naai isitvii
Zaterdag 25 Februari 1928
MIJMHARDT's
De raad dezer gemeente vergaderde Donderdag
avond half acht, onder voorzitterschap van den
Ed.Actitb. Hr. A. L. van Spengler burgemeester
Afwezig de heer du Burck.
Na opening worden de notulen van de vorige
vergadering onveranderd goedgekeurd
Benent van Ged. Staten dat de begrooting nog
niet kan worden goedgekeurd, daar het onderzoek
nog Inliet is afgeloopen.
Dankbetuiging van Mej. de Wed. Greidanus
voor den toeslag van 50 gld. op het pensioen.
1 Goedkeuring van Ged. Staten op het besluit tot
aanvaarding van het legaat groot 1000 gld. van
wijlen Mej. de Wed. Boonde Geus.
Ingekomen is het verslag van de Comm. tot
Wering van Sch oolverzuim, dat voor kennisgeving
wordt aangenomen.
Het scnoolterzuim is zeer miniem geweest
Het verslag van de Plaatsel. Schoolcommissie
over '27 wordt eveneens voor kennisgeving aange
nomen.
Adres van de Commissie voor de kanalisatie,
uit de vereen, tot ontwikkeling van den Landbouw
in H illands Noorderkwartier, met mededeelingen
over aen stand van zaken.
De voorz. zegt, dat B. en W. zich hebben uit
gesproken, dat, wanneer uitvoering aan de plan
nen wordt gegeven, hieromtrent wel mededeelingen
zullen worden ontvangen van de Commissie-van
Aalst en stellen voor het adres voor kennisgeving
aan te nemen.
Overeenkomstig wordt besloten.
Bij het punt mededeelingen zegt voorz., dat
voor aankoop van onroerend goed, op de begroo
ting eenige duizenden guldens voorkomen, ver
meerderd met het legaat totaal f3470.
Op de Woensdag gehouden verkooping is daar
voor aangekocht land en wel 16 snees voor f74
per snees, 6 snees voor f 69 per" snees en nog eens
6 snees voor f69 per snees, dus gemiddeld f71.85
per snees. De akkers zijn gelegen in de nabijheid
van het Heinskendel. Totaal is uitgegeven met de
onkosten erbij f2142.78. De eerste akker is in
huur bij A. van Diepen voor 4.5 gld, 'de tweede
bij denzelfde voor 4.5 gld. en de derde bij C. Bak
ker voor 4.gld. Alle akkers tot Kerstmis jn
huur, zoodat tot dien, tijd! aan huur zal worden
ontvangen f 123.—
De raad hecht zijn goedkeuring} aan dezen
aankoop.
jEen woord van dank wordt gebracht aan weth.
Kroon voor de wijze waarop, hij bij den ;aankoop
de belangen der gemeente heeft behartigd.
Ter tafel komt thans het in de vorige vergade
ring voorgelezen schrijven van het Burgerl. Arm
bestuur, waarin teruggekomen wordt op de in den
raad gehouden besprekingen, betreffende het ver-
leenen van subsidie aan de vereeniging „De Voor
zorg."
B. en W. stellen voor dit schrijven voor kem-
nisgeving te aanvaarden.
De héér Groen zegt dat in het schrijven wordt
gezegd, dat de heeren dit zijn zij, die de be
grooting voor 1927 hebben nagezien- op de
hoogte waren van het verleenen van een subsidie
aan „De Voorzorg." Op dez^ wijze wordt nu ge
tracht de commissie aansprakelijk te» stellen. De
raad heeft bij de behandeling van de rekening
van 1927 uitspraak gedaan en achtte een dergelij
ke subsidie niet toelaatbaar. Ook de voorz. deel
de mede dat aan B. en W. onbekend was het ver
leenen dezer subsidie.
Ik moet eerlijk zeggen, dat ook ik wel eens
iets vergeet. Maar ik kan mij niet herinneren, dat
er in de commissie over deze post gesproken lis.
Er bestond ook geen aanleiding toe, want de post
kwam niet op de begrooting voor.
8 maanden daarna is het uitgekomen dat er een
subsidie is verleend. Toen heb ik Zeeman, die
ook iu de commissie zat, gevraagd, of hij er iets
van wist, maar ook hij moest ontkennend antwoor
den. Daarom moet ik dan ook pertinent afwijzen
de beschuldiging, die in de brief staat, dat de hee
ren van de zapk afwisten.
De heer Zeeman zegt, datl er bij de rekening
over 1926, besprekingen zijn gehouden over de
subsidie. Het was ons ook niet bekend, dat er op
de begrooting voor '27 een post voor deze subsidie
was uitgetrokken.
Later bleek dat dit bedrag' onder de post le
gaten was ondergebracht, en als zoodanig dus
verkeerd was geboekt. Hierdoor trok dit bij de
behandeling ook niet de aandacht. J
In den brief nu worden woorden gesproken,
dat de neeren met de zaak bekend warenj.
Het was mooier geweest, wanneer men had
medegedeeld, wat er gesproken is bij de behande
ling van de begrooting voor '28. Dan zou er ook
niet zoo'n verkeerde gedachte in de gemeente
zijn gewekt.
Toen is er door mij gezegd: Vlug, wij izijn niet
tegen het doen van uitgaven, maar doe het in een
vorm, dat het ten volle gepermitteerd is. Wij ter-
kennen ten volle het nut van ziekenhuisvereenigin,-
gen. Maar gaat ge subsidie geven, doe het dan ge
lijkgerechtigd.
Wanneer dat eens gezegd was, zou men een an
deren indruk hebben gegeven, dan nu de gedachte
te wekken, dat wij vooringenomen zijn tegen „De
Voorzorg." Niemand heeft tegen dig vereeniging
een antipathie. Maar wij konden» er aan dehand
van de armenwet niet mee accoord gaan.
En dan moest men dezg zaak ook niet behan
delen in „De Voorzorg" op een wijze die antipathie
wekt tegen bepaalde personen. Daar zijn inlich
tingen verstrekt op een manier, buiten ons bijzijn,
die niet door den beugel kan.
Het spijt mij dat wij op het oogenblik niet vol
tallig vergaderen. Graag had ik, wat nu gesproken
is, gezegd in het bijzijn van hem die, nu afwezig
is, en die in staat is door goede voorlichting een,
andere gedachte te wekken. 1
genomen.
Ingekomen is een schrijven van „De Voorzorg"
in verband met dezelfde kwestie.
B. en W. stellen voor ook dit schrijven voor ken
nisgeving aan te nemen, want» zoo zegt voorz.,
wij moeten er voor waken, dat onderwerpen, die
in een vereeniging zijn besprokenj jiiet een punt
van behandeling uitmaken in denf raad.
Dan zouden wij niet meer' hebben een verga
dering van den raad maar een vergadering van
„De Voorzorg."
De heer Groen zegt, dat dit schrijven een be
schuldiging inhoudt, die ernstiger is dan de andere.
Hierin toch wordt gezegd, dat door den voorz.
en door Groen uitingen zijn gedaan, waarin getwij
feld wordt aan de echtheid van den brief van het
Burgerlijk Armbestuur.
Persoonlijk heb ik mij in particuliere gesprek
ken misschien wel eens uitgelaten, dat ik twij
felde aan het juiste verloop van deze zaak.
iDaarom protesteer ik, en hoe u als voorz.
daarover denkt, weet ik niet, maar ook u wordt be
schuldigd tegen het gezegde, als zou ik de uitla
ting hebben gedaan, dat de brief niet is geschre
ven door het B. A. maar door „De Voorzorg."
De voorz. Ik wil nog verder gaan, en dezen
brief voor notificatie aannemen.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W. om
het schrijven voor kennisgeving aan te nemen,
wordt hierna besloten.
Aan de orde wordt thans gesteld de benoeming
van twee leden voor het Burgerlijk Armbestuur, we
gens het bedanken van de heeren J. de Geus Pr.
en E. Vlug.
Voor de eerste vacature is( door het B;. A- des
aanbeveling ingediend: 1. J. van Twuijver, 2. P.
Glas.
Aan de hand van het reglement van het B. A,
maken B en W. gebruik van hun bevoegdheid een
candidaat aan deze aanbeveling toe te voegen en
luidt hierna de aanbeveling: i.( S. de Boer Kz.^
2. J. van Twuijver, 3. P. Glas.
De uitslag van de gehouden/ stemming is, dat
no 1 met 5 stemmen' wordt gekozen, terwijl I
stem werd uitgebracht op no 2 j
De aanbeveling van het B. A. voor de tweede
vacature is samengesteld uit de volgende heeren:
1. A. Kout, 2. D. de Geus Jbz.
B en W. gaan met deze aanbeveling accoord
|De uitslag van de stemming is, dat no 1 met
algeroeene stemmen wordt gekozen.
De voorz. zegt dan zeker namens B. en W.
en den geheelen raad te spreken, wanneer hij den
heer Vlug dank brengt voor wat hij in zijn functie
voor het B. A. heeft gedaan, voor de vele goedq
dingen, die indirect in het belang van de gemeente
waren.
■Het ambt van armvoogd is een eerebaantje
men zegt. ook wel eens een „baantje." Maar het
is toe te juichen, dat er nog altijd menschen ge
vonden worden, die met opoffering, van tijd en
moeite en het aanvaarden van vele onaangenaam
heden, het B. A. wenschen te dienen. Zeker mogen
wij den heer Vlug voor het gepresteerde werk,
onze erkentelijkheid betuigen.
Niet zoolang als de heer Vlug, maar toch ette
lijke jaren fyeett ook de heer De Geus in het Bi-
A. gehad. Ook aan hem een woord van hulde en
lof voor de wijze waarop hij de belangen van het
B. A. heeft behartigd.
Benoeming leden van de Commissie /tot We
ring van Scnoolverzuim.
De commissie die in haaif geheel aftreed, be
staat uit de heeren J. Renaud, C. de 'Boer Wz.j
B. van Loenen, C. Kramer/ en N. Smeekest
De tweetallen voor de aanbevelingy bestonden.
uit de aftredenden no. 1 met toevoeging als no. 2
in dezelfde volgorde van Mej. N. H. Vos) van
Zon en de heeren B. van Loenen, S. de Ruiter, N.
Snpekes en J. Kos Kz.
De uitslag van de gehouden» stemming is, dat
de aftredende commissieleden alle worden herkozen.
Benoeming Leden van de Plaatselijke School
commissie.
Hadden B. en W. gedacht} een aanbeveling te
moeten indienen voor het periodiek; aftredend lid
P. gerkhouwer, inmiddels is van) hem bericht in
gekomen, dat hij niet meer in aanmerking wenscht
te komen.
Door Ds. van Meurs wordt wegens vertrek,
ontslag verzocht als lid en voorz. der commissie.
Voor de eerste vacature worden aanbevolen de
neeren Jb. Kramer Sr. en C. de Jong.
De uitslag van de stemming) is, dat de heer
Kramer met 5, tegen 1 stem op den heer De Jong
wordt gekozen. 1
Aan den heer Berkhouwer wordt/ dan ontslag
"erleend onder dankbetuiging voor de diensten,
der gemeente bewezen.
De voorz. voegt hieraan toe, dat de heer Berk
houwer het oudste lid der commissie is. Reeds
voor de wet van '20 had hij als zoodanig zitteng en
bijna 25 jaar heeft hij zijn krachten gegeven in het
belang van het openbaar onderwijs.
De aanbeveling in de vacature van Ds. van
Meurs, bestaat uit de heeren: 1. A. Schene, 2. W.
C. Bouman.
Van de gehouden stemming is) de uitslag, dat
de heer Schene met algemeene stemmen wordt
gekozen.
Ten aanzien van het ontslag van Ds. van Meurs
zegt voorz., dat B. en W. dit eervol wenschen te
verleenen onder dankzegging voor de, goede dien
sten als voorz. aan def commissie bewezen. Een
woord van lof voor wat hij gepresteerd heeft.
Tijdens de stemming kwam da heer du Burck
ter vergadering.
Rondvraag.
HET BESLUIT VAN DE GASCOMMISSI'E OM
GEEN ONDERZOEK IN TE STELLEN NAAR
DE DOOR DEN DIRECTEUR) GENOTEN
5 PCT. VAN UITBREIDINGEN
DE RAAD BESLUIT ZICH TE WENDEN TOT
GED, STATEN MET VERZOEK NAAR DEZE
KWESTIE EEN ONDERZOEK IN
TE; STELLEN.
MISVERSTANDEN EN OPHELDERINGEN
De heer Kramer spreekt ei» zijn verwondering
over uit, dat naar aanleiding van het laatste besluit
van de gascommissie geen punt op de agenda
voorkomt. Spr. had gemeend dat er mededee
lingen zouden worden gedaan oven wat er in de
gascommissie besloten is. Misschien hadden deze
gen. Spr. zou alsnog willen vragen of er niets be
kend is
De voorz antwoordt dat het hem genoegen doet
dat deze vraag wordt gesteld Officieele mededee
lingen kunnen er echter niet worden gedaan. D'oor
den raad is aan de gascommissie verzocht een na
der onderzoek in te stellen naar de 5 pCt., maar
hierop zijn geen mededeelingen ingekomen. Offici
eus i', bekend dat door de gascommissie afwijzend!
is beschikt. B. en W. zijn dan ook ten zeerste ver
wonderd, dat niet eenig bericht van de gascommisr-
sie is ingekomen.
De heer Kramer herinnert eraan hoe er in de
vorige vergadering over gesproken is en tenslotte
besloten is aan de gascommissie op te dragen een
onderzoek in te stellen naar, de kwestie van de 5
pCt. Nu wordt door de gascommissie hieraan geen
gevolg gegeven, en moet de raad nu zelf geen,
maatregelen gaan nemen? Het is ten zeerste ge-
wenscht, dat een onderzoek wordt ingesteld, in 't
belang van alles, hoe de uitslag ook zij. Er moet
uitgemaakt worden wat er wel en wat er niet
van aan is. Het is in het belang van den directeur
en het bedrijf dat de zaak onderzocht wordt.
Hij jou het op prijs stellen, wanneer vanuit
den taad het onderzoek gedaan werd, om na te
gaan in hoever de zaak! juist of niet 'juist is. 1
Het 2de gedeelte van het in de vorige vergade
ring genomen besluit moet nu worden uitgevoerd»
wanneer de gascommissie het niet doet, zal de
raad het doen.
D« voorz zegt, dat het niet ontvangen van. een
schrijven van de gascommissie, thans aanleiding,
is, dat de rondvraag niet) kan worden gehouden,
zooals men dal hier gewoon/ is: het verstrekken
van inlichtingen Daarom wil Z.E.A. ook voorstel
len dit onderwerp een punt van bespreking te doen
uitmaken t
Spr herinnert ook aan het genomen besluit,
dat, wanneer door de gascommissie geen onderzoek
werd ingesteld, of het onderzoek, was voor dezen
raad niet bevredigend, men zich tot Ged. Staten
zou wenden met verzoek een onderzoek te wil
len instellen.
De neer du Burck zegt verwonderd te zijn over
wat door den heer Kramer, op het oogenblik fin
het midden wordt gebracht. Door' den voorz. is
hier meermalen gewezen op de beteekenis van de
rondvraag en nu meen ik ook, dat deze niet moet
dienen om dergelijke ernstige dingen' aan de or
de te stellen. De zaak is zoo ernstig, dat er zeker
voorbereiding voor den raad noodig is. Ik zou het
op hoogen prijs stellen, wanneerf B. en W. 'met'
een gedocumenteerd voorstel kwamen, op welke
gronden het onderzoek moet geschieden. Dat is
m.i. een betere manier van behandelen, dan in de
rondvraag af te maken.
Waar het hier een kwestie is, die de eer en den
goeden naam van een ambtenaar! betreft, moeten
wij deze niet zoo gaan behandelen.
De voorz. antwoordt, dat dei} heer du Burck
zeker niet meer voor den geest staat, wat nu uit
voerige besprekingen is besloten. Ik meen zelfs
dat het voorstel, met een kleine wijziging, nog af
komstig is van den heer du Burck en wel, wan
neer de gascommissie geen onderzoekj instelt, de
raad zich zal wenden totj Ged. Staten melt ver
zoek een nader onderzoek ii\ te stellen. 1
En wat de rondvraag betreft- vergeet de heer
du Burck, dat de raad te allen tijde de bevoegdr
herd heeft om uit te maken of 'n onderwerp bij
de rondvraag een punt van bespreking zal uitma
ken of niet.
Wil de heer du Burck zoo formeel zijn, met te
wachten op een bericht van de gascommissie, dan
geloof ik dat we in lengte van dagen zullen kun
nen wachten op de uitvoering' van ons raadsbe
sluit. 1
'De heer du Burck meent/ nu toch een misver1-
stand uit den weg te moeten ruimen. Het voorstel
is niet geweest, dat zoo de gascommissie geen on
derzoek instelde, de raad het zou doen, maar als
de gascommissie het niet naar onzen, zin deed,
een dergelijk onderzoek van ons; zou uitgaan.
Dan vraagt spr., of het communiqué, dat in de
Pers verschenen is, de officieele notuleering van
de gascommissie is?
Alvorens verder te gaan, zou hij eerst aan /de
gascommissie willen verzoeken te berichten, op
welke gronden geen verder onderzoek wordt inge
steld naar de kwestie van de 5 pCt.
Wanneer wat in de Pers heeft gestaan een resu
mé is van het gesprokene in de gascommissie1»
en de gronden moeten zijn, waarop door den raad
een onderzoek wordt gevraagd, dan wil spr. wel
verklaren, dat de raad absoluut geen grond onder
de voeten heeft.
'De voorz. Het schijnen allemaal) misverstanden
te moeten zijn. Door de gascommissie is besloten
geen onderzoek in te stellen.
Door den heer du Burck wordt dan voorgesteld
aan de gascommissie te verzoeken, mededeeling
te doen van de gronden, waarom geen onderzoek
wordt ingesteld naar de kwestie! van de 5 pCt,',
De voorz. zegt dat do vergadering van de gas
commissie den 7 Februari is gehouden. Er is een
Perscommuniqué verstrekt, terwijl aan den raad
geen mededeelingen zijn gedaan op zijn verzoek.
Het voorstel van den heer du Burck is (in strijd,
met het besluit van den raad, dat, wanneer de gas
commissie niet inging op het verzoek van den
raad, aan Ged. Staten zon worden verzocht een
onderzoek in te stellen. Wij staan thans voor 'de
uitvoering van een besluit, dat met algemeen»
stemnten genomen is.
De lice Groen zegt ook! op de zaak jte willen
G00 gaar. De gascommissie heeft beslaten niet te
onderzoeken, dus dat is tegen ons besluit. Het be
vreemd mij echter ten zeerste dat de zaak <zoo
getraineerd wordt.
Het was eerder noodig geweest, dat de gascom
missie spoedig zou vergaderen. Ik meen zelfs, dat
er hier gesproken is, wanneer het te lang duurt,
zelf te beginnen' met het onderzoek. Het staat
ook vast uit de mededeelingen van den Directeur
dat hij de 5 pGt. genoten heeft. En uit het com
muniqué heb ik gelezen van ten rechte.
Dan gaat de schuldvraag ook niet in de richting
van den Directeur maar van de gascommissie hoe
veel er genoten is en waarvan. Kan de gascommis
sie besluiten dergelijke emolumenten te verleenen?
Zelf kan ik die vraag wel ontkennend beantwoor
den. En daarom kunnen wij' ook geen genoegen
nemen met de uitspraak van de gascommissie.
De heer Zeeman had de gedachte, jn a de door
den heer Kramer gestelde vraag, dat B. en W. wel
op het in de vorige vergadering genomen besluip
zouden zijn doorgegaan. Zooals de zaken nu staan
moeten wij gevolg geven aan dit besluit.
B. en W. kunnen zich namens den raad .wen-»
zoek deden, dan zou zeken de raad toestemming
verleenen.
Aan de orde is thans om te zeggen» 'B. en W,
gaat uw gang.
Laten we daarom kont zijn en gevolg geven
aan datgene wat besloten isl en Ged. Staten verr
zoeken een onderzoek in te stellen.
De eer en goeden naamf van een ambtenaar
staan hier los van. Hoel langer wij wachten, hoe
beroerder het is. Wanneer wij' de gascommissie,
volgens het voorstel' van den heer du Burck, eerst
om feiten en gegevens moeten vragen, waaropl
zij haar besluit grondt, dan zal het nog langer du
ren De zaak is genoeg getraineerd. Dan loopt een
ambtenaar nog langer voor het publiek met zijn
eer en goeden naam aan een lijntje.
Door het besluit van de gascommissie is het ons
mogelijk gemaakt ons tot Ged. Staten te wenden.
De heer Dijkhuizen meent datl het onderzoek
nog niet is afgeloopen. Ove$ de corruptie heeft
hij nog niets gehoord.
De heer Kramer. Daarvoor iaf v.d. Stel uitge-
noodigd.
De heer Dijkhuizen. Het onderzoek is niet af
geloopen, en kunnen wij oolrf geen uitvoering ge
ven aan het genomen besluit. De 5 pCt. zijn be
krachtigd door de gascommissie. Daar hebben wij
dus niets meer mee te maken.
De heer Kroon. Alweer verwarring.
Dc voorz. Wat weth. Kroort daar zegt, neem
ik gaarne over. Maar waaruitf put de heer DSjkh
huizen zijne mededeelingen?
De heer Dijkhuizen. Uit da krant, waarin ge
staan heeft dat v.d. Stel wordt uitgenoodigd.
'De voorz. De raad houdt zich alleen bezig met
officieele bescheiden en zelfs niet! met Perscom-
muniqué's Door de gascommissie is met. 8 tegen
7 stemmen besloten geen onderzoek! in te stellen
naar de 5 pCt Opi het verzoek van iden raad is
dus afwijzend beschikt. Z.EA. leestl dan het in
de vorige vergadering genomen besluit voor: wan
neer ac raad zich niet kan vereenigen met het on
derzoek der gascommissie, zal aan Ged. Staten
worden verzocht een onderzoek in te stellen.
,De heer du Burck. Maar vindt u het ook nieti
op den weg van de gascommissie liggen ons ant
woord te geven op ons ingediende verzoek. Ik ben
het ook volkomen oneens met| de handeling van
de gascommissie tegenover den raad van Zuid-
scharwoude.
De vjorz. Ik herhaal het voor de laatste maal
en hoop hiermede alle misverstanqj op te helde
ren, wij hebben ons alleen bezig te houden met
,het verzoek tot het instellen) van een onderzoek,
waarop door de gascommissie met) 8—7 stemmen
is besloten dit niet te doen.
Maar daarmede vervalt in geert geval het 2de
gedeelte van het door ons genomen besluit om het
dan zelf te doen.
Wat is er nu dankbaarder, dan om te bewijzen
dat de voorstanders gelijk hebbed en de 5 pCl.
geheel ten rechte genoten is. Dat kan vastgesteld
na het door Ged. Staten in te stellen onderzoek.
Het abnormale is, dat mep' gaat beweren dat
de s pCt. ten rechte genoten is, maar daarbij)
voegt: een onderzoek is niet noodig.
De heer du Burck. Kunt; u zeggen daitf de 5
pCt. ten onrechte genoten is? 1
De voorz. Daarvoor verwijs iW naar mijn nota.
Wanneer u zegt, dat deze ten rechte genoten zijn,
antwoord ik: ik geloof u officieus, maar vraag
daarbij: legt u mij eens de bescheiden over waar
uit u die conclusie trekt?
(De heer du Burck herinnert eraan, hoe eenigen
tijd geleden door den voorz. aan den heer Zeeman
het antwoord is gegeven, datl men het volle 'ver
trouwen kan uitspreken in da leiding.
De voorz. staat verbaasd over de naïviteit,
Vvaarmede dit gezegd wordt. Het zou toch zeker
onverantwoordelijk zijn, te verklaren dat iemand
onbetrouwbaar is, zonder daarvoor bewijzen te
hebben. Maar wanneer mij daarna mededeelingen
worden gedaan, hef ik waarschuwend den vinger,
en zeg onderzoek het eerst.
De heer du Burck herhaalt daarna zijn voorstel,
om gegevens aan de gascommissie te verzoeken,
welk voorstel door den heer Dijkhuizen wordt
ondersteund.
De heer Groen. Is het niet bespottelijk, dat
over een dergelijk voorstel moet worden gestemd.
Ik verwacht het bericht niet. En als het komt,
wat kan ons dan meer worden medegedeeld? Wij
kunnen niet langer wachten. En de Directeur kan
geen 5 pCt. genieten zonder voorkennis van de
raden, waar dit nooit is besloten.
In stemming gebracht wordt het voorstel du
BurckDijkhuizen verworpen, met de voorstellers
alieen voor.
Hiermede is tevens besloten, dat gevolg zal
worden gegeven aan het genomen besluit, Ged,
Staten te verzoeken eenonderzoek in te stellen.
■De heer Groen wijst dan op de kwestie van het
neutraal ziekenhuis, betreffende de f 150.000, waar
van door hem uit de bladen kennis is genomen, en
het hoofdcomité zich zal wenden tot de plaatse
lijke commissies.
Het vorig jaar is geschreven aan Alkmaar, hoe
het staat met de zaak en gevraagd inlichtingen
te verschaffen in verband met de gewijzigde plan
nen. Is daarop al eens een mededeeling verstrekt?.
Moeten wij ons nu niet eens opnieuw wenden tot
Alkmaar om inlichtingen?
,De voorzitter antwoordt, dat er nimmer van
Alkmaar antwoord is ingekomen. Dat moet men
echter scheiden van de kwesties die in den Alk-
maarschen raaa naar voren zijn gekomen, waar
nog geen definitieve uitspraak is gevallen.
Wanneer de aanvrage om de toegezegde subsi
die binnenkomt, bestaat er nog voldoende gele
genheid deze zaak te behandelen.
De voorz. doet echter de toezegging om nog
eens om antwoord te verzoeken.
•De heer du Burck doet mededeeling zoo laat op
de vergadering te zijn gekomen, doordat hij ver
gadering van de Boerenleenbank had.
De voorz. 't Is jammer. U heeft wat gemist.
Niets meer aan de orde zijnde volgt sluiting
der vergadering.
(Als bijzonderheid kan worden vermeld, dat dit
geschiedde om kwart over negen.))
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Laxeer-Tabletten 60 ct.
Zennw-Tabletten 75 et.
Sltaal-Tabietten 90 ct.
Maag-Tabletten 75 et.
Bij Apoth. en Drogisten.