Het Jaar 1927 De Amerikaansche illionair 'Elk jaar, dat voorbijgaat, heeft voor dengen©# die het aandachtig beschoutwt, een'hepaali beeld. Zelfs voor 'den tijdgenoot, die nu eenmaal, staanue midden in het leven van het jaar zelf, niet objec tief kan en |wil zien. Vraagt men zich af welke de leidende gedachte is, die in 1927 valt te erken nen, dan is het deze, dat bewaarheid is geworden! hetgeen reeds ter eerste Vredesconferentie in 1899 doo rvooruitziende, toen niet voldoende aandach tig aangehoorde staatslieden is gezegd. Nog klinkt de toen heldere stem van den geboren redenaar, dien Léon Bourgeois was, tot ons door, tóenj hij in het groote debat over het Russische voor stel tot stilstand der bewapeningen, den Duit- sdhen deskundige Generaal Gross von Schwarz- hoff, die een jaar later te Peking in de vlammen; van een Chineesch paleis zou omkomen, tegemoet voedde, dat het niet ging om de vraag of Duitsch land en Frankrijk en wellicht andere landen de kosten der bewapeningen konden dragen. Bat he* ging om de vraag van veel hoOger orde hoezee*- niet de welvaart kón vermeerderen, indien alle deze kosten op andere wijze konden worden "be steed. En gelijk de Zweedsdhe gedelegeerde dé Bildt destijds aanvoerae, om een zaak van meer principieel belang: het vertrouwen tusschen de volken onderling. Want het is dit, dat ruim een kwarteeuw geleden in afdoende mate ontbrak om eenig resultaat zelfs van de best bedoelde pogin gen mogelijk te maken. Het is ditzelfde wan trouwen," dat nu, bijna tien jaren na het beëindi- .gen van den grooten oorlog, nog immer over- heerscht, en het noodzakelijk maakt, dat de vol ken, door den oorlog ziwaar geschokt, uitgaven doen voor zaken van problematiek en zéker niet direct economisch nut. Dat gebrek aan vertrouwen is in 1927 tot ui ting gekomen, toen de Geallieerde Mogiehdhjecien rwelke samenstelling nog steeds bestaat, wan neer hét op de uitvoering van het Verdrag van Versailles aankomt er Duitschland opmerk zaam maakte, dat de cijfers Van zijn militaire begrooting die van het traetaat -van 1919 te bo ven gingen.G-elijk Wantrouwen beheerschte de kwestie van de door Duitschland onwettig op geworpen versterkingen aan de Oostelijke grenzen, zichtbaar tegen Polen, wellicht ook Tsjecho-Slo- wakijo gericht. Economisch heeft op gelijke wijze het Memorandum vau den AAmeri'kaansehen agent der Dawes-betalingen, den heer Gilbert Parker, klaarheid gebracht in tot dusver bestaan de, maar ongekende toestandten. Zijn Memoran dum, tot de BuifcSchje Regeering gericht, doch openbaar gemaakt, heeft doen zien, dat het met de uitvoering van het Dawesplan niet is zooals het behoort te zijn, zeker niet in de moeilijke jaren van groote betalingen, die begjnnen aan te brekeen, Anderzijds kan men, noch op econo misch, nóch op politiek' gebied ontkennen, dat er een oprecht streven naar Fransch-Duitsohe tov nadering is. Briand heeft zijn politiek van ver zoening voortgezet, niettegenstaande het thans als Minister in 'een Kabinet ondier leiding van Poincaré is, dat hij zetelt. Zelfs heeft Poincaré zich er toe laten overhalen om, wellicht tegen stribbelend, zijn wekelijksche redevoeringen stop Ate zetten, die zoozeer toit behoud van het we- derzijdsdh wantrouwjen medewerkten, al kon men dikwerf de juistheid van veel wat in die redtevoe ringen werd gezegd, niet ontkennen. Dat intus- schen de herinnering te machtig kan Worden, is van tegenovergestelde zijde duidelijk' bewezen. Nauwelijks een iwieek dat het groote oorlogsmo nument te Weenen, in de onmiddellijke nabij heid va hYperen, iu tegeE(wooidigheid van En- 'gelschen, Franschen en Belgen Wjaa ointhuld, waar- bij geenerlei kwetsende woorden waren gesproken, hield Hindenburg ziju groote rede voor het mo nument van Tannenberg, die van oorlogsherinne ringen en van revanche-gedachten overliep. Zelfs het feit, dat de voorheen alvermogende Luden- dorff bij deze gelegenheid zichtbaar Werd ge negeerd, knn de algemeene aandacht van de radie- voering zelve niet afleiden. Vandervelde, die zieh in het thans heengegane Belgische Kabinet een evrzoenend Minister bij uitstek heeft getoond,, antwoordde op de rede van Tannenberg in een der Vlaamsche steden. Zelfs werd bij die gelegenheid j die mogelijkheid geopperd, dat ovter en 'Weer tus schen België en Duitschland een onderzoek zot worden ingesteld naar de gedragingen in 'den oor log en in het bijzonder ten aanzien van de immer onopgeloste vraag of al dan niet onrechtmatig in België franctireurs zijn gevonnist. In ditzelfde jaar toch is in het bekoorlijk gelegen Dinant in dje rotsen een gedenksteen onthuld, waarop in w'ei- nig verzoenende bewoordingen is mededeeli'ng ge daan van wat door de Buitsch'e legeraanvoerders aan Dinant en zijn bevolking werd voltrokken. Ei' blijven in de oorlogvoerende landen stemmen, die dit niet willen vergeten, en die het een les achten niet alleen tegen een óf ander land, maai voor ie geschiedenis zelve. Wil men komen tot de noodzakelijk geachte ontwapening, noodzakelijk economisch en politiek, dan zal cr moeten zijn vermindering, zoo mogelijk geheel wegnemen vaudit wjantrouwen. Men doet wel bescheiden stappen in deze richting, maar ze zijn te bescheiden. De Baltische Staten, die gezamenlijk hun houding tegenover Rusland en de van daaruit dreigende gevaren bepaalden, ga ven in die richting een goed voorbeeld'. De ver mindering van de bezetting van het Rijnland', waartoe Engeland en Frankrijk bij onderlinge af spraak zijn gekomen, is eveneens een verheugend verschijnsel. De opname Van een Duitsch lid in de Mandatenoommissie van den Volkenbond, ook al komt daardoor geen mandaat rechtstreeks aan Duitschland ten goede, spreekt eveneens boekdoe len. Dat neemt echter niet Weg, da# er nog zoo ontzaglijk veel te doen overblijft en dat de stap pen, door den Volkenbond, het daartoe aangewe- ze nlidhaam, in deze richting gedaan, niet op veel sucoes kunnen bogen. Iu den aanvang van 1927 kwam onder leiding van den Nederlandsehen gedelegeerde Jhr. dr. J. Loudon te Genève de voorbereidingscommissie voor de a.s. Ontwape ningsconferentie samen. Zij heeft weken achtereen hard gewerkt; zij wjas van goeden wille, maar zij kon, evenmin als eenige andere oommissie dat gekund had, de natuurlijke tegenstellingen, die nu eenmaal bestaan, plotseling overwinnen. Zij voerde haar discussiën aan de hand van ontwer pen, in het bijzonder door Frankrijk en Engeland ingediend; zij telde in haar midden vooraanstaan de leden als Lord Robert Cecil er ongetwijfeld een is. Maar de tegenstellingen op verschillend gebied, geheel de vraag ier eventueele controle nog terzijde gelaten, blekten zoodanig1 groot, dat toen zij na enkele weken arbeid scheidie, zij een vrijwel onafgedaan ontwerp-oonventie achter zich liet en geen al te groote gerustheid kon bie den voo rverdere vooruitzichten. Dat -iaartóe het plotseling Amerikaansch initiatief'van President Coolidge om een voortzetting te bereiken van de Vloot conferentie van Washington van 1921 '22 heeft medegewerkt, valt niet 'te ontkennen. Tenslotte bleken slechts Engeland en Japan be reid aan deze conferentie deel te nemen; Frank en Italië onthielden zich, zij het uit verschillen de overwegingen. De Vlootcanferentie te Genève is een mislukking geworden; mislukking, omdat overeenstemming slechts te krijgen ware geweest, indien men den Amerikanen had toegestóan meer groote en den Fmgelschen had toegestaan meer kleine schepen te bouwen, hetgeen nu "juist niet in .de richting van ontwapening wijst. Dit een en ander heeft de Nederlanclsohe delegatie ter jaarlijksdhe, thans reeds achtste Assemblée te Ge nève er toe geleid om resoluut 'het initiatief te nemen tot meer beteekenende stappen in de rich ting van ontwapening. Minister Beelaerts van Blokland heeft kort en goed voorgesteld om de studie van de beginselen, die aan het Protocol i van 1924 ten grondslag lagien, opnieuw ter hand te nemen ,en deze gedachte is, ondanks den feilen Enggelschen tegenstand, grondslag van de reso lutie, waarmede het debat is geëindigd gewordlen, i Merkwaardig is de resolutie, van deze acht- ste Assembleé uitgegaan, needs daarom, wijl zij den aanvalsoorlog als internationale misdaadi; stempelt; wijl zij de noodzakelijkheid inziet om het vraagstuk der ontwapening aan dat van arbitrage en veiligheid be binden; wijl zij, zij het ook niet ia den concneben vorm van het Protocol van 1924, de daar gestelde vraagstuk ken opnieuw in behandeling neemtEen nieuw Comité zal naast de voorbereidende Cqmmis-f sie van de Ontwapeningsconfenentie ten too- neele verschijnenhet Comité, dat zijn aandacht aan arbitrage en verzoening zial geven en waar- n Mr. V. H. Rutgers, evenals in de voorbe-i eidende Commissie voor de Ontwapeningscon ferentie, de Nederlandsche 'Regeering op uit nemende wijze zal wie ten te vertegenwoordigen. Reeds is een nieuwe bijeenkomst van de voor bereidende Commissie zelve gehouden; daar zijn ook de Russische vertegenwoordigers ver schenen, namens welkie Litwinoff oen zeer uit voerig, radicaal en schijnbaar eerlijk program ma heeft ontvouwd. Wie achter die beginselen van dit programma, dat op algeheele ontwa-i pening iin den meest scherpen vorm aanstuurt, legt naast de begrippen, die Moskou in meer dan een geval er, wat betreft politiek en mili tarisme, op na blijkt te houden, zou bedrog.eira uitkomen, indien hij racende langs dezen weg de oplossing bereikt te zien. Een der resultaten van deze korte bijaenkomst der voorbereidend#. Commissie is dan ook wel deze, dat dit dien Russischen heeren zeer duidelijk is gemaakt. Het moge zjjin, dat de Volkenbond op het zoo doornig pad der ontwapeningsbevordering geen resultaten heeft te boeken zooveel is, zeker, dat zijn politieke positie in den loop van dit jaar opnieuw is verbeterd. Die tijden, dat de Volkenbond zich angstvallig hield of werd gehouden buiten de groote politieke vraagstukken van den dag, zijn, wellicht voor; goed, voorbjj. Dat is reeds gebleken toen Abes-< synië van de bescherming, die het lidmaat schap van den Volkenbond op zichzelf biedt# gebruik maakte om eten Engelsche-Italiaansche overeenkomst te zijnen madeele be verhinderen. Dat is in gelijke mate gebleken toen, omstreeks het einde van het jaar, de verhouding tusschen PPolen en Lithauen, die nog steeds door het bezit door Polen van Wilna wordt bedorven, een meer accuut karakter kreeg. In beide ge-i vallen heeft men kunnein bemerken, dat de Vol kenbond, ook al beschikt hij nog nie.t oven dwangmaatregelen, toch in den regel door zijn leden wel wondt aangehoord. Vielen haddien, gaarne gezien, dat de Raad van den Volken bond, die, ondanks alle Enge.lsche voorstelldni t.a.v. het tegendeel, ook dit jaar vier keenem bijeenkwam, zich miet de Siervisch-Albaneesche verwikkeling had ingelaten. Italië heeft door de ratificatie van het Verdrag, tengevolge waar van Bessarabië aan Roemenië wordt afgestaan, getoond, dat het Mussolini ernst is met leem zeer individueel© Balkanpolitiek. Albanië ien' Zuid-Sla vië behooren nu eenmaal niet tot die naburen' die zich goed kunnen gedragen. In tegendeel, er zijn voortdurend punten van wrij ving, gelijk ook tusschen Servië en Bulgarijë,: welk laatste land waakt of tracht te1 waken voor de verdrukte Macdoniërs. Het Verdrag van, Tirana, dat Italië en Albainië wat te nauw bindt, heeft in Servië ongerustheid gewekt. Er is een verdrag tusschen Frankrijk en Zuid-Slavië ont staan, dat, zonder bepaald als tegenhanger te kunnen worden beschouwd, toch van politie- ken invioed zeker niet vrij is. Conflicten tus schen Servië eh Albanië, gelijk er een ontstond, toen men te Tirana wat al te haastig dm tolk, van hel Servische gezantschap achter de tra lies zette, hebben op zichzelf geen beteeke nis; verkrijgen slechts betéekienis gelijk de le» van 1914 overduidelijk heeft geleerd in dien de groote Mogendheden er zich mede; bemoeien. In dit opzicht is niet, althans niets overal, een vermindering van spanning te be merken; eerder bet tegendeel. Daartegenover mag worden vermeld, dat de Economische Conferentie, met groote zorg door den Volben-i bond voorbereid, erin geslaagd is om eenig poi sitief resultaat te boeken. Deze conferentie wasi meer studie- dan diplomatenconferentiezij bedoelde niet anders dan in aigemeenen zin tot conclusiën te komen. Zij heeft dus den toe stand van geweldige economischs lasten, waar onder Europa en de overige wenelddeelen ge bukt gaan, niet plotseling kunnen veranderen; had dit ook niet op haar program staan. Maar zij is er wel in geslaagd om zekere richtlijnen! te geven voor de toekomst; richtlijnen, duo duidelijk vaststellen, dat er nog veel, ontzag lijk veel arbeid zal moetisin worden verricht, voordat resultaten zijn te boeken, doch richt lijnen, die het economisch vraagstuk toch wiet ïog maar. uur nog FEUILLETON Een pakkende Roman vol Sensatie. Vrjj bewerkt naar het Engelach. 24) Gordon's gezicht was paars. „Hoedurft hij!" riep hij uit. „Hoe durft hij Jongen, hij heeft je het prach tigste getuigschrift gegeven, dat mogelijk is. Ik neem aan, dat je ontslagen bent?" Gordon knikte. „Uitstekend!" zei de ander. „Ga nu naar het kantoor, dat ik zoo juist gehuurd heb in St. Ja- m-esstreet en meubileer het ik geef je carte blanche zooals een architecten en opzichters kantoor gemeubileerd moet zijn. En ah iémand je vraagt wie je bent, moet je zeggpn: ,,Ik ben le architect van de groote L Trust, ,,!en," voegde hij er bij, waarschijnlijk zulllen ze dan hun hoed voor je afnemen." ..Maar, in ernst, mijnheer Kerry?" protesteerde Gordon lachend. „Ik was nooit ernstiger. Ga nu en teeken iets." Gordon Bray was als gehypnotiseerd. „Teeken mij een laat eens zien 'een plein, met rondom huizen, kantoren en winkels. De lengte en breedte van het plein moeten precies de helft zijn van Regent Street." Met een knikje liet hij den verbaasden jonge man gaan. Gordon was halfweg den langjen gang* toen Kerry's deur openging en zijn .grijs Hoofd en slanke bovenlijf naar buiten kwamen. „Brayl" riep hij. Gordon wendde zich om. TWEE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Die man, diie een machine maakte. „Wat heb je daar voor een raar ding, Zeber lioff!" Martin Hubbard, vlekkeloos èn èmetteloos ge-, kleed, stond over .den schouder van zijn niets vermoedenden vriend te kijker J Met een vloek vloog Hermann op. „Hoe ben jij binnengekomen vroeg hij ruw j „Door de deur. Ik kwam juist binnen, toen j< j bediende naar de post ging." „Ga mee naar de eetkamer," zeide Hermanr kortaf. „Ik houd er niet van, dat menschen plotse ling achter mij komen staan; ik word er kriebe lig van!" „Maar," zeide de andere, „dat geldt toch zeker niet voor je a.s. zwager," een opmerking, die het goede humeur van den ander oogenblikl elijk we der terug bracht, want hij lacht© in zichzelf, terwijl hij zijn bezoeker voorging, de trap af. „Wat was dat voor een rare machine?" drong Hubbard aan. „Ik heb nooit geiweten, dat jij een amateur was in technische dingen." „Het is een uitvinding, die mij door een kerel werd toegezonden,zei Hermann luchtig, „heb je er goed op gelet, wat het was?" Hubbard schudde het hoofd. „Ik zag alleen iets van een wekker en wat pluksel en iets, dat leek op een "film." „Het is een nieuwe soort eh cinema pro jectiemachine," legde Zeberlieff uit. „Het is aut-o-' matisch, wekt je 's morgens met beelden op het plafond." ,iE;n waarvoor waren de lucifers?" „Lucifers?" Hermann keek hem scherp aan. „Er waren geen lucifers bij!" „Dan moet ik me vergist hebben." Hubbard had 'er geen interesse genoeg voor om er lang np door te gaan. „Ik veronderstel, dat je weet cla't ik hier ben volgens afspraak-?" „Hoe kom je daar bij?" ,,-Je hebt me gezegd, dat ik' komen moest," ze -ide ander een beetje geirritoerd, „-met ae be- los extra'personeel vain 7000 h 8000 man. werkte! van and machteloos. Vanmorgen zag mietn tal van mische <i«rs per schaats naar hun werk gaan en uitnemende fcMoe vermaakten zich in het Westen! lijn, gevolgd de cooV^haatsenrijden op straat, bende op de in- -en uit- erg als in Berlijn schijnt; meer pbsiü-ef resultaaiijn, Xe Chemnitz, Plau-en ■waarvan de b-eteefeenis «p personen, diie door de, zoo straks ten aanzien #o ongelukkig terechtge- geschieden. Maar resulted,© gevolgen zijn ov-er- wijst in een meer positie aanvankelijk durfde vergeeft ernstige overstroo- zichztlf, dat dergelijke vverschilLande doelen van1 oogen worden gezien, wo-iand. meen economischen zin, waarde en beteebent wellic,!ajSiejn vriest het itflffi. vooruitgang op den toestand, Midden-Rijn is de; stond, al moet men zich niet van 20 graden on- men dientengevolge minder waa-g^gign Dianten- te zijn dan vroeger het geval wa^r voor hoog- 'an den Boven- Plaatselijk Nieup^k>°pan. - BROEK OP LANGENDIJK. Orgelbespeling Jan Zwart t Het comité van de Winte'rlezingen te Broek op Langendijk heeft voor het seizoen 1927— '28 weder de' gelukkige gedachte ten uitvoer gelegd om tusschen traditionaele vier sprekers, ter afwisseling een orgelbespeling te doen ge ven in de Ned. Herv. Kierk te Br. o. L. door den meester der orgelisten Jan Zwart. Donderdag 22 Dec. vomid deze bespeling; plaats. Een subliem programma wachtte de tal rijke schare, die opgekomen was. Trouwens onze orgelmeester is ook een meester in het; opstellen van programma's. Hij weet altijd voor effectieve afwisseling van meer groot-a en machtige, met fijne subtiele nummers zorg; te dragen. Met het oog op het nadenende Kerstfeest en het ten einde glijdende jaar, waren num mers ingelast als: Fantasie Kerstliederen, Fan tasie en Koraal Gezaag 270 vers 1 en 7 en Meditatie over: Uren, dagen, maanden, jaren. De bespeling luidde in met de grootsche. Fantasie-Toccatine over Ps. 33: „Laat ons al- zoo Zijn lof ontvouwen" van den orgelist zelf. Forsch en feestelijk zet deze compositie in. Impone-enend klimt hier het thema, en de wel luidende Toccatine-bewerking klinkt als het gespeel van heldere klokjes. Direct na deze wichtige inzet brengt de meester ons in een gewijde oudejaarsavond-, stemming. Deze meditatie van Gezang 160 vond ik altijd zoo mooi, en ook nu heeft zet weer ontroerd door de aangrijpende bewer king. Het wordt stil in de ziel als deze. heer» lijke tonen er in neerdalen. Dit nummer „pak-- te" dan ook inderdaad, het was zéér stÜ in! de kerk, toen bet laatste accoord was wegge gleden- i Nti volgden 3 nummers van den door dera heer Zwart zoo geliefden componist Alex Guil- nant. Het machtige Koor in den stijl van Haja- del, voldeed nu in-i-et zoo als andiers. Het volle werk van dit orgel is trouweins niet zoo mooi als het bovenklavieir. Bovendien was het orgel niet gestemd. Dat was zeier jammer. Men had toch in elk geval dei Trompet kumraen bijstem- men met een weinig goadan wil. Het comité zou, wanneer he:t voor een volgend seizoen weer een dusdanige creatie tusschen de le zingen door wil geven (wat ik hoop) 'goed werk 'doen 'door het orgel voor dezie gelegenheid vak kundig te laten stemmen. De meerdere kosten heel gemakkelijk tie bestrijden zijn, door het; programma voor 10 cent, inplaats van 5 cent, beschikbaar te stellen. Dan is het nóg goed koop. i In het „Gebed" van Guilmant was de mje-. lodie eerst wat zachtjes. Die begeleidende stemj vind ik trouwens te eientonig. Ik had lieven de Invocation (aanroeping, smeeking) in Es van denzelfden componist hiervoor in die plaats gehoord. Maar dit is natuurlijk zeer persoon lijk. 1 No. 5. Andantine van Franck was bijzonder moo:. De liefelijke geluiden die het boven-. „Ja, mijnheer!" 1 „Het salaris duizend ponid pèr jaar; een contract voor vijf jaar; ieder jaar twee 'honderd' doeling om je zuster te ontmoeten.' vijftig meer tot 2000. Goed?" „Heb ik dat?" Hermann keek hem iu gedachteii Gordon knikte; hij was sprakeloos. aan. „Ja, dat is waar ook maar "het is onaan genaam voor ons allebei -want zij wil je niet ontmoeten." „Wil me niet ontmoeten?" „Zij wil jou niet zien en zij wil mij' niet zien; dat is alles hier is een brief, als je er belang in stelt!" Hubbard opende het grijze briefje langzaam en las: „Ik kan jou, noch je mooie vriend ontvangen. Als je bij me in de buurt komt, 'waarschuw ik de politie. V „Wat denk je daar van?" vroeg ,de kalme Her mann. „Dat is monsterlijk!" hijgde Hubbard. „Hoe durft zij zij „Jou mooi te noemen? Och, je moet haar maar verontschuldigen," kalmeerde Hermann hem. „Luister eens," zeide Hubbard, plotseling over iets anders beginnend: „Ik wou vijfhonderd pond leenen rGa gerust je gang, leen ze." ze» Hermann ijzig kalm. „Zou jij ze mij kunnen gievtem?" „Neen," zei Hermann. „O, je denkt, je hebt me niet meer noodig!' zeide Ilubbard verontwaardigd. „Wat ben jij todh vlug van begrip!" bewon dierde Hermann. „Jij begrijpt de dingen zoo ge weldig vlug!" Woedend liep Hubbard iweg. Vijf minuten la ter zat Zeberlieff weder in zijn studeerkamer met zijn machinetje. Ditmaal nam hij de voor zorg, de deur op slot te doen. Elsie Marion was met hoofdpijn haar huis ge gaan met het bevel van Kerry om niet meer op kantoor te. komen, vóór zij geheel beter w'as. Zij was gaan rusten en werd pas 's avonds om negen uur met een schrik wakker. Zij' dineerde om tien én haar hoofdpijn was over. Er moest nog het een en ander gedaan Worden op kantoor en -zij was van plan het werk te gaan halen en het thuis te doen. Zij permitteerde zieh de luxe van een taxi om naar het kantoor te rijden en pakte vlug het werk, dat zij noodig had, in een tasch. Daar zag zij een briefje op Kerry's bureau liggen. Het was aan haar geadresseerd. „Ik ben naar de opslagplaats, als je je goed voelt, kom dan daarheen. K. K." „Wanneer ging mijnheer Kerry uit?" De man schudde het hoofd. „Tk kwam pas om negen uur in dienst, juf frouw," zeide hij. Sinds dien tijd is hij niet hier geweest." Zij ging naar de opsiagjplaats en vroeg naar Kerry. Ginds achter juffrouw," zei de magazijn chef. Honderden kisten stonden overal en Kerry liep, alles inspecteerend rond. Samen gingen zij verder. „Komen al die kisten steeds maar -door aan?" vroeg zij. „Steeds maar door, juffrouw," zei één der voor mannen, die bij hen stond. ,,Zoo juist is er weer een kist aangekomen." „Wat zou daar in zitten?" vroeg Elsie. „Dat ziet er uit als handschoenen, die komen, altijd in die kleine kisten." Z,ij wachtte tot de kist bij de weegbrug neergezet was. „Ja, juf frouw, handschoenen 'C,ants Laeroix Lyon". „Daarginds wordt een kist met prachtige kanü uitgeladen," zeide hij, „dat moet je zien!" „Dolgraag!" zeide zij en in haar haast zag zij niet, dat er vlak voor haar voeten een touw op den grond lag: zij bleef er met haar teenen in vast zitten en sloeg voorover. Ongetwijfeld zou zij zioh erg bezeerd hebben, als zij niet de te genwoordigheid van geest gehad had zich met beide handen te steunen op het kistje met hand schoenen. Met haar armen ving zij den schok op en haar gezicht kwam zachtjes terecht op het dteksei van de kist. „Mijn God! zij is gewond!" "Ving stapte Kerry over en langs de kisten op haar toe. Hij had zich vergist, doch dat kon men hem niet kwalijk nemen, want zij bleef eenige oogenblikken met haar hoofd op de kist liggen, zooals zij gevallen was. Het was echter mét een glimlach, dat zij naar hen* opkeek en weer ging staan. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1927 | | pagina 4