Nade Wasch PUROL Toename van Echtscheidingen De voorzitter is van gedachte, dat' het volgen de jaaT naar omstandigheden gehandeld kan wor den. De heer Van Langen memoreert, dat op ie Polder vergadering ook besloten is zoo noodig le gaxantiesom te verhoogen. De heer Krom kan het zeer goed vinden, lat Poder en gemeente gelijken tred houden. Afge zien van het feit, dat het een 300-jarig polder- feest is en dat dientengevolge ook de polder als gastheer zou moeten fungeeren; een groot per centage der ingezetenen is geen grondbezitter, dus is het zeer billijk volgens spr., dat de ge meente zich aanpast bij den polder. Het garantiefonds zag spr. gaarne door ..deze twee lichamen volgestort, -welke meeningr ook de heer Mienis was toegedaan. De heer Quant kan zich bij deze meening aan passen, terwijl het z.i. wenschelijk is, pas het volgend jaar in het garantiefonds naar omstan digheden te teekenen. Na nog verschillende meeniijgen gehoord te hebben, wordt besloten dit jaar f1000 en 'in 1929 wederom f 1000 beschikbaar te stellen voor het jubileum en tevens 'in 1929 een bedrag naar omstandigheden in het garantiefonds te storten. Niets meer aan He orde zijnde, slootje voorzit ter de publieke verg. waarna, nog eenlge interne zaken te bespreken waren. (Overgenomen uit Noord-Holl. Dgbl.) Uit den Omtrek - D1RKSHORN. In een Vrijdagavond gehouden vergadering van het Bestuur der zangvereeniging „Excelsior" met een 20-tal burgers dezer gemeente en uit de om geving, werd besloten het concours van den Prov. Bond van Zangvereenigingen in 1928 alhier te hou den. Vermoedelijk zal de wedstrijd plaats hebben op 9 September a.s. Kamer geworden, maar een vast tractement zou haar geheel en al tot een duplicaat maken, en on- ge parlementaire instellingen nog meer dan thans 'reeds het geval is doen ontaarden. Van het Binnenhof Eerste Kamer: Staatsbegrooting. Het is reeds de tweede helft van April en nu- eerst heeft onze Senaat zich gezet aan de behande ling van de Staatsbegrooting. En aanvankelijk' scheen het, alsof de omstandigheid, dat naar goe- fie g ewoonte de begrooting vóór 1 Mei moet zijn j»fgedaan, geen enkele reden tot zelfbeperking op leverde; immers niet minder dan vijftien sprekers achtten zich geroepen, aan het algemeen politiek (lebat deel te nemen. Gelukkig waren zij zoo ver standig, na de beantwoording van den Premier allen van repliek af te zien en kon derhalve met !de behandeling der begrootingshoofdstukken een aanvang worden gemaakt. Hebben deze redevoeringen weinig belangwek kends opgeleverd, Minister de Geer heeft kans ge zien, in een vrij beknopt betoog, meermalen door is cherts opgevroolijkt, een paar feiten te vermelden die meer de aandacht trekken. In de eerste plaats heeft de regeering een meer tegemoetkomende houding aan den dag gelegd tegenover de klachten over ons stelsel van evenre dige vertegenwoordiging en heeft zij toegezegd, dit vraagstuk ter overweging te zullen stellen in handen van het Centraal Stembureau. Ten tweede werd van de regeeringstafel medege deeld, dat de wederbezetting van den leerstoel in het Friesch aan de Groningsche hoogeschool in overweging is. Het derde en zeker belangrijkste nieuwtje gold het vechttarief. De Minister achtte het w'ijfelach- tig of een desbetreffend wetsontwerp nog in deze wetgevende periode aan de orde zal komen. Dfit uitstel beteekent, dat' het op zijn vroegsit 193O zou kunnen worden maar was het dan goede poli tiek, om dergelijke geruchtmakende plannen in de Troonrede van 1927 aan te kondigen? Welken in druk moet het maken op het buitenland, dat men gaat dreigen, dat men zich over drie jaren mis-, schien een wapen zal aanschaffen, dat tenslotte gevaarlijker voor óns land zelf is dan voor andere landen I Vermelding verdient voorts het debat, gevoerd óver het verlangen der sociaal democraten om ook voor de leden der Eerste Kamer een vaste ver goeding in te voeren, waartoe een wijziging van de Grondwet noodig zou zijn. Had het denkbeeld reeds een zeer slechte pers gevonden, ook in de Kamer zelf ontmoette het krachtig verzet. Had men rroeger, toen men zelf geen deel van de Eerste Kamer uitmaakte, slechts de grootste verguizing voor dit college, thans wil men van het lidmaat schap profiteeren, door zich een salaris toe te kennen in plaats van de bestaande vergoeding van reis- en verblijfkosten ad f 20.per opkomstdag (welke „dag" op de beruchte Dinsdagavondbij een jkomsten niet langer dan vijf minuten duurt!) Onge twijfeld is de Eerste Kamer reeds in vele opzichten in de eerste plaats wel wat den gerekten duur der debatten' betreft, de dubbelgangster van de Tweedie Het kleine dorp Saint-Gervais, tegen een heu- ve aangebouwd, verscheen den heer Labron wel dra als een witte vlek in de duisternis van len nacht Hij liep door een smalle korte straat, tot hij een door boomen beschaduwd huis genaderd was Het was toen een uur in den nacht en overal heerschte een daodsehe stilte. De bel, die hij, hoewel voorzichtig deed evergaan, had daardoor een buitengewoon harden klank. De ingenieur wachtte. Na verloop van enkele sékonden -werd er een lwv'en venster geopend en vroeg een vrouwenstem; „Wie is daar? Wie heeft daar gebeld?" „Ik, Karoline!" antwoordde mijnheer Labron, die de stem zijner zuster herkend had. „Hoe is 'tmet •Edmond?" „Het gevaar is gelukkig geweken," antwoordde mevrouw Berlin. „Wacht, 'ik zal u open maken." Het venster ging weder dicht. Een steen waa mijnheer Labron van het hart gewenteld. Hij schreide van blijdschap. huisdeur werd geopend en broeder en zuster vieren in elkanders armen. ..Uw telegram heeft mij den doodschrik op het lijf gejaagd," zei de ingenieur onder hei binnentreden. „O, ik was zélf eveneens in doodsangst," ant woordde mevTouw Bertin. „Wat heeft het kind gescheeld?" „De dokter meende dat het een begin van ty- Buitenland DE AARDBEVING IN BULGARIJE. Zaterdagnacht en Zondag duurden de aard bevingen, die vergezeld gingen van een onddr- aardsch gerommel, te Philippopël en in het ge- heele gebied, dat door de aardbevingen reeds verwoest is, voort. Volgens een voorloopig opge maakte statistiek bedraagt het aantal huizen, dat in genoemde stad en zijn omstreken is-ver woest of onbewoonbaar, 8000. Alle inrichtingen van onderwijs der congregaties, alsmede de bui tenlandsche, de openbare en de missie-scholen: te Philippopël, zijn dusdanig beschadigd, dat het onderwijs gedurende verscheidene maanden ge staakt moet worden. Te Sofia werden slechts eenige lichte schok ken waargenomen, evenals te Tsjirpan en Borisso- gTad. Lichte aardschokken zijn eveneens waarge nomen in Haskowo, terwijl krachtiger stooten zijn gevoeld te Pasardjik en Stajiimaka. Verder werd een aardschok gevoeld te Golemokonare, ten Noordwesten van Philippopël, waardoor onge veer tien huizen instortten. Andere schokken wer den in het Zuidwesten gievoeld. Als voorzorgsmaatregel wordt in de verwoeste streken door militairen de wacht gehouden. Het herstelwerk wordt zeer 'bemoeilijkt door dat de aardschokken zich voortdurend herhalen. Reeds gedurende twee dagen vilt, volgens le „Crt." fe Sofia èn in de overige geteisterde stre ken een stroomenden regen. De temperatuur is aanmerkelijk gedaald, doch de 'bevolking blijft kampeeren in tenten en inderhaast opgeslagen barakken. Koning Boris zet zijn tocht door de Verwoeste gebieden vóórt. Hij bracht Zaterdagnacht te Phi- ippopel 'door te midden der daklooze bevolking. De 'schade in deze stad wordt op 3 milliard leva (54.000.000) 'geraamd. Door 'de bewoners vaii de omringende dorpen, die tiet van de aardbeving te lijden hebben ge had, wordt groote medewerking verleend, vooral wat betreft de broodvoorziening. Het gemeente bestuur 'van Kazanlik heeft den burgemeester van Philippopël doen weten, dat het bereid is het voor deze stad beuoodigde brood te leveren- De 'Bulgaarsohe mginisterraad heeft besloten, voofloopig 30 millioen leva toe te zeggen voor de eerste hulp aan de slachtoffers. De inning der belastingen 'in de getroffen gebieden is uitge steld, teitwijl voor alle andere beitalingen morato rium van 5es maanden is ingevoerd. Het Bulgaar sohe 'Roode Kruis heeft een nationale 'inschrij ving voor de slachtoffers geopend. Namens "dón Paus zijn 100.000 leva ten bflioeve der getroffenen overhandigd. Het Amerikaansehe Roode Kruis zond 5000 dollar. Uit Belgrado Wordt gemeld, dat in geheel Joego-Slavië mede- gevoeld wordt met de ramp, die 't naburige Bulgarije heeft getroffen. Door de Joego-Sla- vische 'bladen zijn inschrijvingen geopend ten be hoeve van de slachtoffers, terwijl algemeen uit drukking wordt gegeven aan de sympathie voor de 'getroffenen. DE OCEAANVLUCHT VAN DE „BREMEN". De beide Duitsche vliegers verblijven neg steeds op Greenly Island, doch worden slechts door eüh gedachte beheerscht, n.l. den 'tocht voort te zetten. Lichamelijk zijn zij wél. Cuisinier Is bezig om met behulp van bewoners van 'het eilandje, een plankier aan Tè leggen om bet vliegtuig te kunnen verplaatsen. Naar uit de Murray baai wordt gemeldt, zijn Balehen en Bennett Zaterdagochten met hun van drie mo toren voorzien Ford-vliegtuig, vandaar opgeste- gengen voor den tocht naar Greenley-eiland. Zij namen voor de Bremen 80 gallons benzine mee. Dat is genoeg om de Bremen van Greenley- eiland ïiaar Murray-baai te brengen. Men ver wachtte, 3at de Oceaanvliegers heden nog van'het eiland zouden vertrekken. Gerekend is op J uur oponthoud voor een tusschenlanding aan de Mur- ravbaai voor het innemen van benzine. EEN VLUCHT OVER DE NOORDPOOL. De Australische ontdekkingsreiziger kapitein Wilkens "heeft met luitenant Nielson een merk waardige vlucht over de Noordpool gemaakt van uit Point Barrow in Alaska naar Spitsbergen, ee'n afstand van 2000 mijl. Men verneemt, dat zij moesten landen op eén klein onbewoond eiland, genaamd Dauholmen ten Noorden van Spitsbergen, waar zij vijf dagen lang door het weer gedwongen werden te blijven Al vorens fcij den tocht naar Green Harbour op Spitsbergen konden voortzetten. Van hieruit heb ben zij draadloos het 'bericht van hun aankomst uitgeseind. Deze tocht is de derde, welke kapitein Wilkens in het Poolgebied heeft gemaakt. phus was'." ,.Arm kind!" mompelde de ingenieur. ,,De ty phus is op zulk een leeftijd hoogst gevaarlijk." „Dat is ze. ook, maar nu hebben we niets meer te vreezen. De dokter heeft verklaard, lat alle gevaar voorbij is. Edmond heeft nog de koorts, maar is toch reeds veel 'beter dan hij geweest [3 „Ik moet hem dadelijk zien." „Kom dan mee. Hij is op mijn kamer, maar loop zoo zacht mogelijk. Ik geloof dat hij nn slaapt." Mijnheer Labron had zijn mantelzak en zijn reisdeken uit de handen gelegd. Hij volgde zijn zuster op de trap naar de kamer, waar Edmond in zijn kleine, ijzeren bedje lag. Mevrouw Berlin ging op haar teen en naar binnen. De ingenieur eveneens en bijna zonder adem te halen, naderde hij het ledikantje, waarop het gedempte lichit eener lamp viel. Het gezichtje van den kleine was hoogrood en groote zweetdruppels stonden hem op de sla- pen. Zijn handjes bowo^eu zich zenuwachtig op i het dek. Mijnheer Labron sloeg het sluimerende kind j een langen tijd gade. „Arm stumpertje!" fluisterde hij zacht en hij I boog zich daarbij voorover, om het voorhoofd j van den knaap even met zijne lippen te beroeren. De kleine zieke had gelukkig niets daarvan bespeurd." „Laten we hier niet, bljjven zitten," vermaande Nieuwstijdingen DE BEGRAFENIS VAN DCRUS RIJKERS. i De 'begrafenis van het stoffelijk overschot van den oucten held der zee, Dorus Rijkers, is een I schoone en ontroerende plechtigheid geworden, waarvan bijna heei Helder getuige is geweest. Om 'ruim één uur vertpok-dpe stoet, van het sterf huis 'aan 3e Artilleriestraat 8. Reeds lang voor dien tijd waren dichte drommen menschen naar het 'oude Helder gegaan, waar zij zich in de omge ving van het sterfhuis verzamelden- 'Groote stilte heersc'hte er; ieder voelde de plechtigheid van dit oogenblik. Opa Rijkers, oude Opa, werd uit gedragen naar zijn laatste rust-plaats. Als gold het een "familielid, zoo waren 'de menschen on der 'den indruk, toen de kist met het stoffelijk overschot, gedragen door Rijkers oude vrienden, in de lijkkoets \verd gezet. Het 'was reeds zeer laat toen de stoet aankwam. Honderden en honderden hadden zich daar ver zameld. Aanwezig waren o.'m. een vertegenwoor diger Van den minister van Waterstaat, de com mandant van de marine te Helder, schout-bij nacht 'L. J. Quant, met diens Adjudant, luitenant ter fcee Hetterschij, en de chef van den "étaf der zeemacht, '"kapitein-luitenant ter zee J. C. de Graaf, het gemeentebestuur van Helder, de Noord- en Zuidholiandsche Rieddingmaatschappij, zoowel het hoofdbestuur als het volledig plaat selijk' bestuur, de Amsterdamsche vereeiïiging Eereteeken voor menschlievend hulpbetoon „Prins Hendrik", en een aantal plaatselijke vereenigin- gen en corporaties, vele met haar vaandels. Ook een deputatie van de padvinders en van de adel borsten was aanwezig. Rijkers' oud-collega's, onder wie in de eerste plaats 'moet worden genoemd de oud-redder Klaas- sen te -Scheveningen, fungeerden, als slippen dra gers. EEN VROUW VERGIFTIGT HAAR BLINDEN MAN. Donderdag is te Middelburg overleden de 44- jarige blinde werkman Stoffel de ,1. Daar zijn echtgenoote niet gunstig bekend stond eh dé dok ter lie doodsoorzaak niet bepaald had kurnïen vaststellen, is het lijk in beslag genomen en is een sectie verricht. Daarbij zijn aanwijzingen gevonden van tweemaal toegediende hoeveelhe den 'Vergif. De vrouw is aangehouden en er is huiszoeking "gedaan, waarbij een doosje met een rattenvergif is gevonden. Na een streng vefhoor heeft de commissaris van politie de 27-jarige vrouw tot bekentenis gebracht, dat zij haar ma.n van dit vergif heeft toegediend. Het is te Middelburg va,n algemeen® bekend heid, dat twee kinderen van het echtpaar enkele jaren géleden eveneens onder verdachte omstan digheden zijn overleden. heeft men vaak Schrijnende Handen .Dit schrijnen houdt dadelp op door Het schijnt dat Amerika hierin de kroon spant, imen spreekt daar van een echtscheidingsziekte en ,menschen, die evenals in het oude Rome, vijf of zes malen getrouwd zijn géweest, schijnen geen zeldzaamheid te zijn. Zoo waren er in 1923 ongeveer 15.000.000 echt scheidingen in de United States. Dat was tweemaal zooveel als het jaar daar voor, en het aantal wast nog steeds. Het is echter niet alleen in Amerika, (Waar men er over klaagt, dat de rechters het druk hebben met het ontbinden van veelal lichtvaardig gesloten huwelijken. Ook uit Frankrijk en Tsjecho- Slowakije o.a. komen dezelfde klachten. In Frankrijk waren in 1923 ongeveer 24.000 echtschei dingen. Dat wil zeggen dat in minder dan veertig jaren het aantal verzesvoudigd is. In Frankrijk werd nl. in 1884 op voorstel van Naquet de echtscheiding yveer ingevoerd, die ten tijde van de Restauratie als reactie na de Revolutie was afgeschaft. In het ee.rste jaar van de echtscheiding kwamen er 4000 voor en in 1923 was dit getal dus ongeveer zes- 'maa! zooveel, ondanks dat de bevolking en dus de huwelijken in die periode niet sterk waren voor uitgegaan. De toename heeft vooral in de groote steden plaats, waar de levensopvattingen en zeden wufter zijn dan op het land. Om een vergelijking te treffen met den toestand in ons land, citeeren wij het cijfer van Amsterdam in hetzelfde jaar, nl. 1923, dat in de „Nieuwe Eeuw' is vermeld. In hetzelfde jaar, dat in Frankrijk het aantal echtscheidingen verzesvoudigd was, is de toename in onze hoofdstad nog grooter geweest. In 1885 kwamen daar 36 scheidingen voor, en in 1923 zelfs 12 maal zooveel, nl. 451. Maar we moe ten niet vergeten, dat de toename der bevolking in ons land in die periode, in tegenstelling met die Bertin. „We zouden allicht Edmond wakker ma ken en zobdoenide heeL verkeerd handelen." Broeder en zuster gingen naar beneden. „Heb je ook iets noodig?" vroeg de zorgzame dame „ifeen. niets, dank je!" Welnu,, neem 3an dit nachtlicht en ga wat rusten. Je weet, dat je kamer altijd voor je klaar staat. Morgen, of eigenlijk vandaag, als we weer bij ekander kom,en, kunnen we we'll het een en ander bespreken. Ik ga nu weer naar mijn ka mer. Zoodra Edmond wakker wordt, moet hij inntemen." „O, je bént een lieve en zorgzame verpleeg ster voor mijn ventje. Karoline, en ik kan niet genoeg 'daarvoor danken," zeide mijnheer Labron, terwijl hij zijn zuster een kus van er kentelijkheid gaf. „O, 't 'kost zoo weinig moeite om zulk een Kleinen engel te verplegen! Daarin is waarlijk niets bizonders gelegen. Maar ga nu slapen! Na de reis en vooral na den doorgestanen angst, is u de rust onontbeerlijk. Tot ziems, Julius! Tk wensch je seen goeden nacht!" „Goeden nacht, lief zusje! Ik zal nu, de hemel zij dank, rustiger slapen, dan ik met mogelijk heid in de fabriek had kunnen doen." Mijnheer Labron begaf zich naar zijne hem welbekende slaapkamer, mevrouw Bertin ging naar den zieke omzien. Eldmond was wakker. in Frankrijk, enorm groot was. Doch ook in de ni-euwe staat Tsjecho-Slowakije is de toestand in dezen weinig beter dan in Frankrijk. Wij citeeren weer uit de „Nieuwe Eeuw": Eigenlijk is de toestand nog slechter, wan't va,n een reactie in Ssjecho-Slowakije is geen sprake, behalve dan van ie zijde der Katholieke geestelijken. Zoo schreef Z.E.M. Kardinaal Faul- haber in zijn Vastenbrief van het jaar 1925: „Men moest luide weeklagen overTde verwoesting en 'de verwarring in ons volksleven, tengevolge van de onberaden huwelijken en de onbezonnen echtscheidingen. De verstooten vrouwen en kin deren zouHen meejammeren." en „Het aan- ta echtscheidingen heeft een omvang genomen, dat het ieder, die 'het "goed meent met ons volk, angstig 'te moede wordt. De tijd zal spoedig ko men, dat de rechtbank meer"huwelijken zal schei den dan de dood. 'De tijd. zal spoédlig komen, dat deze echtscheidingen het aantal zigeunerin nen 'zal doen toenemen." Zelfs uit Duitschland, tot voor kórten tijd het land waar de paartjes met meer ernst eai overleg den s'tap naar hef! lev'en „zu Zweien" deden, worden dezelfde klach ten gehoord. Nog onlangs sfchreef Professor Kahl, een der bekendste afgtevaardigden der Duitsche Vokspartij, dat in Duitschland na den .oorllog op elke zes huwelijken er een door echtscheiding ontbonden wordt. Zeker is dit aantal enorm. Land- en Tuinbouw NEEMT DE TUINBOUW EEN TE GROOTE VLUCHT? Deze vraag besprak de voorzitter van den Cen- tralen Bond van Veilingen in Nederland, de Heer Valstar, in zijn openingsrede van 11 April. Deze jrede is van genoeg beteekenis om daar het een en ander uit mede te deelen. Het onderwerp is het zeker wel waard, want waar men thans ons land ook bezoekt, overal zal het ons opvallen, dat er een toenemende belangstelling voor den tuinbouw be staat in welken vorm dan ook. In bet Noorden van ons land zoo goed als in het midden en het Zuiden, overal ziet men aanplantingen van boom gaarden en hier en daar ook kassen verrijzen. Sinds 1912 is de glascultuur dan ook met niet minder dan 427 pCt. toegenomen. Alleen uit dit cijfer blijkt genoegzaam hoe zeer de tuinbouw in het middelpunt der belangstelling staat en dit zou nog meer uitkomen, indien we de beschikking hadden ■over de getallen, der laatste 5 jaren. Aan die ster ke toename van de glascultuur is natuurlijk ook de grootere export toe te schrijven. Zoo- expor teeren we in 1925 aan tomaten (een gewas-met een zeer gelijkmatigen opbrengst;) 32 millioen K.G., in 1926 steeg dit cijfer tot 38 millioen en in 1927 konden we het net brengen tot 52 millioen K.G. Ook de uitbreiding der druivencultuur is zeer sterk Ook aeze vrucht geeft een vrij regelmatige op brengst. Voor de drie genoemde jaren bedroegen de exportcijfers van deze vrucht achtereenvolgens 3.5 en 4 millioen kilogrammen. De totale uitvoer van fruit en - groente bedroeg |n 1927 700 millioen K.G. Wanneer we zoo deze cijfers lezen en er over nadenken dan is het geen wonder dat de angst ons bekruipt dat er spoedig een teveel van ons fruit en van onze groepte op de buitenlandsche markten zal komen. De heer Valstar heeft die vrees nog niet- Hij herinnerde aan het jaar 1880, toen in Engeland de eer.'.te tomaten- kas werd gebouwd. Toen waarschuwde een Lon- densche handelaar ervoor, dat bij nog meerderen aanvoer het prodcut niet meer te plaatsen zou zijn. Ook riep hij de herinnering op aan het jaar >1900, toen het eerste complex druivenkassen in ons land gebouwd werd en de Westlandsche tuin ders in de meening verkeerden, dat het nu weï spoedig met een loonenden druiventeelt gedaan zou zijn. Intusschen is de druiventeelt verduizend v-öudigt en importeerde Engeland in 1927 niet blinder dan 117 millioen K.G. tomaten. En van die 117 millioen K.G. leverde Nederland 20 pCt. In Duitschland plaatsten wij in 1927 12 millioen K.G. tomaten. Dit was 22 pCt. van de itotale^ import. Gezien onze gunstige ligging voor deze beide landen is dit getal zeker niet hoog te noe men, Ook het percentage van de .overige export artikelen in bovengenoemde landen wijst er niet op dat van onze producten er niet meer te plaat sen zou zijn. Zoo importeerde Engeland bijv. in het vorige jaar 422 millioen K.G. appelen, waar van slechts 1 millioen K.G. uit ons land afkomstig was. Hieruit blijkt wel, dat wij met onze produc ten nog lang geen overheerschende plaats op de ze markten innemen. Daarbij komt dan 'nog, dat ook de export naar andere landen, zooals Oosten rijk, Polen, Zwitserland en de Scandinavische lan den tot verdere ontwikkeling kan komen en zal komen, naarmate de cultuur zich hier uitbreidt. Grond voor de vrees, dat onzé tuinbouwproducrie grooter zal worden dan de behoefte der wereld markt, is er dus niet, mits de Nederlandsche tuin bouw zich zal weten aan te passen aan de eischen die de buitenlandsche markt stelt. En een van de eerste eischen is, de heer Valstar legde daar bij herhaling den nadruk' op, dat voor een prima kwa liteit gezorgd wordt en dat aan de verpakking bij- Zijn tante gaf hem zijn drankje in en toen het kind weder was Ingeslapen, ging zij zelf eveneens een weinig- rust nemen. I Den volgenden morgen mocht mijnheer Labron het aangebeden kind naar hartelust omhelzen, j Fldmond was veel beter en gevoelde zich zeer wel. Hij kwam in verrukking, bij het zien van zijn vader. j Toen de dokter zijn morgenvisite bracht, con stateerde hij bij den knaap een zeer bevïedigerflen toestand en gaf hij den omstanders de vérzekering, dat de lieve jongen binnen kórt wweder volkomen hersteld zou zijn. 'Nu hij op die wijze van alle zorg was onthe ven, gaf de ingenieur te kénnen, dat hij op dit oogenblik zijn verblijf niet langer zou rekken i 'dan noodzakelijk was en reeds des namiddags de terugreis wilde aanvaarden. I „Ik neem te Blois om 4.25 uur den sneltrein naar Parijs," zei hij tegen zijn zuster; „Om 9 uur ben ik dan te Parijs en anderhalf uur later te Alfortville. Met welk een luchtig hart kan ik afreizen, nu alle angst van mijn besten jongen geweken is. Ik heb belangrijke dingen thuis 'te doen, die mijn bijzijn vorderen en T zou dus ver keerd wezefi, zoo ïk onder zulke omstandigheden nog langer hier bleef." Men ontbeet in de 'kamer van den kleinen patiënt, die zich nu evenals altijd, in zijn vaders bijzijn gelukkig eu tevreden gevoelde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1928 | | pagina 2