Tweede Blad - Dinsdag 18 Oct. 1927
StemmingsbeeldGroentenland
Nieuwstijdingen
Uw Zenuwen
INGEZONDEN
Over den Vierbond ben. ik zieer slecht te spre
ken. Daar kan een oourahtenmensWh nu bepaald
nijdig op worden. Lezers, kent gie '1 verhaal vao
twee advocaten, vader en zoon en zekere proce
dure?
Zoonlief is pas gepromoveerd en zal voor 't
eerst pleiten. Buitengewoon heeft dezle nieuwe
ster aan den advocatenihemel zidh in de zaak
ingewerkt, zijn eerzucht is opgewekt, het rechts-
idealisme der jeugd is nog ongerept en zoo pleit
hij vurig, overtuigend en wint. Opgetogen
komt hij thuis en verwacht loftuitingen. Hoe
wordt hij ontnuohterd. „Elzel," zegt de vader,
,,'t melkkoetje, door mij volgens alle regelen der
kunst 10 jaar geëxploiteerd, heb je op één keer
droog gezet"
Daar zit nu, evenals de jonge advocaat, die
Vierbond, op eenmaal zijn oopie-koetje droog. Hoe
mooi stond 't beestje er voor, bij emmers vol,
of wilt ge, vele, vele vellen schrift beloofdie
deze geschiedenis. De zaak van de kooltoeslag in
December moest uog in alle tuinbouwvereen'i-
gingien aan de orde komen. Hoe hebben de ver
slaggevers al op dit interessant punt gevlast, hoe
veel ingezonden stukken zouden wel in de krant
komen.
En daar lees ik', onder plaatselijk nieuws War-
menhuizen een simpel, klein berichtje, heiel kort.
De Vierbond is bijeengekomen, heeft nog eens
overwogen, de toestanden bekeken, en besluit,'
maar niets te doen. 1
Neen, dat is te erg, dat zegt een organisatie nu
eenmaal nooit. Die doet altijd) wat, en de Vier
bond maakt op de algemeene aetiviteits-regel geen
uitzondering. Alleen wordit de activiteit van de
daad in de propaganda voor een ieder omgeze't.
Dat is wel de omgekeerde wereld, wiant gemeen
lijk doet men eerst aan propaganda, van de idee
om tot de daad te komen, maar we leven nu
eenmaal in een abnormale daadj- en idee-wereld.
[Waarom zou de Vierbond verplicht wezen in zoo
abnormalen tijd normaal te doen? Dat zou te veel
gevergd wezen.
Dus gaan de „Vierbonders" propageeren. Ho^?
Dat kan op velerlei wijze. In de respectievelijke
tuinbouwvereenigingen steeds wijzen op het wen-
schelijke van aanvoer van goede kool in December.
Erappez, frappez toujours!
Wat door de bouwers precies als zeker 'be
roemd voorstel door den Raad van Ziuidscharwou-
de voor kennisgeving wordt aangenomen. Dat is
al vast één manier, die van des Vier bonis pro
pagandistische actie zou getuigen.
'tKan ook anders. Aangezien de Vierbond voor
haar idee wil propageeren, ben ik zoo vrij 'hem #en
ideetje aan de hand te doen, om te beter zijn
idee te doen ingang vinden.
Mijn idee is niet eens oorspronkelijk, maar
wie is ongerust Toch gteloof ik, dat het ter over
weging aanbeveling verdient. Tegenwoordig pro;
beert men de menschen 'door korte kernachtige
gezegden of teekeningen zekepe dingen bij te
brengen.
De Duitschers wordt voorgehouden: „Eet meer
fruit en je blijft gezond". Wij Hollanders zijn
verplicht, willen we gezond blijven, om meer
brood te eten. Wilt ge oud worden, en gezonid
blijven dan is het recept, om ten eerste meier
brood en len tweede inlandsebe groenten en fruit
te gébruiken. Als ge dan steeds de teekening van
het groote witte brood en van die kostelijke)
groenten en fruit voor oogfen houdt, blijft ge
niet alleen gezond, wordt ge niet alleen oud,
maar wordt ge er nog kunstzinnig bij.
Houdt dat alles nu in de gaten, waardeert de
groote waarde van propaganda idoor woord en
beeld en ik smeek u, neem in uw eigen g|ezond|-
heids, ouderdoms en kunstzinsbelang notitie van
mijn idee, o Vierbonders en verdere belangheb
benden.
In elke veiling van den Vierbond, nl. te Ob-
dam, Broek, Noordseharw. en Warmenhuizen
plaatse men een man, "die een bord idraagt.
Heelemaai nieuw is de man intet 't bord niet
in ons Groentenland- Bij 'de jongste gemeente
raadsverkiezing te Br. op L. deed hij reeds zijn
intree, en had veel bekijks vanwege 't nienwie.
Wlelnu, 'k stel u voor, den eersten December in
elke veiling zoo'n bonddrager te laten defileepen.
Wat op 't- bord moet staan? Natuurlijk een tee
kening, die 't doet met 'n Spreuk er boven.
Zoo :b.v. een koolboet, tot de nok vol, met een
vergenoegden bouwer. Daaronder December 1926.
Ex naast een boet wat minder vol, met 'n bou
wer, die erg benepen kijkt, en achter zijn ooren
krabt. Daaronder de simpele woorden Mei
1927.
Met grootere letters boven 't geheel plaatsen we
deze woorden;: „Zullen we ooit wijzer worden?"
Sternmingsbeelder, hoor ik al zeggen, doe nu
niet zoo onzinnig.
'k Erken in soorteglijke stemming te schrijven
als wanneer mijn medescribent zijn „brandnetels
en distels" neerpent.
Maar g aarne wil ik overgaan tot een meer za
kelijke beschouwing en pogen in te denken, waar
om de Vierbond zoo plotseling geheel van koers
veranderde.
Zie, er was een beetje vraag voor het beekje
goed, dat ter veiling werd aangevoerd. De kool
kon een goeden prijs opbrengen, roode kool en oók
gele kon 't tot boven een stuivertje brengen. Een
enkel? bouwer vond dit een goeden prijs en ging
er zelfs toe over reeds een winterkooltje aan te
bieden.
Daar komt nog bij dat nu .zoowat ieder kool-
mensch overtuigd is, dat we dit jaar een minimaal
kwantum kool in de boeten zullen krijgen.
En men redeneert nu aldus. Kijk eens aan, 'n
mooie prij» reeds in October, nu reeds winterkool
aan de veiling. Nu al ruimen, terwijl er practisch
nog geen kooltje in de boet is. i
Zou het niet de dwaasheid gekroond wezen,
onder deze omstandigheden, zoo moed gevend, zoo
veelbelovend, te komen met een voorsltel om een
premie te geven voor goede-kool-aanvoer? Wij
(zoo stel ik me de g edachtengang van den Vier
bond voor) passen er voor, nu met zoo'n voörstel
voor den dag te komen. De menschen zouden in
staat zijn ons uit te lachen. En om nu toch ons
figuur wat te redden, gezien de besprekingen te
Alkmaar, zeggen we, we blijven actief, propagan
distisch actief. i
Deze gedachtengang is zeer begrijpelijk. Schijnt
zee; logisch, en toch!
I
Bezien we eens nuchter de zaken. Is de toe
stand nu werkelijk zoo veelbelovend, zijn er wer
kelijk factoren en feiten, die voldoenden grond bie
den voor zoo optimistische verwachtingen?
Is, vragen we, het besluit van den Vierhand niet
te veel beïnvloed door laten we het noemen mo-
mentindrukken?
Eerstens dienen we goed den tegenwoordigen
veiling.»toestand met zijn prijsbéweeg te zien. Wat;
is de oorzaak van dien werkelijk goeden producten-
prijs? Een groote, algemeene vraag? Wie traden in
zonderheid, jukt in den tijd toen de Vierbond dit
besluit nam, als 'koopers van het (weinig aangeboden
goed op? Ons antwoord luidt, de binnenlandsche
markt nam gretig het kleine kwantum op.
Stel eens een onderzoek iii, Vierbonders, bij de
exporteurs. Zij zullen u verzekeren, dat de 'bui-
tenlandsche vraag weinig of niets om1 't lijf heeft.
Dat deze visie op de zaak juist is, bewijst wel
het veilingsverloop van de laatste dagen. J.l. Za
terdag wds er een tamelijke koolaanvoer, zoo op
't oog- te groot voor de binnenlandsche vraag. En
de prijzen, inzonderheid voor gele kool, daalden,
keiderden. Kijk eens naar den prijs Voor de denA.
Heden werden heel wat partijen gele kool op
gehouden.
De binnenlandsche markt kan 't goed, indierj
de aanvoer wat toeneemt, onmogelijk op prijs hou
den. Dit jaar is de aanvoer van witte kool gering.
•En toch is de marktprijs gedaald. Waarom? Eenig
en alleen wijl er geen export van beteekenis in
dat artikel is. i
En nu wat de te oogsten totaal-hoeveelheid win
terkool betreft.
De eerste kool wordt deze week in de schuren
geborgen.
Wat weten we er eigenlijk heden 17 Oc/tober
met zijn allen van?
Alle.» is veronderstelling, behalve de ongunstige
stand op tal van akkers. Hoe doet zich ter juiste
'oriënteering hier het gemis eener goede statistiek
gevoelen. Telken jare in den laatsten tijd stond
men voor dit schier ontstellend feit een veel
grootere hoeveelheid, dan de grootste optimist
durfde voorspellen.
Wat weten we in werkelijkheid van de met
winterkooi beplante oppervlakte? Gissen, en niet
anders dan gissen.
In de laatste Idagen hoort pien van groote hoe
veelheden goed, waar geen bouwer mee rekent,
en die kooplui in handen hebben.
Deze koopman zou 25, gene zelfs 5o wagons
kool gecontracteerd hebben. En een massa gaat
haar de koelhuizen. En de buitenlandsche vraag
js miniem.
Als men voor zich zelf dezen nuchteren werke
lijkheidstoestand realiseert, dan komen toch onwil
lekeurig twee gedachten boven.
Ten eerste, dat het besluit van den Vierbond
waarschijnlijk als reeds opgemerkt, genomen is on
der den indruk van een willige markt, waarbij men
vergeten heeft (o.i.j de marktpositie te bestudeerep
Waar het moeilijk valt aan te nemen, dat dit de
grond is voor het genomen besluit, komt in de
tweeae plaats deze vraag naar voren, of de Vier
bond soms uit vrees voor verwerping door de aan
gegoten v ereenigingen van zijn voorstel, gezien de
tijdelijke gunstige marktpositie, maar bakzeil heeft
gehaald.
We neigen er toe over, dit laatste voorloopig
aan te nemen. En'het is daarom, dat wij de opmer
king maken, of heter, de vraag stellen: Ware het
jp'et wenscheiijk geweest, dat het bestuur aan de
vereenigingen de bevoegdheid had gevraagd, bjj ge-
\bleken noodzaak reeds dit jaar tot premieverleening
over te gaan, om een goede marktvoorziening te
bevorderen?
Nh 13 alle bespreking, men lette maar eens op,
practisch waardeloos geweest. Van propaganda zon
der meer, verwachten we geen heil. We zijn weer
pven ver als in den herfst van het vorig jaar en
dat ware te voorkomen geweest.
De vorige week komt een niet-bouwer bij me
op bezoek. De man was boos, erg boos. Nauwe
lijks is hij in de deur of 'hij 'begint: „Stemmingsbeel-
derfhoe wist hij dat?), die akelige koolboeren. Je
jzoudt ze. Wat zijn dat toch een akelige kerels. Er
kwam nog heei wat, doch het gaat niet aan, ver
dere kwalificatie neer te schrijven.
Nog wist ik niets. i
Eindelijk is de woordenvloed wat gestuit; en
vraag ik: „'beste vriend, wat heb je dan?"
Zeg, jij pennelikker, schrijf dat 's in de cou
rant, dat die motorboeren tienmaal erger benne
idan de groote-motor-schippers.
Toen hullie (de boeren waren bedoeld) nog al
lemaal kloetten, scholden ze- op de schippers, die
hen zoo wat in den grond voeren. Ze stoomden vol
gens de boeren als gekken en als ze niet maakten
\dat ze weg kwamen raakten ze te water.
Maar kom nou 's. De boeren hebben nu ook 'n
motor in nullie schuitjes. En wie jagen er nu op
los, wie varen er nou als bezetenen? Wie kijken
nou heelemaai niet naar een modderpraam en naar
een schuitje aan den wal? Diezelfde boeren, die
vroeger zoo op de motorschippers scholden.
O, die motorboeren, die motormaniakken te wa
ter. Zet dat' nou as-je-blieft in de courant;.
'k Voldoe bij dezen aan de opdracht.
En kan er aan toevoegen, dat de Langedijker po
litie scherp op kilometervreters te water let 1
Nu moet de niet-gewone-veilingbezoeker noodig maar, nu moet ge ons podium eens zien. N.S.'ers
de Broeker veiling eens komen bekijken. Er valt er is toch altijd baas boven baas. Bij jullie is heft
weer heel wat op te merken. ook keurig. Heusch. Dat dikke linoleum doet helt
Ten eerste de nieuwe telefooncellen en de tele- wat keurig.
fooncentrale. Wij hébben nu maar eventjes zes
cellen ter veiling, twee cellen en lijnen uitsluitenjd
voor Noordscharwoude en vier voor communale en
intercommunale gesprekken. Bij de telefoon(l) in
Nederland bezigt men bij voorkeur niet-Nederland-
sche termen. Waarvoor zouden er anders woor
denboeken wezen? 1
De telefoniste zetelt in haar centraal domein,
en roept „Jan, cel 1", „Piet cel 3" „Jaap 6." Ver
makelijk is, dat de respectievelijke Jannen, Pieten
en Japen boven gekomen, doorgaans het celnum
mer vergeten hebben. Even beleefd als de eerste
maal wordt het hun nog eens meegedeeld, 't Kan
niet ontkend, dalt? de verbetering van beteekenis is,
niemand behoeft meer te wachten.
En van morgen waren we allen verrast. Neen,
Maar dacht ge soms, dat wij ons in Broek lieten
overtroeven? Jullie linoleum, best. Wij leggen
h'rr tapijt, imitatie-Smyma.
We hoorden verluiden, dat er nu nog een em
ployé (een jonge dame) komt, die beneden aan
de trap wordt gestationeerd. Ze krijgt de opdracht,
iedere t rapbeklimmer en mitsdien tapijt betreeder
attent te maken op a. de voetschraper, bi. de
dikke vloermat.
Wie klompen aan heeft, zal worden verzocht
deze uit te trekken. Er zou ook al, naast de electri-
sche tomatensorteerder, een electrische stofzuiger
besteld zijn. 1
Zoo een, die klopt, die zuigt, die veegt.
Dat heet vooruitgang.
En dat in Broek I r
Plaatselijk Nieuws
- BROER OP LANGENTHJK.
Vrijdag 14 Oct., trad alhier op voor de Geref.
Jeugdvereen. Mr. H. Bijleveld' van Den Haag,
met het onderwerp „Het geklank des Koning»".
Nadat gezongen was Ps. 89:8, ging Ds. Donner
voor in gebed, waarna hij een gedeelte voorlas
van Num. 23. Hierin is beschreven hoe Balak,
Bileam anzoekt Isrël te vloeken doch door den
Geest Gods geleid, moet hij sraël zegenen, omdat
de Heere hun GGod met hen, en het geklank
des Konings bij hen is.
Mr. Bijleveld vangt id'an zijn rede aan met te
wijzen op het laatstgehouden jubileumfeest der
Internationale, Afd. Holland der S.D'.A.P waar
de heer Oudegeest als feestredenaar optrad[ welke
er daar in zijn rede op wees, dat in het Christen
dom. de idealen voor het leven ontbreken, omdat
men ze uitstrekt naar het leven 'hiernamaals, ter
wijl men het kleurloos leven tracht op te fris-
schen met een wissel op de eeuwigheid. Hun be
ginsel is dan ook, zooals een van hun dichters
zong: „op aard verlost en zalig te wezen."
Oudegeest, hoewel vroeger christelijk, heeft ech
ter nooit iets van het ware christendom begrepen.
Dat ware christendom mag nóóit zonder poëzie
van den eenen dag in den anderen leve. Het moet
in zich .dragen een waarachtig ideaal. Dit kan
het alleen realiseeren, wanneer het acht geeft
op het geklank des Konings.
Die klank is geculmineerd in het vleesdh gewor
den ;Woord en komt tot ons In Gods openbaring
Die openbaring vinden we ook in de historie van
Kerk en volk.
Naar die openbaring hebben we ons leven in
te richten eh positie te kiezen tegenover onze me-
demenschen. Bij alles wat in dat leven verandert,
blijft deze openharing vast en 'geldend voor iede-
ren tijd.
In het leven "zien we enkel onvastheid op we
tenschappelijk, politiek en maatschappelijk ter
rein maakt het eene denkbeeld plaats voor het
andere. Als voorbeeld noemt spr. ook het geld. De
waarde van het geld is zeer onzeker en kan; aan
merkelijk dalen. Ook de pasmunt van tegenwoor
dig is veranderd bij die Van vroeger tijd. Wat.,zijn
waarde behoudt is alleen het ©del metaal.
Zooals dat edel metaal, moet ons beginsel zijn.
Dat mag nooit veranderen. Wel moet er Reforma
tie zijp. Dat beginsel zal moeten gelden in een
vorm die aan de behoefte van iederen nieuwen
tijd voldoet.
Dit heeft voor het werk' der Jongei. Vereen,
veel te zeggen. Dat beginsel zal moeten onder
zocht en bestudeerd. Elkander vormend, zal men
in Saambiuding kracht kunnen ontplooien.
Ook hierin schuilt een groot gevaar, voorna
melijk voor onzen tijd en voor onze jongeling
schap. Wij moeten er voor waken dat ons begin
sel geen algemeenheid wordt, dat we ons niet ver
schuilen aéhter geleerde en gewichtige woorden.
Ons woord moet weerklank zijn van een vaste
overtuiging, die wortelt in een levend geloof.
Eerst als dit zoo is kunnen we van het goud van
ons beginsel pasmunt slaan voor het leven van
iederen dag. Dan heeft het christendom niet al
leen een eeuwigheidsideaal, maar ook terdege oen
roeping van den tijd.
We wisten dat we van dezen begaafden rede
naar een boeiend betoog konden verwachten en
zijn daarin niet teleurgesteld. Verschillende din
gen, voornamelijk voor het jeugdwerk van dezen
tijd van groot belang, zijn door hem naar voren
gebracht.
De vergadering werd op de gebruikelijke wijze
gésloteu.
lElBN LESJ1E|-
'Een Berlijnsch bezitter van 'n hond, die zijn
trouwen Phylax kwijt wilde zijn, omdat het dier
'n ziekte had gekregen, besloot het op een zeer
ongewone wijze om het leven te brengen.
In plaats van het beest in een asyl te laten
afmaken, nam hij 'het imee naar een bosch, bond
zijn slachtoffer aan 'n boom vast en bevestigde
op zijn rug 'n dynamietpatroou, waarvau hij de
lont aanstak, om zich daarna ijlings uit de voe
ten te maken.
De hond echter, die gevaar bespeurde, rukte
zich los en rende zijn meester achterna, onbewust
van het levensgevaar, waarin hij dezen bracht,
daar de dynamietpatroon elk oogenblik kon ont
ploffen.
Een razende wedloop tusSchen meester en hond
volgde nu, tot de eersfce, hoewel hij niet kon
zwemmen, in 'n vijvter sprong, onmiddellijk ge
volgd door zijn trouwten viervoeter, die daarmede
beider leven redde, want Ide loint doofde in het
water uit, terwijl Pjhylax snel den drenkeling op
het droge sleepte.
De thans geheel verteederde baas dacht er ver
der natuurlijk no£ slechts aan 'hoe'hij zijn levens-
redder zoo goei mogelijk zou laten verplegen.
DE ZELFMOORD VAN EEN FAT.
Een welgekleed jong map, aldus vertelt 'een
Engelsch blad, kwam Zondag een van de voor
naamste koffiehuizen van Triëst biinjnen ien be
stelde een kop koffie. In afwachting vara zijn
bestelling liep hij naar een spiegel era begon
zijn das te verstrikken. Dit 'scheen hem groote
moeite te kosten en na eieni vier of vijftal ver-,
geefsche pogingen om de strik naar zijn zin
te krijgen, ging hijl weer zitten, nam ieen
blaadje papier 'uit een opschrijfboekje en
schreef er iets op. Hij stak het document in
een envelloppe, haalde een revolver te voor-i
schijn en pleegde zelfmoord.
Men maakte de enveloppe open en; las: „Ik
kan mijn das niet behoorlijjk strikken. Daar-:
om maak ik maar liever een eind aan mijmj
leven.'"
komen tot rust en worden gesterkt door
Mijnhardt's Zeauwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
DE VERKIEZING VOOR HET HOOG
HEEMRAADSCHAP NOORD-
HOLLANDS NOORDERKWARTIER.
Naar aanleiding van het a|ratwoord van Mr.
Leesberg op mijn ingezonden stukje betreffen
de bovenstaand onderwerp, zij het mij vergramd,
Mijnheer de Redacteur, in Uw Blad te dupli-
ceeren.
Dat de geachte inzender geenszins is over
tuigd, mag mij niet verwonderen, want daar
voor is hij geen voorzitter van de Compromis-
oommissie, maar dat als antwoord op mijn;'
toch volkomen zakelijk betoog niet anders naar!
voren komt, dan een ietwat tendentieus schriji
ven, waarlangs mijn argumenten wordt heen-I
gepraat, is mij eendeels tegengevallen, doch
sterkt mij aan den anderen kant in de over
tuiging, dat principieel tegen mijra beweringen
niets valt in te brengen. Mij wordt voor dei
voeten geworpen, als zoude ik het Hoogheem
raadschap reen zuinigheidspolitiek verwijten; ik
verwijt het Hoogheemraadschap echter niets',
alleen U, mijnheer Leesberg m/et Uw compro-
mittanten geldt mijd stukje. Zeker bezuiniging
is gewenscht, maar waarom dan alleen ten op
zichte van het Hoogheemraadschap en niet
voor de Gemeenteraads- en andere verkiezinf
gen ©en compromis gesloten? Waarom mag
in dit geval geen beroep op de uitspraak van'
de kiezers worden gedaan? Voorts is door mijl
nooit betoogd, dat de personen, die het com-i
proniis to: stand brachten, geen kiezers zou;
den zijn, dus was er ook geen redien dit te
onderzoeken. Alleen de mogelijkheid, dat, waar!
de Staatkundige politiek naar voren werd ge
schoven, op de candi.daatstelling niet kiezersi
invloed zouden kunnen uitoefenen, werd uit
gesproken. Zelfs al zouden zij elk zes stem
men mogen uitbrengen, dan nog verandert dit
niets aan het verschijnsel, dat als zoodanig
wordt gelaakt.
Het feit, dat men ten achter zou zijn met
zijn denkbeelden, wainjnieer men een absolute
splitsing maakt tusschen materieele en geeste
lijke belangen, zou ik niet gaarne ontkennen,
doch dit doet niets af aan het positief recht,1
dat het Waterschap nu eenmaal stempelt tof
een belangengemeenschap, gezien bet meer-'
voudig stemrecht, gezien ook bet stelsel van'
gemachtigden voor rechtspersonen, waarin
meestal verschillende geestelijke richtingen zij|h
vertegenwoordigd, en waarvoor toch slechts
door één persoon op grond vara de 'bezittingen
vaan het betrokken lichaam mag worden ge
stemd. Dit neemt niet weg, dat de gekozen
Hoofdingelanden ook zeer goied geestelijke be
langen zullen beoordeelen, al bebb/en ze geen;
zibing voor een bepaalde politieke partij. Hiet
gaat dan ook niet tegen de thans zittende!
Hoofdingelanden eira hunne plaatsvervangers,
noch tegen het door hen gevoerde beleid; het
is slechts het stelsel als zoodanig, wat afkeu
ring verdient. E;n dat dan, ook door de Po-i
litieke partijen niet uitsluitend is afgegaan op
hare vertegenwoordiging in de Statera en Gie-
meenteraden, is in de partijleiders te prijzen,
maar veroordeelt des te meer die instelling,
waarbij door politieke partijen candidaten wor
den gesteld, waarmede volgens Mr. Leesberg
de Ingelanden zich zeer wel kunnen vfereant-
gen, maar waarbij hij dan blijkbaar vergeet
de advertentie, in enkele bladen geplaatst,
waarin zij, die zich niet met deze gang van
zaken kunne® vereenigien tot ©en vergadering]
worden opgeroepen.
De opmerking, als zou men in Callan,tsoog
blijkbaar geld te veel hebben, zal ik laten voor
wat zij is, aangezien ik meer de voorkeur ge/ef
aan een behandeling die de zaak zelf raaktj
Callantsoog, 13 October.
Mr. D. BREEBAARTJ