Dierenbescherming in. De actie van de „officiejele" dierenbescher mers en -beschetrmsters maken zoo vaak den indruk mper nog bet eigenbelang dan het be lang der dieren op hat oog te hebben het, eigenbelang in die|n zin, dat men er op uit is om datgene tegen te gaan, wat meer een kwel ling voor het overgevoelige gemoed van som mige menschien is dan ©ene marteling der die ren. Zóó bezien we de actie inzake het trek-, hondenvraagstuk en inzake het afmaken van zieke of overtollige dieren. Het honden van allerlei huisdienen' ook van kippen en konijnen, vinden zij prachtig, doch als men die dieren op tijd slacht, heet dat „moord." Als men zoo'n opvatting huldigt, dan is het houden van dieren voor -dia meeste mensehen een onmogelijkheid, want met de bekende vruchtbaarheid van' vele soorten zouden de tui nen en woonhuizen van del menschen spoedig' volgepropte dienemasyls zijn. We begrijpen bo vendien niet, dat dei dierenbeschermers, die blijkens de lectuur in hun maandblad, zóó in aanbidding neerliggen voor al diel mooie rege lingen in de natuur, waarbij de eeinie dieren- soort de andere verorbert en daardoor van zelf eene te groote en schade veroorzakende uitbreiding tegengaat, wat die dierenbescher mers er tegen hebben, dat die ook de mensch zijn rol in die orde van de natuur ver-vult en door afslachting de talrijkheid van bepaalde diersoorten regelt. We houden dan nog ge legenheid genoeg over om van onze hoogere ontwikkeling te doen blijken door eeine goede verzorging der dieren tijdens dezer leven er door een systeem van afmaken, waarbij een lijden der dieren absoluut wordt uitgesloten of tot de geringste proporties wordt terugge bracht. i De officieel© dierenbeschermers laten we zoo degenen yoorloopig blijven noemen, die de ideëen van de in ons land bestaande vereeni-' ging propageeren, zij erkennen slechts het recht tot dooden van hulpelooze dieren, zwer vende honden en katten bijv. en van zéér zieke beesten. Typisch echter voor hunne men taliteit is al weer, dat zij daarvoor een systeem gekozen hebben, dat wèl geschikt is om het overgevoelige menschelijk gemoed te ontzien, maar allerminst in het belang der dieren zelve heeten mag. Door de actie van „Dierenbescher ming" en vaak ook op kosten dezer Vereeni- ging, is men in vele gemeenten thans een z.g. asphyxiatie-toestel rijk voor het afmaken van dieren. Het toestel bestaat uit een ijzeren kooi, waarin het dier wordt opgesloten. Daarover wordt een groote metalen klok gebracht, in water rustende, waardoor alle toe voer van lucht wordt afgesloten. Door toe voer van lichtgas wordt nu de aanwezige 1 licht verdrongen en het dier wordt aldus bedwelmd en gedood. Voor het menschelijk gemoed is "het een FEUILLETON 29) Laat hem loopan; u kunt hem toch niet meer inhalen... Ik wil niet hebben, dat u hem achtervolgt. Rorie's stem klonk verward en boos; hij1 hield den arm van den dokter stevig vast. Laat hem loopen; ik geloof niet dat we ooit weer last van hem zullen hebben. Mijers probeerde woedend zich los te ruk ken. Je lijkt wel gek. Briton. Die kerel' schoot op ons. Dat schijn je niets bijzonders' te vinden Maar Rorie bleef hem vasthouden tot de voetstappen van den vluchteling ia de verte waren weggestorven. Mijers was verontwaardigd en verbluft. Ik begrijp eenvoudig niet wat je bezielt. Kan bet je niet schelen, of iemand met een revol ver op je schiet? Mij dan wel, hoor! We moe-, ten de politie waarschuwen; ik ga direct naar het dorp terug. Dat zult u niet doen. Rorie's stem klonk rustig en vastberaden, maar hij was doodsbleek en het zwieet parelde op zijn voorhoofd. Hiji bedacht met schrik, dat dit nu de tweede maal was, wanneer de mededeeling van Sherney waarheid was, dat de man hem probeerde te vermoorden; maar de verzekering van 'den cir cusbaas,' dat hij van Bunch niets meer te vree zen zou hebben, bleek al heel onbetrouwbaar. Hij moest zich zelf bekennen, dat hij zich' allesbehalve op zijn gemak gevoelde. Maar hij zag toch ook wel in dat Mijers terecht ver baasd was over zijn optreden en dat hij, moest probeeren hem dat te verklaren. Ik weet wie het is; de man is niet heele-'. maai goed bij zijp hoofd; hij beeldt zich in, dat ik hem slecht behandeld heb; hij heeft een vermeenden grief tegien me, maar ik ben over tuigd, dat met dit schot zijn! wraaklust be-' vredigd is. Hij schij|nt niet de eewige te zijn, die niet goed bij zijjn verstand is, zei Mijers boos. De vent trachtte ons te' vermoorden en als jij daar zoo luchtig over denkt, best... maat, je zult mij toch niet willen' beletten maatre gelen te nemen voor mijn eigen veiligheid. Hij heeft je toch niet geraakt? Mijn gezicht is geschroeid, dat is alles. U zult mij werkelijk een groot pleizier doen door over deze zaak te zwijgen. Dat is in dit geval voor alle betrokkenen werkelijk het beste. U zoudt me er een groot pleizier mee doen. Mijers vertrouwde de zaak niet heelemaal zeer humane wijze van dooden. Hlet dier ver dwijnt opgewekt onde/ de ijzeren klok en als deze weer omhoog komt, is het beest dood. Man ziet en bemerkt er dus niets van be halve het beest zelf. Een onzer kennissen, die renarts en directeur van een gemeentelijken keuringsdienst, noodigde ons eens op het ter rein van het abattoir, waar het asphyxiatie- toestel stond. In de klok zat een klein rond glaasje en daar doorheen had onze kennis tneèr malen het afmaak-proces gevolgd. Hij was een forsche Brabanter, verre van overgevoelig van aard, doch het lijden der dieren in dit toestel, door hem meermalen ga degeslagen, had hem met wieerzin. vervuld. We hebben toen ook eens het dooden van een hond gevolgd, maar 't was gruwelijk om aan te zien. Eerst de angst van het beest, toen de klok, die behalve de lucht ook de lichttoevoer had afgesloten. Het beest blafte^ sprong tegen den wand van de klok op, kreeg1 het benauwd door het instroomende gas, gaapte, draaide en tolde in 't rond, viel, kroop weer over eind, kroop met bet lichaam over den grond en eindelijk na 10 minuten.', bracht de dood verlossing. i Dat noemt men „pijnloos" afmaken. Wij p referee ren dan maar een schot in den, kop van het dier of zelfs een zak met steeman, waarmee het béést in het water gedeponeerd wordt. Deze methodep. zijn voor het betrok ken dier weldadiger, maar voor het gevoelige menschengemoed zijn ze „eng." Het deed ons echter good, dat in het jong ste maandblad van de Vereeniging tot Bescher ming van Dieren een der leden, de beer T. D. Sigling, kapitein paardenarts te Gininieken, tegen het dooden van dieren iim asphyxiatie- toestellen is opgekomen en zijne bevindingen gelijk als de onze, beschrijlft. Het voordeel van zijn optreden is, dat ook anderen thans tegen de methode zullen „durven" opkomen, want onze kennis, de dierenarts, oveir wien we het hierbovejn hadden, noch wij zeiven heb ben indertijd tegen het „pijlnloos" afmaaksy- steem durven ageeren, daar men zoo ongeveer voor een barbaar wordt aangezien, wapinleer men verklaren durft het doodschieten of ver drinken van een hond te prefereeren boven de metiiode door Dierenbescherming voorge staan. De heer Sigling echter verklaart het doodschieten of verdrinken thans ook voor hu maner en evetneems het toedienjen van eene in jectie door eetn dierenarts. Men begrijpe ons vooral goeld. Het aller gen dierenbeschermingintegendeel, we ach ten die noodzakelijk, zelfs, zooals we in ons eerste artikel zeiden, een belang van hooge cultureele waardd. We komen slechts op te gen verkedrde dierenbescherming en tégen overdrijving, waarvan de Vereeniging tot Be scherming van Dieren zich vaak schuldig maakt. Natuurlijk erkennen wef gaarne het vele goede, eveheens door haar bereikt. Door hare actie zijn in ieder geval vele menschen tot hij vond Rorie's houding raadselachtig en ver zette zich resoluut toen deze hem wilde mee-' trekken. -- We zijn toch mal om zoo iemand onge moeid te laten rondloopen. In elk geval is het toch een gevaarlijk sujet. Vertel me dan ten minste wie het is en waarom Hij je bedreigt.; Zie je dan niet in, dat je groot gevaar loopt?; Dat is niet onmogelijk, maar... Je kunt zeggen wat je wilt; ik zal zoo' vrij zijn. om aangifte te doen bij de politie;' het is nutteloos om er verder over te debat-1 teeren. Waarschijhlijjk zijn we hier dichter bij huis dan bij Bedmund, dus we kunnen* net' zoo _goed doorloopen. Als jij lust hebt om als schietschijf dienst te doen, ik heelemaal niet... Hij stapte boos door. Rorie voelde zich in een moeilijk parket en nu wilde het onge luk nog op den koop toe, dat hij dien ouden' Fergerson niet om raad kon vragen. Als hij de waarheid omtrekt Bunch en de reiden van diens aanslag vertelde', bracht hij met wiskun dige zekerheid de zaak aan het rollen en hij rilde bij de gedachte' aan het schandaal, dat volgen zou. Hoor eetns dokter, u hebt daar net zelf gezegd, dat iemands wilde' trekken' de onaan gename gewoonte hebben weer op te duiken op het meest ongelogen' en onverwachte mo ment. Dat is alles wat ik u omtrent deze; schietpartij kan zeggen: wees verstandig en vraag niet verder. Ondanks zijn boosheid moest Mijers lachen: -- Een jongen als jij heeft al jeugdzonden, die hem last veroorzaken. Je begint ook vroeg. Enfin, je kimt niet zeggen, dat ik je niet ge waarschuwd heb als de kerel op een of an deren dag raak sqhiet. Bij „Four Winds" namen ze afscheid. Mij ers wilde niet mee naar binmén om wat te drin ken. Hij moest nog enkele visites maken en hij wilde zijn vrouw niet langer alléén lateni, dan noodig was, zei hij, en dat was de waar heid, want hij had al weer spijt van de kleine kibbelpartij van straks. Dus ging Rorie Alleen het groote huis bin nen; de gang was gelukkig leeg en hij kop zijn gezicht even in dien spiegel bekijken, zon der dat een ander het zag. Een ruwe schram liep oyer zijn linkerwang het schrijnde e.en beetje, toen hiji er met zijn' zakdoek langs veegde. Blunt kwam de hall binnen1. Een brief voor mr. Rorie. Hij werd een uur geleden ge bracht. De jongen zei, dat hij op antwoord' moest wachten, maar ik zei hem, dat u uit was;' hij komt straks terug... Hebt u u bezeerd, mr. Rorie? Het betee'kent niets. Ik ben in dein don ker tegen een boom opgeloopen. Rorie keek naar het handschrift op de en veloppe. Hiet was hem onbekend Schrift en' papier leken niet afkomstig van een bijzonder (nadenken gebracht oveir het vraagstuk der dic= renbescberming en het publiek verleent tegen woordig een lofwaardige medewerking, wan neer onverstandige) of ongevoelige menschen op het onbarmhartige van dierenkwelling ge wezen moeten worden of de jeugd van het v er storen van vogelnesten moet worden afgehou den. De jeugd vooral moet voor gezonde ideëen van dierenbescherming gewonnen wor den, niet door smalen op die jeugd, zooals in het Maandblad van meer bedoelde vereeniging vaak geschiedt, maar door die jeugd te onder wijzen m de geheimen van de matuur. De z.g. wreedheid van de: jeugd is gewoonlijk slechts onkuqde of nieuwsgierigheid. We hébben ons in onze jeugd ook wel bézondigd aan het uit halen van vogelnestjes en toch haddeinl we nooit voldoening van ons werk. Integendeel, als zoo'n warm, trillend vogellijfje in onze hancl rustte, dan bekroop ons een hevig ge voel van spijt en meelij en ondanks dat, kwa men we er e'en andere keer wéér toe. Wat werd de jeugd in vroéger jaren echter van het natuurleven geleerd? Niets, of zoo goed als niets. En toch leeft in- elk kind een warme belangstelling voor de natuur, maar het wil weten, hoe hét gaat, hoe het is,, hoe het er; uit ziet, hoe het lééft.. Als men de jeugd ide wetenschap daaromtrent onthoudt, dan trekt ze zelf op onderzoek uit, wat dan natuurlijk plaats heeft op eén domme en onbewust, wree- de wijze. Tegenwoordig wordt de jéugd meer 'in de geheimen van de natuur onderwezen en zij blijkt dan een leergierige en leergrage jeugd te zijn. Geen aandachtiger leerlingen heeft men, dan wanneer het onderwijs mede zoo-: veel mogelijk aanschouwelijk is en de belang-; stelling der kinderen verhoogd wordt door zet .een stukje natuurleken te laten volgen in een) aquarium of terrarium. Maar dat mag weer niet, volgens „Diereh'bescherming". Ziet, in zulke opzichten gaat ons haar streven te ver; en gelooven wer dat het averechtscbe gevol gen moet hébben en dat zouden we jammer' achten voor het beginsel .zelve. Wij eindigen daarom1 onze artikelen met een beroep op alle mehschen om dat mooie begin sel toch niet te verzaken. Dierenbescherming komt niet alleen dm beesten ten goede, doch het maakt ons ook. zelve beter. i Geen sentimentaliteit echter. Laten we on ze ideëen frisch en gezond houden. Er is geen' geldend bezwaar aan te voeren, dat het dier den menschen tot nut strékt, maar elke on- noodige kwelling moeten we het besparen, de verzorging zoo goed mogelijk dóén zijn en als de noodzaak tot afmaken bestaat, dein dood op de minst-pijnlijke en op dé snelste wijze doen intreden. Elke vereéniging van bezitters van dieren,: zooals pluimveevereenigingen, clubs van duiven of kippenhouders, kynologenclubs enz., moe ten de dierenbescherming tot een der voor- beschaafd personage. Blunt stond op een eerbiedigen afstand toe te kijken, toen Rorie den brief opende en las. Hij zag dat de slanke figuur van den jongein landheer zich hooger oprichtte, terwijl 'hij het gekrabbel ontcijferde' „Mijnbeer, Nu miss Fane weer vrij is, zult u het waarschijnlijk wel de moeite' waard vinden u van mijn stilzwijjgen te verzekeren. Ik ben een paar dagen in Be'dmund en zal u dés- gewenscht gaarne komen opzoeken. Als ik binnen 48 uur geen antwoord heb, zal ik direct naar de dame tpiegaan. i L. B'. Sihertiejy.', Rorie werd vuurrood van verontwaardiging. 'Hij verfrommelde dep brutalen brief en wierp de prop in het vuur. Blunt's zachte stem verbrak de stilte: Wat moet ik zeggen, mijnheer, als de jongen te-, rugkomt? Roderick Briton draaide zich omZeg, dat hij paar den drommel kan loopen, antwoordde hij. I HOOFDSTUK XXI. Toen Brenda de deur achter haar man en dm jongen Briton hoorde dichtvallen, gaf zij zich er opnieuw rekenschap van, welk een onp gewone mate van belangstelling haar man, eigenlijk toonde voor Rosalie Dean. Hij was altijd bijzonder toegewijd en zorg zaam voor zijn patiënten, maar zoo had B;ren da het in al die jaren toch nog nooit mtoege-; maakt... op het oogenblik dat de beide mannen op weg gingen, drong het met een schok tot haar door... dat ze jaloersch was. Ze was boven op het portaal geweest, torn haar man riep en zie had met opzet geen ant< woord gegeven, omdat ze wist, wie bij hemr was. 'Het was haar onmogelijk haar eigenlijk' ongemotiveerden afkeer van Roderick Briton/ te overwinnen en ze had geen lust om hem be( begroeten. j Ze ging naar de woonkamer, waar het een zaam en ongezellig was; haar mans studeer kamer was donker; het heele huis scheen haarf hol en verlaten. Ze bedacht met wrevel, dat) dit nu al de tweede maal was, dat Eustace dim dag naar Bedmunid ging... ze had geen; rust meer, er was iets dat haar onweerstaan-, baar aandreef het laege huis te verlaten etn! naar buiten te gaan. Ze ging 'naar boven onj zich te kleeden en ging de deur uit. j Ze had geen bepaald doel, maar die zelfde aandrift, die haar naar buiten had gejaagd,, joeg haar nu den weg naar Bedmund op. Ze was gewoon stevig te, wandelen en ze bereikte het dorp kort nadat Roderick naar, het logement was gegaan en de dokter naar, htthuisje van mrs. Fowler. Het was alsof B;renda's handelingen op dat naamste programpunten maken, i/m de' statuten der vereeniging vastgelegd, opdat de leden er steeds van doordrongen zijjn. dat dé dieren/ er niet alléén zijn ten nutte en tot genoegen, van den mensch, maar de m/ensch ook gxoofe plichten ten opzichte van het dier heeft. Radio-Omroep RADIO-CEXTRALE HART KUIJT. OUBKARSPEii A 117 RADICPRGRAMMA van 9-11 Oct. Zcindag 9 October. i 8.30—9.30 Kath. R. O. Morgenwijding. 9.45 Kerkdienst Ned. Chr. R. V. Hilversum., 12.30—1.00 Causerie over pa d v in d er s'b e we - ging. Hilversum. 1 00—2.00 Kuns tspelp iano 2.00—3.30 Radio-toneelvoorstelling. 3.30—4.30 Uitvoering van' werken van Ri chard Straus. 6.45 Vr. Prot. R. O. Avonddienst. 8.00 Pers en sportberichten. 8.10 Nationaal Engelsch Programma door het A.N.R.O. Symphonie-orkest o. 1. v. Nico Tneep. Hilversum.- Daarna tot 11.50 Dansmuziek. Berlijn. Maandag, 10 October. 11.20 Het Daventry kwartet. Daventry. 12.352.00 Lunchmuziek Trio. Hilversum. 3.35 The Dansant (Dansmuziek) Daventry )4.40—5.55 Kinderuurtje Mevr. Antn. v. Dijk 6.00—7.15 A.N.R.O. Concert door het „Kling Ensemble". 'Hilversum. 7.15—7.45 Lezing onderwerpHbei moeten ka chels en haarden gestookt worden. 7.45 Politiebericht. Hilversum 8.10—9.10 Uitzending van het Concert vam gewijde muziek. 'Hilversum. 9.10 Declamatie door Willem van Cappe.llen „Het diakenhuismannetje vertelt zijn1 historie. Concert door het A.N.R.O'.-or- kest onder 1. v. Nico Treep. Hilversum. 10.30 Pers en nieuwsberichten. 11.20—12.20 Dansmuziek Daventry. 11.20 Het Daventry kwartet. Daventry Dinsdag 11 October. 12.35—2.00 Lunchmuziek Trio. Hilversum. 3.15—3.45 Lezing. 4.05 Muziek. Daventry.1 5.00—6.45 Vooravondconcert o.l.v. Nico Treep. Hilversum. 6.45—7.15 Den heer "Henri ter Hall, oud-lid der Tweede: Kamér der Staten-Generaal zal spreken over He;t stichten, het doel en de resultaten van het Dorus Rijkers- fonds. Hilversum. 7.15—7.45 Piano-recital. 7.45 PolitieberichtHilversum' 8.10 Kath. R. O. B.everwijkscbe avond. j 10.30 Pers en nieuwsberichten. 10.30—12.00 Dansmuziek nieuwe gramophoon platen. Hilversum. oogenblik bestuurd werden door een macht buiten haar helder bewustzijn om: ze zou er, tenminste geen verklaring voor hebben kun men geven, waarom ze niet eenvoudig aan de voordeur.van het huisje belde en binnenging.., ze was er immers zoo vaak geweest en het zon dus niets bijzonders lijken. Zei bleef beslui teloos bij het hek staan, een onbegrijpelijk ge voel van verdriet in het hart. Ze kon in de, kamer, waar Rosalie lag, naar binnen kijken.; 't Zag er vpor iemand, die ©en; langen modde-* rigen weg kwam afloopen in den triesten; herfstavond, daar binnen aanlokkelijk uit. Om; de lamp was ©en rood© kap, wat een gezel-, lig, warm licht gaf, een groote vaas bloemen stond op tafel en1 de warm© gloed van het; vuur scheen op Rosalie "s figuur en op d© donkere weelde van heur haar. Dr. Mijers zat aan het bed. Brenda kon. het profiel van zijn vriendelijk gezicht zien. Er was iets in zijn blik en zijp houding, dat haar gedachten onweerstaanbaar trok. naar* dien nacht, dat haar kindje geboren eta ge-i storven was. Toen was hij ook zoo lief en toegewijd geweest. Haar oogen waren ©en oogenblik verblind door tranen; ze veegde zq 'boos weg. Zij zag, dat de hand van het meisje in Ide, zijne lag; plotseling bukte hij zich met een; oneindige vernedering over haar heen én druk te voorzichtig een vluchtig© kus op haar voor hoofd. i Brenda's eerste; gevpel was verontwaardigde jaloezie; maar zij had zelfs in de verwarring van haar oproerige gevoelens nog voldoende klaar besef, om zich bewust te; zijn dat er in de vertee|deriing van den ouderen man voor. dat zielige, eenzame - meisje, niets verkeerds, behoefde tie- schuilen. Maar het besef van ge kwetst- zijn behield toch de: overhand bij haar. Even later ging de depr van "het huisje open. i We komen morgen om elf uur, mrs. Fow ler; u denkt er we:l aan om al mijn instructies uit te voeren, niet waar? Brenda slaagde er in zich te: beheerscheh, ze trok zich sinel in de schaduw terug, toen haar man het pad afliep. Ze hoorde, 'het hek achter hem dichtvallen. Hij keek haar kant niet uit, maar stak dwars den weg over; hij liep langzaam en in een houding alsof groote zorgen hem drukten. Brenda liep voorzichtig achter hem aan; zorgend in de schaduw te blijven. Ze beefde over haar heek: lichaam; haar toom en ver-, driet beletten niet, dat ze zich schaamde, om als een spion betrapt tei worden. 'Het scheen haar een eeuwigheid vóór hij met Biriton weer uit het logement naar bui--, ten kwam. Ze hoorde hen praten, terwijl ze, hun jassen dichtknoopten m den terugtocht aanvaardden. (Wordt vervolgd.),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1927 | | pagina 8