Uit den Omtrek
Gebeurtenissen van den Dag
- OUDKARSPEL.
Wegens bedankerL van den heer D. Hopman als.
Notabel der N.ed. Herv. Kerk alhier, en de be
noeming van den heer F. de Boer Fz. tot Kerk
voogd, is men- Dinsdag overgegaan tot de stem
ming van 2 Notabelen.
Ingeleverd werden 174 stembriefjes, met 348
stemmen. Ongeldige stemmen 32. Aantal geldige
stemmen 316.
Op iedere candjdaat konden 'dus uitgebracht
worden 158 stemmen.
De stemmen waren als volgt verdeeld: A. Tim
merman 94, F. Moeijes Fz. 86, H. Bakker 59,
C. Borst Pz. '69, P. Wijn 4, P. Kuiper 2, C. Smit 2,
Gekozen werden dus de heeren A. Timmerman
en F. Moeijes Fz. De volstrekte meerderheid
was 80.
ZU1DSCHARWOUDE.
In de gehouden Bestuursvergadering van de afd-
Zuidscharwoude— Broek op Langendijk van den
(Bomcl voor Staatspensionneering, is besloten met
'het oog op de kosteh, dit jaar geen autotochtje
voor de rentetrekkers te órganiseeren. Men hoopte
dit bij voldoende medewerking het volgende jaar
weer te kunnen doen.
- OUDKARSPEL.
Door Burgemeester en Wethouders dezer ge
meente is aan den onderwijzer aan de Openbare
Lagere School alhier, den heer A. J. Vos van Zon,
een ziekteverlof verleend van zes maanden.
r- OUDKARSPEL.
Naar wij uit goede bron vernemen, ligt het in
de bedoeling van het Bestuur der afdeeling Oud
karspelNoordscharwoude van den Bond voor
Staatspensionneering, aan de ouden van dagen uit
de gemeenten Oudkarspel en Noordscharwoude, een
'gratis autotochtje aan te bieden naar Haarlem en
omstreken. Om de hieraan verbonden onkosten te
dekken, is door het Bestuur aan de colleges van
Burgemeester en Wethouders vergunning gevraagd
tot het mogen aanbieden van inteekenlijstem aan
de woningen der ingezetenen.
Naar men ons mededeelt is door Burgemeester
en Wethouders van Oudkarspel reeds toestemming
tot het houden van deze collecte gegeven.
Een ieder zal ongetwijfeld met dit voornemen
instemmen en van gevoelen zijn, dat alle pogingen
in het werk moeten worden gesteld om dit uitstapje
te doen dóórgaan.
Gaarne bevelen wij dan ook van deze plaats de
collecte in de bijzondere weldadigheid van onze
lezers aan.
NOORDSCHARWOUDE.
Wanneer we ons niet vergissen is de binnenbe
timmering gereed gekomen, bestaande uit eene
Omtimmering van de kantoortelefoon, zoodat het
spreken niet meer wordt gehoord, terwijl er geen
gelegenheid meer bestaat zijn hoofd onbescheiden
door het loket te steken.
Dit is reeds een groote verbetering, maar af
doende is het natuurlijk niet. Echter het gaat
den goeden weg op.
HET BUITENGEWOON FAASCHGONCERT.
Gisteravond heeft „Crescendo" gezongen en wij
hebben tevens de soliste mej. Hélène Cals hoo-
ren zingeh. Wij kenden haar stem reeds door
de radio, en zij behoort tot een dier zangeressen,
naar wie wij altijd luisteren. Niet' allen, die wij
hooren, beluisteren wij. Wanneer er een zangeres
Vöór dë ïhicróf-oonzingt, die vibreert, dan is
't onze uitdrukking nogal eens, 0, die loopt weer
langs een hobbeliger weg. Want dat vibreeren
heeft voor ons altijd teen 'dergelijke gewaarwor
ding. Wij houden er eenmaal niet van, en daarom
zeer zeker behooren wij tot "de slechtste beoor
deelaars, die eigenlijk wel wat al te „burgerlijk"
neerschrijvien wat tij er van denken. En ons
oordeel over de soliste van gisteravond is, dat
zij integendeel langs een zeer geëffend pad gaat.
Ook haar kunst. Dat moet wel. In zingen kan
meri ook' eenvoud betrachten, kan men ook ka
rakter leggen, kan men z'n geestesgavten eveneens j
vfertolkten, kan men eveneens zich later zien j
En dat laatste heeft mej. Hélène Cals gisteravond.
Laten zien, laten hooren en laten voelen. Haar
stem is effen .en glad als gepolijst marmer. Glas-
helder is hier Eet woord niet. Het is meer dan
dat, het is metaal, klinkend metaal, die liefde
wekt en begeestert, metaal van het beste mate-
riaal vervaardigd, waarvan de grondstoffen hee
tten gevoel, techniek en opvatting. En die drie
gaven uitte zij ten volle in de gezongen nrs.,
die den geheelen conoertavond wijdien met een
gloed van devotie en heiliging. „Ich weiss, dasz
mein E'rlözer lebet," hoe heerlijk' zilverden de
eerste tonen langs het kerkgewelf. Daar pakte zij
ons allen aan, in geestvervoering bij het zwellende
crescendo. Er kan heel wat verstikken in een
mensch, maar het luisteren naar haar liede
ren, naar haar stem, naar "haar bezielende en
geaccentueerde voordracht, 'waarlijk, dan be
ginnen weder snaren in het gemoed te trillen
die hoop en weemoed tegelijk' wekken. Haar hoo
ren is 'genieten, dit genieten is bezielend.
Wanneer wij nu verder een woord van dank
brengen aan onze zangvereeniging, die ons in
staat stelde een avoid als deze van hét buitenge-
'woon Paaschconcert te kunnen bijwonen, dan
,,0, mijnheer Ernst, ge zult dien armen Vincent
niet met zooveel hardheid behandelen. Ik' spreek
meer voor 'zijn belang dan voor bet mijne, dat
verzeker ik u. In den angst voor het leven zijner
vrouw, heeft hij alles niet behoorlijk' overwogen.
Hij wilde over den muur klimmen, als ik hem
niet uitliet. Hij zal wiel dadelijk' herugkaeren en
dan behoeft de patroon, die afwezig "is, van het
geheel e voorval immers niets te weten. Vincent is
een braaf en oppassend man, van wien men voor
een enkele maal 'wel iets door de vingers mag
zien. Als hij zijn plaats aan de fabriek verliest,
is hij broodeloos en 'kan er natuurlijk niet aan
denken, om zijn zieke vrouw te verplegen, zooals
zij dat btehoeft! Ik bid u, mijnheer Ernst, laa;t
hem niet 'wiegjagen. 'tls alles mijn schuld. Als
ik hem het uitgaan maar standvastig geweigerd
had, ware hij ook' naar de werkplaats terugge- j
kteerd, 'want hij zou er wel niet toe gekomen zijn,
om door ovefklimming de fabriek te verlaten.
Ge zult mijnheer Labron er niets van zégden, "is
't wel? Over weinige minuten staat Vincent weer
als 'vroeger aan zijn werkbank, want dat heeft
hij mij v'aSt beloofd. Ge zijt goedig van aard,
niet waar, 'Ernst Garaud? Ge zult ditmaal genade
voor recht laten gelden, is het niet
Bijna vleiend klonk Johanna's stem, terwijl zij
den opzichter aldus toesprak
„Vriend Ernst mag moeniet plagen!" riep piot
hébben Wij in dit woorld van dank tevens een
Wotnd van lof willen leggen voor de wijze, waarop
deze avond werd geleid en gewijd. Want gewijd
werd deze avond, evenzeer door. den schoe
nen Zang van het gemengde koor, zoowel als
door het orgelspel van den heer Slinger ende
uitnemende begeleiding op den vleugel door den
heer W. J. Smit. En toch, dit zijn aanvullingen,
of worden wellicht zoo genoemid. Laten wij. zeg
gen, dat 'het ©en paar gouden schakels waren) in
den gouden paaschkteten door „Crescendo" ge
smeed. Nog klinkt het na in ons gemoed, „Chris
tus ist auferstandeu von 'Seiner Marter alle,"
met het aangrijpend slot „Alleluja!" Klin
kend metaal, alles wat ©r is gespeeld en gezon
gen, maar gezongen vooral. Dank aan onze
zungvëreenigmg voor zoo'n avond! Gij gaaft we
derom het beste wat gij bezit.
W ARMENHUIZEN-
Zaterdagavond had in tegenwoordigheid van
den tuinbouwconsulent Hazeloop, den Burgemees
ter en de heeren P. Slot en K. Molenaar, als leden
van de commissi evan toezicht ide uitreiking plaats
van de diploma's aan de 11 cursisten, die den
2-jarigen tuinbouwcursus, uitgaande van die tuin-
bouwvereeniging „de Noord" en gedoceerd door
den heer Donia, tuin bouwleeraar, met vrucht had
den gevólgd. Aan de hand van verschillend© vra
gen aan de cursisten gaf genoemde heer Donia
een overzicht van het gegeven onderwijs 0 a. van
'druivten -en tomatenteelt e.d. en 'bleek de aan
wezigen, dat do leerlingen theoretisch hiervan
behoorlijk op de hcogte waren.
De heer Donia, het wóórd voerende, deelde me
de, dat de cursisten zeer serieus de lessen hadmen
gevolgd en altijd op tijd kon worden begonnen,
hetgeen bij de vorige cursussen nogal eens te
wenschen overliet. Hij dankte het gemeentebe
stuur voor het kosteloos 'beschikbaar stellen van
een vterlicht ©n verwarmd lokaal en de leerlin
gen voor hunne prettige medewerking tot het
goed doen slagen van dezen cursus. D© theorie
en praktijk moeten ook iu den tuinbouw samen
gaan, waardoor eeen meer intensieven cultuur
wordt bevorderd.
De heer H. Hink dankt namens 'de. cursisten
'den heer Donia voor het genoten onderwijs en
hoopt, dat het contract tusschem leeraar en leer
lingen mag blijven bestaan en 'biedt den heer
Donia namens allen een keurig cadeau aau. Den
heer Hazeloop doet het genoegen dat zoo'n uit
stékend gebruik is gemaakt van de gegeven lessen
en deze getrouw en met goed gevolg zijn be
zocht. Spr. feliciteert de cursisten met het be
haalde diploma, brengt hulde aan den heer Donia
voor het gegeven onderwijs en het bestuur der
tuinbouwvereeniging met het sucoes.
Ook de heer "Burgemeester heeft geconstateerd
idat ide theoretische kermis van de cursisten op
zee rgoed peil is en dit ten goede mag komen
vóór de cursisten. De heer 'Slot zegt, dat het
altijd wel moeilijk is geweest een cufeus te krij1-
'gen met een voldoend aantal getrouwe deelne
mers, tot heden is dat toch altijd nog gelukt en
hoopt dat vooral de jeugd doordrongen mag wor
den van'het groote nut va 'nhet volgen van eten
tuinbouwcursus.
te- SINT MAARTEN, t
Bij de aanbesteding, verbouw kaasfabriek „De
Tijdgeest" alhier, is de uitvoering gegund aan dpn
heer C. Dekker te Eenigenburg, terwij! deze hef
metselwerk weer heeft uitbesteed aan den heer K
Nieman alhier. De levering voor de benoodigde ma
chinerieën is gegund aan Berendsen en Co. te Scha
gen, terwijl aan den heer K. Lange te Winkel de
opdracht is gegeven om een nortonpomp té slaan.
- WARMENHUIZEN.
Het vervoer van de steenkool van Schoorldanj
naar de gasfabriek is gegund aan C. Groot en T.
Kwant voorf 0.95 per ton.
Gasbedrijf.
Aan den tijd. stoker J. de Boer is met ingang
Van 15 April 1928 op zijn verzoek ontslag verleend
en aan D. Berkhout met ingang van 1 Juni 1928,
Kiezerslijst.
De voorloopig vastgestelde kiezerslijst 1928-'29
omvat 1057 kiezers voor de Tweede Kamer, 1055
voor de Provinciale Sitaten en 1025 voor den Ge
meenteraad.
Gevonden voorwerpen
Ter gemeentesecretarie zijn inlichtingen te ver
krijgen over een gevonden heerenrijwiel, hetwelk
eenige dagen onbeheerd heeft gestaan bij den
winkelier N. Vader.
Veiling.
Aan de veiling te Warmenhuizen werd aange
voerd in Maart. 1928: 928870 kg. roode kool, 172615
kg. gele kool, 1.266.825 Eg. deensche witte kool,
56.125 kg. peen, 31690 kg. uien 1400 kg. bieten-
Voor Maart 1927 waren deze aanvoercijfers
1909025 kg. roode kool, 2760125 kg, gele kool 720650
kg. deensche witte kool, 18575 kg. peen, 93600 kg.
uien 6875 kg. bieten.
De omzet bedroeg in Maart 1928 f319.847,87
tegen f 126.170,39 in Maart 1927.
Die omzet over het eerste kwartaal van 1928 be-
seling de kleine George, terwijl hij daarbij even
met het lieve kopje achter moeders rokken tte
voorschijn kwam.
De opzichter.'was in gtrooten tweestrijd en dat
stond hem op het gelaat te lezen.
„Ik wil niet, dat ge mij later verwijten zult,
Johanna, dat ik zulk eene dringende bede van u
onverhoord heb .gelaten!" riep hij eindelijk. „Ter
wille van u zal ik Vincent vergif efnis schen
ken. 't Is verkeerd om toe te geven, dat weet ik
maar al te go^d, maar ik doe 'het- toch. Mijnheer
Labron zal van het gebeurde niets te weten
komen."
„Hoe zal ik' u danken voor dit edelmoedig
besluit? riep Johanna met ongehuichelde 'dank
baarheid. „Ja, ik wist wel, dat gij een goed
mensch zijt."
„Goed ben ik nietmaar ik heb u lief!"
Óp dit oogenblik 'werd de bel in de portSerslogje
overgehaald.
„Daar zai Vinoeht zijn!" riep de jonge vrouw.
„Hij is gelukkig niet lang 'weggebleven."
Johanna trok aan het deurkoord, terwijl zij Zelf
naar buiten liep, gevolgd door Garand, om te
zien 'wie 'er was.
Gelijktijdig geraakte de portierster en de op
zichter in groote verwarring, terwijl de knaap
van angst naar het duisterste hoekje van het
kleine vertrek sloop. 'i
droeg f840.132,76 tegen f309.821,90 over het eerste
kwartaal 1927.
ST. PANCRASi.
Een 6-jarig jongentje van de B„ aan de Twuij-
verweg. alhier, gooide gistermorgen met steentjes
en raakte de hit van den melkboer J. K., waar
door 'het beest schrok en op hol sloeg, voordat
de ijlingis toegeschoten eigenaar dit kon verhin
deren. -
Met de slingerende wagen achter zich, waarop
eenige melkbussen, holde het dier de Bovenweg
op, waaï het, zonder persoonlijke ongelukken le
hebben veroorzaakt, tot staan werd gebracht door
den heer Kloosterboer, zoicüdat ernstige gevolgen
weiden voorkomen.
Intusschen waren eenige melkbussen op straat
terecht gekom'en, 'waardoor een hoeveelheid melk
verloren raakte, terwijl een koperen kraan werd
vernield, zoodat dit grapje, hoewel betrekkelijk
goed afgeloopen, voor den eigenaar toch nog op
een schadepost uitliep.
De vorige week hebben, de burgers aan den
Langendijk een tweetal heeren kunnen zien, op 't
eerste gezicht zag nu iedereen, dat het vreemden
waren. Klein van gestalte, een der heeren was zelfs
vap zeer geringe statum, 't waren Japanneezen, die
veel hadden gezien van de wereld en nu ons land
bezochten, teneinde de toestanden op land- en
tuinbouwgebied te bestudeeren. Het waren man
nen van beteekenis, Dr. Masxo Otsuki is profes
sor aan de landbouwkundige faculteit „der Kaiser-
liche Universitat zu Kioto", terwijl Dr. Iku Oküda
hoogleeraar is aan de Taiwan Universiteit te Tai-
hoku op het eiland Formosa.
Ze kwamen hier onder leiding van den heèr W.
Balk, tuinbouwkundige te Alkmaar, namen een
kijkje ter veiling te Broek en bezichtigden daarna
'het Betaalkantoor.
Ze vroegen maar, die beide heeren en hielden
zoo lang vol, tot zij een volkomen overzicht had
den van de Nederlandsche Tuinbouworganisatie.
Dat daar nu heelemaal niets bij was, wat in het
credit van den Staat kon geboekt, wekte der hee
ren niet geringe verbazing. Precies noteerden zij,
hoe de organisatie in elkaar zit en hoe 't op een
betaalkantoor toegaat, hoe de betalingen geschiet
den, welke bewijzen worden afgegeven, hoe het
keuringsstelsel werkt, hoe de boete wordt be
paald, welke omzet wordt bereikt, wat de koster?
zijn, alles wenschten ze te weten. De 'heeren vroe
gen heusch niet in den blinde weg, in hum. vragen
zat systeem. Buitengewoon voorkomend zijn ze
door den Betaalmeester en den Veilingleider van
aLlesop de hoogte gesteld, plaatsten, in het Vreem-
delingenboek hun handteekening (daarin staat al
menig handschrift), betuigden hun dank en daar
op ging het naar Noordscharwoude, waar de vei
lingleider, 'de heer Ootjers, het gezelschap op niet
minder vriendelijke wijze rondleidde en den vreem
delingen een koolschuur met inhoud toonde.
Dat vonden de heeren zeker interessant, maar
boeide hen toch weinig.
't Bleek spoedig, wat daarvan de reden was:
„Verbouwt men bij u in Japan ook kool", werd
gevraagd, waarop het antwoord volgde: „Zeker,
kennen we kool, die wordt in ons land zelfs veel
geteeld, maar koolbewaring kennen we niet, die
is in Japan totaal overbodig." Daar begrepen we
niet veel van, maar de verklaring volgde spoedig.
(Er is in dat verre land een groot verschil van kli
maat, in den zomer bouwt meri kool in het Noor
den, in Midden-Japan in den winter. Zoo kan de
bevolking heel het jaar door versche kool van den
akker krijgen en heeft koolbewaren geen zin.
Men stond verbaasd over de massa, die hier
naar andere landen wordt uitgevoerd. Dat is in Ja
pan anders, daar teelt men schier uitsluitend voor
binnenlandsch gebruik, koolexport kent men niet-
Trouwens, liet een der heeren zich uit, een licht be
derfelijk artikel als kool, leent zich in Japan niet
voor export, in goeden staat kan het bij onze
temperaturen niet de plaats van bestemming be
reiken. De eenige landen, die voor ons Japanneezen
in aanmerking zouden komen, zijn China en ,Sy-
berië en daar is over het algemeen de levensstan-
'daard veel lager dan bij ons, is rijst het hoofdvied-
sel en wordt weinig groente gegeten.
Van Noordscharwoude ging het per auto naar
Hoorn, waar de rijkstuinbouwschool met den
schooltuin werd bezichtigd. Gedurende den rit kon
nog gezellig worden gebabbeld. Japan staat vooi
een zeer moeilijk economisch probleem, hoe nl.
zijn jaarlijks met I millioen zielen toenemende be
volking te kunnen voeden. Het eilandenrijk telt
reeds 80 millioen inwoners, de bodem is reeds ver
snipperd. D,e tuinbouwbedrijven zijn uiterst klein
van omvang, de meeste kleiner dan 1 H.A.; er is
derhalve e en schreeuwend gebrek aan cultuurgrond,
de verhoudingen van eigenaars van den grond tot
de pachters, zijn door de hooge pachten, gevolg
van de levendige vraag, uiterst gespannen. Het was
dan ook het speciale doel van de studiereis, de Eu-
ropeesche bedrijfsvormen, speciaal in de dichtst
bevolkte landen, te bestudeeren; een der heeren
had reeds Noord- en Zuid-Amerika alsmede Ca
nada bereisd.
De laatstaangekomene 'was niet Vinoenit, maar
de directeur der fabriek, mijnheer Julius Labron.
Hij scheen kwalijk gemutst fe. zijn.
Nadat hij ide deur achter zich 'had dicht ge
worpen, liep hij op den opzichtier to.e.
„Zag eens, Eirnst Garaud," begon hij op drei
genden toon, „hebt gij Vindent verlof gegeven,
om tussohentijds de fabriek lie verlaten?"
Bij die woorden verbleekte Johanna Fortier.
Garaud zweeg Verlfegem stil.
„Hoort ge niet wat ik u vraag?" hernam mijn
heer Labron met Wasseficteai toorn. „Hebt gij' Vin
cent laten uitgaan?"
Het 'was onmogelijk om het antwoord op dteze
duidelijk gestéldte vraag nog langer schuldig te
blijven en de opzichter zea.de dan ook naar waar
heid: „Neen, mijnheer, dat heb ik niet gedaan.
Ut 'weet te goed, dat "ik daarmede mijn plicht zou
zijn te buiten gegaan."
„Zonder u iets te vragfen heeft Vincent' der-
halvte eigenduhkteljjk de 'werkplaats verlaten?"
„Ik heb hem zijn verzoek geweigerd, mijnheer,
en toen ik ontdekte dat zijn plaats verlaten 'was,
heb ik mij tot juffrouw'Fortier gewend om "haar
t© Vragen ,of zij Vincent ook' had zien 'weggaan."
Mijnheer Labron wend'Je zich tot Johanna en
ondervroeg haar met zijn oogen.
„I-k heb hem 'werkelijk zien uitgaan," ant
woordde de jonge vrouw in de grootste ontstel-
We informeerden naar den godsdienst; het over-
groote deel is de Hindoesche toegedaan. Op onze
opmerking, dat de namen van de beroemde Ja-
pansche generalissimus uit den JapanschRussi-
schen oorlog en van de vloot ook hier goed bekend
waren, moesten de heeren glimlachen.
„Weet u, hoe generaal Nogi den dood vond?"
vroeg een der heeren. We erkenden het niet te we
ten, waarop werd verteld, dat toen de keizer was
gestorven, Nogi met zijn beminden vorst in het
schimmenrijk wenschte te leven en hem ook daar
wilde dienen. Hij pleegde „harakiri", d.w.z. bracht
zich een. kruissnede over den buik toe, sneed zich
den hals af, terwijl zijn echtgenoote nu op haar
beurt haar gemaal wenschte te volgen en zich ook
van het leven op gelijke manier beroofde.
(Dat is bij ons gebruik, zeiden de heeren. Het
bleek ons echter, dat Westersche begrippen meer
en meer de oude Japansche verdringen, zij zelf
voelden voor deze „adat" al zeer weinig, beweerden
dit althans
Te Hoorn liet 'de directeur, van de tuinbouwschool
ons de mooie schoollokalen met zeer moderne leer
middelen zien. Toen we deze school, alsmede den
keurigen tuin hadden bekeken, onder leiding van
den sympathieken directeur ir. Siestema, we een
inzicht hadden gekregen, hoe alles hier op de prak
tijk is aangelegd, de leerlingen planten, snoeien, in
de kassen alles kunnen zien en meemaken, toen
kwam deze gedachte bij ons boven: „Hoe komt
het toch, dat uit onze omgéving schier geen leer
lingen deze onderwijsinrichting bezoeken?"
't Wil er bij ons niet in, dat niet tal van onze
bouwers in staat zouden zijn, hun zonen deze
kostelijke vakopleiding te doen volgen.
Een weinigje meer theoretische kennis zou toch
waarlijk geen overbodige luxe zijn, hoe vaak hoort
me ndc klachten van de tegenwoordige tuinbouw-
voormannen: „Wij komen kennis tekort.'
Dat men toch eens inzie, wat kostelijke gele
genheid er te Hoorn bestaat en we kunnen niet na
laten een woord van warme aanbeveling te schrij
ven voor deze pracht-inrichting.
Daar in den proeftuin te Hoorn is heel wat
te zien. Allerlei soorten bloembollen, fruit op
struikvormige, half stam en hoog stam-boomen
/wordt er gekweekt. Groenten, teveel om op |te
noemen; daar zagen we b.v. vorige week prachtsla
in warenhuizen, bloemkool en sla onder plat glas,
aardbeien stonden él in bloei, serres met zes k
achtjarige druivenboomen, en niet te vergeten de
verwalmde kweekkas voor den teelt van toma
ten-, komkommer en meloenen-plant(materiaal.
Allerhande proeven inzake bemesting worden
'genomen, we zagen iets geheel nieuws, een instal
latie, die zoowel voor ontwatering (drainage) als
voor in-de-grondsche bewatering dienst doet. De
drains liggen onder den waterstand in de afvoer-
sloot, draineeren op de gewone wijze, met uitmon
ding van drains boven de sloot ging het niet, wijl
de slootwaterstand te hoog is, wat voor den groei
van het gewas in den tuinbouw allerminst bevor
derlijk is.
Nu heeft men op geringen afstand van de sloot
een verzamelpunt gegraven, waarin de drains uit-
Jnonden. De stand van het water in den put geeft
den stand van het grondwater aan. Is deze te hoog,
fluks wordt een electromotor van 1 P.K. ingescha
keld en het water in de sloot gepompt. Is omge
keerd de grondwaterstand te laag, dan wordt het
water uit de sloot in de put gepompt, en vindt
zijn weg door de drains, en wordt de grond be
vloeit.
Overbodig is het wel op te merken, dat op
pompen en uitpompen op automatische wijze tot
stand komt.
Na afscheid te hebben genomen van den Heer
Directeur der school, bezocht het gezelschap een
tweetal fruitkweekerijen te Zwaag, de eerste groot
5 H.A., de tweede ruim' 6 H.A., waar tevens kas
sen werden bekeken.
Daarna werd de Proeftuin „Kennemerland" bij
Alkmaar bezocht. Ook hiervan moet getuigd, dat
daar zeer veel moois en merkwaardigs is te zien.
Hoe velen Weten, wat die tuin te aanschouwen
geeft? We zouden zoo zeggen, geen enkele bezit
ter van kweekkassen mag verzuimen daar min
stens drie maal 's-jaars een kijkje te nemen.
Magnifiek zag het er ook daar uit, de gewassen
in het warenhuis, het was een lust voor de oogen,
de aardbeien reeds in vollen bloei, de spinazie
spoedig klaar om te snijden.
En dan de nieuwe kweekkas, voorzien van alle
moderne vindingen. In één woord „schitterend."
We meenden een praatje te houden over hef.
bezoek van de beide Japansche geleerden en be
merken al schrijvende, dat de beide schooltuinen
en de tuinbouwschool het hoofdthema vormen.
Enfin, het staat er nu eenmaal.
Maar om op de beide heeren terug te komen,
ze hadden zooveel gezien, zooveel indrukken ge
kregen, dat ze verklaarden, dat het voor dien dag
welletjes was. Alleszins begrijpelijk. Dus brachten
we de heeren naar hun hotel in de Langestraat,
dronken nog gezellig een kop koffie en namen af
scheid.
Het was ook voor de geleerden een leerzame,
dag geweest.
„Nadat ge eeirst d!e deur voor hem had open
gemaakt, niet waar?"
Johanna maakte eeu:e bevestigende beweging
met het hoofd,
„Ge kent toch ons reglement, vrouw Fortier!"
hernam de chef. „Bet verwondert mij waarlijk,
dat gij in uwe positie de teerste zijt, die er tegen
zondigt. We komen spoedig daarop terug. Zeg mij
maar eerst, Welk voorwendsel Vinoent bij1 u heeft
aangevoerd om 'weg t'e komen."
In Johanna's plaats antwoordde Ernst Garaud:
„Hij verbeeldde zich, dat zijn vrouw, die ziek
te bed ligt, erger was geworden, en moest nu
Weten, hoe htet met haar gïng."
„Is zijn vrouw werkelijk ,ziek?"
„0 ja, dat is waar, mijnheer!"
„'Aangenomen, maar dan hald hij in elk' g:e val
mijn terugkomst behooren af te Wachten, om
van mij verlof te krijgen de fabriek voor een
tijdlang 'te verlaten. Als hij goede gronden had
voor zijn verzoek, zou ik hem niet hier hebben
gehouden, maar "ik Wil niet, dat men mijn orders
eigendunklelijk overtreedt. Dat 'wegloopen van
Vinoent geeft het volk, dat' maar al te zeer tot
eigenmachtig optreden is geneigd, een zeer slecht
voorbeeld. Als er in een fabriek' als de mijne
geen lijdelijke gehoorzaamheid meer bestaat, loopt
alles in 't honderd."