat ik omtrent diei data's mededeelde en stel den beer Groen een openbaar debat voor, waar deze, omdat er voor hem geen aanleiding toe bestaat, wel niet op in zal gaan. Voor „ébwuste" volgelinge|n! is de eer toch nog zoo wat gered. Zoo toch moet de heer du B.urck wel onge veer hebben gedacht. Immers, wie tier wereld' krijgt het in zijjn hoofd, om iemand die hietm ieen paar zeer duidelijke vragen stelt, inplaats van een antwoord te ge/ven een debatavonjd voor, te stellen, terwijl hijj in het onderhavige ge val (nu het Bestuur van „de Voorzorg" een1 brief aan dén Raad" zond) bovendien weet dat dit openbare debat allerwaarschijnlijkst wel fii den Raad zal plaats hebben. Mijnerzijds is er inderdaad geen aanleiding!' op zijn voorstel in te gaan. De heer du Burckl houdt vast aan. zijn mededeeling, die nu bovenii dien bevestigd wordt door den brief- van het bestuur van „de Voorzorg". Ik neem dus aan dat de genoemde data's juist zijn. Op 12 Sept. 1925 verleemde het B. A. de subsidie en op 25! Sept. d.a.v. vroeg „de Voorzorg" nog een sub sidie, welke laatste door den Raad in Oct. 1925 verworpen werd. I Een antwoord op de volgende vragen isi dus ook niet moer noodig. Er kuinruen nu en kele feiten uit geconstateerd worden. le. Het was B. en W'. en den Raad in de, vergadering van October 1925 volkomen onbe-, kend dat het B. A. een1 subsidie had verleend,, den heer du Burck natuurlijk wel; desondanks; verdedigde deze een tweede subsidie. Com mentaar hierop gaf ik reeids in mijn vorig stukj 2. Hoewel de heer du Burck in de laatste) Raadsvergadering dus wist dat de in April 1926 uitbetaalde subsidie (en dit was de rede waar om de Raad veronderstelde dat deze verleend was né de behandeling dar tweede subsidie) reeds 25 Sept. 1925 was toegestaan, zweeg dezei in alle talen, doch... beschuldigde; hij even la-' ter in de krant de burgemeester van onwaar heid te hebben gesproken. 3. Het B. A. heeft dei subsidie miet bestre den uit de middelen 1925 en deze toegestaan voor 192.6 Dat gebeurde 12 Sept. 1925. Op de begrooting 1926 (behandeld in Oct. 1925) kwam de post echter nieit voor. Behalve den heer du B. was het niemand in den Raad be kend... dus werd er ook niet over gesproken. Zelfs niet bij de aanvragei van de tweede sub sidie. Geen dieir heeren, behalve de eene, had er immers niet de| minste notie van. Ik wil mij van alle commentaar ver dar ont houden. Den hee|r du Burck zou ik alleen reeds nu willen zeggen, dat het stellen mijmer vragen niet bedoejde „iets te vinden dat als brutaal of erger den volkei kan worden voor gehouden en dan te zeggen: wat een Er is niet gezocht, maar er is iets geconstateerd) en U zult toch onmogelijk kunnen ontkennen, dat deze subsidiegeschiedenis is behandeld zóó, als gij zelf als Raadslid het tx>.v. van andere1 subsidies (zooals aajn de Burgemelester bijv.)! zoudt eischen. En dit laatste zou ik ook willen zeggen in, de richting van het Bestuur en de leden van) „de Voorzorg." Gij gaat volkómen vrij uit, het is uw volste recht subsidie te vragen, al; is het f 1000.-—, en het ook aan te nemen. In| uwe richting is dan ook geen enkel verwijt; gericht. Hp© kunt ge spreken van een omj-j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1927 | | pagina 2