Tweede Blad - Dinsdag 18 Oct. 1927 StemmingsbeeldGroentenland Nieuwstijdingen Uw Zenuwen INGEZONDEN Over den Vierbond ben. ik zieer slecht te spre ken. Daar kan een oourahtenmensWh nu bepaald nijdig op worden. Lezers, kent gie '1 verhaal vao twee advocaten, vader en zoon en zekere proce dure? Zoonlief is pas gepromoveerd en zal voor 't eerst pleiten. Buitengewoon heeft dezle nieuwe ster aan den advocatenihemel zidh in de zaak ingewerkt, zijn eerzucht is opgewekt, het rechts- idealisme der jeugd is nog ongerept en zoo pleit hij vurig, overtuigend en wint. Opgetogen komt hij thuis en verwacht loftuitingen. Hoe wordt hij ontnuohterd. „Elzel," zegt de vader, ,,'t melkkoetje, door mij volgens alle regelen der kunst 10 jaar geëxploiteerd, heb je op één keer droog gezet" Daar zit nu, evenals de jonge advocaat, die Vierbond, op eenmaal zijn oopie-koetje droog. Hoe mooi stond 't beestje er voor, bij emmers vol, of wilt ge, vele, vele vellen schrift beloofdie deze geschiedenis. De zaak van de kooltoeslag in December moest uog in alle tuinbouwvereen'i- gingien aan de orde komen. Hoe hebben de ver slaggevers al op dit interessant punt gevlast, hoe veel ingezonden stukken zouden wel in de krant komen. En daar lees ik', onder plaatselijk nieuws War- menhuizen een simpel, klein berichtje, heiel kort. De Vierbond is bijeengekomen, heeft nog eens overwogen, de toestanden bekeken, en besluit,' maar niets te doen. 1 Neen, dat is te erg, dat zegt een organisatie nu eenmaal nooit. Die doet altijd) wat, en de Vier bond maakt op de algemeene aetiviteits-regel geen uitzondering. Alleen wordit de activiteit van de daad in de propaganda voor een ieder omgeze't. Dat is wel de omgekeerde wereld, wiant gemeen lijk doet men eerst aan propaganda, van de idee om tot de daad te komen, maar we leven nu eenmaal in een abnormale daadj- en idee-wereld. [Waarom zou de Vierbond verplicht wezen in zoo abnormalen tijd normaal te doen? Dat zou te veel gevergd wezen. Dus gaan de „Vierbonders" propageeren. Ho^? Dat kan op velerlei wijze. In de respectievelijke tuinbouwvereenigingen steeds wijzen op het wen- schelijke van aanvoer van goede kool in December. Erappez, frappez toujours! Wat door de bouwers precies als zeker 'be roemd voorstel door den Raad van Ziuidscharwou- de voor kennisgeving wordt aangenomen. Dat is al vast één manier, die van des Vier bonis pro pagandistische actie zou getuigen. 'tKan ook anders. Aangezien de Vierbond voor haar idee wil propageeren, ben ik zoo vrij 'hem #en ideetje aan de hand te doen, om te beter zijn idee te doen ingang vinden. Mijn idee is niet eens oorspronkelijk, maar wie is ongerust Toch gteloof ik, dat het ter over weging aanbeveling verdient. Tegenwoordig pro; beert men de menschen 'door korte kernachtige gezegden of teekeningen zekepe dingen bij te brengen. De Duitschers wordt voorgehouden: „Eet meer fruit en je blijft gezond". Wij Hollanders zijn verplicht, willen we gezond blijven, om meer brood te eten. Wilt ge oud worden, en gezonid blijven dan is het recept, om ten eerste meier brood en len tweede inlandsebe groenten en fruit te gébruiken. Als ge dan steeds de teekening van het groote witte brood en van die kostelijke) groenten en fruit voor oogfen houdt, blijft ge niet alleen gezond, wordt ge niet alleen oud, maar wordt ge er nog kunstzinnig bij. Houdt dat alles nu in de gaten, waardeert de groote waarde van propaganda idoor woord en beeld en ik smeek u, neem in uw eigen g|ezond|- heids, ouderdoms en kunstzinsbelang notitie van mijn idee, o Vierbonders en verdere belangheb benden. In elke veiling van den Vierbond, nl. te Ob- dam, Broek, Noordseharw. en Warmenhuizen plaatse men een man, "die een bord idraagt. Heelemaai nieuw is de man intet 't bord niet in ons Groentenland- Bij 'de jongste gemeente raadsverkiezing te Br. op L. deed hij reeds zijn intree, en had veel bekijks vanwege 't nienwie. Wlelnu, 'k stel u voor, den eersten December in elke veiling zoo'n bonddrager te laten defileepen. Wat op 't- bord moet staan? Natuurlijk een tee kening, die 't doet met 'n Spreuk er boven. Zoo :b.v. een koolboet, tot de nok vol, met een vergenoegden bouwer. Daaronder December 1926. Ex naast een boet wat minder vol, met 'n bou wer, die erg benepen kijkt, en achter zijn ooren krabt. Daaronder de simpele woorden Mei 1927. Met grootere letters boven 't geheel plaatsen we deze woorden;: „Zullen we ooit wijzer worden?" Sternmingsbeelder, hoor ik al zeggen, doe nu niet zoo onzinnig. 'k Erken in soorteglijke stemming te schrijven als wanneer mijn medescribent zijn „brandnetels en distels" neerpent. Maar g aarne wil ik overgaan tot een meer za kelijke beschouwing en pogen in te denken, waar om de Vierbond zoo plotseling geheel van koers veranderde. Zie, er was een beetje vraag voor het beekje goed, dat ter veiling werd aangevoerd. De kool kon een goeden prijs opbrengen, roode kool en oók gele kon 't tot boven een stuivertje brengen. Een enkel? bouwer vond dit een goeden prijs en ging er zelfs toe over reeds een winterkooltje aan te bieden. Daar komt nog bij dat nu .zoowat ieder kool- mensch overtuigd is, dat we dit jaar een minimaal kwantum kool in de boeten zullen krijgen. En men redeneert nu aldus. Kijk eens aan, 'n mooie prij» reeds in October, nu reeds winterkool aan de veiling. Nu al ruimen, terwijl er practisch nog geen kooltje in de boet is. i Zou het niet de dwaasheid gekroond wezen, onder deze omstandigheden, zoo moed gevend, zoo veelbelovend, te komen met een voorsltel om een premie te geven voor goede-kool-aanvoer? Wij (zoo stel ik me de g edachtengang van den Vier bond voor) passen er voor, nu met zoo'n voörstel voor den dag te komen. De menschen zouden in staat zijn ons uit te lachen. En om nu toch ons figuur wat te redden, gezien de besprekingen te Alkmaar, zeggen we, we blijven actief, propagan distisch actief. i Deze gedachtengang is zeer begrijpelijk. Schijnt zee; logisch, en toch! I Bezien we eens nuchter de zaken. Is de toe stand nu werkelijk zoo veelbelovend, zijn er wer kelijk factoren en feiten, die voldoenden grond bie den voor zoo optimistische verwachtingen? Is, vragen we, het besluit van den Vierhand niet te veel beïnvloed door laten we het noemen mo- mentindrukken? Eerstens dienen we goed den tegenwoordigen veiling.»toestand met zijn prijsbéweeg te zien. Wat; is de oorzaak van dien werkelijk goeden producten- prijs? Een groote, algemeene vraag? Wie traden in zonderheid, jukt in den tijd toen de Vierbond dit besluit nam, als 'koopers van het (weinig aangeboden goed op? Ons antwoord luidt, de binnenlandsche markt nam gretig het kleine kwantum op. Stel eens een onderzoek iii, Vierbonders, bij de exporteurs. Zij zullen u verzekeren, dat de 'bui- tenlandsche vraag weinig of niets om1 't lijf heeft. Dat deze visie op de zaak juist is, bewijst wel het veilingsverloop van de laatste dagen. J.l. Za terdag wds er een tamelijke koolaanvoer, zoo op 't oog- te groot voor de binnenlandsche vraag. En de prijzen, inzonderheid voor gele kool, daalden, keiderden. Kijk eens naar den prijs Voor de denA. Heden werden heel wat partijen gele kool op gehouden. De binnenlandsche markt kan 't goed, indierj de aanvoer wat toeneemt, onmogelijk op prijs hou den. Dit jaar is de aanvoer van witte kool gering. •En toch is de marktprijs gedaald. Waarom? Eenig en alleen wijl er geen export van beteekenis in dat artikel is. i En nu wat de te oogsten totaal-hoeveelheid win terkool betreft. De eerste kool wordt deze week in de schuren geborgen. Wat weten we er eigenlijk heden 17 Oc/tober met zijn allen van? Alle.» is veronderstelling, behalve de ongunstige stand op tal van akkers. Hoe doet zich ter juiste 'oriënteering hier het gemis eener goede statistiek gevoelen. Telken jare in den laatsten tijd stond men voor dit schier ontstellend feit een veel grootere hoeveelheid, dan de grootste optimist durfde voorspellen. Wat weten we in werkelijkheid van de met winterkooi beplante oppervlakte? Gissen, en niet anders dan gissen. In de laatste Idagen hoort pien van groote hoe veelheden goed, waar geen bouwer mee rekent, en die kooplui in handen hebben. Deze koopman zou 25, gene zelfs 5o wagons kool gecontracteerd hebben. En een massa gaat haar de koelhuizen. En de buitenlandsche vraag js miniem. Als men voor zich zelf dezen nuchteren werke lijkheidstoestand realiseert, dan komen toch onwil lekeurig twee gedachten boven. Ten eerste, dat het besluit van den Vierbond waarschijnlijk als reeds opgemerkt, genomen is on der den indruk van een willige markt, waarbij men vergeten heeft (o.i.j de marktpositie te bestudeerep Waar het moeilijk valt aan te nemen, dat dit de grond is voor het genomen besluit, komt in de tweeae plaats deze vraag naar voren, of de Vier bond soms uit vrees voor verwerping door de aan gegoten v ereenigingen van zijn voorstel, gezien de tijdelijke gunstige marktpositie, maar bakzeil heeft gehaald. We neigen er toe over, dit laatste voorloopig aan te nemen. En'het is daarom, dat wij de opmer king maken, of heter, de vraag stellen: Ware het jp'et wenscheiijk geweest, dat het bestuur aan de vereenigingen de bevoegdheid had gevraagd, bjj ge- \bleken noodzaak reeds dit jaar tot premieverleening over te gaan, om een goede marktvoorziening te bevorderen? Nh 13 alle bespreking, men lette maar eens op, practisch waardeloos geweest. Van propaganda zon der meer, verwachten we geen heil. We zijn weer pven ver als in den herfst van het vorig jaar en dat ware te voorkomen geweest. De vorige week komt een niet-bouwer bij me op bezoek. De man was boos, erg boos. Nauwe lijks is hij in de deur of 'hij 'begint: „Stemmingsbeel- derfhoe wist hij dat?), die akelige koolboeren. Je jzoudt ze. Wat zijn dat toch een akelige kerels. Er kwam nog heei wat, doch het gaat niet aan, ver dere kwalificatie neer te schrijven. Nog wist ik niets. i Eindelijk is de woordenvloed wat gestuit; en vraag ik: „'beste vriend, wat heb je dan?" Zeg, jij pennelikker, schrijf dat 's in de cou rant, dat die motorboeren tienmaal erger benne idan de groote-motor-schippers. Toen hullie (de boeren waren bedoeld) nog al lemaal kloetten, scholden ze- op de schippers, die hen zoo wat in den grond voeren. Ze stoomden vol gens de boeren als gekken en als ze niet maakten \dat ze weg kwamen raakten ze te water. Maar kom nou 's. De boeren hebben nu ook 'n motor in nullie schuitjes. En wie jagen er nu op los, wie varen er nou als bezetenen? Wie kijken nou heelemaai niet naar een modderpraam en naar een schuitje aan den wal? Diezelfde boeren, die vroeger zoo op de motorschippers scholden. O, die motorboeren, die motormaniakken te wa ter. Zet dat' nou as-je-blieft in de courant;. 'k Voldoe bij dezen aan de opdracht. En kan er aan toevoegen, dat de Langedijker po litie scherp op kilometervreters te water let 1 Nu moet de niet-gewone-veilingbezoeker noodig maar, nu moet ge ons podium eens zien. N.S.'ers de Broeker veiling eens komen bekijken. Er valt er is toch altijd baas boven baas. Bij jullie is heft weer heel wat op te merken. ook keurig. Heusch. Dat dikke linoleum doet helt Ten eerste de nieuwe telefooncellen en de tele- wat keurig. fooncentrale. Wij hébben nu maar eventjes zes cellen ter veiling, twee cellen en lijnen uitsluitenjd voor Noordscharwoude en vier voor communale en intercommunale gesprekken. Bij de telefoon(l) in Nederland bezigt men bij voorkeur niet-Nederland- sche termen. Waarvoor zouden er anders woor denboeken wezen? 1 De telefoniste zetelt in haar centraal domein, en roept „Jan, cel 1", „Piet cel 3" „Jaap 6." Ver makelijk is, dat de respectievelijke Jannen, Pieten en Japen boven gekomen, doorgaans het celnum mer vergeten hebben. Even beleefd als de eerste maal wordt het hun nog eens meegedeeld, 't Kan niet ontkend, dalt? de verbetering van beteekenis is, niemand behoeft meer te wachten. En van morgen waren we allen verrast. Neen, Maar dacht ge soms, dat wij ons in Broek lieten overtroeven? Jullie linoleum, best. Wij leggen h'rr tapijt, imitatie-Smyma. We hoorden verluiden, dat er nu nog een em ployé (een jonge dame) komt, die beneden aan de trap wordt gestationeerd. Ze krijgt de opdracht, iedere t rapbeklimmer en mitsdien tapijt betreeder attent te maken op a. de voetschraper, bi. de dikke vloermat. Wie klompen aan heeft, zal worden verzocht deze uit te trekken. Er zou ook al, naast de electri- sche tomatensorteerder, een electrische stofzuiger besteld zijn. 1 Zoo een, die klopt, die zuigt, die veegt. Dat heet vooruitgang. En dat in Broek I r Plaatselijk Nieuws - BROER OP LANGENTHJK. Vrijdag 14 Oct., trad alhier op voor de Geref. Jeugdvereen. Mr. H. Bijleveld' van Den Haag, met het onderwerp „Het geklank des Koning»". Nadat gezongen was Ps. 89:8, ging Ds. Donner voor in gebed, waarna hij een gedeelte voorlas van Num. 23. Hierin is beschreven hoe Balak, Bileam anzoekt Isrël te vloeken doch door den Geest Gods geleid, moet hij sraël zegenen, omdat de Heere hun GGod met hen, en het geklank des Konings bij hen is. Mr. Bijleveld vangt id'an zijn rede aan met te wijzen op het laatstgehouden jubileumfeest der Internationale, Afd. Holland der S.D'.A.P waar de heer Oudegeest als feestredenaar optrad[ welke er daar in zijn rede op wees, dat in het Christen dom. de idealen voor het leven ontbreken, omdat men ze uitstrekt naar het leven 'hiernamaals, ter wijl men het kleurloos leven tracht op te fris- schen met een wissel op de eeuwigheid. Hun be ginsel is dan ook, zooals een van hun dichters zong: „op aard verlost en zalig te wezen." Oudegeest, hoewel vroeger christelijk, heeft ech ter nooit iets van het ware christendom begrepen. Dat ware christendom mag nóóit zonder poëzie van den eenen dag in den anderen leve. Het moet in zich .dragen een waarachtig ideaal. Dit kan het alleen realiseeren, wanneer het acht geeft op het geklank des Konings. Die klank is geculmineerd in het vleesdh gewor den ;Woord en komt tot ons In Gods openbaring Die openbaring vinden we ook in de historie van Kerk en volk. Naar die openbaring hebben we ons leven in te richten eh positie te kiezen tegenover onze me- demenschen. Bij alles wat in dat leven verandert, blijft deze openharing vast en 'geldend voor iede- ren tijd. In het leven "zien we enkel onvastheid op we tenschappelijk, politiek en maatschappelijk ter rein maakt het eene denkbeeld plaats voor het andere. Als voorbeeld noemt spr. ook het geld. De waarde van het geld is zeer onzeker en kan; aan merkelijk dalen. Ook de pasmunt van tegenwoor dig is veranderd bij die Van vroeger tijd. Wat.,zijn waarde behoudt is alleen het ©del metaal. Zooals dat edel metaal, moet ons beginsel zijn. Dat mag nooit veranderen. Wel moet er Reforma tie zijp. Dat beginsel zal moeten gelden in een vorm die aan de behoefte van iederen nieuwen tijd voldoet. Dit heeft voor het werk' der Jongei. Vereen, veel te zeggen. Dat beginsel zal moeten onder zocht en bestudeerd. Elkander vormend, zal men in Saambiuding kracht kunnen ontplooien. Ook hierin schuilt een groot gevaar, voorna melijk voor onzen tijd en voor onze jongeling schap. Wij moeten er voor waken dat ons begin sel geen algemeenheid wordt, dat we ons niet ver schuilen aéhter geleerde en gewichtige woorden. Ons woord moet weerklank zijn van een vaste overtuiging, die wortelt in een levend geloof. Eerst als dit zoo is kunnen we van het goud van ons beginsel pasmunt slaan voor het leven van iederen dag. Dan heeft het christendom niet al leen een eeuwigheidsideaal, maar ook terdege oen roeping van den tijd. We wisten dat we van dezen begaafden rede naar een boeiend betoog konden verwachten en zijn daarin niet teleurgesteld. Verschillende din gen, voornamelijk voor het jeugdwerk van dezen tijd van groot belang, zijn door hem naar voren gebracht. De vergadering werd op de gebruikelijke wijze gésloteu. lElBN LESJ1E|- 'Een Berlijnsch bezitter van 'n hond, die zijn trouwen Phylax kwijt wilde zijn, omdat het dier 'n ziekte had gekregen, besloot het op een zeer ongewone wijze om het leven te brengen. In plaats van het beest in een asyl te laten afmaken, nam hij 'het imee naar een bosch, bond zijn slachtoffer aan 'n boom vast en bevestigde op zijn rug 'n dynamietpatroou, waarvau hij de lont aanstak, om zich daarna ijlings uit de voe ten te maken. De hond echter, die gevaar bespeurde, rukte zich los en rende zijn meester achterna, onbewust van het levensgevaar, waarin hij dezen bracht, daar de dynamietpatroon elk oogenblik kon ont ploffen. Een razende wedloop tusSchen meester en hond volgde nu, tot de eersfce, hoewel hij niet kon zwemmen, in 'n vijvter sprong, onmiddellijk ge volgd door zijn trouwten viervoeter, die daarmede beider leven redde, want Ide loint doofde in het water uit, terwijl Pjhylax snel den drenkeling op het droge sleepte. De thans geheel verteederde baas dacht er ver der natuurlijk no£ slechts aan 'hoe'hij zijn levens- redder zoo goei mogelijk zou laten verplegen. DE ZELFMOORD VAN EEN FAT. Een welgekleed jong map, aldus vertelt 'een Engelsch blad, kwam Zondag een van de voor naamste koffiehuizen van Triëst biinjnen ien be stelde een kop koffie. In afwachting vara zijn bestelling liep hij naar een spiegel era begon zijn das te verstrikken. Dit 'scheen hem groote moeite te kosten en na eieni vier of vijftal ver-, geefsche pogingen om de strik naar zijn zin te krijgen, ging hijl weer zitten, nam ieen blaadje papier 'uit een opschrijfboekje en schreef er iets op. Hij stak het document in een envelloppe, haalde een revolver te voor-i schijn en pleegde zelfmoord. Men maakte de enveloppe open en; las: „Ik kan mijn das niet behoorlijjk strikken. Daar-: om maak ik maar liever een eind aan mijmj leven.'" komen tot rust en worden gesterkt door Mijnhardt's Zeauwtabletten Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. DE VERKIEZING VOOR HET HOOG HEEMRAADSCHAP NOORD- HOLLANDS NOORDERKWARTIER. Naar aanleiding van het a|ratwoord van Mr. Leesberg op mijn ingezonden stukje betreffen de bovenstaand onderwerp, zij het mij vergramd, Mijnheer de Redacteur, in Uw Blad te dupli- ceeren. Dat de geachte inzender geenszins is over tuigd, mag mij niet verwonderen, want daar voor is hij geen voorzitter van de Compromis- oommissie, maar dat als antwoord op mijn;' toch volkomen zakelijk betoog niet anders naar! voren komt, dan een ietwat tendentieus schriji ven, waarlangs mijn argumenten wordt heen-I gepraat, is mij eendeels tegengevallen, doch sterkt mij aan den anderen kant in de over tuiging, dat principieel tegen mijra beweringen niets valt in te brengen. Mij wordt voor dei voeten geworpen, als zoude ik het Hoogheem raadschap reen zuinigheidspolitiek verwijten; ik verwijt het Hoogheemraadschap echter niets', alleen U, mijnheer Leesberg m/et Uw compro- mittanten geldt mijd stukje. Zeker bezuiniging is gewenscht, maar waarom dan alleen ten op zichte van het Hoogheemraadschap en niet voor de Gemeenteraads- en andere verkiezinf gen ©en compromis gesloten? Waarom mag in dit geval geen beroep op de uitspraak van' de kiezers worden gedaan? Voorts is door mijl nooit betoogd, dat de personen, die het com-i proniis to: stand brachten, geen kiezers zou; den zijn, dus was er ook geen redien dit te onderzoeken. Alleen de mogelijkheid, dat, waar! de Staatkundige politiek naar voren werd ge schoven, op de candi.daatstelling niet kiezersi invloed zouden kunnen uitoefenen, werd uit gesproken. Zelfs al zouden zij elk zes stem men mogen uitbrengen, dan nog verandert dit niets aan het verschijnsel, dat als zoodanig wordt gelaakt. Het feit, dat men ten achter zou zijn met zijn denkbeelden, wainjnieer men een absolute splitsing maakt tusschen materieele en geeste lijke belangen, zou ik niet gaarne ontkennen, doch dit doet niets af aan het positief recht,1 dat het Waterschap nu eenmaal stempelt tof een belangengemeenschap, gezien bet meer-' voudig stemrecht, gezien ook bet stelsel van' gemachtigden voor rechtspersonen, waarin meestal verschillende geestelijke richtingen zij|h vertegenwoordigd, en waarvoor toch slechts door één persoon op grond vara de 'bezittingen vaan het betrokken lichaam mag worden ge stemd. Dit neemt niet weg, dat de gekozen Hoofdingelanden ook zeer goied geestelijke be langen zullen beoordeelen, al bebb/en ze geen; zibing voor een bepaalde politieke partij. Hiet gaat dan ook niet tegen de thans zittende! Hoofdingelanden eira hunne plaatsvervangers, noch tegen het door hen gevoerde beleid; het is slechts het stelsel als zoodanig, wat afkeu ring verdient. E;n dat dan, ook door de Po-i litieke partijen niet uitsluitend is afgegaan op hare vertegenwoordiging in de Statera en Gie- meenteraden, is in de partijleiders te prijzen, maar veroordeelt des te meer die instelling, waarbij door politieke partijen candidaten wor den gesteld, waarmede volgens Mr. Leesberg de Ingelanden zich zeer wel kunnen vfereant- gen, maar waarbij hij dan blijkbaar vergeet de advertentie, in enkele bladen geplaatst, waarin zij, die zich niet met deze gang van zaken kunne® vereenigien tot ©en vergadering] worden opgeroepen. De opmerking, als zou men in Callan,tsoog blijkbaar geld te veel hebben, zal ik laten voor wat zij is, aangezien ik meer de voorkeur ge/ef aan een behandeling die de zaak zelf raaktj Callantsoog, 13 October. Mr. D. BREEBAARTJ

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1927 | | pagina 3