^j&nTïtirrie /Ceuze hp (M& *fónJ(en4iepev> Ctökmacw 'faidóen Dit blad wordt heden extra aan onze abonné's; aan de Langendijk bezorgd. van het nut, dan dient men mede te werken, aan de stichting afgescheiden van de politieke kleur of godsdienstige richting. De R. K hebben er zich op beroemd een over bodige fröbelschool te hebben tegengehouden. En nu vraag'ik': „Zitten we hier als mensehen. ,om maar wat te vieggen, of omi te zeggen zooals het is? Ie de "fröbelschool hier overbodig dan i? ze ook overbodig in Noordscharwoude. [Wij hebben de pacificatie hier niet door te voeren. Nooit zal ik er aan medewerken gelden te ge ven voor een fröbelschool, die bestemd is voor een bepaald gedeelte van de kinderen. Dat is be voorrechting en daar doe ik niet aan mee. Die kinderen mogen niet bevoorrecht boven ons. D» voorz. Men ziet overhel hoofd, dat de raad bij meerderheid1 heeft verklaard, dat een subsidie voor een bestaande school geheel iets anders is dan een verzoek om stichting van een fröbel school. De heer Groen. De voorz heeft getracht do zaak zakelijk te behandelen. Maar de politiek is er bij gehaald. Maar de politiek is er bijgeskuri Men beroept zich op uitlatingen die in de kraam te pas komen. Ik herinner mij dat de R Kt raads leden hebben gezegd, dat de stichting van zoo'n School zooveel offer» van. de gemeente zouden: eischen, dat het verzoek niet kon worden in ge willigd. Uit de gemeente is niet gebleken, lat men van neutrale zijde belang stelt in een fröbel school. Men wil de school wel van de gemeen schap, maar wil er zelf niet aan "betalen, 't Woord overbodig illustreert daarmede niets anders. En wanneer er een neutrale school zou zijn gesticht door den radii, zou men dan ook de kosten van een bijz. fröbelschool willen dragen Ik zelf wil het antwoord wel geven. Zij, die de noodzakelijkheid van zoo'n school gevoelen, hebben er nog wel zooveel voor over, dat de stichting er komt. De stichting van de fröbelsdhool is echter ook nog in een ander licht 'te bezien. Toen aan de o.l school een leerkracht te veel was, stelde de heer du B. voor een assistent te be noemen. Toen werd gevraagd hoe groot 't aantal leerlingen was en dit 30 voor de laagste klassen bedroeg, dacht de raad er niet aan hierop in te gaan. Daarna moest de stichting van een fröbel school worden geforceerd bij .de burgerij en kwam een adres 'in van 27 burgers. Er waren er echter maa,r 5 bij met 2 of meer kinderen. Eu wanneer het kindertal niet grooter Is, vervalt bij. mij het nut van een fröbelschool. De lieer Kramer. Wanneer men de cijfers ziet van het aantal leerlingen op de openb. en bijz scholen, en men ziet dat het openb. onderwijs 31 Dec. '26 448000 leerlingen telde en het bijzon der onderw. 539 000, waarbij nog komen '12000 leerlingen voor het buitengewoon bijzonder on derwijs, dan kan men niet zeggen, dat de gedachte de openbare school voorstaat-. Wanneer men ziet dat 60 pet. der kinderen de bijz school en 40 pet. de openb. school bezoekt, dan is de pacificatie niet verkeerd te noemen. In Nederland gaat men uit naar het bijz. onderwijs. Men vindt geen vo' doening in het openb. onderw en dit demonstreert zieh niet alleen op 'dit gebied maar op alle gebied. Ook van andere zijde wordt aangedrongen op afscheiding, omdat, men wenödht dat de kindje- ren later in hetzelfde milieu zullen leveD- Wanneer de S.D-A.P. dat wenscht, dan kan men den R.K toch niets meer verwijten. Wij wenschen onze kinderen in onze richting te zien opgevoed. Het openb. onderwijs was wel" goed, als alle openbare onderwijzers maar hetzelfde waren. Wanneer een onderwijzer een zekere richting is toegedaan, zal deze geestesrichting van invloed zijn op het te geven onderwijs. Ik begrijp de aangevoerde argumenten niet. Wanneer de ouders voor het openbaar onder wijs hetzelfde doen als zij voor het bijz. onderwijs doen, dan zullen wij hen graag terzijde staan. 'Met f 5 per kind kan men 'toch niet zeggen dat wij te veel vragen. Ons kan niet verweten worden, dat wij bevoorrecht willen worden. Wij staaa niet op het standpunt alles ten koste van de gemeeenschap te willen doen. Wanneer men met deze argumenten tegen d« subsidie is, dan is de liefde voor het onderwijs niet groot. i De heer du Burck. Mijnh de voorz., ik had verwacht dat u den 'heer Kramer in 3e relde zoudt zijn gevallen, toen hij het had over de openbare onderwijzers. 'Als er één land is dat de kritiek op zijn openbare onderwijzers kan opvangen, dan is het zerlter Nederland. fijn wa.nnteer Kramer, die zelf het openhaar onderwijs heeft genoten, dit durft te zeggen, dian beschuldigt hij de onder wijzers van ontduiking der wet, alsof zij de wet aan hun laars lappen. Als oud-openbaar on- derwijzer v-oel ik mij verplicht een ernstig woord van protest te laten hooren, tegenover 'de wijze, j waarop de heer Kramer over de openbare onder- I wijzers heeft gesproken. j Ik had niet verwacht dat hij zieh zou laten verleiden iet het gebruiken van een argument, I dat opgeld deed in de dagen van strijd voor de I gelijkstelling. De gemeenschapszin wordt in onze openbare eebolen beter aangekweekt dan in de bijzondere scholen. Het geschiedenis-onderwijs op de openbare sc'ho len is zoodanig en dit weet de heer Kramer ook dat niemand -daar aanstoot aan kan ne men. Geen onderwijzer zal er gevonden worden die aan de ziel, het heiligste van het kind, zal raken. De openbare school kan geen verwijt treffen. Zij is en 'blijft het instituut waar toegang is voor iederen godsdienst en voor iedere politieke overtuiging, waar de overtuiging, die men ls toegedaan, ongerept blijft bestaan -en wordt ge handhaafd. En wanneer er cijfers worden genoemd, moet men die zuiver noemen, want bij d'ie leerlingen zijn ook inbegrepen zij van het neutraal bijzon der onderwijs. En wanneer dan 99 pet. van die kamerleden heeft medegewerkt aan die pacificatie van het gewoon lager onderwijs, dan blijkt -daaruit niet, dat men gevoelt dat regelend moet worden opge treden voor het voorbereidend onderwijs. Wij wenschen het algemeien "belang te bevor deren en niet het particulier belang, maar dlau mag men ons ook niet voor de voeten w,erpen. als zouden wij een zekere ketterij uitoefenen Em moet men evenmin vooruit loopen op dat gene wat in Dea Haag gedaan moet worden. De heer Zeeman. Kramer heeft gezegd dat ook de S.DA.P. afscheiding wenscht. Niets is echter minder waar.'De S D;.A.P. wil ge.en sect-e- onderwijs. Nooit heb ik er van gehoord dat men een soe. dein school wenscht. Wel is er in het Zuiden gesproken over 'het instellen van een neu trale openbare school, door den sterken druk die daar de R.-K uitoefenen. Dat is gekomen door de tirannie in die gemeenten, waar een sterke R. K. meerderheid is. Maar hier in ons vrijzinnige Noorden heb ik er nooit van gehoord dat men een soe.-dem. school wensoht. Twee machtige beginselen staan hier tegen over eikaar. H£t gaat hier niet om het geld, maar om "tie vraag hoe de eenheid' van de natie het best kan Werden betracht. Waar met inachtneming van alle beginselen onderwijs wordt gegeven, lat. is le superieure school. Daarom ben ik ook tegen het RK. lv- ceum. En wanneer ik er tegen ben, ben ik dat niet op s. d gronden, maar als vrijzinnig protestant. Ik héb de overtuiging dat de menscr.fen terug zullen moeten komen op hun onzalige besluiten, die verdeeldheid brengen en zal mén op den weg terug gaan 'keeren dat het onderwijs staatszaak is en geen kerkelijke za,ak, waar geen inmenging wo'rdt geduld. 't Is hier een principieel'e kwestie. Het voorstel van Kramer en Bekkter om f200 te geven wordt met de voorstellers en de heer Groen voor verworpen. Het voorstel om f 100 te verleenen, wordt hier na aangenomen met de heeren Zeeman, Dijkhui zen en Du Burck tegen en die heeren Bekker, Kroon, Kramer en Groen voor. B. en W. stellen dan voor, aan het R.K, ly ceum een bijdrage te verleenen van f 150 pér leerling per jaar, met dien verstande, dat moch ten -d-e ongedekt gebleven kosten lager worden ook de bijdrage van de gemeente lager wordt. Z.E-A. wijst op de pacificatie op onderwijsge bied en zegt dat wanneer afwijzend mocht worden beschikt, men aan de kinderen van -die richting de 'gelegenheid ontneemt, middelbaar en hoog-er onderwijs te genieten. Verder stellen zij voor 3e kosten niet op de ouders te verhalen. De heer Zeeman ziegt dat dit onverbiddellijk afbreuk zal doen aan die inrichtingen -die van rijkswege zijn ingesteld, 't Kan 'niet schelen, daf is thans het parool. Eln nu wordt er ook nog gebroken met die ver- haa'ls-verordening. Waar blijft in deze de con sequentie bij B. en W Het onderwijs wordt totaal ontwricht. Niet van regeeringswege. De regeering, die toch sterk R. K beïnvloed is, durft het zelf niet aan. De steenen krijgen we, maar kunde is wat anders. Ik verklaar met sterk'e tegenzin het voor stel van I>. en W. te hebben mioeten aabhooren. Men maakt alles "kapot. Vele goede dingen zijn er k het katholicisme, maar absoluut niet in het r. k hooger onderwijs. Spr. wijst in dit verband 'op Gallil-e Gallilei Het vrij wetenschappelijk o'n-derzoek is er niet. Maar .ondanks het roomsch katholicisme is de vrije wetenschappelijke vorming doorgebroken. En deze wordt het best gewaarborgd -door -den Staat. Met de verhaalsverordeniing zijn B. en W zeer inconsequent. De heer Dijkhuizqen. Laat de regeering de pa cificatie zoover doorvoeren, dat wij er aan moe ten betalen. Nu dat niet zoo is, kunnen wij or ook niet aan betalen. Dc heer du Burck. Mijn overtuigingis dat de raadsleden le pacificatie in het kader van de wettelijke voorschriften wenschen door 'te voeren. Ik kan mij het voorstel van B. en W. niet begrijpen en' begrijp evenmin de houding van weth. Kroon Laten wij toch de scheiding niet verder door voeren. Wanneer aan het R.K lyceum subsidie wordt gegeven en in Alkmaar zou een vrij lyceum ko men, zouden wij -dan van de 'R.K steun krijgen Die vrije ideeën zijn zoo in strijd met het katho licisme, dat zij niet zouden medewerken. De ver sinippering en afscheiding van "thans is voor mij meer -dan voldoende en de subsidie is noodzake lijk onidat'de pacificatie hierin tot uiting moet komen. Hier is de pacificatie eohter niet aan de orde, omdat er geen vrij lyceum naast staat. Het spijt mij dat B. en W| zoo zijn saïnen/ge- steld, dat vanaf die tafel niet een woohd van protest wordt gehoord tegen -de afscheidingg. Die heer Kramer. Het gaat hier tegen de R, K. en alleen de wettelijke voorschriften zullen wor den opgevolgd. Ik meen dan op de houding van de Kath. (e mogen wijzen hij de stichting van de u.l o.-söhcol waarvoor f 1200 per jaar door de gemeente moet worden bijgedragen, en waarvan wij vooruit wis ten, dat de R.K er geen gebruik van zouden maken. ■Em waarom gaan de menschen naar het bijz. onderwijs wanneer er aan het openb. onderwijs niets mankeerde? Men moet zich indenken dat men bij het af wijzen van de bijdrage een groote categorie van jnensc'hen uitschakelt van het genieten van ilit onderwijs. Het voorstel van B. en W. wordt hierna aan genomen met- de heeren Zeeman, du Burek en Dijkhuizen tegen. Het is inmiddels ongeveer half een geworden en sluit voorz. de vergadering om deze te verda gen tot hedenavond half adht voor de verdere af handeling van de begrooting. Mengelwerk EEN VRIJMOEDIG MINISTER. Zeoals men voor eenige dagen in de dagbladen heeft, kunnen lezen, heeft het Deensche -comité dat twaalf jaar geleden werd ingesteld om het alcoholvraagstuk in Denemarken te bestudeeren en praetische voorstellen tot oplossing daarvan te doen, zich met groote meerderheid tegen een drankverbod uitgesproken. "Opmerkenswaard zijn de openhartige, vrijmoedige verklaringen, waar mede sommige leden hun standpunt gemotiveerd hebben. De Deensche minister van Ferèdienst bij voorbeeld, die in deze commissie zitting had, zeide in een interview: „Van brandewijn kan misbruik gemaakt worden, en dat gebeurt dan ook wel. maar toch zou ik daarom het gebruik van alcohol houdende dranken nog niet willen verbieden. Zij hebben n.l ook hun nuttige zijde, en volgens mijn meening stichten zij zelfs meer goed dan kwaad. Het hindert niemand, als hij' wijn drinkt om zicli met goede vriendten, of met vrouw en kinderen egn feestelijken avond te bereiden." Die minister weigert te gielöoven, dat -die men schen noodzakelijk tot ruwheid' en dierlijkhieid moeten vervallen, als zij sterkien drank' gebruiken, en beroept. zich daarbij op 'het beroiemdte sum- posiun of drinkgelag van Plato, waarin de dron ken wijsgeer Sokaates den dichter Aristophaaes wilde doen gelooven, dat het tragische het komi sche en het- komische het tragische was. „Ikzelf" zoo zei de minister, „zou graag bij dat feest tegenwoordig geweest zijn." „Degenen, die ons een niet geheel ongevaarlijk, maar geliefd bezit willen ontnemen, moeten wel bedenken dat zij .dan den alcohol -concurrentie moeten aandoen, en ons iets beters in de plaats geven, willen wij ophouden mét alcohol -drinken. De krant, het boek en de bioscoop hebben d|a neiging- van het volk tot -drinken sterk (Hoen verminderen. Vooral dte bioscoop kan nuttig werk verrichten in den strijd: tegen hét overmatig alcto- liolgebruik, daar zij veel van dten vrijen tijd der menschen, die zij anders wellicht in die kroeg zou den doorbrengen, in beslag neemt. Op deze wijze vecht men werkelijk met sucdes tegen het alco hol-misbruik. Door het bestrijden van het alco holgebruik zal men echter niet tot .resultaten; ii EEN TEERE KWESTIE. Wanneer zijt gij, voor het -eerst verliefd' geweest? Wie was Uw eerste liefde? Dezei vragen richtte een Am-erikaansch-e magazine! aan verschillende beroemde personisn. Mussolini's antwoord luid-de: Toen ik ti-em. jaar was, was ik voor den eersten keer ver liefd en w-el op een eenvoudig boerenmeisje;; Predappio was haar naam D'Annunzio z-eideIk heb altijd bemind; én van een eerste liefdis kan ik dus niet spneJ ken. Toch herinner ik mij Roe, de dochter van een spoorwegarbeider uit Prato, die... op mij verliefd wan. Marconi was zoo vriendelijk het volgende- mede te doelenMijn eerste liefde, aldus- z-eide de beroemde uitvinder was Enrichlstta,- de dochter van -een portier uit Bologna. Toscani gaf het volgende antwoord: Ik was nog heel jong en de vrouw, -die ik lief had- was oud en -dik. -Mijin vrienden noemden haar de contrabas. Sinds dien tijd h-eb ik -een groo-- ten afkeer van contrabassen. Toen ik vier jaar was, zoo vertelde H-enny Porten, was ik voor d-en -eersten, keer jalo-ersch. Dje heer i-n kwestie had, dat her inner ik mij nog heel goed, een mooie Kieizsr- Wilhelmsknevel EEN ENGELSCH JOURNALIST OVER AMERIKA. Mr. Fred Dartnell, d-e sportredacteur der Daily News, die naar Amerika is geweest om' de match Tunney-—Diempsey bij t-e wonen, ver telt i-n zijn blad tevens iets over Amerikaan- sche toestanden. Wij laten er hier een fragment van volg-en. i E-en van de eerste indrukken, -die leen vreemdeling in de Ver-eenigde Staten opdoet,, is, dat hij i,n het land' der drooglegging isi Het ontbreken- van alle café's, „saloon's" zoo-t als z-e daar genoemd worden, valt onmiddelijk! op maar m-en behoeft slechts zeer kort ini h-et land te vertoeven, om ervan ovtertuigd tie; znij, dat -er vele and-ene- wiegien zijjn. om zichi spiritaliën te verschaffen. H-et komt mij voor, zonder maar «enigszins de ethische zij-de van h-et vraagstuk te willen' beschpuwen, dat e-en der geliefdste sporten daar aan d-e overzijde is, de drankwet te ont duiken, of, zooals een mijner Am-erikaansche- vrienden het uitdrukte, Pussyfoot em poets bakken. j - Dit geeft natuurlijk aanleiding tot ee,n uit gebreid-en smokkelhandel en tallooze knoeie rijen. D-e tak van bedrijf „bootlegging", d.i. dei onwettige handel in sterken drank, is uitter-i aard wel verplicht sub rosa te werken, maar toch is het verrassend, hoe vaak de wet openlijk getrotseerd wordt. In New York kent 'nage-. -neog iedereen de tallooze zoogenaamde „speak easies" of gelegenheden, waar sterke drank en bier verkrijgbaar zijn, en die niet al te groote; geheimzinnigheid in acht nemen tegenover de autoriteiten. SS. ïlicofaao Gtdeawc iMtuty

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1927 | | pagina 5