insiHëöëpraatjë
Een treurspel in drie bedrijven
Hoe zullen de hoeden dit voorjaar zijn. Ook
hier moet toch telkens weer iets nieuws en mo
derns gevonden worden. De vorige zomer iwérden
de hoeden diep in' het gezicht gedragen en waar
gaan we nu uaar toe. 'Natuurlijk naar een hoedi
met opgeslagen rand, maar dat gaat in de mode
zoo gauw maar niet. Zooals ons modjel toont
wordjt nu de hoed eerst met een kant naar boven
en d|e andere kant diep in het gezicht gemaakt.
Misschien is djit ook wel om ons vast te wennen.,
diat nu de rimpeltjes, die in ons gezicht egko-
men, wat duidelijker te zien zijn.
De hoed laat nu aan de eene zijde het voor
hoofd geheel bloot en is een zwarte hoed van dit
soort wel het mooist omdat de tint van het ge
zicht dan het heste uitkomt. De 'hoed, die natuur
lijk heel klein is, kan met een eenvoudige speld
opgesierd worden.
Toch beelden wij ook nog een paar andere mo
dellen af. Dit zijn gewone modellen met opgesla
gen randje, maar toch door de stof en afwerking
eigenaardig gemaakt. Het hoedje is van bontge-
ruite stof, en de Versiering bestaat uit kraaltjes
het geheel is afgewerkt met een zijden lint. Dit
hoedje is als men desnoods de vorm koopt, heel
gemakkelijk zelf te fabriceeren. De kralenversie-
ring is wel een beetje ingewikkeld, maar men
kan of een patroon koopen of er zelf een ontwer
pen, hetgeen dan op den hoed genaaid worden.
Hierop worden dan de kralen vast genaaid, waar
na men later .weer het papier er af kan trekken.
HET WEAK VAN HET ENGELSCHE SCHIP „SHONGA", NABIJ IJMUIDEN.
Nu de storm bedaard is konden wij een foto maken van het achterstuk van het verongelukte schip ,,Shonga", dat nabij IJmuiden
strandde en middendoor brak. Zooals men ziet is. het wrak aan de elementen overgeleverd.
NA EEN BANG EN TIJD IS TOCH GELUKT DE SCHIPBREUKELINGEN TE REDDEN.
De mannen werden door de reddingboot „Dorus'Rijkers" van het schip „Shonga" gehaald en een
stevig ontbijt aangeboden. Zooals onze foto toont waren onder de mannen vele Afrikanen.
Daar die kralen er bij vele tegelijk opgenaaid
worden is een eerste vereischte, dat men het zoo
stevig mogelijk dóet, want evenals iedereen wel
eens bij een japon, met kraaltjes afgezet zal heb
ben, bemerkt, laten ze allemaal los, zoodra er
maar een draagje stuk is.
Dan geven wij nog twee modellen van een zeer
eigenaardige hoed. De uitvindster van deze hoed
wordt hier tevens uitgebeeld en wel op twee ma
nieren. Boven zien wij haar met haar maaksel,
onder alleen met het kapje, terwijl zij het andere
deel van de hoed in de hand heeft.
Dit nu is een model van een vrijbuitershoei,
die de Parijzenaars wel weer terug brengen naar
den tijd dat er zooveel zeerovers waren.
Deze slappe vrijbuitershoed is nu weer het
nieuwste, en kan met een zwart kapje gedragen
worden. Het is een zeer aardig model en heeft
ten doel dat men bij warmere dagen of bij sport
ook alleen kan dragen.
Dit kapje dat gemaakt is van zware crêpe de
chine, is meteen een aardige versiering aan de
eenvoudige hoed. De hoed zelf is. van een zacht
vilt geheel in een kleur gehouden, en wordt dus
door het lint, dat of dezelfdekleur of van een
andere mooi harmonische kleur gemaakt kan zijn.
(Uit de Jaarboeken der Spaansche rechtspleging)
■De stad Carthagena in een der drie kustdepar-
tementen van Spanje en heden ten dage. geheel
in verval geraakt, was nog in het begin der vorige
eeuw van vrij wat beteekenis, zoowel door haar
voordeelige ligging, haar veilige haven en den rijk
dom van naar arsenaal, als ook wegens de aan
trekkelijkheid van haar uiters' gezond klimaat.
Van de groote voorsteden Santa Lusia, San-
Anton en Quitapelleja omgeven, telde zij eene
aanzienlijke bevolking.
Doch een geduchte besmettelijke ziekte brak
in het jaar 1804 binnen hare muren uit en maaide
de inwoners, weg, zoodat de handel tier stad groote
schade leed. Deze epidemie, die. aan de gele koorts
herinnerde, noemde men vomitonegro. Armen en
rijken, ounen en jongen werden er gelijkelijk het
offer van. Geheele familiën stierven er door uit
en de carro de los meurtos (lijkwagen) rolde on-1
afgebroken door de straten, om de gestorvenen
naar het kerkhof Santa Lusia te vervoeren, waar
zij schier naakt, zonder inachtneming van rang
of stand, in een grooten kuil werden geworpen^
dien het volk niet oneigenaardig hét Duivelsgat
noemde. Meer dan dertig duizend menschen wer
den door deze pest weggesleept. Een buiten aan
de huizen uitgehangen tantaarn verkondigde der
doodgravers, dat daar een lijk op hen wachtte.
Treurige episoden kenmerkten dezen tijd van
ramp en bezoeking. Talrijke misdaden werden on
gestraft gepleegd.
Toen eens de doodgravers een oud huis in de
wijk de la Merced voorbij kwamen, zagen zij het
teeken, traden binnen en drongen door tot het;
woonvertrek. Een man in blauwe montering met
roode opslagen, gelijk de zeeofficieren die dragen,
trad hun t egemoet. Die man met sergeants-epau
letten heette Lazaro, was te Uascala in Amerika
geboren, en had zich te Vera Cruz op een Spaansch
koopvaardijschip naar het schiereiland ingescheept
Hij was klein, mager, donker van tint en haar, en
verried in zijn voorkomen meer goedaardigheid, dan
mannelijke vastberadenheid en kracht. Op een.
rustbed in een hoek van het vertrek lag een vrouw
onbewegelijk en koud. Haar kleeding bestond en
kel in een rok en met bevreesde voorzorg droeg
zij een linnen doek om den h&lsg! ewikkeld. Haar
„aangezicht was zwart, haar lippen gezwollen, haar
oogen bloedig afgeloopen, maar toch ontdekte men
op haar ledematen geen spoor van die blauwach-
tgie plekken, welke de gewone symptomen van
den vomito zijn. Het lichaam opnemende, ont
knoopten de dragers den hals der doode, doch
bekommerden zich daar niet bijzonder om en ver
genoegden. zien, den sergeant strak aan te zien, die
zich verbleekend afwendde. Immers, wat was een
moord in deze dagen des ongeluks, nu de moor
denaar zelf, met nog geheven dolk, als offer der
krankheid neerstortte? Er had dan ook geen ge
rechtelijk onderzoek plaats en er was een zon
derlinge samenloop van omstandigheden noodig,
om den doodgravers veertien jaren later de be
vreemdende ontmoeting, welke zij hier in dit huis
van de straat del Alto gehad hadden, weder in het
geheugen terug te roepen,
i Trouwens, dit was werkelijk nog glechts het
eerste bedrijf van een ingewikkeld treurspel ge
weest, dat, terwijl de hoofdpersoon immer de
zelfde bleef, zich in drie verschillende tijdperken
verdeelde.
Nadat sergeant Lazaro bij het verlies zijner
vrouw de bitterste droefheid betoond had, was
hij wederom getrouwd en had zich onder zijne ka
meraden een vrij goeden naam weten te verwer
ven. Op zekeren morgen, dat hij zich naar de
kazerne der mariniers begaf, sprak hij bij die
kazerne een panadero of bakker, met name Perck
aan, die hem bij zijn tweede huwelijk tot getuige
gediend had en hem dagelijks van die kleine brood
jes bracht, die de Spanjaarden bij hunne choco
lade. gebruiken. De sergeant zeide hem, dat hij
naar de kazerne ging om zijn tractemeat te ha
len, en misschien een kwartiertje uitblijven zon.
Hij nad zijn vrouw, die nog sliep, in huis gelaten,
en verzocht dus hem den bakker het brood
maar in de voorkamer neer te leggen, waartoe hij
hem den sleutel gaf, dien de ander zonder aar
zelen aannam.
De sergeant en de bakker gingen nu ieder huns
weegs. Lazaro stapte regelrecht naar de kazerne
door, liet zich soldij uitbetalen, schertste nog 'n
poos met onderscheidene onderofficieren van zijn
compganie, en keerde toen dadelijk huiswaarts.
In de straat delAlto gekomen, ging hij- lang:-
zamér, betrad zorgeloos zijn woning, klom de trap
op en opende de deur, doch bleef daar stom van
verbazing op den drempel staan. De bakker doods
bleek, stond voor het lijk eener jonge vrouw, uit
wier mond en neus bloed druppelde, en die aan
den hals een akeligen rooden kring had, welke het
licht kenbaar teeken van .verworging is. De bin
nentredende stiet bij dien gruwelijken aanblik zoo'n
doordringenden, rauwen kreet uit, dat de buren
ijlings toeschoten en moeite hadden, om den bak
ker aan zijn handen te ontrukken, dien hij ter aar
de had geworpen en onder het geroep: „Monster,
Moordenaarl" woedend sloeg.
De vermeende moordenaar, wiens verwarring,
schrik en dof stilzwijgen gepaard met zijne tegen
woordigheid op de plaats van het misdrijf, tot het
ergste vermoeden aanleiding moesten geven, werd
dadelijk gevangen genomen en voor den alkalde
van Barrio gebracht. Eerst thans kreeg de onge
lukkige panadero eenigermate zijn tegenwoordig
heid van geest terug en betuigde met vastheid zijn
onschuld, verklarende, het reeds koude lijk in de
voorkamer gevonden te hebben. Hij beriep zich
op geheel zijn vroeger onberispelijk leven en
trachtte te bewijzen, dat geen hebzucht hem kon
bewogen hebben, zulk een misdaad te begaan, daai
de sergeant Lazaro, gelijk iedereen wist, verre van
rijk was. De uitdrukking van waarheid, welke zijn.
betuigingen kenmerkte, bewerkte, dat een tijd lang
onbepaalde vermoedens tegen den sergeant oprezen
doch 's-mans verschijnen in de kazerne, terwijl
de misdaad vermoedelijk werd gepleegd, zijn
vroolijk schertsen daar met zijne kameraden, en
meer nog de eenstemmige getuigenis der buren, die
verzekedren, dat hij met zijn vrouw in volkomen
vrede en eensgezindheid geleefd had, strekten spoe
dig, om alle verdenking van hem af te leiden.
Het proces werd met spoed geinstrueerd'ón kwam
voor de rechterstoel van de alkalde-majoor. De
fiscaal ontwikkelde een ongemeene bekwaamheid,
een vurige welsprekendheid, en de schuld van den
panadero, werd, daar de bewijzen zich tegen hem
opeenstapelden, gedurig duidelijker. De ongelukki
ge verdedigde zich overigens slechts met snikken,
en den alkalde-majoor velde het vonnis, dat hij
den dood door den galg sterven moest. Toen éen,
jonge vrouw, die in een donkeren hoek van de
rechtszaal, gestaan en de oogen niet van den fis
caal, den aangeklaagde en een kleinen knaap, die
bij dit tooneel meer nieuwsgierigheid dan droef
heid verried, afgewend had, deze uitspraak vernam
sliet zij de alguazils terug en riep, zich tot den
alkalde wendendeBeul, als ge toch eens aan het
moorden gaat, neem dan ook de vrouw en het
kind.
Wat den bakker betreft, die zich tot "hiertoe
zoo zwak en moedeloos betoond had, deze legde
thans, nu zijn lot beslist was, een stille onderwer
ping aan den dag en zeide slechts:
Senor, ik ben onschuldig. God vergeve
ul"
Het vonnis kon intusschen niet voltrokken wor
den, zonder vooraf aan een hoogere rechterlijke
macht ter bëoordeeling te zijn voorgelegd. Het.
kwam derhalve aan de kanselarij, die den naam
van audiencia voert, en wier taak is, de uitspraken
van den alkalde-majoor te verwerpen, te wijzigen
of door haar bekrachtiging onherroepelijk te ma
ken.
Overeenkomstig deze inrichting werd de zaak
door de kanselarij te Grenada opnieuw onderzocht.
Deze bekrachtigde het vonnis, en zoo werd de
veroordeelde drie dagen later op de plaza de los
Monjas ter dood gebracht.
Van de' bovenste sport van de ladder richtte
de delinquent zich .tot zijn kleinen zoon, die bit
ter schreiend aan den voet van de galg geknield
lag en voegde hem toe:
Joaquin, herinner u, als gij eens groot zijt,
dat de Justitie uw armen vader, zonder dat hij
schuldig was, ter dood heeft veroordeeld.
(Slot volgt.)