2de Blad. -10 lov. 1927
De Mosselebrug.
Polder Geestmer-Ambacht (O. en
Gemeente en Sanne Noordschariftroude.
DE BEZWAARSCHRIFTEN.
Daartoe in staat gesteld, plaatsen wij in zijn
geheel de verschillende ingekomen bezwaarschrif
ten togen het verleenien eaner subsidie door den
Polder Geest mer Ambacht (O. en Mi-) aan dp
Banne Noordseharwoud|e, als bijdrage in de kos
ten tot verbetering van de Mosselenbrng.
I i i
Naar aanleiding van uwen brief van 1 Septem
ber 1927, no. 125, hebben (wij de eer u hiernevens
te doen toekomen de bij ons ingekomen bezwaar
schriften tegen het ontwerpbesluit tolt! wijziging
van ons bijzonder reglement. Deze bezwaren spre
ken voor zich zelf en kunnen wij ons daarmee
volkomen vereenigen.
Ons geeft het ontwerp aanleiding onze bezwa
ren naar voren te brengen. Het duidelijkst ko
men deze uit, wanneer wij dit doen aan de hand
van de historie n.l. als volgt:
De uitvinding van de watermolens bracht et
in de 16e eeuw enkele dorpen van 'Geestmerarri-
bacht toe, voor hun gebied een watermolen op
te richten, doch al zeer spoedig zag men in dat
het gemeenschappelijk belang, gemeenschappelij
ke regeling eischte, en vandaar dat de dorpen
er toe kwamen om, in vereeniging met Alkmaar, j
het l>eheer over de molens, wdlke in 1854 vier, j
in 1558 zes, bedroegen, aan de heemraden van den
Oostordijk op to dragen.
Deze heemraden molenmaesters moeston
echter rekening en verantwoording doen aan de
dorpen en aan Alkmaar, terwijl zij, zonder hunne
toestemming evenmin nieuwe werken konden on
dernemen.
De dorpen beschouwden n.l. de bemaling als
hun gemeenschappelijk belang, zij traden hande
lend op wanneer hun belang dat voorderde.
De wateren waren 'dan ook hun eigendom, en
ook na de scheiding van ban- en dorpsbestuur
is in dat eigendomsrecht geen wijziging gekomen.
Nog heden ten dage is, in de banne Noordschar-
woude althans, het eigendom der vaarten aan de
gemeente van dien naam.
Evenzeer berustte het beheer over de wateren
bij de gemeenten (zie bijlage).
In deze verhouding is geen wijziging gekomen
door het besluit van het Departementaal bestuur
van Holland vastgestelde reglement van 8 Sep
tember 1804, ai moge daarin ook van „polder
districten" in plaats van „bannen" worden ge
sproken.
Zoo bepaalde het bestuursreglement van 24
Maart 1853 (O B. no. 37) in art. 48, dat het be
stuur van elk polderdistrict belast was met de
zorg voor alle wateren, die ten laste van het pol
derdistrict of van de ingelanden zijn of later
zouden komen (de niemorie van toelichting noem
de ook „bruggen") en w:as 'het verder heiast met
de jaarüjksche schouwingen.
Het blijkt niet dat bij het nieuwe bestuurs
reglement van de banne "Noordscharwouie in die
inrichting verandering is gekomen.
Op deze wijze is het dus historisch te verkla
ren dat Geestmerambacht ook thans nog uit
sluitend maar maalt, en dat de bannen over de
slooten en vaarten beheer voeren, dat het m.a.w.
hun taak is er voor te waken dat de bemaling
zonder belemmering werken kan.
Verschillende bepalingen van de keur toen.cn
aan hoe de banne Noordscharwouie die taak ver
vullen kan.
Duidelijk treedt uit die keur naar voren dat
deze vaarten bestemd zijn te dienen tob toevoer-
kanalen naar do gemalen. En het is nu juist
op deze hoofd bestemming, dat wij hier in het
bijzonder den nadruk willen leggen.
Hiervoor heeft dus de banne te waken. Al
datgene wat de watertoevoer ook maar eenïgszins
kan belemmeren, dient zij uit de vaarten te hou
den. Voor al datgene (wat met hare toestemming
in de vaarten (wordt geplaatst, draagt zij de
verantwoordelij kheid. Het gaat niet aan te zeg
gen dat, wanneer die stroomsnelheid vermeerdert,
en bij de door haar verleende ontheffing alleen
rekening 'is gehouden met eene mindtsr© snel
heid het gaat niet aan, om dan het bestuur
van Geestmer-ambaeht aansprakelijk te stellen
voor de dan eventueel veroorzaakte schade.
Zoo te spreken is de rollen omdraaien.
Wanneer het polderbelang vordert, dat een
grootere bemalingsinrichting wordt opgericht,
wanneer dientengevolge de stroomsnelheid ver
meerdert, en de belemmeringen die eertijds géén
hinder veroorzaakten t'hans de (watertoevoer te
genhouden, dan behoort ihiet gezag 'dat de ver
gunning heeft gegeven, met alle hem ten dienste
staande middelen, ex voor te zorgen dat die hin
derpalen worden verwijderd, opdat de vaarten
aan hunne hoofd bestemming van toevoerkana l en,
kunnen blijven beantwoorden.
'En waar die zorg behoort tot de taak van het
banbestuur is het zijne plicht om, alvorens an
deren 'krachtens keur verplichtingen op te leg
gen, 'eerst zelf weg te ruimen al datgene wat
het, mei miskenning van de hoofdbestemming
der vaarten, daarin zelf heeft geslagen of ge
legd. 'M.a.w. de bewuste brug, welke gemaakt
is door de banne Noordschapwoude, ligt daar
voor risico van het bannebestuur en Geestmer
ambacht 'kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor vermeerderde stroomsnelheid van 'het in 1914
vergroote 'gemaal.
Slaan wij dus geheel afwijzend tegenover den
last welke uw College voornemens is ons te doen
opleggen, en waartegen wij u reeds bij voorbaat
zeggen ons let het uiterste te zullen verzetten,,
de ernst van deze géheele aangelegenheid dwingt
ons haar ook uit een andere gezichtshoek te be
zien. Want zelfs voor het onverhoopte geval dat
onze beschouwingen u nog niet van de recht
vaardigheid van onze meening hebben overtuigd,
zijn er andere argumenten die tegen het aannemen
van uw voordracht pleiten.
Daar is immers uw zienswijze dat de Mosselen-
brug tengevolge van de stroomversnelling, ont
staan door «ie vergrooting van het vermogen van
het stoomgemaal van den polder, in slechten toe
stand zou zijn geraakt.
Wij moeten ook dit met de meeste kracht bfe
strijden.
De op 14 October j.l. door een Ingenieur ge
nomen proeven hebben aangetoond dat de stroom
snelheid onder de Mosselenbrng zelfs nog zeer
beneden de toelaatbare blijft. Voor gecombineer
de kanalen voor 'waterafvoer en scheepvaart vin
den wij genoteerd een 'toelaatbare slielhieid van
0.6 M. per séconde, terwijl de geconstateerde ge
middelde snelheid 0.358 a 0.408 M. per seconde,
bedraagt. Nemen wij verder in aanmerking dat
het gemaal gemiddeld 1000 maabiren per jaar
draait, dan is het o.i. onweerlegbaar dat de
slechte toestand van de brug niet het gevolg is
van de stroomsnelheid, doch dat er andere oor
zaken moeten zijn.
Deze zijn trouwens niet moeilijk aan te wijzen
Daar is in de allereerste plaats het autover
keer, dat inderdaad buitengewone zware eisch-n
aan de bruggen stelt. Wanneer uw College zich
rekenschap geeft van 'de zware autobussen, die
•over de brug gaan, dan leidt het geen twijfel of
daar zetelt de hoofdoorzaak van het kwaad. Stel
daarnevens het groote verkeer te water met mo-
tor booten, ee.n verkeer, dat door de stichting in
1915, van het veilingsgebouw in de onmiddellijke
nabijheid van de brug in zulk een sterke mate is
toegenomen, dat de vaart een. van de drukst be-
vaarde in de geheele gemeente is geworden, idan
is hiermede de tweele oorzaak aangewezen, waar
aan de gevaarlijke toestand moet worden gewe
ten.
Bovendien geeft de banne zelf feitelijk als
oorzaak aan de motorvaartuigen, door in de keur
te bepalen dat deze niet sneller mogen varen dan
5 K.M- Dfeze bepaling is opgenomen, omdat te
schoeiïngen anders te veel van het motorverkeer
te lijden zouden hebben.
Wij ontkennen dus met de meeste stelligheid
dat de slechte toestand van de brug aan onze
bemaling moet worden toegeschreven.
Het voorgaande belet ons echter niet op de
ontworpen reglementswijziging nog verder in te
gaan, waarbij wij in de allereerste plaats wijzen
op de omstandigheid dat deze wijziging werd
zij onverhoopt W-et aan ons waterschap elke
mediezeggingsschap t.o.v tde uitvoering onthoudt
en verder gaat 'dan toelaatbaar moet worden ge
acht.
Het artikel bepaalt n.l. dat wij hoogstens
f5000 zouden moeten betalen ten behoeve van
de verbetering van de mosselenbrng volgons een
door Ged. Staten goedgekeurd plan. Op dit plan
zou dus blijkens de redactie, ons waterschap niet
den minsten invloed hebben. Daar kan een brug
worden gemaakt en dit zal ongetwijfeld ge
schieden berekend op het zware autoverkeer;
daar zal rekeuing moéten worden gehouden met
het elinrme motorverkeer te water, zoodat de nieu
we brug zonder twijfel aanzienlijk zal afwijken
vau de oorspronkelijke. Zij zal mitsdien ook aan
zienlijk kostbaarder zijn, en in deze meerdjere
kosten zal ons waterschap hebben bij te dragen,
in strijd met het arrest van den 'H. R. van 28
April 1927, waarbij een eenmaal bestaande ver
plichting tot onderhoud van een object wordt er
kend, met beperking tot zijn oorspronkelijke be
stemming.
Van de op de gemeente Noordscharwoudc rus
lende last van onderhoud van het bovendek word't
in het besluit overigens niet gesproken, terwijl
de redactie ten slotte zoodanig is gesteld dat de
last niet. voor eenmaal wordt opgelegd, maar als
een altijd durende en telkens wederkeerende ver
plichting op Geestmerambacht kan worden be
schouwd.
Wij moeten dus tot ons leedwiezen ons tegbn
de ontwierp-wijziging van ons bijzonder regle
ment verzetten ah» strijdende met de. historic,
en met de feiten, kortom met het belaag en do
inrichting van ons waterschap.
Het College van 'Dagelijksch Bestuur van
den Polder Geestmerambacht (Oos-
terdijk Sn Molengeerzen)
(Vólgt onderteekening).
AFSCHRIFTEN REZWAABjSCHRI FT EN
TEGEN WIJZIGING BIJZ REGLEMENT.
Aan
Het College van Diagielijksch Bestuur van
den Polder Geestmerambacht (O. Mi-)
Mijne Heeren.
„Blijkens uw!e afkondiging di'jd- 28 Septem-
„ber j.l. ligt het in de bedoeling van Gei.
'platen om bij de Piov. Staten Voor te stellen
j,aan het. bijz. reglement van uwten Polder aan
partikel 2 een nieuwr 2de lid toe te voegen to-
^houdende de verplichting uwterzijds f5000.—
„bij te dragen voor het ondjeihoud en de v'er-
„nieuwing van de Mosselenbrng te Noordischar-
,,'woude.
„Het Bestuur van de Banne Broek op Lan-
„Igendijk heeft dit onderwierp in zijne vergadie-
„ring van j.l. 29 September behandeld en mqent
„tegen deze toevoeging ernstig bezwaar te moe-
„ten maken op de volgende gronden.
,/Ten eerste meent het dat het verval van de
„'Mosselen brug en de desolate toestand waar-
„in zij verkeert volstrekt niet zijn oorzaak
„vindt in het feit dat de machine thans het
„overcomplete water uit uwen polder alleen
/wegmaait, want lang voordat "die toestand
„is ingetreden, omstreeks een 10-tal jar|en terug,
„werden al plannen beraamd om haar te ver
nieuwen vanwege haar slechten toestand,
/waarin zij verkeerde. Gelijktijdig met de ver
nieuwing en verbreeding van de brug in onze
/gemeente was er sprake van, ook de brug ie
„Noordscharwoude te verbeteren.
„Dat die vernieuwing niet heeft plaats ge
bonden, toen niet en oók niet in de opvolgen
de naren, achten wii een vei waar loozing van
,/de Banne Noordl-Schaiwoude, eö voor zooveel
,/liaar aangaat van de gemeente Noord-Schar-
,/woude. Nu die plicht voor een groot gedeeltje
„af te schuiven op uwen polder, achten wij
„zeer onjuist en onbillijk.
»Ten 'tweede: wanneer meerdere doorstroo-
„taing van ivater door bemaling, verplichting
,/zou meebrengen tot onderhoud en vernieu-
„Wing voor het waterschap hetwelk deze be
„maling uitvoert, da.n zouden meerdere brug-
„gen door uwen polder moeten worden onder
„'houden, speciaal al de bruggen die in de
„Langcdijker gemeenten liggen en ook die brug-
„gen welke het water doorlaten van den „ring-
Wider". Waar tot. heaen toe al deze brugigen
„(worden onderhouden door de betrokken ban
nen, waar zij liggen, daar 'acht ons bestuur
./het een grove onbillijkheid, om voor de Mosse"
„lehbrug een uitzondering te maken.
„Ten derde merkt ons bestuur nog op, dat
„wanneer er sprake mocht zijn van een snellere
„achteruitgang van de mossolenbrug, dit zijn
/oorzaak vindt in het feit, dat in de laatste
„jaren de schepen en schuiten door motori-
,,scho kracht worden .gestuwd, wat een veel
„grootere zuiging teweeg brengt, dan wanneer
„de vaartwelen, zooals in vroeger jaren. me4
„handboomen worden voortbewogen. Inzonder-
Jheid zal ook van grooten invloed zijn .het
„verkeer te water, hetwelk wordt veroorzaakt
door ue sedert 1914 gestichte groentenveiling
„van den Noordermarktbond in de onmiddellijke
„nabijheid van d* mosselenbrug. Hierdoor toch
„is dit verkeer buitengewoon toegenomen.
„Ten slotte merkt ons bestuur nog op dat
„het zeer wonderlijk aandoet de verplichting
„tot het geven van een dergelijke bijdrage van
/f5000.— vast te leggen in een bijzonder
„reglement, wijl dit reglement toch een ander
„karakter draagt.
„Om de hierboven genoemde redenen meant
„ons bestuur ernstige bezfwaren te moeten to
ebrengen tegen het voornemen van Ged. Sta-
„ten om deze zaak aldus ten uitvoer te leg-
„gen, en dringt ons bestuur er met alle klem
„hij u op aan, dat door uw college alsnog, bij
Prov. Staten van 'Noordhollaivl er op aan
gedrongen wordt dat deze voordracht verwor-
'„pen wordt en mochten zij alevel toch aldus
„'besluiten, dat uw College overeenkomstig ar-
„tikel 138 Prov. Wet bij de Kroon in beroep
„gaai
Het 'Bestuur van de Banne Bjroek
op Langendijk,
(tw.g.) P Slot, Voorzitter,
(w.g.) J Balder, Secretaris
Breek op I angendijk 13 Oct. 1927.
Harenkarspel, 10 Oct. 1927
Aanvulling bijzonder
regiem e(nt van bestuur.
„Het College van Hoofdingelanden van de
„banne Eenigenburg heeft, in zijne vergadering
„van heden met algemeene stemmen besloten
„te protesteeren tegen het ontwerp besluit van
,de Staten dezer provincie tot aanvulling van
„art. 2 van tiet bijzonder reglement van be-
„stuur voor uw waterschap met een bepaling
„die de verplichting oplegt aan uw. Bestuur
„om voor de helft en tot een maximum ,van
,/f .5000 bij te dragen in de klosten van verbe
tering van de mosselenbrug onder Noord-
„Scharwoude.
„Waar het onderhoud van den onderbouw
„van de genoemde brug is ten laste van dó
„banne Nioord-SchaiWoude, kan naar de mee-
.Jjing van Hoofdingelanden alleen da sprake
„zijn van eén bijdrage van uiw Bestuur, indien
,4e billijkheid of de noodzakelijkheid daar-
„van wordt ingezien en daartoe vrijwillig wordt
„besloten.
„Hoofdingelanden zien in het ontwerpbesluit
„een huns inziens niet te verdedigen machts-
/maatregel, waartegen ten sterkste dient te
„(werden opgekomen.
„Wij hebben de eer u hiervan medjedeelmg
„te doen.
Het College van Dagelijkscb Bestuur
van de banne Eenigenburg.
(w.g.) G Schoor!, voorzitter
(w.g.) J. Dam, secretaris.
het Bestuur van 'den Polder Geestmerambacht
(O. en M,->.
Harenkarspel, 5 October 1927 j
,!het bijzonder reglement van bestuur vöor uw
„(waterschap, als hunne overtuiging hebben uit-
/gesproken, dat geheel afgescheiden van de
„vraag of het al of niet wenschelijk of nood
zakelijk is, dat uw bestuur 'in de kosten van
„vernieuwing van de mosselenbrug onder Nrd.-
„Scharwoude bijdraagt, het dwingend optre
den to de rechten van een wettig gjevormd
,/Bestuur tot zeer bedenkelijke conslekwenties
„aanleiding geeft en verdient te woycLen afger
„keurd. I
Het Bestuur van 'de banne Harenkarspel,
(w.g.) J Burger, voorzitter,
(w.g.) J, Dam, Secretaris.
Aan
het. Bestuur v. d. Polder Geestmerambacht
(O. en M,-)
„'Ondergeteekenden ingelanden van den Pol
der Geestmerambacht (O. en M,.), hebben de
„eer u hiermede hun bezwaren te doen toeko
men, tegen de voorgestelde aanvulling van
„het 'bijz. reglemeht van uwenTólder, waarbij
„bepaald wordt dat uwe polder aan de banne
„Noord-Schaiwoude een bijidrage van f 5000.
„moet betalen voor de 'heistelling van de bij
„die banne to onderhoud zijnde Mosselenbrug
„en wel om de volgende reden:
,/dat naar hun meentog die brug niet door
„de strooming van het water, wat veroorzaakt
„zou zijn door de bemaling van uwen Polder, in
„dezen staat van onderhoud gekomen is, daar
,4nn all-i bruggen in den Langendijk to slech
tten staat zouden moeten zijn, wat niet heli
„geval is. Veeleer zal dit geweten moeten wor-
,;dcn aan minder goeden bouiw en het veelvuldig
„doorvaren met motorrijtuigen.
„Reden waarom wij meenen, dat de Polder
„Geestmerambacht niet aansprakelijk gesteld
„kan worden voor onderhoud Van de Mosselen-
,,'brug'.
Koedijk. 10 October 1927.
"De oudergeteekenden,
(w.g.) J. Lammerschaag, (w.g.) H. Kra
mmer, (w.g.)) G Slotiemaker, (w!_g.) D'.
v. d. W,oude, (w_g.) O. Spaans, (w.g.) R.
Visser, (w.g.) L* Vethaak, (w.g.) J. Bol-
dewijn, (w.g.) J Zetsman.
Ni«. 239.
Aanvulling bijzonder
reglement van bestuur.
,JWij hebben'de eer mede te doelen, dat
„Hoofdingelanden dezer banne in hunne ver
gadering van heden, na kennisneming van het
„ontwerp-besluit tot aanvulling van art. 2 van
Aanvulling bijzonder
reglement van den polder
Geestmerambacht (O. en M.).
„Het bestuur van de banne Warmen buizen
,/ressorteerende onder don Polder Geestmeram-
„bacht (O. en M.), gtezien het ontwerpbesluit
„van Ged. Staten tot aanvulling van het bijz.
„reglement van dien polder in dien zin, dat de
„helft der kosten moet bijgedragen worden in
,-de vernieuw tug van de Mosselenbrug te Nrd.*
„Scharwoude, tot een bedrag van ten hoogste
„f5000; overwegende, dat de bouwvalligheid
„van de brug reeds bestond tien jaar giete
den, en de grootere capaciteit van het stoom-
/gemaal eerst tot uiting ie gekomen bij het
„stopzetten van de molens, ongeveer twee jaar
„geleden.
„dat ook tien jaar geleden de motorschéep-
„vaart sterk is toegenomen tengevolge van het
/stichten van de groentenveiling te Noord-
/Scharwoude en vast staat, dat de motorvaar
tuigen op zeer bedenkelijke wijze den ouder-
„bou w ondermijnen. Ten bewijze hiervan strek-
„ke, dat de Krommebrug te Zuid-Schiarwoiiie
,/waar snelle stroom staat als de machine
./draait, doch zonder motorscheepvaart, een brug
„van dezelfde levensduur ongeveer, nog geen
,jenkel teeken van Verval vertoont, dat de zeer
„zware autobussen en vrachtauto's de brug in
„hooge mate vernielen en dit euv'el sterk be-
„voi'deri wordt door de constructie van het
„brugdek, wijl dit aan beide zijden verre over
„de muren reikt, welke dientengevolge ontzet
„worden; komt tot ue conclusie, dat het on
gemotiveerd is om den polder Geestmeram
bacht (O. en M,) geheel aansprakelijk te stel-
„len voor het ondermijnen van de brug.
„Het. bannebestuur te Wlaxmenhuizen aoht
„hei optreden van uw ooilege niet in overeen
stemming met recht en billijkheid en eén der-
„gelijke aanvulling van art. 2 van het oijzonder
/reglement niet de juiste interpretatie van on-
„ze watorstaatswetgeving."
Het Bestuur van Re banne W,armenhuizen.
(w.g.) J Swani, voorzitter,
(w.g.) P Sevenhuijsen, Secr.
Gedaan "te Warmen'huizen, 13 Oct. 1927.
Warmenhuizen, 10 October 1927.
Aan Heeren Ged. Staten van 'Noordholland
Aanvulling art. 2.
bijz. reglement v. li. Polder
G cestmerambaeht (O. en M
„Ondergeteekenden ingelanden van de bane
„Warmenhuizen, ressortoerende onder den pol-
,jder Geestmerambacht (O. en M)), teekenen ern-
,/s'tig protest aan tegen uw oiïfcwerp-besluit tot
„aanvulling van art. 2 van het bijz. reglement
„van den polder genoemd, uit overweging, dat
„d" bouwvalligheid van de Mosselenbrug zijh
„oorzaak vindt in:
„le. minder goede constructie van de brug.
„2!o vernielenden invloed van motorvaartui
gen en zware auto's.
„3o. slecht onderhoud van de brug.
Ondergeteekenden zijn van meening dat,
„(waar de onderhoudsplicht rust op de banne
'!en gemeente Noord-Scharwoude hieraan niet
'getornd mag worden, allern*tost op een wijze
^als door uw College wordt voorgesteld."
hetwelk doende ingelanden van den polder:
(w.g.) M. Balen!berg, (w.g.) P- Seven
huijsen, (w.g.) J Kraakman, (Wzg.) W-
Gutker, (w.g.) J, die Groot.