Het Huwelijk alle eeuwen door
Buitenland
DE AVONTUREN VAN JOGO EN COGO
door J. F. DF: V.
II.
Dat huwelijken echter niet altijd langs eveo!
vredelie vennen weg gesloten/worden en soms zelfs
wel min of mieer tegen 'den zin van één der slacht
offers bewijst ons het volgend voorbeeld.
In het jaar 1470 dwongen de gebroeders, van
Nese D'ibboltsdr. te 'Arnhem een zekeren Sandier
van Huesséïyuek hunne, zuster te trouwen. Reeds
sedert eenigen tijd halden beide jongelui1 verkee
ring gehad en ne broeders der dame in kipgtie
vonden nat deze omgang nu lang genoeg geduurd
had. t>p een avoni beide jonge menschen weer
in elkanders gezelschap aantreffend-, "haalden zij
aanstonds I ysoetn ten LWall en Hendrik ten Hui-
ge als getuigen. Hunne messen trekkend grepen
zij daarop Sander vast en voegden den tegenstpe-
vendeu bruidegom "toe: „Doet nu, gi moettet dochi
doen". Hier viel, gezjien dp blikkerende argu
menten in de vuisten der broeders, van de zijdie
«'an Sander weinig tegen in te brengen. Hij tastte
dus maar (naar dé" zeden des tijdis) in zijn buidel
en er den gebruikelijken daalder uitnemend, reik-,
te "hij dien aan zijn bruid met de woorden „Neetm
aan". De daaloer werd aangenomen "eft heiden
waren dus getrouwer Kon het eenvoudige^?.
Als boven gezegd kwamen tot helfs diep in
de 16e eeuw nog vele echtvereenigingten tot stand
onder invloed van de oud-Germaansche laüdfs-
rechten in de oncuersdheidene geweesten. .Wel had
de Kerk ook daar d© wijding door dien pries,ter,
altijd geëischt, 'maar d© onderwerping daaraan
werd toen geenszins onmisbaargeacht voor de
wettigheid aezer huwelijken. Een zoodanige ver
bintenis "werd in die dagen door juristen en pries
ters „vormloos' genoemd. Daar stond echter te
genover dat het aantal dier aldus voltrokken
huwelijken dusdianig groot iwias, dat geen enkele
Overheid er zich aan durfde wagen ze nietig
tó verklaren.
Be huwelijken, zoo in 't midden der 16e eeuw.
gesloten, zonden in drie groepen 'te verdeelen
zijn: le. de „vormloos" getrouwden; 2e. de met
den penning getrouwden; '3e. de echt getrouwde
luiden. c
Het „vormloos" huwelijk is wel moeilijk in
eenvoudiger frorm en staint rechtstreeks af van
de oud-Germaanscha huwelijken. Waren man en
vrouw het eens, dan verklaarde de man in het
hijzijn van minstens twee getuigen, dat hij de
dame in kwestie tot zijn vrouw nam'en... ïde
plechtigheid was geëindigd, zonder dat ook maar
eén letter op papier gezet werd!
Het huwelijk der „met den penning getrouw
den" was 'iets meer ingewikkeld. Dë wederzijid-
sche familieleden van "het trouwlustig paartje
werden bijeengeroepen ten huize van de bruid
en in het bijzijn dier familieleden zwoeren'bruid
en bruidegom elkander trouw, terwijl de brui
gom ter versterking van zijne beloften zijn bruid
de z.g. Godspenning (meestal een "daalder, soms
ook meer) overreikte, wélk geldstuk' werd aan
genomen waardoor zij te kennen gaf in het huwe
lijk toe te «temmen. Uit dien tijd Üagfeekent -de
uitdrukking „met den penning getrouwd zijn".
Soms werd van een en ander wiel eens een takte
opgemaakt en plaatsen bruid en bruidegoim hunne
namen hieronder of, zoo zij niet konden schrijven
(wat bijna altijd het geval w|as) een kruisje.
Aldus gehuwden héetten man en wijf.
Het ten 3e genoemde huwelijk verschilde al
leen hierin van het huwelijk der met den penning
getrouwden, dat dit huwelijk tevens door den
priester werd ingezegend. Aldus- gehuwden heet
ten getrouwde luiden voor Gód en Wereld.
Opmerkelijk is wel dat aan het eihde der 16e
eeuw 'het huwelijk dikwtwerf binnenshuis
(meestal ten huize van de bruid) gesloten werd
en dus nóg geenszins een openbaar huwelijk was.
Het behoeft wel niet nader te .worden betoogd
dat ae verwarring iu huwelijksaangelegenhelen
in die dagen groot was. Niet zelden toch ge-
schiedae net dat een man vrouw en kinderen in
de.n steek liet om mtet een an'der te trouwen.
TWiie 'kon hem 'dat- 'beletten De getuigfen waren
in den-regel zoek of wel ze waren omgfekocht) en
de vrouw hao goed praten dat ze getrouwd was!
Aan deze verwarring trachtte men in 1581
een eind te manen. Toen toch werd bepaald dat
ieder huwelijk, niet idioor de kerk gesloten, var
nul en geener waarde was. De kerk richttle Wat
wij bijna zouden kunnen noemen een „burgerlijke
stand'' in, waarafoor aan bigamie, al was het niet
in eens, toeti in de toekomst paal en perk zou
worden gestéld'.
1 I
Als boven reeds aangegeven, handhaafden ver
schillende symbolen, bij het oud-Germaanbdhje
huwelijk in gel/ruik, zich nog gedurende tal van
eeuwen. Zoo kon zelfs nog in het begin der 16e
eeuw een jonge man een m/eisje tot "zijn vrouw
nemen (een gewoonte die vooral ten plattelands
nog «lang bleef bestaan) door ook hier weer
in het bijzijn van de onmisbare getuigen zijn
mantel om- haar heen te slaan.
Dergelijke hoogst eenvoudige huwelijken vón
den echter, naarmate die 16e eeuw verstreek hoe
langer hoe minder plaats en dan meestal nog
alleen bij de minder gegoeden. De meer gegoe
den volgden de wijze van trouwen als hierbo
ven onder 2 omschreven; gaven dus eenigen tijd
tevoren van hun voornemen om te huwen aan
hunne wederzijdlsche familieleden kennis.
Zoowel bij rijk als arm volgde échter na de
^plechtigheid" de bruiloft. E!n, in verband met
hetgeen ons bekend is van onze T 6e ©n 17e, eeuw-
sche voorouders, mogen wij wel gerust aanne
men dat zij de kunst van bruiloftvieren uitne
mend verstonden. Omstreeks zeven uur werd
meestal reeds een aanvang gemaakt met dis fees
telijkheden welke hoofdzakelijk uit smullen en
dansen bestonaen. Omstreeks een uur of elf werd
de bruid ,,te bedde gedanst". De jongelui droe
gen onder gezang en gejoel dé bruid naar hiet
bruidsvertrek, en „plukten haar als een kip zoo
kaal", waarna zij met mieeneming der kouséban
den van de bruid ijlings de vlucht namen daar
de bruigom ree dé z'n jas begon los te maken. Op
het zich in de bruidskamer bevinden, nadat die
bruigom zijn jas had uitgetrokken, stondf hooge
boete! 1 I
Daarna Spoedde de "jolende troep zich weer
naar de feestzaal en mochten bruid en bruide
gom zich gelukwenisöhen indien zij althans nu
verder met rust werdén gelaten.
.Waren vóór hun vertrek bruid en bruigom
de hoofdpersonen van ibet feest, nu waren dat
de gelukkige bezitters van de kousebanden der
bruid welke trofeeën door de overtwinnaars meest
al óm den rechter bovenarm! werdén gedragen.
Omstreeks zes of zeve* uur in_ den m'orgem
scheid-dé men, althans voor zoover "Baödhus, aan
welken god dikwerf te veel geofferd "werd, dit
scheiden nog mogelijk maakte. Hoe vaak toch
gebeurde het niet dat de feestzaal zoo tegen den
morgen in een slaapzaal veranderd was! Dat'was
het ouderwetsch bruiloftvieren.
Binnenland
HET ROEKELOOS RIJDEN OP DEN
OPENBAREN WEG.
De drie centrale landbouworganisaties fa Ne
derland hadden bij den minister erop aan ge-t
drongen te overwegen, op wielke wijze het roe-;
keloos rijden op. een openbaren1 weg ware te-
voorkomen, althans zooveel mogelijk binnen;
de perken te houden. Vooral die bevolking
van het platteland en die der kleine steden)
zou, volgens adressanten, lijden onder het toe
nemend gebruik van motorrijwielen en automo-,
bielen met de daaruit voortvloeiende onveilig
heid op den openbareft weg.
De minister heeft op dit adres geantwoord,
dat het hem aanleiding heeft gegeven, ter zakje
het oordeel en advies in te winnen van de pro
cureurs-generaal bij de geréchtshoven fungeer-
rende directeuren van politie. Dezen zijn het
•allen er over eens, aldus de minister, -dat tegen
het roekeloos rden van automoijbilisten met:
de noodige gestrengheid door de justitie wordt
opgetreden; talrijke processen-verbaal worden,
terzake opgemaakt en den rechter legt als)
regel vrij strenge straffen op. De minister.
krijgt dan ook allerminst den indruk, dat fa
deze gebrek aan medewerking van de politie!
1 en justitie bestaat; dat ten slotte niet bij iedieinq
overtreding iemand aanwezig is om proces-.
verbaal op te maken of dat geen voldoende ge
tuigen aanwezig zijn, die die feiten goed fa
zich opgenomen hebben of dat geen aangifte,
1 gedaan wordt, zijn omstandigheden, waaraan!
i uiteraard wel niet veel te doen zal zijn; 'bijj
vervolging worden echter de opgelegde straf
fen algemeen voldoende streng geacht, D|e mi
nister acht voorloopig dan ook op grond vain)
de hem ten dienste staande gegevens geen)
I termen aanwezig, een aanschrijving te doen,
utigaan aan de parketten of anderszins eeni
gen maatregel te treffeh.
Amderszijds mag de minister niet verhelen:,'
dat de verschillende ambtsberichten er op wij
zen, dat de plattelandsbevolking zelf dikwijfa
mede-schuldig is aan verkeersongevallen, door
dat deze bevolking zich zeef weinig stoo/t aan)
de verkeersvoorschrifteü, speciaal buiten de be
bouwde kommen, waar geen-of wefaig politie
toezicht is. Mogelijk zoude voor de landbouw-,
vereenigfagen een nuttige taak weggelegd kun-;,
tien zijn, door harerzij|ds mede te werken, ofa
het in acht nemen der verkeersregelen door;
de plattelands-bevolking te bevorderen. t
DE RIJBEWIJZEN VOOR
AUTOMOBIELEN EN MOTORRIJDERS.
Een Koninklijk besluit van 19 Augustus 1927
stelt het tijdvak, dat de bepalingen betref-',
fende de nieuwe rijbewijzen nog niet van kracht
zullen zijn, vast op acht maanden, te reken -
nen van 1 November 1927 af.
Algemeen heeft men hieruit gelezus, aldus;
schrijft de N.R.Crt., dat over acht maanden;
ieder automobilist en ieder motorrijder fa het'
bezit moest zijn van1 een iniieuw rijbewijs, al
of niet na examen te hebben afgelegd.
Dit blijkt niet fa de bedoeling van de ire-i
gee ring te hebben gelegen. is eie» nader,
Koninklijk besluit gekomen, dat het eerstge-:
noemde aanvult. De bepaling van de acht
maanden moet zóó verstaan worden, dat
voor zooveel betreft de rijbewijzen, afgfegeVera
tusscben 1 November 1925 en 1 November^
1927. bedoeld tijdvak wordt uitgebreid met een;
termijn, gelijk" aan het tijdvak tusscben 1 No
vember 1925 en den dag van afgifte van het,
rijbewijs.
Dit wil dus zeggen, dat een gedeelte van;
de categorie, die de rijproef moet afleggejn,
dit niet binnen acht maanden na 1 'Novem-v
ber, maar *bfanen twee jaar en acht maan
den na den datum, waarop het rijbewijjs, einj
van wien dus verwacht mag worden, dat hij
nog geen routine op den weg heeft, mag nog
twee jaar en vijf maanden rijden, zonder dati
hij ex-amen behoeft te doen. Maar een adder,,
die ai twee jaar rijdt, moet binnen acht maan
den zijn vaardigheid toonelni.
De rijproeven zijp thans over het geheele;
land in vollen gang. Bij het centraal bureau
voor.de afgifte van bewijsstukken van rijyaar-;
digheid zijn reeds meer dan 17.000 aanvragen!
om examen te doen binjn|engekomen. In totaal,
rekent men op 70.000 examens.
De directeur van bet bureau, de ;heer J. G,
van Turenhout, heeft meegedeeld, dat er tot
nog toe ruim 700 candidaten zijn afgewezen.
De algemeene indruk is, dat er buitengewooui
slecht verkeersteekens worden gegeven. Het
nemen van de bochten naar links laat zeer.
veel te wemschen, en het achteruitrij'diela blijkt
voor velen nog een struikelblok te zijn.
Van de eerste week van het examen heeft
m-en een statistiek gemaakt van de gegeven»)
uit de groote steden. In Den Haag zakten 8,
pet., in Amsterdam 11 pet. en fa Rotterdam'
13 pet.
Opvallend groot is het aantal handelsrei-'
zigers van het platteland, dat niet door het
examen komt.
De dames hebben zich nog niet in grootent
getale voor het examen aangemeld. Wie zich
aanmeldden, reden over het algemeön goed;
er zijn er maar een paar afgewezen.
Nieuwstijdingen
F.ENK SCHIPBREUK.
Het stoomschip „Volendaan" van de Holland-
Amerika Lijn, faal zich op ©en speciale reis be
vond "van de B"ermuda-eilan,den met Afgevaardig
den aan boom van New Yorksche bankiers, is
binnengevallen te N. York met acht schipbreu
kelingen, die, gelijk gemield, zeven dagen en zes
nachten in een open bootje hadden doorgebracht,
voordat zij gered werden.
De schipbreukelingen waren, naar de „ITfi."
verneemt, een dertigjarige kapitein en zijn be
manning, -waaronder een negerkok van den vier-
master „Borotia G. Toss", welker schoener op
22 Oct. in een storm op 300 KM. van de Bei(m,u-
da-eilan-den vergaan was. De kapitein Vertelde,
dat men sedert 10 October voortdurend miet slecht
weer te kampen "had gehad. D|e zeilen iwlerden aan
flarden gescneura- en tien -dagen lang waren alle
pompen in werking. Ten slotte mioest echter tnet
schip verlaten werden. Een lid- der bemanning
werd in de haast vergeten, -doch hij sprongi over
boord en werd aan boord van het bootje, Waarin
de anderen zc'h haddien gered, gehesehen.
Toen bemerkte men, dat het kompas was ach
tergelaten, waapop de kapitein weer naar zijn
schip terugzwtom en'het kompas haalde. Een nood-
zeil werd gemaakt en daardoor s'laagde men er
in op' 35 mijl afstand van de Bermuda-eilanden te
komen. Toen moesten de riemen ter hand -wor
den genomen en na zes uur roeien was men nog
slechts op 1 mijl afstand van het noordelijk rif
van genoemde eilanden, toen een Zi.O.-storm' plot
seling opstak en het bootje wierder Werd weg
gedreven van de veilige kusten. Mee zwierf op
de wijde zee rond tot op 29 October de „Volen-
dam" werd gezien.
,^Ik had de rooie vuurpijlen klaar, toen wij
de lichten van het schip zagen naderen, ik stak
ze aan en men zag ons, wjj (waren gered." aldjus de
kapitein. Hij vertelde evénwel niets over de ont-
j beringen die hij en faj'n mannen in de open boot
hadden móeten doorstaan, al vertoonde hun uiter
lijk daarvan de duidelijke teekenen.
Een lid der bemanning vertelde nog, dat de kok
voortdurend in den bijbel had zitten lezen. Dë
passagiers aan boord van -de „Voleniam" hebben
1200 dollars voor de slachtoffers bij elkaar; gé
bracht.
"STOiRM;.
Ook de Hollandsche vissdhersvloot heeft van
den jongs ten storm te lijden gehad. En 'het is
nie talleen 'bij materieele schade gebleven. Zoo-
als gemeld, is de Vlaardingsche steomlogger Hen-
drika VL 192, schipper Dt de "Hond, binnenge-
- komen, met verlies van een matroos, den 24-
jarigen Jan de Kraa uit Scheveningen,, sinds» een
half jaar gehuwd.
De schipper deelde het volgende aan ide „N.
R.Crt." mede.
i !Wij lagen Zaterdag op 53 gr. 6 min. Noordier-'
breedte eti 3 gr. 5 min. Oosterlengte, wind -Zuid-
West, en barometerstand 75.1 aan de netten met
een rifskoelte. Daar de kracht van den wind al
sterkér werd, kfwlamen wij 'tegen 1 uur aan dek
om de lossle 'boei op te bergen èn tevens de beu
gels over de luiken te -doen. Omstreeks half drie
kwam een stuk fwiater over ons schip loopen aan
oakboordszijue, dat de 'lichten uitsloeg: Toen het
water weg' was, 'noodden wij gekerm en wij von
den twee menschen in het nettenruim, dat vol
water stond, terwijl ©en man achteruit was gé-
góoid. Wij misten toen den matroos Jan de Kraa
en hebben overal gezocht, of hij niet klem was
geggooid of aan het schip was blijven hangen.
De storm woedde teen nog zoo hevig, dat Wij' het
zoeken voor eigen lijfsbehoud moesten staken.
Gekwetst bleken te zijn A. Vebwley, matroos te
Vlaardingen, G. Zi. Blok, oudste, en M. Krijgs
man, jongste, beiden wonende te Scheveningen.,
Waren de netteriluiken niet weggeslagen, dan
waren er meer menschenlevens te betreuren ge
weest.
Tijdens het stormweer kwtain een zeillogger
op ons aandrijven, die vermoedelijk niet m:eer
ui tden weg kon. Wij moesten al het inogelijk'e
doen om van dien logger af te komen, hetgeen
na veel inspanning gelukte.
EEN GEhElIMZINNIGE BRANBi-
GESCiHIEBiENHS.
Door tot nu toe onbekende oorzaak ontstond'
een begin van brand in perceel Kerkpadi 74 te
Santpoort. De bewoner Was even 'afwezig ge
weest en bemerkte bij zijn terugkomst een sterke
brandlucht, waarvan die oorzaak op -den zolder
gev-ohden werd, Waar een bed flink smeulde. Met
emmers water "west de bewoner,geholpen door
buren, het gevaar af te wenden.
Daags daarna sloeg de vlam echter wederom!
-uit-, aldus het „Hdbl." toen een kast geopend
werd, maar ook nu cftoofde men zelf het vuur.
De geheimzinnige brandgeschiedienis werd even
wei nog geheimzinniger, 's Middpgs brak n.l. ten
derde male brand uit. Nu was de voorka|mer
aan de beurt, wat bleek, nadat de buren de voor
deur hadden ingetrapt. Het geheimzinnige zat
vooral hierin, dat een bed, 'hettwelk geruimen tijd
bij één der buren had gestaan, in de voorkamer
teruggebracht, vrij spoedig daarna brandde. Met
vereende krachten wisten de buren ook dit be
gin van brand weer te blusschen.
Voor alle zekerheid werd door den opperbranE
meester een wacht bij het „brangrage" pebceel
geplaatst.
DIE; TRAMRAMP TE LARfBN.
Op de Israëlietische begraafplaats te Die-
men werd met eenige plechtigheid op 'het graf,
'waarin het echtpaar Lisser met hun 4-jarig
dochtertej, 'die bij het tramongeluk te Laren op
7 Juli j.l. op zoo droevige Grijze om hel leven zijh
gekomen, ter ruste zijn gelegd, een eenvoudig mo
nument onthuld.
Door den heer Akiba Frank'werd' het Vreesè-
lijk gebeuren in de herinnering teruggeroepen en
Woorden van troost tot de familie gericht-
BE RAMP VAN BE „MALFADA".
Be overlevende schipbreukelingen van de „Prin-
cipessa Mafalda'"' hebben aan boor d van "de Con
to Verdi te'Rio Janeiro de terugreis naar Ttalië
aanvaard. De Italiaansihe gezant zeide bij het
vertrek, dat oe terugreis voor de meeste scheper
lingeu een droeve reis zou zijn, jwegens het zW-aTe
verlies aan menschenlevens, zoowel ond'er de pas
sagier al de bemanning, maar één troost konden
de maiinen mee op bun weg nemen: zij 'hébben
zich iiideus de ramp man voor man ge'dragen!
volgens de beste tradities van de zee.
ONGELUKKEN IN ITALIë.
De spoorwegramp die bij Bari heeft plaatsi ge
had, blijkt nog ernstiger te zijn, dan men aan
vankelijk dacht. Naar 'thans geconstateerd' is, zijn
er niet minder aan 110 gewonden; 12 hunner zul
len er naar mén vreest het levlen niet afbrengen.
Het aantal dóodén bedraagt'7. De speciale trein
wa'arvan de rijtuigen werden versplinterd, ver
voerde ongeveer auizend fascisten naar Bari voor
de herdenkingsfeesten aldaar.
In het Zuiden van Italië heeft dien dag nog
een ongeluk plaats gehad. Een autobus, Waarin
groepen fascisten zaten, die op weg Waren naar
een optocht waaraan zij zouden deelnemen, sloeg
om. Vier personen Werden gedood, vijf ernstig
gewond en verscheidene anderen, bekwiam-en lioih-
te verwondingen.
ONS KINDERVERHAAL
WAT JOCO EN COCO
AAN
WONDERLIJKS BELEEFDEN
Des avonds werd er vaak aan boord
Als het mooi weer was, na het eten
Met dansen bij de jazz-muziek,
Op 't wandeldek de tijd gesleten.
Men speelde dan zeer nieuwerwets,
De trommelman zat steeds te trappen,
Te slaan op koper en op hout
En maakte vele rare grappen.
Hij was omgeven door een reeks
Van allerlei moderne dingen,
Triangels, ratels en zoo voort,
Een seheepstrompet om door te zingen
De laatste deuntjes van den dag,
Om vroolijkheid aan 't bal te geven,
Want tegenwoordig hoort daarbij
Een boel speetakel en veel leven.
De jazzband had een vreemden naai
En wel „De muzikale snaken",
Ze konden, als 't gezellig werd,
Een heelen boel spektakel maken.
Doch ziet, de trommelman werd ziek,
Ik kan niet zeggen w^t hem scheelde,
Doch d'arme man lag in zijn bed
Toen 's avonds weer de jazzband speelde.
Maar zonder onzen trommelman
Was de muziek zeer onvolledig
En klonk een beetje saai en mat
En voor een jazzband veel te vredig.
Het plaatsje van den „drum" bleef leeg,
Tot Joco plots eens ging probeeren
Of hij met al dat speelgoed daar,
Ook niet zou kunnen musioeeren.
Hij sloeg toen eerst met veel geweld
En volle kracht maar op den trommel
En zwaaide met een ratel rond,
Probeerde ook den anderen rommel.
Hij had vier handefl tot zijn dienst,
Kon dus een heeleboel hanteeren
En wist met al dat vreemd gedoe
De menscben zeer te apauseeren.
En Coco was van de partij,
Die kon niet spelen met die dingen,
Maar die verstond een andere kunst,
Die kende de refreinen zingen.
En Joco timmerde maar raak,
Of er geen maat en wijs bestonden,
Maar 't was zoo grappig en zoo leuk,
Dat alle menschen 't aardig vonden.
Hij speelde steeds met meer geweld
En Coco gilde telkens harder,
De menschen dansten al maar door,
Al werd de jazz ook steeds verwarder.
Doch die muziek wond Joco op
Dat hij toen over stuur ging raken,
Hij gilde oorverdoovend hard-,
Wou overal muziek mee maken.
Greep blaadjes van de kellners beet
En liet die op het dek rinkinken
En nam het glas van een mijnbeer
Die whisky soda zat te drinken
En smeet dat op de planken stuk,
Ging zulk een woest geluid toen slaken,
Dat 't heusch een beetje angstig werd
En men 't concert maar gauw ging staken.