Plaatselijk Nieuws
(Verbeterd bericht.)-
- NOORDSCHARWOUDE.
Den 2osten April a.s. zal het 25 jaar geleden
zijn, dat Ds. O. J. Staal, Predikant bij de Ned.
Herv. Gemeente alhier, tot de Evangelie-bediening
werd toegelaten.
UIT DE PERS
IN ROOK VERVLOGEN.
De „Msb." schrijft:
Van de belastingen wordt veel kwaad gesproken.
Maar een goede zijde hebben zij nogal eens.
Zij helpen ons namelijk dikwijls aan statisti
sche gegevens.
Zoodra ging de rijwielbelasting niet werken, of
wij werden verrast door het overweldigend nooit
verwachte aantal rijwielen dat ons land bleek te
bezitten.
Straks gaan wij verrast worden door de statistiek
van de automobielen. Want reeds verluidt, dat de
automooielbelasting. in opbrengst sterk meevalt.
Pas weer trekt in het maandschrift van de Sta
tistiek de tabaksbelasting onze aandacht.
Ons larf dj'doet toch wel veel aan het „toeback
feuyghen."
Ziet hier eens de cijfers.
Over 1927 werd er belasting betaald voor
1.197.000.00-5 sigaren ter waarde van bijna 8.oodjOoo
gulden; voor 2.590.000.0:-o sigaretten ter waarde,
van 43.300.000 gulden; voor 11.845.000 K-G. tabak
ter waarde van 27.840.000 gulden.
Per jaar verwerkt onze bevolking dus voor een
waarde van ruim 154 millioen gulden voor nicoti-
sche genoegens.
Wat beteekent dat per hoofd?
Van de 7 millioen Nederlanders schrappen wij,
al rooken de dochteren Eva's tegenwoordig ook
wel eens, de helft. Van de 3.5 millioen mannen trek-
iken wij ongeveer 20 procent af, die nog beneden
den leeftijd van 16 jaar zijn. Dan blijft voor 2.8
millioen mannen een nicotiine-uitgave van 154 mil
lioen. Dat is per hoofd der mannelijke bevolking
van 16 jaar en ouder ongeveer 55 gulden.
Welk een bedrag voor een genoegen, dat echter
voor velen een behoefte is geworden.
Wat voor nuttigs wij zouden kunnen doen, als
wij al de waarde, die wij in rook doen vervliegen,
eens uitspaarden, kan duidelijk worden uit een
paar vergelijkingen.
'Er wordt aan onderwijs door den Staat nog min
der uitgegeven dan wat het rookgenot eischt.
Oorlog en Marine en Waterstaat halen samen
nog niet de 154 millioen. Arbeid, Waterstaat ep
Justitie samen ook niet-
Dat vermag toch wel een idee te geven van de
beteekenis der lieflijk kringelende blauwe rook
wolkjes.
Uit de soort van sigaren blijkt ook wel, dat niet
de duurste het meest gerookt worden. Vooral de
sigaren van 2.5, van 5, van 8 en van 10 cents zijn
bijzonder vertegenwoordigd. Zoo ook zijn de siga
retten van 1.25 en vèn 1.5 cent verreweg de meest
gebruikte.
Aan het rookgenoegen offeren alle standen.
Wij zouden niet graag aan dat genoegen tornen-
Maareven op de kosten wijzen mogen wij
toch wel.
Van hier en daar
elk geval wel als een vorm van luxe mag beschou
wen. We bedoelen het rooken, dat afgezien van de
andere genietingen welke het den kenner van het
.nicotiaansche kruid geeft, bestaat in het in de
lucht blazen van rook. Nederland, d.w.z. de man
nelijke Nederlanders, benevens eenige vrouwelijke
bliezen in het afgeloopen jaar voor een- kapitaal
van ruim 154 millioen de luchtin. Dat is geen
peulschilletje. Per hoofd van de bevolking is dit
meer dan twintig gulden (de vrouwen, kinderen en.
ook de zuigelingen meegerekend.) Aannemende,
dat alleen de mannen boven veertien jaar rooken,
worden de 154 millioen de lucht in geblazen door
twee en een half millipen mènschen, dat is dus
ongeveer zestig gulden per hoofd en per jaar.
Dit is een gemiddeld cijfer. Er zullen mannep
zijn, die „iets" meer noodig hebben dan een dikke
gulden per week. Rooken blijft toch een kostbare
liefhebberij. Deden we het niet, we zouden een
aardig kapitaaltje sparen. Maar de rookers
kunnen zich er op beroemen een aardig somme
tje in de schatkist bij te dragen en dit weegt mis
schien tegen mogelijke gewetenswroeging (over het
„dure" rooken op.) In de Memorie van Antwoord
aan de Eerste Kamer over de begrooting van Fi-
nantien, deelt de minister met betrekking tot de
tabakswet o.m. mee, dat met inbegrip van het
invoerrecht de opbrengst der tabaksbelasting ruim
t 25 millioen heeft bedragen. De minister heeft ook
gezegd, dat hij meent dat een, verandering van het
stelsel (ten opzichte van belasting op tabak bij
Voorbeeld door de ruwe tabak te belasten) niet
raadzaam is. De minister heeft ook niet het voor-
fnemen een voorstel in te dienen tot afschaffing
der rijwielbelasting.
i. jEr wordt in ons land veel reclame gemaakt, dan
voor dit, dan voor dat. Ook voor het gebruiken
van meer vleesch, meer brood, meer visch. Als
we van alles meer gaan gebruiken krijgen we
Sn elk geval teveel. Nu is het gemakkelijk te zeg
gen, b.v. eet meer vleesch, maar de prijzen
zijn er niet altijd naar om aan de overigens goede
wenk gevolg te geven. Met visch is het al net zoo.
Met betrekking tot de visch zijn er toch uitzon
deringen. De vorige week was de aanvoer zoo
werd uit Lemmer aan de „Tel." gemeld, zoo groot,
tengevolge van de zeer ruime vangsten, dat de ha
ring voor een groot deel onverkoopbaar bleek. Som
mige visschers moeten hun vangst weer in zee
geworpen hebben. Dat is nog erger, dan wat we
van een andere plaats lazen, waar de ruime visch-
aanvoer in verband met de feestdagen iets onge
legen kwam en waar de haring verkocht werd voor
één cent per tal. Tweehonderd haringen voor éen
cent. 't Is waarlijk te geef. Maar gelukkig voor de
visschers, zijn dit uitzonderingen.
Verleden Zaterdag heeft op den spoorweg Zwol
leAmersfoort, tusschen Wezep en Hattemerbroek
weer een ernstig ongeval plaats gehad op een onbe-
waakten overweg, waar een vrachtauto met vee
in botsing kwam met een trein. Volgens de eerste
berichten kostte dit ongeval aan twee kinderen het
leven. ,In het begin dezer week werd gemeld, dat
ook de chauffeur aan de bekomen verwondingen
Was overleden. De lijst wordt nog maar steeds lan-
iger
Onze eenige moderne vechtwagen, de tank, is
in de buurt van den Haag hopeloos (of zoo goed
als) in de klei blijven steken. Onze bodem blijkt
toch op vele plaatsen voor dat moderne oorlogs
materiaal ongeschikt. Er is één troost bij (we
meener. er al eerder op gewezen te hebben,) als on
ze tank het in ons land niet doet, zal een mogelijke
.invasie van buitenlandsche vechtwagens ons mis
schien niet al te zeer behoeven te verontrusten.
Dat Aprilletje zoet nog wel eens een witten
hoed geeft, we hebben het deze week weer kun
nen constateeren, sneeuw en hagel, al was het dan.
ook in geringe hoeveelheid. Dc kuo, die na de
mooie - Paaschdagen was ingetreden had intusschen
al gewaarschuwd, dat we aan het bestendig mooie
weer nog niet toe waren. Gelukkig zij, wie de
schoonmaak, het jaarlijksche noodzakelijke kwaad
(naar vrouwen-oordeel, wel te verstaan) de kunst
matige warmtebron nog niet had ontnomen. Ver
moedelijk zal zoo hier en daar nog wei eens een
hartgrondige verzuchting geslaakt zijn, maar, wat
de vrouw wilnietwaar! Intusschen, beter tij
den staan voor de deur, wat betreft weer en tem
peratuur. Over een paar weken is alle kou verge
ten. 't - Is ons niet bekend hoe groot op het hui
dige oogerDlik het nationaal vermogen van ons
volk is. Misschien tusschen de duizend en twee
duizend millioen. Hef doet er voor ons op het
oogenblik ook niet toe. We zien zeker niet op een
paar millioenen, die in anderer bezit zijn. We wil
len alleen even opmerken, dat ons volk, hoe kon
het anders, nog wel in staat is verscheidene milli
oenen uit te geven, ook voor datgene, wat men in
Nóch de koetsier, nóch de kassier, nóch de
hoofdopzichter, sliepen in de fabriek. Eerst bij
het openen van de poort verscheen de koetsier,
om de paarden te verzorgen of voor te spannen,
als mijnheer Labron uit moest, of als eeatig zwaar
Voorwerp uit de fabriek elders moest worden be
zorgd.
Buiten den kofetsier was er ook een voerman
voor het transport der goederen, die per as mixss
ten worden o vier gebracht.
Be stal die .drie paarden bevatte, stond van de
andere gfebouwen gescheiden.
Johanna bewoonde aldus dies nachts het uitge
strekte terrein met den ingenieur alleen.
Deze blieef des nachts slechts van 'huis, als
hij zijn zoon "bezocht of wegjens beroepsaange-
legénhteid op reis was. Juffrouw1 Fortier wast,
dat zij nöoit zijn thuiskomst behoefde af te
wachten, als hij niet om elf uur binnen was, daar
hij voor zijn persoon ook' een afzonderlijke deur
had, die toegang tot de fabriek verleende.
Behalve de groote wagenpoort en de deur nabij
de portiersloge, bestond er nl. in den steenen om
heiningsmuur ook nog een derde uitgang, nabij
het paviljon, dat mijnheer Labron bewoonde, een
poortje, waarvan hij altijd den sleutel bij zich
Nieuwstijdingen
TE VEEL BEGAAFDEN?
De gemeente Eindhoven bezit een deurwaar
der die doctor in de psychologie en de phyloso-
phie is. Hij heeft zich in zijn vrijen tijd door
eigen studie de kenui3 verworven, die hem tot
deze promoties in staat heeft gesteld. Thans wil
dr. Van Korrik ook in de rechtswetenschappen
promoveeren. Toestemming tot deze promotie,
krachtens art. 133 der H.O.-wet heeft hij van den
minister van Onderwijs reeds verkregen.
Dr. Van Korrik wenseht te promo v eeeren op,
een proefschrift, waarvoor hij een studiereis naar
Poitiers, Oxford en Hamburg moet maken. Hij
heeft daarom aan- het gemeentebesftuur van 'Eind
hoven een studieverlof gevraagd van 1 Februari
tot 31 December van dit jaar, onider aanbieding
dat hij een goed en vakkundig plaatsvervanger
zal stellen voor eigen risico en op eigen kósten.
Naar wij thans in „De Morgein" lezen heeft het
gemeentebestuur van Eindhoven het gevraagde
verlof geweigerd „om der gevolgen wille" d.w.z.
om geen precedent te stellen
droeg en dat ui.tkwam op een Zijpad van den
straatweg, die naar Maisons Alfort geleidde. Van
dezen toegang maakte de ingenieur dikwerf ge
bruik.
lederen avond tegen negen uur maakte Johanna
de slaapkamer vat: mijnheer Labron voor den
komenden nacht in gereedheid.
Op dezen dag deel zij dat als gewoonlijk, doch
ze was uit den aard der zaak' .droeviger gestemd
dan ooit. Het heden was zoo somber, de toekomst
zoo onrustbarend. Om elf uur begaf zij zich ter
ruste om, zoo mogelijk, in den slaap vergetelheid
te vinden van al hare zorgen, doch haar verdriet
was girooter dan haar vermoeienis en de ge-
wenschte slaap on'twieek haar sponde.
Den vólgenden morgen begon het werk in de
fabriek als naar gewoonte.
Ernst Garaud zei, in he voorbijgaan van de
portiersloge, Johanna Fortier slechts ter loops
I goeden dag. Hij scheen meer dan ooft in eigen
gedachten verdiept en scheen .somber gestemd te
zijn. In de werkzalen verdeelde hij het werk als
altijd.
Vincent was niet terug gekomen, Zijn vrouw
was zwlaar ziek en de werkman mocht er niet
aan denken haar in zulk .eeu toestand te verlaten.
Moet men uit dezen grond voor de weigering
van B. en ,W. afleiden, aldus vraagt Tiet jyAlg.
Hbl." dat de stad Eindhoven.-"Wemelt yan kleine
luiden, die begiftigd zijn met zulke bijzondere:
talenten en zulk een buitengewone energie, dat
zij voor hun promoties meer studieverloven noo
dig zullen hebben, dan de gemeente kan ver
dragen
EEN MISLUKTE POGING TOT
OPLICHTING-
Eenigen tijd geleden kwamen twee hoeren per
auto in het Noordhollandsch dorpje 't Zand bij
den smid v. S. aldaar en verzochten hem de auto
die defect was, te willen nazien.
De smid constateerde dat er onderdeelem ver
nieuwd moesten worden en zei, dat er éen mon
teur bij moest komen, daar hij dien wagen niet kon
maken. De heeren vertrokken en de smid zou den
wagen laten repareeren.
Een paar weken later kwamen de eigenaren hun
auto halen welke inmiddels gemaakt- w.as1. De
heeren vroegen naar de rekening én "daarna om
de auto, om het geld ruim f 100 even van
een bank in Alkmaar tie gaan halen. De smid zei
hun, dan met zijn compagnon mee naar Alkmaar
te zullen rijden. Alhoewel dit niet naar 'den zin
van de automobilisten was, stemden ze er ten
slotte in toe en vroegen den smid en zijn com
pagnon te willen instappen. De smid zei, zelf
aan het stuur te willen zitten. Zoolang de re
kening niet voldaan was, bleef dé auto onder zijn
In Alkmaar gekomen, verzochten de heeren
of de smid en zijn metgezel wilden uitstappen,
ze zouden dan direct van de bank terug zijn.
De smid weigerde de heeren moesten uitstappen,
hij zou wel wachten. Het slot rwas, dat de auto
mobilisten uitstapten, doch niet terugkeerden. De
smid en zijn compagnon zijn toen per auto naar
'tZand teruggekeerd en de heeren autorijders
hebben tot nog toe niets van zich laten hooren.
De politie is met een en ander in kennis gesteld.
BRUTALE STRAATROOF.
Rustig op zijn wagen bij de melkbussen geze
ten, zooals hij dat eiken morgen en avond weer
doet, reed de jeugdige Elzinga, van Noordwolde,
met zijn vracht langs 'den straatweg van Oldeber-
koop naar Noordwolde, aldus Schrijft men "aan
de „Leeuw. Crt." Een man,- die hem al eerder
uit tegengestelde richting was voor bij gereden,
fietste hem achterop en verdween een feind verier
bij den ingang van een pad door het aangrenzend;
bosch. Toen Elsioga ook dat punt dana'derd wasy
kwam de man eensklaps met een dikken knuppel
gewapend van achter een boom te voorschijn, en
trachtte Elsinga een slag toe te brengen, welken
deze ontweek door van zijn wagen te springen
en op de vlucht te gaan. 'Oe maji 'had nu vrij
spel en maakte daarvan gebruik door éen 3-tal
kistjes, welke voor op 'den wagen stonden, te ne
men, waarmee hij zich op zijn fiets uit de voeten
maakte. Deze kistjes moesten geld bevatten voor
de boèrenmélkleveraneiers volgens berekening van
den man; inderdaad echter bestond de inhoud: uit
pakjes boter en daarom was het blijkbaar niet
te doen, 'immers, een paar uur later werden ie
opengebroken kistjes en pakjes boter teruggevon
den, terwijl de brutale aanrander in Westelijké
richting op zijn fiets wai verdwenen.
VERDRONKEN.
Gistermiddag is de 47-jarige echtgenoote van
den Rijnschipper L. van Wessel van een aan de
Maaskade liegend Rijnschip te water geraakt ep
verdronken. Na eenigen tijd is het lijk van de vrouw
opgeahald en naar de alg. begraafplaats Crooswijk
te Rotterdam overgebracht.
DOOD GEVALLEN.
De 15-jarige G. van Helden is Dinsdagmiddag
op de werf Feijenoord van een balk gevallen en
met het hoof? d: op de steenen terecht gekomen. In
bewusteloozen toestand werd hij opgenomen ep
paar het ziekenhuis vervoerd. Hedenmorgen is hij
zonder tot bewustzijn te zijh gekomen, overleden.
EEN ONBETROUWBARE KNECHT-
Door de marechaussee uit Oudenbosch is be
Oud Gastel gearresteerd de bakkersknecht H.
v. d. L. aldaar, verdacht van diefstal van f 500
en een spaarbankboekje, waarop f1000 was in
geschreven, ten nadeel© van 'den bakker K. te
Gilze-Rijen, uit wiens dienst hij voor 14 dagen
ontslagen wa3.
V. d. L. was in de woning van K. geweest,
waarn ahet geld vermist wend, zoodat je vèrden-
king direct op hem viel. Bij fouilleering werd het
geld en het spaarbankboekje in zijn kleeren te
ruggevonden.
Dit werd Jen opzichter door een van Vincents
kameraden medegedeeld.
Toen het negen uur geslagen was, begaf Ernst
Garaud zich uaar het kabinet van mijnheer' La
bron en begon volgens afspraak met zijn patroon
het projekt van de nieuwe guillocheermachine,
die, als allee gelukte, hen beiden rijk moest ma-
kén, nauwgezet te bestudeeren.
De dag ging voorbij, zonder dat er in de
fabriek iets bijzondere voorviel.
Johanna deed hare dagelijklsche bezigheden,
zonder mét iemand te spreken. Des avonds bij
het uitgaan van de fabriek, wilden eenige werk
lieden, die het voorgevallene vernomen hadden,
tot de weduwe 'van hun vroegeren kameraad een
paar woorden van troost richten, maar 'juffer
Fortier liet hen niet aan heit woord komen.
„Wees maar stil," zei ze met gemaakte onver
schilligheid. „Wat gebeurd is, is gebeurd en 't
zal mij den dood niet aandoen."
Zoo vermeed Johanna opzettelijk iedere ver
klaring. Ernst Garaud drukte haar in het voor
bijgaan zwijgend de hand. Hijl scheen nog meer
in zichzelf gekeerd, dan des morgens reeds het
geval was geweest. Johanna meende zijn eenzel
vigheid aan verdriet te moeten toeschrijven.
OPi EEN AUTOBUS GESCHOTEN.
Zondagmiddag te ongeveer drie uur is, volgens
de „Tel." te Boekei onder de gemeende Uden een
volle autobus van de A.T.O. beschoten. Ver
scheidene patronen uit een jachtgeweer zijn tot
diep in den wand. van den walgen 'doorgedrongen,
evenwel zonder iemand te treffen. De schoten:
troffen de bus juist béneden de ruiten. De mare
chaussee hééft de zaak in onderzoek. Men heeft
tot heden <ïen dader nog niet kunnen vinden.
I
BRUID EN BRUIDEGOM TE WATER.
(Toen de huwelijksplechtigheden op het gemeen-
etjhuis te Oudé Tonge zoowel ads in de kerk wa
ren beëindigd, reed men met paard en wagen
huiswaarts.
Het paard voor den wagen, iwaarm bruid en
bruidegom hadden plaats genomen, maakte, aldus
;rH,V," zich blijkbaar bang voor' een passéeren-
de tram en réed in het wafer. De bruid bekjwam
ee nlicht'e verwonding. Overigens kwam men met
den schrik en reen nat pak bénevens eenige mate-
rieel'e schade vrij.
KIND GEVONDEN.
Een man kwam van de richting Hoogér heide
op de fiets aangereden en vond 'in Jen omtrek
van de bosschen éen jongentje van plm. 8 jaar
alleen pp d'en weg, huilende. Het kind kon niet
zeggen, wié het was, en vïst ook geen weg naar
huis, zoodat de man het m'eenam naar Bergen
op Zoom en het bij dé politie bracht.
EEN GRAPJE VAN MINISTER KAN-
De héér J. H. Speenhoff schrijft aan de ,,N
R. Crt."
Zaterdagmiddag en -avond haddén we in ons
cabaret op de Dato-bentoonste 1 ling in het Paleis
voor Volksvlijt te Amsterdam hoog bézoek.
's Middags woonde de héér Wibaut ons optre
den bij en was zoo goed met 'n handidiruk te
danken voor het zingen van onze liedjes. Des
avonds mochten we minister Kan, den Commis
saris der Koningin en véle heerem uit hun gevolg
bij ons op bezoek hebben. Ze woonden de geheele
voorstelling bij en dé overvolle zaal vereerde 0113
met hartelijk gelach en handgeklap.
De minister kwam óns eveneens met ben hand
druk danken.
„Was u niet zenuwachtig, juffrouw Speenhof
vroeg Z.Exc. aan mijn dochter Césarine.
„Niet heel erg, Excellentie!" antwoordde ze
gepast vrijmoedig.
„Was u niet bang in de war té réien?" ver
volgde de minister.
„Ik laat mij niet in de war maken!" zei ze.
„Dan is u geknipt voor ons ministerie!" en har
telijk lachend ging minister Kan heen.
OM EEN VUILNISEMMER.
Tusschen de familie S. en J., die „op één trap
wonen in éen pand aan de Zoomstraat te Rotter
dam, boterde hét al sedert langen 'tijd niet. De
oorzaak was een vuilnisbak. Dé familie S. schijnt
de vuilnisemmer nog al eens 'te hebben laten
staan Vóór de deur van 'de W|.C. van de familie
J. En nadat er wederzijds was gescholden en
geschimpt, is het eindelijk, tot een uitbarsting
gekomen. Een lid van het gezin van J., woedend
omdat de vuilnisbak nu weer op die onjuiste
plaats stond, heeft :een paneel van de woningdeur
van S. ingetrapt, Het echtpaar' S. heeft daarna,
gewapend met een voorvork van een fiets en een
knuppel de étage van J. bestormd. Van de familie
J. hebben alle leden aan de vechtpartij deelge
nomen. "Het resultaat was dat de 50-jarige juf
frouw S. met ©en ernstige wond aan het achter
hoofd ,haar 21-jarige zoon met een opgezwollen
rechterschouder eu haar 17-jarige dochter met
eveneens een bloedende hoofdwond naar het zie
kenhuis aan den Bergweg zijn gebracht om te
wonden verbonden, dat tegen het echtpaar S.
proces-verbaal is opgemaakt en dat de voorvork
en de knuppel in beslag zijn genomen.
M
EEN AANRANDING.
De 58-jarige juffrouw H. L. M., wonende aan
'den Hilversumscheweg te Laren, bevond zich
pér rijwiel op het fietspad langs genoemden weg
tusschen het pompstation van de Utrechtsche wa
terleiding en den tol bij het St. Janskerkhof,
toen zij plotseling van haar fiets werd geworpen
door een achter een boom te voorschijn springen-
den 30 a 40-jarigen man. Onder bedreiging met
doodslag indien zij zou schreeuwen, haalde Je
man de beurs van de vrouw, waarin zich slechts
'zeer weinig geld 'bevond, uit de boodschappen-
tasch en verwijderde zich daarna in de richting
Hilversum. Bij het vallen van haar fiets bleek
de vrouw zich een weingi bezeerd te hebben. 'Ove
rigens bekwam zij geen letsel. Doordat de vrouw
geen nader signalement van den aanrander kon
„Hij bemint me," dacht ze, „en nu'lijdt hij
onder hetgeen ik: hem heb gezegd. Misschien had
ik niet zoo hard' tegen hem moeten zijn. Arme
jongen!"
Al had de weduwe van Peter Fortier een on
geveinsd medelijden met Ernst Garaud, haar hart
sprak nochtans op gée nenkele wijze in zijn voor
deel .Sinds den dood van haar Peter, was dat
hart vóór 't gevoel yan vrouwenliefde gesloten
en de moederliefde verdubbeld. De toekomst
vreesde zij slechts voor hare kinderen. Sedert 24
uur streden haar vurig verlangen om hare ge
liefde kinderen tegen de armoede te vrijwaren
en het vaste voornemen, om aan haren eed bij
het sterfbed getrouw te blijven, voortdurend om
den voorrang. Er kwamen daarbij óogenblikken,
waarin de moeder bijna bereid was den eed te
schenden om sléchts te denken aan de dierbare
panden, die de doode haar had' achtergelaten,
doch daarop was 'het aandenken aan den afge
storvene wederom machtiger dan al het andere.
Die onophoudelijke tweestrijd martelde inderdaad
de zwaar beproefde vrouw.
(Wordt vervolgd).