naai isitvii Zaterdag 25 Februari 1928 MIJMHARDT's De raad dezer gemeente vergaderde Donderdag avond half acht, onder voorzitterschap van den Ed.Actitb. Hr. A. L. van Spengler burgemeester Afwezig de heer du Burck. Na opening worden de notulen van de vorige vergadering onveranderd goedgekeurd Benent van Ged. Staten dat de begrooting nog niet kan worden goedgekeurd, daar het onderzoek nog Inliet is afgeloopen. Dankbetuiging van Mej. de Wed. Greidanus voor den toeslag van 50 gld. op het pensioen. 1 Goedkeuring van Ged. Staten op het besluit tot aanvaarding van het legaat groot 1000 gld. van wijlen Mej. de Wed. Boonde Geus. Ingekomen is het verslag van de Comm. tot Wering van Sch oolverzuim, dat voor kennisgeving wordt aangenomen. Het scnoolterzuim is zeer miniem geweest Het verslag van de Plaatsel. Schoolcommissie over '27 wordt eveneens voor kennisgeving aange nomen. Adres van de Commissie voor de kanalisatie, uit de vereen, tot ontwikkeling van den Landbouw in H illands Noorderkwartier, met mededeelingen over aen stand van zaken. De voorz. zegt, dat B. en W. zich hebben uit gesproken, dat, wanneer uitvoering aan de plan nen wordt gegeven, hieromtrent wel mededeelingen zullen worden ontvangen van de Commissie-van Aalst en stellen voor het adres voor kennisgeving aan te nemen. Overeenkomstig wordt besloten. Bij het punt mededeelingen zegt voorz., dat voor aankoop van onroerend goed, op de begroo ting eenige duizenden guldens voorkomen, ver meerderd met het legaat totaal f3470. Op de Woensdag gehouden verkooping is daar voor aangekocht land en wel 16 snees voor f74 per snees, 6 snees voor f 69 per" snees en nog eens 6 snees voor f69 per snees, dus gemiddeld f71.85 per snees. De akkers zijn gelegen in de nabijheid van het Heinskendel. Totaal is uitgegeven met de onkosten erbij f2142.78. De eerste akker is in huur bij A. van Diepen voor 4.5 gld, 'de tweede bij denzelfde voor 4.5 gld. en de derde bij C. Bak ker voor 4.gld. Alle akkers tot Kerstmis jn huur, zoodat tot dien, tijd! aan huur zal worden ontvangen f 123.— De raad hecht zijn goedkeuring} aan dezen aankoop. jEen woord van dank wordt gebracht aan weth. Kroon voor de wijze waarop, hij bij den ;aankoop de belangen der gemeente heeft behartigd. Ter tafel komt thans het in de vorige vergade ring voorgelezen schrijven van het Burgerl. Arm bestuur, waarin teruggekomen wordt op de in den raad gehouden besprekingen, betreffende het ver- leenen van subsidie aan de vereeniging „De Voor zorg." B. en W. stellen voor dit schrijven voor kem- nisgeving te aanvaarden. De héér Groen zegt dat in het schrijven wordt gezegd, dat de heeren dit zijn zij, die de be grooting voor 1927 hebben nagezien- op de hoogte waren van het verleenen van een subsidie aan „De Voorzorg." Op dez^ wijze wordt nu ge tracht de commissie aansprakelijk te» stellen. De raad heeft bij de behandeling van de rekening van 1927 uitspraak gedaan en achtte een dergelij ke subsidie niet toelaatbaar. Ook de voorz. deel de mede dat aan B. en W. onbekend was het ver leenen dezer subsidie. Ik moet eerlijk zeggen, dat ook ik wel eens iets vergeet. Maar ik kan mij niet herinneren, dat er in de commissie over deze post gesproken lis. Er bestond ook geen aanleiding toe, want de post kwam niet op de begrooting voor. 8 maanden daarna is het uitgekomen dat er een subsidie is verleend. Toen heb ik Zeeman, die ook iu de commissie zat, gevraagd, of hij er iets van wist, maar ook hij moest ontkennend antwoor den. Daarom moet ik dan ook pertinent afwijzen de beschuldiging, die in de brief staat, dat de hee ren van de zapk afwisten. De heer Zeeman zegt, datl er bij de rekening over 1926, besprekingen zijn gehouden over de subsidie. Het was ons ook niet bekend, dat er op de begrooting voor '27 een post voor deze subsidie was uitgetrokken. Later bleek dat dit bedrag' onder de post le gaten was ondergebracht, en als zoodanig dus verkeerd was geboekt. Hierdoor trok dit bij de behandeling ook niet de aandacht. J In den brief nu worden woorden gesproken, dat de neeren met de zaak bekend warenj. Het was mooier geweest, wanneer men had medegedeeld, wat er gesproken is bij de behande ling van de begrooting voor '28. Dan zou er ook niet zoo'n verkeerde gedachte in de gemeente zijn gewekt. Toen is er door mij gezegd: Vlug, wij izijn niet tegen het doen van uitgaven, maar doe het in een vorm, dat het ten volle gepermitteerd is. Wij ter- kennen ten volle het nut van ziekenhuisvereenigin,- gen. Maar gaat ge subsidie geven, doe het dan ge lijkgerechtigd. Wanneer dat eens gezegd was, zou men een an deren indruk hebben gegeven, dan nu de gedachte te wekken, dat wij vooringenomen zijn tegen „De Voorzorg." Niemand heeft tegen dig vereeniging een antipathie. Maar wij konden» er aan dehand van de armenwet niet mee accoord gaan. En dan moest men dezg zaak ook niet behan delen in „De Voorzorg" op een wijze die antipathie wekt tegen bepaalde personen. Daar zijn inlich tingen verstrekt op een manier, buiten ons bijzijn, die niet door den beugel kan. Het spijt mij dat wij op het oogenblik niet vol tallig vergaderen. Graag had ik, wat nu gesproken is, gezegd in het bijzijn van hem die, nu afwezig is, en die in staat is door goede voorlichting een, andere gedachte te wekken. 1 genomen. Ingekomen is een schrijven van „De Voorzorg" in verband met dezelfde kwestie. B. en W. stellen voor ook dit schrijven voor ken nisgeving aan te nemen, want» zoo zegt voorz., wij moeten er voor waken, dat onderwerpen, die in een vereeniging zijn besprokenj jiiet een punt van behandeling uitmaken in denf raad. Dan zouden wij niet meer' hebben een verga dering van den raad maar een vergadering van „De Voorzorg." De heer Groen zegt, dat dit schrijven een be schuldiging inhoudt, die ernstiger is dan de andere. Hierin toch wordt gezegd, dat door den voorz. en door Groen uitingen zijn gedaan, waarin getwij feld wordt aan de echtheid van den brief van het Burgerlijk Armbestuur. Persoonlijk heb ik mij in particuliere gesprek ken misschien wel eens uitgelaten, dat ik twij felde aan het juiste verloop van deze zaak. iDaarom protesteer ik, en hoe u als voorz. daarover denkt, weet ik niet, maar ook u wordt be schuldigd tegen het gezegde, als zou ik de uitla ting hebben gedaan, dat de brief niet is geschre ven door het B. A. maar door „De Voorzorg." De voorz. Ik wil nog verder gaan, en dezen brief voor notificatie aannemen. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. om het schrijven voor kennisgeving aan te nemen, wordt hierna besloten. Aan de orde wordt thans gesteld de benoeming van twee leden voor het Burgerlijk Armbestuur, we gens het bedanken van de heeren J. de Geus Pr. en E. Vlug. Voor de eerste vacature is( door het B;. A- des aanbeveling ingediend: 1. J. van Twuijver, 2. P. Glas. Aan de hand van het reglement van het B. A, maken B en W. gebruik van hun bevoegdheid een candidaat aan deze aanbeveling toe te voegen en luidt hierna de aanbeveling: i.( S. de Boer Kz.^ 2. J. van Twuijver, 3. P. Glas. De uitslag van de gehouden/ stemming is, dat no 1 met 5 stemmen' wordt gekozen, terwijl I stem werd uitgebracht op no 2 j De aanbeveling van het B. A. voor de tweede vacature is samengesteld uit de volgende heeren: 1. A. Kout, 2. D. de Geus Jbz. B en W. gaan met deze aanbeveling accoord |De uitslag van de stemming is, dat no 1 met algeroeene stemmen wordt gekozen. De voorz. zegt dan zeker namens B. en W. en den geheelen raad te spreken, wanneer hij den heer Vlug dank brengt voor wat hij in zijn functie voor het B. A. heeft gedaan, voor de vele goedq dingen, die indirect in het belang van de gemeente waren. ■Het ambt van armvoogd is een eerebaantje men zegt. ook wel eens een „baantje." Maar het is toe te juichen, dat er nog altijd menschen ge vonden worden, die met opoffering, van tijd en moeite en het aanvaarden van vele onaangenaam heden, het B. A. wenschen te dienen. Zeker mogen wij den heer Vlug voor het gepresteerde werk, onze erkentelijkheid betuigen. Niet zoolang als de heer Vlug, maar toch ette lijke jaren fyeett ook de heer De Geus in het Bi- A. gehad. Ook aan hem een woord van hulde en lof voor de wijze waarop hij de belangen van het B. A. heeft behartigd. Benoeming leden van de Commissie /tot We ring van Scnoolverzuim. De commissie die in haaif geheel aftreed, be staat uit de heeren J. Renaud, C. de 'Boer Wz.j B. van Loenen, C. Kramer/ en N. Smeekest De tweetallen voor de aanbevelingy bestonden. uit de aftredenden no. 1 met toevoeging als no. 2 in dezelfde volgorde van Mej. N. H. Vos) van Zon en de heeren B. van Loenen, S. de Ruiter, N. Snpekes en J. Kos Kz. De uitslag van de gehouden» stemming is, dat de aftredende commissieleden alle worden herkozen. Benoeming Leden van de Plaatselijke School commissie. Hadden B. en W. gedacht} een aanbeveling te moeten indienen voor het periodiek; aftredend lid P. gerkhouwer, inmiddels is van) hem bericht in gekomen, dat hij niet meer in aanmerking wenscht te komen. Door Ds. van Meurs wordt wegens vertrek, ontslag verzocht als lid en voorz. der commissie. Voor de eerste vacature worden aanbevolen de neeren Jb. Kramer Sr. en C. de Jong. De uitslag van de stemming) is, dat de heer Kramer met 5, tegen 1 stem op den heer De Jong wordt gekozen. 1 Aan den heer Berkhouwer wordt/ dan ontslag "erleend onder dankbetuiging voor de diensten, der gemeente bewezen. De voorz. voegt hieraan toe, dat de heer Berk houwer het oudste lid der commissie is. Reeds voor de wet van '20 had hij als zoodanig zitteng en bijna 25 jaar heeft hij zijn krachten gegeven in het belang van het openbaar onderwijs. De aanbeveling in de vacature van Ds. van Meurs, bestaat uit de heeren: 1. A. Schene, 2. W. C. Bouman. Van de gehouden stemming is) de uitslag, dat de heer Schene met algemeene stemmen wordt gekozen. Ten aanzien van het ontslag van Ds. van Meurs zegt voorz., dat B. en W. dit eervol wenschen te verleenen onder dankzegging voor de, goede dien sten als voorz. aan def commissie bewezen. Een woord van lof voor wat hij gepresteerd heeft. Tijdens de stemming kwam da heer du Burck ter vergadering. Rondvraag. HET BESLUIT VAN DE GASCOMMISSI'E OM GEEN ONDERZOEK IN TE STELLEN NAAR DE DOOR DEN DIRECTEUR) GENOTEN 5 PCT. VAN UITBREIDINGEN DE RAAD BESLUIT ZICH TE WENDEN TOT GED, STATEN MET VERZOEK NAAR DEZE KWESTIE EEN ONDERZOEK IN TE; STELLEN. MISVERSTANDEN EN OPHELDERINGEN De heer Kramer spreekt ei» zijn verwondering over uit, dat naar aanleiding van het laatste besluit van de gascommissie geen punt op de agenda voorkomt. Spr. had gemeend dat er mededee lingen zouden worden gedaan oven wat er in de gascommissie besloten is. Misschien hadden deze gen. Spr. zou alsnog willen vragen of er niets be kend is De voorz antwoordt dat het hem genoegen doet dat deze vraag wordt gesteld Officieele mededee lingen kunnen er echter niet worden gedaan. D'oor den raad is aan de gascommissie verzocht een na der onderzoek in te stellen naar de 5 pCt., maar hierop zijn geen mededeelingen ingekomen. Offici eus i', bekend dat door de gascommissie afwijzend! is beschikt. B. en W. zijn dan ook ten zeerste ver wonderd, dat niet eenig bericht van de gascommisr- sie is ingekomen. De heer Kramer herinnert eraan hoe er in de vorige vergadering over gesproken is en tenslotte besloten is aan de gascommissie op te dragen een onderzoek in te stellen naar, de kwestie van de 5 pCt. Nu wordt door de gascommissie hieraan geen gevolg gegeven, en moet de raad nu zelf geen, maatregelen gaan nemen? Het is ten zeerste ge- wenscht, dat een onderzoek wordt ingesteld, in 't belang van alles, hoe de uitslag ook zij. Er moet uitgemaakt worden wat er wel en wat er niet van aan is. Het is in het belang van den directeur en het bedrijf dat de zaak onderzocht wordt. Hij jou het op prijs stellen, wanneer vanuit den taad het onderzoek gedaan werd, om na te gaan in hoever de zaak! juist of niet 'juist is. 1 Het 2de gedeelte van het in de vorige vergade ring genomen besluit moet nu worden uitgevoerd» wanneer de gascommissie het niet doet, zal de raad het doen. D« voorz zegt, dat het niet ontvangen van. een schrijven van de gascommissie, thans aanleiding, is, dat de rondvraag niet) kan worden gehouden, zooals men dal hier gewoon/ is: het verstrekken van inlichtingen Daarom wil Z.E.A. ook voorstel len dit onderwerp een punt van bespreking te doen uitmaken t Spr herinnert ook aan het genomen besluit, dat, wanneer door de gascommissie geen onderzoek werd ingesteld, of het onderzoek, was voor dezen raad niet bevredigend, men zich tot Ged. Staten zou wenden met verzoek een onderzoek te wil len instellen. De neer du Burck zegt verwonderd te zijn over wat door den heer Kramer, op het oogenblik fin het midden wordt gebracht. Door' den voorz. is hier meermalen gewezen op de beteekenis van de rondvraag en nu meen ik ook, dat deze niet moet dienen om dergelijke ernstige dingen' aan de or de te stellen. De zaak is zoo ernstig, dat er zeker voorbereiding voor den raad noodig is. Ik zou het op hoogen prijs stellen, wanneerf B. en W. 'met' een gedocumenteerd voorstel kwamen, op welke gronden het onderzoek moet geschieden. Dat is m.i. een betere manier van behandelen, dan in de rondvraag af te maken. Waar het hier een kwestie is, die de eer en den goeden naam van een ambtenaar! betreft, moeten wij deze niet zoo gaan behandelen. De voorz. antwoordt, dat dei} heer du Burck zeker niet meer voor den geest staat, wat nu uit voerige besprekingen is besloten. Ik meen zelfs dat het voorstel, met een kleine wijziging, nog af komstig is van den heer du Burck en wel, wan neer de gascommissie geen onderzoekj instelt, de raad zich zal wenden totj Ged. Staten melt ver zoek een nader onderzoek ii\ te stellen. 1 En wat de rondvraag betreft- vergeet de heer du Burck, dat de raad te allen tijde de bevoegdr herd heeft om uit te maken of 'n onderwerp bij de rondvraag een punt van bespreking zal uitma ken of niet. Wil de heer du Burck zoo formeel zijn, met te wachten op een bericht van de gascommissie, dan geloof ik dat we in lengte van dagen zullen kun nen wachten op de uitvoering' van ons raadsbe sluit. 1 'De heer du Burck meent/ nu toch een misver1- stand uit den weg te moeten ruimen. Het voorstel is niet geweest, dat zoo de gascommissie geen on derzoek instelde, de raad het zou doen, maar als de gascommissie het niet naar onzen, zin deed, een dergelijk onderzoek van ons; zou uitgaan. Dan vraagt spr., of het communiqué, dat in de Pers verschenen is, de officieele notuleering van de gascommissie is? Alvorens verder te gaan, zou hij eerst aan /de gascommissie willen verzoeken te berichten, op welke gronden geen verder onderzoek wordt inge steld naar de kwestie van de 5 pCt. Wanneer wat in de Pers heeft gestaan een resu mé is van het gesprokene in de gascommissie1» en de gronden moeten zijn, waarop door den raad een onderzoek wordt gevraagd, dan wil spr. wel verklaren, dat de raad absoluut geen grond onder de voeten heeft. 'De voorz. Het schijnen allemaal) misverstanden te moeten zijn. Door de gascommissie is besloten geen onderzoek in te stellen. Door den heer du Burck wordt dan voorgesteld aan de gascommissie te verzoeken, mededeeling te doen van de gronden, waarom geen onderzoek wordt ingesteld naar de kwestie! van de 5 pCt,', De voorz. zegt dat do vergadering van de gas commissie den 7 Februari is gehouden. Er is een Perscommuniqué verstrekt, terwijl aan den raad geen mededeelingen zijn gedaan op zijn verzoek. Het voorstel van den heer du Burck is (in strijd, met het besluit van den raad, dat, wanneer de gas commissie niet inging op het verzoek van den raad, aan Ged. Staten zon worden verzocht een onderzoek in te stellen. Wij staan thans voor 'de uitvoering van een besluit, dat met algemeen» stemnten genomen is. De lice Groen zegt ook! op de zaak jte willen G00 gaar. De gascommissie heeft beslaten niet te onderzoeken, dus dat is tegen ons besluit. Het be vreemd mij echter ten zeerste dat de zaak <zoo getraineerd wordt. Het was eerder noodig geweest, dat de gascom missie spoedig zou vergaderen. Ik meen zelfs, dat er hier gesproken is, wanneer het te lang duurt, zelf te beginnen' met het onderzoek. Het staat ook vast uit de mededeelingen van den Directeur dat hij de 5 pGt. genoten heeft. En uit het com muniqué heb ik gelezen van ten rechte. Dan gaat de schuldvraag ook niet in de richting van den Directeur maar van de gascommissie hoe veel er genoten is en waarvan. Kan de gascommis sie besluiten dergelijke emolumenten te verleenen? Zelf kan ik die vraag wel ontkennend beantwoor den. En daarom kunnen wij' ook geen genoegen nemen met de uitspraak van de gascommissie. De heer Zeeman had de gedachte, jn a de door den heer Kramer gestelde vraag, dat B. en W. wel op het in de vorige vergadering genomen besluip zouden zijn doorgegaan. Zooals de zaken nu staan moeten wij gevolg geven aan dit besluit. B. en W. kunnen zich namens den raad .wen-» zoek deden, dan zou zeken de raad toestemming verleenen. Aan de orde is thans om te zeggen» 'B. en W, gaat uw gang. Laten we daarom kont zijn en gevolg geven aan datgene wat besloten isl en Ged. Staten verr zoeken een onderzoek in te stellen. De eer en goeden naamf van een ambtenaar staan hier los van. Hoel langer wij wachten, hoe beroerder het is. Wanneer wij' de gascommissie, volgens het voorstel' van den heer du Burck, eerst om feiten en gegevens moeten vragen, waaropl zij haar besluit grondt, dan zal het nog langer du ren De zaak is genoeg getraineerd. Dan loopt een ambtenaar nog langer voor het publiek met zijn eer en goeden naam aan een lijntje. Door het besluit van de gascommissie is het ons mogelijk gemaakt ons tot Ged. Staten te wenden. De heer Dijkhuizen meent datl het onderzoek nog niet is afgeloopen. Ove$ de corruptie heeft hij nog niets gehoord. De heer Kramer. Daarvoor iaf v.d. Stel uitge- noodigd. De heer Dijkhuizen. Het onderzoek is niet af geloopen, en kunnen wij oolrf geen uitvoering ge ven aan het genomen besluit. De 5 pCt. zijn be krachtigd door de gascommissie. Daar hebben wij dus niets meer mee te maken. De heer Kroon. Alweer verwarring. Dc voorz. Wat weth. Kroort daar zegt, neem ik gaarne over. Maar waaruitf put de heer DSjkh huizen zijne mededeelingen? De heer Dijkhuizen. Uit da krant, waarin ge staan heeft dat v.d. Stel wordt uitgenoodigd. 'De voorz. De raad houdt zich alleen bezig met officieele bescheiden en zelfs niet! met Perscom- muniqué's Door de gascommissie is met. 8 tegen 7 stemmen besloten geen onderzoek! in te stellen naar de 5 pCt Opi het verzoek van iden raad is dus afwijzend beschikt. Z.EA. leestl dan het in de vorige vergadering genomen besluit voor: wan neer ac raad zich niet kan vereenigen met het on derzoek der gascommissie, zal aan Ged. Staten worden verzocht een onderzoek in te stellen. ,De heer du Burck. Maar vindt u het ook nieti op den weg van de gascommissie liggen ons ant woord te geven op ons ingediende verzoek. Ik ben het ook volkomen oneens met| de handeling van de gascommissie tegenover den raad van Zuid- scharwoude. De vjorz. Ik herhaal het voor de laatste maal en hoop hiermede alle misverstanqj op te helde ren, wij hebben ons alleen bezig te houden met ,het verzoek tot het instellen) van een onderzoek, waarop door de gascommissie met) 8—7 stemmen is besloten dit niet te doen. Maar daarmede vervalt in geert geval het 2de gedeelte van het door ons genomen besluit om het dan zelf te doen. Wat is er nu dankbaarder, dan om te bewijzen dat de voorstanders gelijk hebbed en de 5 pCl. geheel ten rechte genoten is. Dat kan vastgesteld na het door Ged. Staten in te stellen onderzoek. Het abnormale is, dat mep' gaat beweren dat de s pCt. ten rechte genoten is, maar daarbij) voegt: een onderzoek is niet noodig. De heer du Burck. Kunt; u zeggen daitf de 5 pCt. ten onrechte genoten is? 1 De voorz. Daarvoor verwijs iW naar mijn nota. Wanneer u zegt, dat deze ten rechte genoten zijn, antwoord ik: ik geloof u officieus, maar vraag daarbij: legt u mij eens de bescheiden over waar uit u die conclusie trekt? (De heer du Burck herinnert eraan, hoe eenigen tijd geleden door den voorz. aan den heer Zeeman het antwoord is gegeven, datl men het volle 'ver trouwen kan uitspreken in da leiding. De voorz. staat verbaasd over de naïviteit, Vvaarmede dit gezegd wordt. Het zou toch zeker onverantwoordelijk zijn, te verklaren dat iemand onbetrouwbaar is, zonder daarvoor bewijzen te hebben. Maar wanneer mij daarna mededeelingen worden gedaan, hef ik waarschuwend den vinger, en zeg onderzoek het eerst. De heer du Burck herhaalt daarna zijn voorstel, om gegevens aan de gascommissie te verzoeken, welk voorstel door den heer Dijkhuizen wordt ondersteund. De heer Groen. Is het niet bespottelijk, dat over een dergelijk voorstel moet worden gestemd. Ik verwacht het bericht niet. En als het komt, wat kan ons dan meer worden medegedeeld? Wij kunnen niet langer wachten. En de Directeur kan geen 5 pCt. genieten zonder voorkennis van de raden, waar dit nooit is besloten. In stemming gebracht wordt het voorstel du BurckDijkhuizen verworpen, met de voorstellers alieen voor. Hiermede is tevens besloten, dat gevolg zal worden gegeven aan het genomen besluit, Ged, Staten te verzoeken eenonderzoek in te stellen. ■De heer Groen wijst dan op de kwestie van het neutraal ziekenhuis, betreffende de f 150.000, waar van door hem uit de bladen kennis is genomen, en het hoofdcomité zich zal wenden tot de plaatse lijke commissies. Het vorig jaar is geschreven aan Alkmaar, hoe het staat met de zaak en gevraagd inlichtingen te verschaffen in verband met de gewijzigde plan nen. Is daarop al eens een mededeeling verstrekt?. Moeten wij ons nu niet eens opnieuw wenden tot Alkmaar om inlichtingen? ,De voorzitter antwoordt, dat er nimmer van Alkmaar antwoord is ingekomen. Dat moet men echter scheiden van de kwesties die in den Alk- maarschen raaa naar voren zijn gekomen, waar nog geen definitieve uitspraak is gevallen. Wanneer de aanvrage om de toegezegde subsi die binnenkomt, bestaat er nog voldoende gele genheid deze zaak te behandelen. De voorz. doet echter de toezegging om nog eens om antwoord te verzoeken. •De heer du Burck doet mededeeling zoo laat op de vergadering te zijn gekomen, doordat hij ver gadering van de Boerenleenbank had. De voorz. 't Is jammer. U heeft wat gemist. Niets meer aan de orde zijnde volgt sluiting der vergadering. (Als bijzonderheid kan worden vermeld, dat dit geschiedde om kwart over negen.)) Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Laxeer-Tabletten 60 ct. Zennw-Tabletten 75 et. Sltaal-Tabietten 90 ct. Maag-Tabletten 75 et. Bij Apoth. en Drogisten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1928 | | pagina 3