Uit den Omtrek Gebeurtenissen van den Dag - OUDKARSPEL. Wegens bedankerL van den heer D. Hopman als. Notabel der N.ed. Herv. Kerk alhier, en de be noeming van den heer F. de Boer Fz. tot Kerk voogd, is men- Dinsdag overgegaan tot de stem ming van 2 Notabelen. Ingeleverd werden 174 stembriefjes, met 348 stemmen. Ongeldige stemmen 32. Aantal geldige stemmen 316. Op iedere candjdaat konden 'dus uitgebracht worden 158 stemmen. De stemmen waren als volgt verdeeld: A. Tim merman 94, F. Moeijes Fz. 86, H. Bakker 59, C. Borst Pz. '69, P. Wijn 4, P. Kuiper 2, C. Smit 2, Gekozen werden dus de heeren A. Timmerman en F. Moeijes Fz. De volstrekte meerderheid was 80. ZU1DSCHARWOUDE. In de gehouden Bestuursvergadering van de afd- Zuidscharwoude— Broek op Langendijk van den (Bomcl voor Staatspensionneering, is besloten met 'het oog op de kosteh, dit jaar geen autotochtje voor de rentetrekkers te órganiseeren. Men hoopte dit bij voldoende medewerking het volgende jaar weer te kunnen doen. - OUDKARSPEL. Door Burgemeester en Wethouders dezer ge meente is aan den onderwijzer aan de Openbare Lagere School alhier, den heer A. J. Vos van Zon, een ziekteverlof verleend van zes maanden. r- OUDKARSPEL. Naar wij uit goede bron vernemen, ligt het in de bedoeling van het Bestuur der afdeeling Oud karspelNoordscharwoude van den Bond voor Staatspensionneering, aan de ouden van dagen uit de gemeenten Oudkarspel en Noordscharwoude, een 'gratis autotochtje aan te bieden naar Haarlem en omstreken. Om de hieraan verbonden onkosten te dekken, is door het Bestuur aan de colleges van Burgemeester en Wethouders vergunning gevraagd tot het mogen aanbieden van inteekenlijstem aan de woningen der ingezetenen. Naar men ons mededeelt is door Burgemeester en Wethouders van Oudkarspel reeds toestemming tot het houden van deze collecte gegeven. Een ieder zal ongetwijfeld met dit voornemen instemmen en van gevoelen zijn, dat alle pogingen in het werk moeten worden gesteld om dit uitstapje te doen dóórgaan. Gaarne bevelen wij dan ook van deze plaats de collecte in de bijzondere weldadigheid van onze lezers aan. NOORDSCHARWOUDE. Wanneer we ons niet vergissen is de binnenbe timmering gereed gekomen, bestaande uit eene Omtimmering van de kantoortelefoon, zoodat het spreken niet meer wordt gehoord, terwijl er geen gelegenheid meer bestaat zijn hoofd onbescheiden door het loket te steken. Dit is reeds een groote verbetering, maar af doende is het natuurlijk niet. Echter het gaat den goeden weg op. HET BUITENGEWOON FAASCHGONCERT. Gisteravond heeft „Crescendo" gezongen en wij hebben tevens de soliste mej. Hélène Cals hoo- ren zingeh. Wij kenden haar stem reeds door de radio, en zij behoort tot een dier zangeressen, naar wie wij altijd luisteren. Niet' allen, die wij hooren, beluisteren wij. Wanneer er een zangeres Vöór dë ïhicróf-oonzingt, die vibreert, dan is 't onze uitdrukking nogal eens, 0, die loopt weer langs een hobbeliger weg. Want dat vibreeren heeft voor ons altijd teen 'dergelijke gewaarwor ding. Wij houden er eenmaal niet van, en daarom zeer zeker behooren wij tot "de slechtste beoor deelaars, die eigenlijk wel wat al te „burgerlijk" neerschrijvien wat tij er van denken. En ons oordeel over de soliste van gisteravond is, dat zij integendeel langs een zeer geëffend pad gaat. Ook haar kunst. Dat moet wel. In zingen kan meri ook' eenvoud betrachten, kan men ook ka rakter leggen, kan men z'n geestesgavten eveneens j vfertolkten, kan men eveneens zich later zien j En dat laatste heeft mej. Hélène Cals gisteravond. Laten zien, laten hooren en laten voelen. Haar stem is effen .en glad als gepolijst marmer. Glas- helder is hier Eet woord niet. Het is meer dan dat, het is metaal, klinkend metaal, die liefde wekt en begeestert, metaal van het beste mate- riaal vervaardigd, waarvan de grondstoffen hee tten gevoel, techniek en opvatting. En die drie gaven uitte zij ten volle in de gezongen nrs., die den geheelen conoertavond wijdien met een gloed van devotie en heiliging. „Ich weiss, dasz mein E'rlözer lebet," hoe heerlijk' zilverden de eerste tonen langs het kerkgewelf. Daar pakte zij ons allen aan, in geestvervoering bij het zwellende crescendo. Er kan heel wat verstikken in een mensch, maar het luisteren naar haar liede ren, naar haar stem, naar "haar bezielende en geaccentueerde voordracht, 'waarlijk, dan be ginnen weder snaren in het gemoed te trillen die hoop en weemoed tegelijk' wekken. Haar hoo ren is 'genieten, dit genieten is bezielend. Wanneer wij nu verder een woord van dank brengen aan onze zangvereeniging, die ons in staat stelde een avoid als deze van hét buitenge- 'woon Paaschconcert te kunnen bijwonen, dan ,,0, mijnheer Ernst, ge zult dien armen Vincent niet met zooveel hardheid behandelen. Ik' spreek meer voor 'zijn belang dan voor bet mijne, dat verzeker ik u. In den angst voor het leven zijner vrouw, heeft hij alles niet behoorlijk' overwogen. Hij wilde over den muur klimmen, als ik hem niet uitliet. Hij zal wiel dadelijk' herugkaeren en dan behoeft de patroon, die afwezig "is, van het geheel e voorval immers niets te weten. Vincent is een braaf en oppassend man, van wien men voor een enkele maal 'wel iets door de vingers mag zien. Als hij zijn plaats aan de fabriek verliest, is hij broodeloos en 'kan er natuurlijk niet aan denken, om zijn zieke vrouw te verplegen, zooals zij dat btehoeft! Ik bid u, mijnheer Ernst, laa;t hem niet 'wiegjagen. 'tls alles mijn schuld. Als ik hem het uitgaan maar standvastig geweigerd had, ware hij ook' naar de werkplaats terugge- j kteerd, 'want hij zou er wel niet toe gekomen zijn, om door ovefklimming de fabriek te verlaten. Ge zult mijnheer Labron er niets van zégden, "is 't wel? Over weinige minuten staat Vincent weer als 'vroeger aan zijn werkbank, want dat heeft hij mij v'aSt beloofd. Ge zijt goedig van aard, niet waar, 'Ernst Garaud? Ge zult ditmaal genade voor recht laten gelden, is het niet Bijna vleiend klonk Johanna's stem, terwijl zij den opzichter aldus toesprak „Vriend Ernst mag moeniet plagen!" riep piot hébben Wij in dit woorld van dank tevens een Wotnd van lof willen leggen voor de wijze, waarop deze avond werd geleid en gewijd. Want gewijd werd deze avond, evenzeer door. den schoe nen Zang van het gemengde koor, zoowel als door het orgelspel van den heer Slinger ende uitnemende begeleiding op den vleugel door den heer W. J. Smit. En toch, dit zijn aanvullingen, of worden wellicht zoo genoemid. Laten wij. zeg gen, dat 'het ©en paar gouden schakels waren) in den gouden paaschkteten door „Crescendo" ge smeed. Nog klinkt het na in ons gemoed, „Chris tus ist auferstandeu von 'Seiner Marter alle," met het aangrijpend slot „Alleluja!" Klin kend metaal, alles wat ©r is gespeeld en gezon gen, maar gezongen vooral. Dank aan onze zungvëreenigmg voor zoo'n avond! Gij gaaft we derom het beste wat gij bezit. W ARMENHUIZEN- Zaterdagavond had in tegenwoordigheid van den tuinbouwconsulent Hazeloop, den Burgemees ter en de heeren P. Slot en K. Molenaar, als leden van de commissi evan toezicht ide uitreiking plaats van de diploma's aan de 11 cursisten, die den 2-jarigen tuinbouwcursus, uitgaande van die tuin- bouwvereeniging „de Noord" en gedoceerd door den heer Donia, tuin bouwleeraar, met vrucht had den gevólgd. Aan de hand van verschillend© vra gen aan de cursisten gaf genoemde heer Donia een overzicht van het gegeven onderwijs 0 a. van 'druivten -en tomatenteelt e.d. en 'bleek de aan wezigen, dat do leerlingen theoretisch hiervan behoorlijk op de hcogte waren. De heer Donia, het wóórd voerende, deelde me de, dat de cursisten zeer serieus de lessen hadmen gevolgd en altijd op tijd kon worden begonnen, hetgeen bij de vorige cursussen nogal eens te wenschen overliet. Hij dankte het gemeentebe stuur voor het kosteloos 'beschikbaar stellen van een vterlicht ©n verwarmd lokaal en de leerlin gen voor hunne prettige medewerking tot het goed doen slagen van dezen cursus. D© theorie en praktijk moeten ook iu den tuinbouw samen gaan, waardoor eeen meer intensieven cultuur wordt bevorderd. De heer H. Hink dankt namens 'de. cursisten 'den heer Donia voor het genoten onderwijs en hoopt, dat het contract tusschem leeraar en leer lingen mag blijven bestaan en 'biedt den heer Donia namens allen een keurig cadeau aau. Den heer Hazeloop doet het genoegen dat zoo'n uit stékend gebruik is gemaakt van de gegeven lessen en deze getrouw en met goed gevolg zijn be zocht. Spr. feliciteert de cursisten met het be haalde diploma, brengt hulde aan den heer Donia voor het gegeven onderwijs en het bestuur der tuinbouwvereeniging met het sucoes. Ook de heer "Burgemeester heeft geconstateerd idat ide theoretische kermis van de cursisten op zee rgoed peil is en dit ten goede mag komen vóór de cursisten. De heer 'Slot zegt, dat het altijd wel moeilijk is geweest een cufeus te krij1- 'gen met een voldoend aantal getrouwe deelne mers, tot heden is dat toch altijd nog gelukt en hoopt dat vooral de jeugd doordrongen mag wor den van'het groote nut va 'nhet volgen van eten tuinbouwcursus. te- SINT MAARTEN, t Bij de aanbesteding, verbouw kaasfabriek „De Tijdgeest" alhier, is de uitvoering gegund aan dpn heer C. Dekker te Eenigenburg, terwij! deze hef metselwerk weer heeft uitbesteed aan den heer K Nieman alhier. De levering voor de benoodigde ma chinerieën is gegund aan Berendsen en Co. te Scha gen, terwijl aan den heer K. Lange te Winkel de opdracht is gegeven om een nortonpomp té slaan. - WARMENHUIZEN. Het vervoer van de steenkool van Schoorldanj naar de gasfabriek is gegund aan C. Groot en T. Kwant voorf 0.95 per ton. Gasbedrijf. Aan den tijd. stoker J. de Boer is met ingang Van 15 April 1928 op zijn verzoek ontslag verleend en aan D. Berkhout met ingang van 1 Juni 1928, Kiezerslijst. De voorloopig vastgestelde kiezerslijst 1928-'29 omvat 1057 kiezers voor de Tweede Kamer, 1055 voor de Provinciale Sitaten en 1025 voor den Ge meenteraad. Gevonden voorwerpen Ter gemeentesecretarie zijn inlichtingen te ver krijgen over een gevonden heerenrijwiel, hetwelk eenige dagen onbeheerd heeft gestaan bij den winkelier N. Vader. Veiling. Aan de veiling te Warmenhuizen werd aange voerd in Maart. 1928: 928870 kg. roode kool, 172615 kg. gele kool, 1.266.825 Eg. deensche witte kool, 56.125 kg. peen, 31690 kg. uien 1400 kg. bieten- Voor Maart 1927 waren deze aanvoercijfers 1909025 kg. roode kool, 2760125 kg, gele kool 720650 kg. deensche witte kool, 18575 kg. peen, 93600 kg. uien 6875 kg. bieten. De omzet bedroeg in Maart 1928 f319.847,87 tegen f 126.170,39 in Maart 1927. Die omzet over het eerste kwartaal van 1928 be- seling de kleine George, terwijl hij daarbij even met het lieve kopje achter moeders rokken tte voorschijn kwam. De opzichter.'was in gtrooten tweestrijd en dat stond hem op het gelaat te lezen. „Ik wil niet, dat ge mij later verwijten zult, Johanna, dat ik zulk eene dringende bede van u onverhoord heb .gelaten!" riep hij eindelijk. „Ter wille van u zal ik Vincent vergif efnis schen ken. 't Is verkeerd om toe te geven, dat weet ik maar al te go^d, maar ik doe 'het- toch. Mijnheer Labron zal van het gebeurde niets te weten komen." „Hoe zal ik' u danken voor dit edelmoedig besluit? riep Johanna met ongehuichelde 'dank baarheid. „Ja, ik wist wel, dat gij een goed mensch zijt." „Goed ben ik nietmaar ik heb u lief!" Óp dit oogenblik 'werd de bel in de portSerslogje overgehaald. „Daar zai Vinoeht zijn!" riep de jonge vrouw. „Hij is gelukkig niet lang 'weggebleven." Johanna trok aan het deurkoord, terwijl zij Zelf naar buiten liep, gevolgd door Garand, om te zien 'wie 'er was. Gelijktijdig geraakte de portierster en de op zichter in groote verwarring, terwijl de knaap van angst naar het duisterste hoekje van het kleine vertrek sloop. 'i droeg f840.132,76 tegen f309.821,90 over het eerste kwartaal 1927. ST. PANCRASi. Een 6-jarig jongentje van de B„ aan de Twuij- verweg. alhier, gooide gistermorgen met steentjes en raakte de hit van den melkboer J. K., waar door 'het beest schrok en op hol sloeg, voordat de ijlingis toegeschoten eigenaar dit kon verhin deren. - Met de slingerende wagen achter zich, waarop eenige melkbussen, holde het dier de Bovenweg op, waaï het, zonder persoonlijke ongelukken le hebben veroorzaakt, tot staan werd gebracht door den heer Kloosterboer, zoicüdat ernstige gevolgen weiden voorkomen. Intusschen waren eenige melkbussen op straat terecht gekom'en, 'waardoor een hoeveelheid melk verloren raakte, terwijl een koperen kraan werd vernield, zoodat dit grapje, hoewel betrekkelijk goed afgeloopen, voor den eigenaar toch nog op een schadepost uitliep. De vorige week hebben, de burgers aan den Langendijk een tweetal heeren kunnen zien, op 't eerste gezicht zag nu iedereen, dat het vreemden waren. Klein van gestalte, een der heeren was zelfs vap zeer geringe statum, 't waren Japanneezen, die veel hadden gezien van de wereld en nu ons land bezochten, teneinde de toestanden op land- en tuinbouwgebied te bestudeeren. Het waren man nen van beteekenis, Dr. Masxo Otsuki is profes sor aan de landbouwkundige faculteit „der Kaiser- liche Universitat zu Kioto", terwijl Dr. Iku Oküda hoogleeraar is aan de Taiwan Universiteit te Tai- hoku op het eiland Formosa. Ze kwamen hier onder leiding van den heèr W. Balk, tuinbouwkundige te Alkmaar, namen een kijkje ter veiling te Broek en bezichtigden daarna 'het Betaalkantoor. Ze vroegen maar, die beide heeren en hielden zoo lang vol, tot zij een volkomen overzicht had den van de Nederlandsche Tuinbouworganisatie. Dat daar nu heelemaal niets bij was, wat in het credit van den Staat kon geboekt, wekte der hee ren niet geringe verbazing. Precies noteerden zij, hoe de organisatie in elkaar zit en hoe 't op een betaalkantoor toegaat, hoe de betalingen geschiet den, welke bewijzen worden afgegeven, hoe het keuringsstelsel werkt, hoe de boete wordt be paald, welke omzet wordt bereikt, wat de koster? zijn, alles wenschten ze te weten. De 'heeren vroe gen heusch niet in den blinde weg, in hum. vragen zat systeem. Buitengewoon voorkomend zijn ze door den Betaalmeester en den Veilingleider van aLlesop de hoogte gesteld, plaatsten, in het Vreem- delingenboek hun handteekening (daarin staat al menig handschrift), betuigden hun dank en daar op ging het naar Noordscharwoude, waar de vei lingleider, 'de heer Ootjers, het gezelschap op niet minder vriendelijke wijze rondleidde en den vreem delingen een koolschuur met inhoud toonde. Dat vonden de heeren zeker interessant, maar boeide hen toch weinig. 't Bleek spoedig, wat daarvan de reden was: „Verbouwt men bij u in Japan ook kool", werd gevraagd, waarop het antwoord volgde: „Zeker, kennen we kool, die wordt in ons land zelfs veel geteeld, maar koolbewaring kennen we niet, die is in Japan totaal overbodig." Daar begrepen we niet veel van, maar de verklaring volgde spoedig. (Er is in dat verre land een groot verschil van kli maat, in den zomer bouwt meri kool in het Noor den, in Midden-Japan in den winter. Zoo kan de bevolking heel het jaar door versche kool van den akker krijgen en heeft koolbewaren geen zin. Men stond verbaasd over de massa, die hier naar andere landen wordt uitgevoerd. Dat is in Ja pan anders, daar teelt men schier uitsluitend voor binnenlandsch gebruik, koolexport kent men niet- Trouwens, liet een der heeren zich uit, een licht be derfelijk artikel als kool, leent zich in Japan niet voor export, in goeden staat kan het bij onze temperaturen niet de plaats van bestemming be reiken. De eenige landen, die voor ons Japanneezen in aanmerking zouden komen, zijn China en ,Sy- berië en daar is over het algemeen de levensstan- 'daard veel lager dan bij ons, is rijst het hoofdvied- sel en wordt weinig groente gegeten. Van Noordscharwoude ging het per auto naar Hoorn, waar de rijkstuinbouwschool met den schooltuin werd bezichtigd. Gedurende den rit kon nog gezellig worden gebabbeld. Japan staat vooi een zeer moeilijk economisch probleem, hoe nl. zijn jaarlijks met I millioen zielen toenemende be volking te kunnen voeden. Het eilandenrijk telt reeds 80 millioen inwoners, de bodem is reeds ver snipperd. D,e tuinbouwbedrijven zijn uiterst klein van omvang, de meeste kleiner dan 1 H.A.; er is derhalve e en schreeuwend gebrek aan cultuurgrond, de verhoudingen van eigenaars van den grond tot de pachters, zijn door de hooge pachten, gevolg van de levendige vraag, uiterst gespannen. Het was dan ook het speciale doel van de studiereis, de Eu- ropeesche bedrijfsvormen, speciaal in de dichtst bevolkte landen, te bestudeeren; een der heeren had reeds Noord- en Zuid-Amerika alsmede Ca nada bereisd. De laatstaangekomene 'was niet Vinoenit, maar de directeur der fabriek, mijnheer Julius Labron. Hij scheen kwalijk gemutst fe. zijn. Nadat hij ide deur achter zich 'had dicht ge worpen, liep hij op den opzichtier to.e. „Zag eens, Eirnst Garaud," begon hij op drei genden toon, „hebt gij Vindent verlof gegeven, om tussohentijds de fabriek lie verlaten?" Bij die woorden verbleekte Johanna Fortier. Garaud zweeg Verlfegem stil. „Hoort ge niet wat ik u vraag?" hernam mijn heer Labron met Wasseficteai toorn. „Hebt gij' Vin cent laten uitgaan?" Het 'was onmogelijk om het antwoord op dteze duidelijk gestéldte vraag nog langer schuldig te blijven en de opzichter zea.de dan ook naar waar heid: „Neen, mijnheer, dat heb ik niet gedaan. Ut 'weet te goed, dat "ik daarmede mijn plicht zou zijn te buiten gegaan." „Zonder u iets te vragfen heeft Vincent' der- halvte eigenduhkteljjk de 'werkplaats verlaten?" „Ik heb hem zijn verzoek geweigerd, mijnheer, en toen ik ontdekte dat zijn plaats verlaten 'was, heb ik mij tot juffrouw'Fortier gewend om "haar t© Vragen ,of zij Vincent ook' had zien 'weggaan." Mijnheer Labron wend'Je zich tot Johanna en ondervroeg haar met zijn oogen. „I-k heb hem 'werkelijk zien uitgaan," ant woordde de jonge vrouw in de grootste ontstel- We informeerden naar den godsdienst; het over- groote deel is de Hindoesche toegedaan. Op onze opmerking, dat de namen van de beroemde Ja- pansche generalissimus uit den JapanschRussi- schen oorlog en van de vloot ook hier goed bekend waren, moesten de heeren glimlachen. „Weet u, hoe generaal Nogi den dood vond?" vroeg een der heeren. We erkenden het niet te we ten, waarop werd verteld, dat toen de keizer was gestorven, Nogi met zijn beminden vorst in het schimmenrijk wenschte te leven en hem ook daar wilde dienen. Hij pleegde „harakiri", d.w.z. bracht zich een. kruissnede over den buik toe, sneed zich den hals af, terwijl zijn echtgenoote nu op haar beurt haar gemaal wenschte te volgen en zich ook van het leven op gelijke manier beroofde. (Dat is bij ons gebruik, zeiden de heeren. Het bleek ons echter, dat Westersche begrippen meer en meer de oude Japansche verdringen, zij zelf voelden voor deze „adat" al zeer weinig, beweerden dit althans Te Hoorn liet 'de directeur, van de tuinbouwschool ons de mooie schoollokalen met zeer moderne leer middelen zien. Toen we deze school, alsmede den keurigen tuin hadden bekeken, onder leiding van den sympathieken directeur ir. Siestema, we een inzicht hadden gekregen, hoe alles hier op de prak tijk is aangelegd, de leerlingen planten, snoeien, in de kassen alles kunnen zien en meemaken, toen kwam deze gedachte bij ons boven: „Hoe komt het toch, dat uit onze omgéving schier geen leer lingen deze onderwijsinrichting bezoeken?" 't Wil er bij ons niet in, dat niet tal van onze bouwers in staat zouden zijn, hun zonen deze kostelijke vakopleiding te doen volgen. Een weinigje meer theoretische kennis zou toch waarlijk geen overbodige luxe zijn, hoe vaak hoort me ndc klachten van de tegenwoordige tuinbouw- voormannen: „Wij komen kennis tekort.' Dat men toch eens inzie, wat kostelijke gele genheid er te Hoorn bestaat en we kunnen niet na laten een woord van warme aanbeveling te schrij ven voor deze pracht-inrichting. Daar in den proeftuin te Hoorn is heel wat te zien. Allerlei soorten bloembollen, fruit op struikvormige, half stam en hoog stam-boomen /wordt er gekweekt. Groenten, teveel om op |te noemen; daar zagen we b.v. vorige week prachtsla in warenhuizen, bloemkool en sla onder plat glas, aardbeien stonden él in bloei, serres met zes k achtjarige druivenboomen, en niet te vergeten de verwalmde kweekkas voor den teelt van toma ten-, komkommer en meloenen-plant(materiaal. Allerhande proeven inzake bemesting worden 'genomen, we zagen iets geheel nieuws, een instal latie, die zoowel voor ontwatering (drainage) als voor in-de-grondsche bewatering dienst doet. De drains liggen onder den waterstand in de afvoer- sloot, draineeren op de gewone wijze, met uitmon ding van drains boven de sloot ging het niet, wijl de slootwaterstand te hoog is, wat voor den groei van het gewas in den tuinbouw allerminst bevor derlijk is. Nu heeft men op geringen afstand van de sloot een verzamelpunt gegraven, waarin de drains uit- Jnonden. De stand van het water in den put geeft den stand van het grondwater aan. Is deze te hoog, fluks wordt een electromotor van 1 P.K. ingescha keld en het water in de sloot gepompt. Is omge keerd de grondwaterstand te laag, dan wordt het water uit de sloot in de put gepompt, en vindt zijn weg door de drains, en wordt de grond be vloeit. Overbodig is het wel op te merken, dat op pompen en uitpompen op automatische wijze tot stand komt. Na afscheid te hebben genomen van den Heer Directeur der school, bezocht het gezelschap een tweetal fruitkweekerijen te Zwaag, de eerste groot 5 H.A., de tweede ruim' 6 H.A., waar tevens kas sen werden bekeken. Daarna werd de Proeftuin „Kennemerland" bij Alkmaar bezocht. Ook hiervan moet getuigd, dat daar zeer veel moois en merkwaardigs is te zien. Hoe velen Weten, wat die tuin te aanschouwen geeft? We zouden zoo zeggen, geen enkele bezit ter van kweekkassen mag verzuimen daar min stens drie maal 's-jaars een kijkje te nemen. Magnifiek zag het er ook daar uit, de gewassen in het warenhuis, het was een lust voor de oogen, de aardbeien reeds in vollen bloei, de spinazie spoedig klaar om te snijden. En dan de nieuwe kweekkas, voorzien van alle moderne vindingen. In één woord „schitterend." We meenden een praatje te houden over hef. bezoek van de beide Japansche geleerden en be merken al schrijvende, dat de beide schooltuinen en de tuinbouwschool het hoofdthema vormen. Enfin, het staat er nu eenmaal. Maar om op de beide heeren terug te komen, ze hadden zooveel gezien, zooveel indrukken ge kregen, dat ze verklaarden, dat het voor dien dag welletjes was. Alleszins begrijpelijk. Dus brachten we de heeren naar hun hotel in de Langestraat, dronken nog gezellig een kop koffie en namen af scheid. Het was ook voor de geleerden een leerzame, dag geweest. „Nadat ge eeirst d!e deur voor hem had open gemaakt, niet waar?" Johanna maakte eeu:e bevestigende beweging met het hoofd, „Ge kent toch ons reglement, vrouw Fortier!" hernam de chef. „Bet verwondert mij waarlijk, dat gij in uwe positie de teerste zijt, die er tegen zondigt. We komen spoedig daarop terug. Zeg mij maar eerst, Welk voorwendsel Vinoent bij1 u heeft aangevoerd om 'weg t'e komen." In Johanna's plaats antwoordde Ernst Garaud: „Hij verbeeldde zich, dat zijn vrouw, die ziek te bed ligt, erger was geworden, en moest nu Weten, hoe htet met haar gïng." „Is zijn vrouw werkelijk ,ziek?" „0 ja, dat is waar, mijnheer!" „'Aangenomen, maar dan hald hij in elk' g:e val mijn terugkomst behooren af te Wachten, om van mij verlof te krijgen de fabriek voor een tijdlang 'te verlaten. Als hij goede gronden had voor zijn verzoek, zou ik hem niet hier hebben gehouden, maar "ik Wil niet, dat men mijn orders eigendunklelijk overtreedt. Dat 'wegloopen van Vinoent geeft het volk, dat' maar al te zeer tot eigenmachtig optreden is geneigd, een zeer slecht voorbeeld. Als er in een fabriek' als de mijne geen lijdelijke gehoorzaamheid meer bestaat, loopt alles in 't honderd."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1928 | | pagina 2