Nade Wasch
PUROL
Toename van Echtscheidingen
De voorzitter is van gedachte, dat' het volgen
de jaaT naar omstandigheden gehandeld kan wor
den.
De heer Van Langen memoreert, dat op ie
Polder vergadering ook besloten is zoo noodig le
gaxantiesom te verhoogen.
De heer Krom kan het zeer goed vinden, lat
Poder en gemeente gelijken tred houden. Afge
zien van het feit, dat het een 300-jarig polder-
feest is en dat dientengevolge ook de polder als
gastheer zou moeten fungeeren; een groot per
centage der ingezetenen is geen grondbezitter,
dus is het zeer billijk volgens spr., dat de ge
meente zich aanpast bij den polder.
Het garantiefonds zag spr. gaarne door ..deze
twee lichamen volgestort, -welke meeningr ook
de heer Mienis was toegedaan.
De heer Quant kan zich bij deze meening aan
passen, terwijl het z.i. wenschelijk is, pas het
volgend jaar in het garantiefonds naar omstan
digheden te teekenen.
Na nog verschillende meeniijgen gehoord te
hebben, wordt besloten dit jaar f1000 en 'in
1929 wederom f 1000 beschikbaar te stellen voor
het jubileum en tevens 'in 1929 een bedrag naar
omstandigheden in het garantiefonds te storten.
Niets meer aan He orde zijnde, slootje voorzit
ter de publieke verg. waarna, nog eenlge interne
zaken te bespreken waren.
(Overgenomen uit Noord-Holl. Dgbl.)
Uit den Omtrek
- D1RKSHORN.
In een Vrijdagavond gehouden vergadering van
het Bestuur der zangvereeniging „Excelsior" met
een 20-tal burgers dezer gemeente en uit de om
geving, werd besloten het concours van den Prov.
Bond van Zangvereenigingen in 1928 alhier te hou
den. Vermoedelijk zal de wedstrijd plaats hebben
op 9 September a.s.
Kamer geworden, maar een vast tractement zou
haar geheel en al tot een duplicaat maken, en on-
ge parlementaire instellingen nog meer dan thans
'reeds het geval is doen ontaarden.
Van het Binnenhof
Eerste Kamer: Staatsbegrooting.
Het is reeds de tweede helft van April en nu-
eerst heeft onze Senaat zich gezet aan de behande
ling van de Staatsbegrooting. En aanvankelijk'
scheen het, alsof de omstandigheid, dat naar goe-
fie g ewoonte de begrooting vóór 1 Mei moet zijn
j»fgedaan, geen enkele reden tot zelfbeperking op
leverde; immers niet minder dan vijftien sprekers
achtten zich geroepen, aan het algemeen politiek
(lebat deel te nemen. Gelukkig waren zij zoo ver
standig, na de beantwoording van den Premier
allen van repliek af te zien en kon derhalve met
!de behandeling der begrootingshoofdstukken een
aanvang worden gemaakt.
Hebben deze redevoeringen weinig belangwek
kends opgeleverd, Minister de Geer heeft kans ge
zien, in een vrij beknopt betoog, meermalen door
is cherts opgevroolijkt, een paar feiten te vermelden
die meer de aandacht trekken.
In de eerste plaats heeft de regeering een meer
tegemoetkomende houding aan den dag gelegd
tegenover de klachten over ons stelsel van evenre
dige vertegenwoordiging en heeft zij toegezegd,
dit vraagstuk ter overweging te zullen stellen in
handen van het Centraal Stembureau.
Ten tweede werd van de regeeringstafel medege
deeld, dat de wederbezetting van den leerstoel in
het Friesch aan de Groningsche hoogeschool in
overweging is.
Het derde en zeker belangrijkste nieuwtje gold
het vechttarief. De Minister achtte het w'ijfelach-
tig of een desbetreffend wetsontwerp nog in deze
wetgevende periode aan de orde zal komen. Dfit
uitstel beteekent, dat' het op zijn vroegsit 193O zou
kunnen worden maar was het dan goede poli
tiek, om dergelijke geruchtmakende plannen in de
Troonrede van 1927 aan te kondigen? Welken in
druk moet het maken op het buitenland, dat men
gaat dreigen, dat men zich over drie jaren mis-,
schien een wapen zal aanschaffen, dat tenslotte
gevaarlijker voor óns land zelf is dan voor andere
landen I
Vermelding verdient voorts het debat, gevoerd
óver het verlangen der sociaal democraten om ook
voor de leden der Eerste Kamer een vaste ver
goeding in te voeren, waartoe een wijziging van de
Grondwet noodig zou zijn. Had het denkbeeld reeds
een zeer slechte pers gevonden, ook in de Kamer
zelf ontmoette het krachtig verzet. Had men
rroeger, toen men zelf geen deel van de Eerste
Kamer uitmaakte, slechts de grootste verguizing
voor dit college, thans wil men van het lidmaat
schap profiteeren, door zich een salaris toe te
kennen in plaats van de bestaande vergoeding van
reis- en verblijfkosten ad f 20.per opkomstdag
(welke „dag" op de beruchte Dinsdagavondbij een
jkomsten niet langer dan vijf minuten duurt!) Onge
twijfeld is de Eerste Kamer reeds in vele opzichten
in de eerste plaats wel wat den gerekten duur der
debatten' betreft, de dubbelgangster van de Tweedie
Het kleine dorp Saint-Gervais, tegen een heu-
ve aangebouwd, verscheen den heer Labron wel
dra als een witte vlek in de duisternis van len
nacht
Hij liep door een smalle korte straat, tot hij
een door boomen beschaduwd huis genaderd was
Het was toen een uur in den nacht en overal
heerschte een daodsehe stilte. De bel, die hij,
hoewel voorzichtig deed evergaan, had daardoor
een buitengewoon harden klank. De ingenieur
wachtte.
Na verloop van enkele sékonden -werd er een
lwv'en venster geopend en vroeg een vrouwenstem;
„Wie is daar? Wie heeft daar gebeld?"
„Ik, Karoline!" antwoordde mijnheer Labron,
die de stem zijner zuster herkend had. „Hoe is
'tmet •Edmond?"
„Het gevaar is gelukkig geweken," antwoordde
mevrouw Berlin. „Wacht, 'ik zal u open maken."
Het venster ging weder dicht.
Een steen waa mijnheer Labron van het hart
gewenteld. Hij schreide van blijdschap.
huisdeur werd geopend en broeder en zuster
vieren in elkanders armen.
..Uw telegram heeft mij den doodschrik op
het lijf gejaagd," zei de ingenieur onder hei
binnentreden.
„O, ik was zélf eveneens in doodsangst," ant
woordde mevTouw Bertin.
„Wat heeft het kind gescheeld?"
„De dokter meende dat het een begin van ty-
Buitenland
DE AARDBEVING IN BULGARIJE.
Zaterdagnacht en Zondag duurden de aard
bevingen, die vergezeld gingen van een onddr-
aardsch gerommel, te Philippopël en in het ge-
heele gebied, dat door de aardbevingen reeds
verwoest is, voort. Volgens een voorloopig opge
maakte statistiek bedraagt het aantal huizen,
dat in genoemde stad en zijn omstreken is-ver
woest of onbewoonbaar, 8000. Alle inrichtingen
van onderwijs der congregaties, alsmede de bui
tenlandsche, de openbare en de missie-scholen:
te Philippopël, zijn dusdanig beschadigd, dat het
onderwijs gedurende verscheidene maanden ge
staakt moet worden.
Te Sofia werden slechts eenige lichte schok
ken waargenomen, evenals te Tsjirpan en Borisso-
gTad. Lichte aardschokken zijn eveneens waarge
nomen in Haskowo, terwijl krachtiger stooten
zijn gevoeld te Pasardjik en Stajiimaka. Verder
werd een aardschok gevoeld te Golemokonare,
ten Noordwesten van Philippopël, waardoor onge
veer tien huizen instortten. Andere schokken wer
den in het Zuidwesten gievoeld.
Als voorzorgsmaatregel wordt in de verwoeste
streken door militairen de wacht gehouden.
Het herstelwerk wordt zeer 'bemoeilijkt door
dat de aardschokken zich voortdurend herhalen.
Reeds gedurende twee dagen vilt, volgens le
„Crt." fe Sofia èn in de overige geteisterde stre
ken een stroomenden regen. De temperatuur is
aanmerkelijk gedaald, doch de 'bevolking blijft
kampeeren in tenten en inderhaast opgeslagen
barakken.
Koning Boris zet zijn tocht door de Verwoeste
gebieden vóórt. Hij bracht Zaterdagnacht te Phi-
ippopel 'door te midden der daklooze bevolking.
De 'schade in deze stad wordt op 3 milliard leva
(54.000.000) 'geraamd.
Door 'de bewoners vaii de omringende dorpen,
die tiet van de aardbeving te lijden hebben ge
had, wordt groote medewerking verleend, vooral
wat betreft de broodvoorziening. Het gemeente
bestuur 'van Kazanlik heeft den burgemeester
van Philippopël doen weten, dat het bereid is
het voor deze stad beuoodigde brood te leveren-
De 'Bulgaarsohe mginisterraad heeft besloten,
voofloopig 30 millioen leva toe te zeggen voor de
eerste hulp aan de slachtoffers. De inning der
belastingen 'in de getroffen gebieden is uitge
steld, teitwijl voor alle andere beitalingen morato
rium van 5es maanden is ingevoerd. Het Bulgaar
sohe 'Roode Kruis heeft een nationale 'inschrij
ving voor de slachtoffers geopend.
Namens "dón Paus zijn 100.000 leva ten bflioeve
der getroffenen overhandigd. Het Amerikaansehe
Roode Kruis zond 5000 dollar. Uit Belgrado
Wordt gemeld, dat in geheel Joego-Slavië mede-
gevoeld wordt met de ramp, die 't naburige
Bulgarije heeft getroffen. Door de Joego-Sla-
vische 'bladen zijn inschrijvingen geopend ten be
hoeve van de slachtoffers, terwijl algemeen uit
drukking wordt gegeven aan de sympathie voor
de 'getroffenen.
DE OCEAANVLUCHT VAN DE
„BREMEN".
De beide Duitsche vliegers verblijven neg
steeds op Greenly Island, doch worden slechts
door eüh gedachte beheerscht, n.l. den 'tocht voort
te zetten. Lichamelijk zijn zij wél.
Cuisinier Is bezig om met behulp van bewoners
van 'het eilandje, een plankier aan Tè leggen om
bet vliegtuig te kunnen verplaatsen. Naar uit
de Murray baai wordt gemeldt, zijn Balehen en
Bennett Zaterdagochten met hun van drie mo
toren voorzien Ford-vliegtuig, vandaar opgeste-
gengen voor den tocht naar Greenley-eiland. Zij
namen voor de Bremen 80 gallons benzine mee.
Dat is genoeg om de Bremen van Greenley-
eiland ïiaar Murray-baai te brengen. Men ver
wachtte, 3at de Oceaanvliegers heden nog van'het
eiland zouden vertrekken. Gerekend is op J uur
oponthoud voor een tusschenlanding aan de Mur-
ravbaai voor het innemen van benzine.
EEN VLUCHT OVER DE NOORDPOOL.
De Australische ontdekkingsreiziger kapitein
Wilkens "heeft met luitenant Nielson een merk
waardige vlucht over de Noordpool gemaakt van
uit Point Barrow in Alaska naar Spitsbergen, ee'n
afstand van 2000 mijl.
Men verneemt, dat zij moesten landen op eén
klein onbewoond eiland, genaamd Dauholmen ten
Noorden van Spitsbergen, waar zij vijf dagen lang
door het weer gedwongen werden te blijven Al
vorens fcij den tocht naar Green Harbour op
Spitsbergen konden voortzetten. Van hieruit heb
ben zij draadloos het 'bericht van hun aankomst
uitgeseind.
Deze tocht is de derde, welke kapitein Wilkens
in het Poolgebied heeft gemaakt.
phus was'."
,.Arm kind!" mompelde de ingenieur. ,,De ty
phus is op zulk een leeftijd hoogst gevaarlijk."
„Dat is ze. ook, maar nu hebben we niets meer
te vreezen. De dokter heeft verklaard, lat alle
gevaar voorbij is. Edmond heeft nog de koorts,
maar is toch reeds veel 'beter dan hij geweest [3
„Ik moet hem dadelijk zien."
„Kom dan mee. Hij is op mijn kamer, maar
loop zoo zacht mogelijk. Ik geloof dat hij nn
slaapt."
Mijnheer Labron had zijn mantelzak en zijn
reisdeken uit de handen gelegd. Hij volgde zijn
zuster op de trap naar de kamer, waar Edmond
in zijn kleine, ijzeren bedje lag. Mevrouw Berlin
ging op haar teen en naar binnen. De ingenieur
eveneens en bijna zonder adem te halen, naderde
hij het ledikantje, waarop het gedempte lichit
eener lamp viel.
Het gezichtje van den kleine was hoogrood
en groote zweetdruppels stonden hem op de sla-
pen. Zijn handjes bowo^eu zich zenuwachtig op
i het dek.
Mijnheer Labron sloeg het sluimerende kind
j een langen tijd gade.
„Arm stumpertje!" fluisterde hij zacht en hij
I boog zich daarbij voorover, om het voorhoofd
j van den knaap even met zijne lippen te beroeren.
De kleine zieke had gelukkig niets daarvan
bespeurd."
„Laten we hier niet, bljjven zitten," vermaande
Nieuwstijdingen
DE BEGRAFENIS VAN DCRUS RIJKERS.
i De 'begrafenis van het stoffelijk overschot van
den oucten held der zee, Dorus Rijkers, is een
I schoone en ontroerende plechtigheid geworden,
waarvan bijna heei Helder getuige is geweest.
Om 'ruim één uur vertpok-dpe stoet, van het sterf
huis 'aan 3e Artilleriestraat 8. Reeds lang voor
dien tijd waren dichte drommen menschen naar
het 'oude Helder gegaan, waar zij zich in de omge
ving van het sterfhuis verzamelden- 'Groote stilte
heersc'hte er; ieder voelde de plechtigheid van
dit oogenblik. Opa Rijkers, oude Opa, werd uit
gedragen naar zijn laatste rust-plaats. Als gold
het een "familielid, zoo waren 'de menschen on
der 'den indruk, toen de kist met het stoffelijk
overschot, gedragen door Rijkers oude vrienden,
in de lijkkoets \verd gezet.
Het 'was reeds zeer laat toen de stoet aankwam.
Honderden en honderden hadden zich daar ver
zameld. Aanwezig waren o.'m. een vertegenwoor
diger Van den minister van Waterstaat, de com
mandant van de marine te Helder, schout-bij
nacht 'L. J. Quant, met diens Adjudant, luitenant
ter fcee Hetterschij, en de chef van den "étaf der
zeemacht, '"kapitein-luitenant ter zee J. C. de
Graaf, het gemeentebestuur van Helder, de
Noord- en Zuidholiandsche Rieddingmaatschappij,
zoowel het hoofdbestuur als het volledig plaat
selijk' bestuur, de Amsterdamsche vereeiïiging
Eereteeken voor menschlievend hulpbetoon „Prins
Hendrik", en een aantal plaatselijke vereenigin-
gen en corporaties, vele met haar vaandels. Ook
een deputatie van de padvinders en van de adel
borsten was aanwezig.
Rijkers' oud-collega's, onder wie in de eerste
plaats 'moet worden genoemd de oud-redder Klaas-
sen te -Scheveningen, fungeerden, als slippen dra
gers.
EEN VROUW VERGIFTIGT HAAR
BLINDEN MAN.
Donderdag is te Middelburg overleden de 44-
jarige blinde werkman Stoffel de ,1. Daar zijn
echtgenoote niet gunstig bekend stond eh dé dok
ter lie doodsoorzaak niet bepaald had kurnïen
vaststellen, is het lijk in beslag genomen en is
een sectie verricht. Daarbij zijn aanwijzingen
gevonden van tweemaal toegediende hoeveelhe
den 'Vergif. De vrouw is aangehouden en er is
huiszoeking "gedaan, waarbij een doosje met een
rattenvergif is gevonden. Na een streng vefhoor
heeft de commissaris van politie de 27-jarige
vrouw tot bekentenis gebracht, dat zij haar ma.n
van dit vergif heeft toegediend.
Het is te Middelburg va,n algemeen® bekend
heid, dat twee kinderen van het echtpaar enkele
jaren géleden eveneens onder verdachte omstan
digheden zijn overleden.
heeft men vaak
Schrijnende Handen
.Dit schrijnen houdt dadelp op door
Het schijnt dat Amerika hierin de kroon spant,
imen spreekt daar van een echtscheidingsziekte en
,menschen, die evenals in het oude Rome, vijf of
zes malen getrouwd zijn géweest, schijnen geen
zeldzaamheid te zijn.
Zoo waren er in 1923 ongeveer 15.000.000 echt
scheidingen in de United States. Dat was tweemaal
zooveel als het jaar daar voor, en het aantal wast
nog steeds. Het is echter niet alleen in Amerika,
(Waar men er over klaagt, dat de rechters het druk
hebben met het ontbinden van veelal lichtvaardig
gesloten huwelijken. Ook uit Frankrijk en Tsjecho-
Slowakije o.a. komen dezelfde klachten. In
Frankrijk waren in 1923 ongeveer 24.000 echtschei
dingen. Dat wil zeggen dat in minder dan veertig
jaren het aantal verzesvoudigd is. In Frankrijk werd
nl. in 1884 op voorstel van Naquet de echtscheiding
yveer ingevoerd, die ten tijde van de Restauratie als
reactie na de Revolutie was afgeschaft. In het
ee.rste jaar van de echtscheiding kwamen er 4000
voor en in 1923 was dit getal dus ongeveer zes-
'maa! zooveel, ondanks dat de bevolking en dus de
huwelijken in die periode niet sterk waren voor
uitgegaan. De toename heeft vooral in de groote
steden plaats, waar de levensopvattingen en zeden
wufter zijn dan op het land.
Om een vergelijking te treffen met den toestand
in ons land, citeeren wij het cijfer van Amsterdam
in hetzelfde jaar, nl. 1923, dat in de „Nieuwe Eeuw'
is vermeld. In hetzelfde jaar, dat in Frankrijk het
aantal echtscheidingen verzesvoudigd was, is de
toename in onze hoofdstad nog grooter geweest.
In 1885 kwamen daar 36 scheidingen voor, en in
1923 zelfs 12 maal zooveel, nl. 451. Maar we moe
ten niet vergeten, dat de toename der bevolking in
ons land in die periode, in tegenstelling met die
Bertin. „We zouden allicht Edmond wakker ma
ken en zobdoenide heeL verkeerd handelen."
Broeder en zuster gingen naar beneden.
„Heb je ook iets noodig?" vroeg de zorgzame
dame
„ifeen. niets, dank je!"
Welnu,, neem 3an dit nachtlicht en ga wat
rusten. Je weet, dat je kamer altijd voor je klaar
staat. Morgen, of eigenlijk vandaag, als we weer
bij ekander kom,en, kunnen we we'll het een en
ander bespreken. Ik ga nu weer naar mijn ka
mer. Zoodra Edmond wakker wordt, moet hij
inntemen."
„O, je bént een lieve en zorgzame verpleeg
ster voor mijn ventje. Karoline, en ik kan
niet genoeg 'daarvoor danken," zeide mijnheer
Labron, terwijl hij zijn zuster een kus van er
kentelijkheid gaf.
„O, 't 'kost zoo weinig moeite om zulk een
Kleinen engel te verplegen! Daarin is waarlijk
niets bizonders gelegen. Maar ga nu slapen! Na
de reis en vooral na den doorgestanen angst, is
u de rust onontbeerlijk. Tot ziems, Julius! Tk
wensch je seen goeden nacht!"
„Goeden nacht, lief zusje! Ik zal nu, de hemel
zij dank, rustiger slapen, dan ik met mogelijk
heid in de fabriek had kunnen doen."
Mijnheer Labron begaf zich naar zijne hem
welbekende slaapkamer, mevrouw Bertin ging
naar den zieke omzien.
Eldmond was wakker.
in Frankrijk, enorm groot was. Doch ook in de
ni-euwe staat Tsjecho-Slowakije is de toestand in
dezen weinig beter dan in Frankrijk.
Wij citeeren weer uit de „Nieuwe Eeuw":
Eigenlijk is de toestand nog slechter, wan't
va,n een reactie in Ssjecho-Slowakije is geen
sprake, behalve dan van ie zijde der Katholieke
geestelijken. Zoo schreef Z.E.M. Kardinaal Faul-
haber in zijn Vastenbrief van het jaar 1925:
„Men moest luide weeklagen overTde verwoesting
en 'de verwarring in ons volksleven, tengevolge
van de onberaden huwelijken en de onbezonnen
echtscheidingen. De verstooten vrouwen en kin
deren zouHen meejammeren." en „Het aan-
ta echtscheidingen heeft een omvang genomen,
dat het ieder, die 'het "goed meent met ons volk,
angstig 'te moede wordt. De tijd zal spoedig ko
men, dat de rechtbank meer"huwelijken zal schei
den dan de dood. 'De tijd. zal spoédlig komen,
dat deze echtscheidingen het aantal zigeunerin
nen 'zal doen toenemen." Zelfs uit Duitschland,
tot voor kórten tijd het land waar de paartjes
met meer ernst eai overleg den s'tap naar hef!
lev'en „zu Zweien" deden, worden dezelfde klach
ten gehoord. Nog onlangs sfchreef Professor Kahl,
een der bekendste afgtevaardigden der Duitsche
Vokspartij, dat in Duitschland na den .oorllog
op elke zes huwelijken er een door echtscheiding
ontbonden wordt. Zeker is dit aantal enorm.
Land- en Tuinbouw
NEEMT DE TUINBOUW
EEN TE GROOTE VLUCHT?
Deze vraag besprak de voorzitter van den Cen-
tralen Bond van Veilingen in Nederland, de Heer
Valstar, in zijn openingsrede van 11 April. Deze
jrede is van genoeg beteekenis om daar het een en
ander uit mede te deelen. Het onderwerp is het
zeker wel waard, want waar men thans ons land
ook bezoekt, overal zal het ons opvallen, dat er een
toenemende belangstelling voor den tuinbouw be
staat in welken vorm dan ook. In bet Noorden
van ons land zoo goed als in het midden en het
Zuiden, overal ziet men aanplantingen van boom
gaarden en hier en daar ook kassen verrijzen. Sinds
1912 is de glascultuur dan ook met niet minder
dan 427 pCt. toegenomen. Alleen uit dit cijfer
blijkt genoegzaam hoe zeer de tuinbouw in het
middelpunt der belangstelling staat en dit zou nog
meer uitkomen, indien we de beschikking hadden
■over de getallen, der laatste 5 jaren. Aan die ster
ke toename van de glascultuur is natuurlijk ook
de grootere export toe te schrijven. Zoo- expor
teeren we in 1925 aan tomaten (een gewas-met een
zeer gelijkmatigen opbrengst;) 32 millioen K.G.,
in 1926 steeg dit cijfer tot 38 millioen en in 1927
konden we het net brengen tot 52 millioen K.G.
Ook de uitbreiding der druivencultuur is zeer sterk
Ook aeze vrucht geeft een vrij regelmatige op
brengst. Voor de drie genoemde jaren bedroegen
de exportcijfers van deze vrucht achtereenvolgens
3.5 en 4 millioen kilogrammen.
De totale uitvoer van fruit en - groente bedroeg
|n 1927 700 millioen K.G. Wanneer we zoo deze
cijfers lezen en er over nadenken dan is het geen
wonder dat de angst ons bekruipt dat er spoedig
een teveel van ons fruit en van onze groepte op
de buitenlandsche markten zal komen. De heer
Valstar heeft die vrees nog niet- Hij herinnerde aan
het jaar 1880, toen in Engeland de eer.'.te tomaten-
kas werd gebouwd. Toen waarschuwde een Lon-
densche handelaar ervoor, dat bij nog meerderen
aanvoer het prodcut niet meer te plaatsen zou
zijn. Ook riep hij de herinnering op aan het jaar
>1900, toen het eerste complex druivenkassen in
ons land gebouwd werd en de Westlandsche tuin
ders in de meening verkeerden, dat het nu weï
spoedig met een loonenden druiventeelt gedaan
zou zijn. Intusschen is de druiventeelt verduizend
v-öudigt en importeerde Engeland in 1927 niet
blinder dan 117 millioen K.G. tomaten. En van
die 117 millioen K.G. leverde Nederland 20 pCt.
In Duitschland plaatsten wij in 1927 12 millioen
K.G. tomaten. Dit was 22 pCt. van de itotale^
import. Gezien onze gunstige ligging voor deze
beide landen is dit getal zeker niet hoog te noe
men, Ook het percentage van de .overige export
artikelen in bovengenoemde landen wijst er niet
op dat van onze producten er niet meer te plaat
sen zou zijn. Zoo importeerde Engeland bijv. in
het vorige jaar 422 millioen K.G. appelen, waar
van slechts 1 millioen K.G. uit ons land afkomstig
was. Hieruit blijkt wel, dat wij met onze produc
ten nog lang geen overheerschende plaats op de
ze markten innemen. Daarbij komt dan 'nog, dat
ook de export naar andere landen, zooals Oosten
rijk, Polen, Zwitserland en de Scandinavische lan
den tot verdere ontwikkeling kan komen en zal
komen, naarmate de cultuur zich hier uitbreidt.
Grond voor de vrees, dat onzé tuinbouwproducrie
grooter zal worden dan de behoefte der wereld
markt, is er dus niet, mits de Nederlandsche tuin
bouw zich zal weten aan te passen aan de eischen
die de buitenlandsche markt stelt. En een van
de eerste eischen is, de heer Valstar legde daar bij
herhaling den nadruk' op, dat voor een prima kwa
liteit gezorgd wordt en dat aan de verpakking bij-
Zijn tante gaf hem zijn drankje in en toen
het kind weder was Ingeslapen, ging zij zelf
eveneens een weinig- rust nemen.
I Den volgenden morgen mocht mijnheer Labron
het aangebeden kind naar hartelust omhelzen,
j Fldmond was veel beter en gevoelde zich zeer
wel. Hij kwam in verrukking, bij het zien van
zijn vader.
j Toen de dokter zijn morgenvisite bracht, con
stateerde hij bij den knaap een zeer bevïedigerflen
toestand en gaf hij den omstanders de vérzekering,
dat de lieve jongen binnen kórt wweder volkomen
hersteld zou zijn.
'Nu hij op die wijze van alle zorg was onthe
ven, gaf de ingenieur te kénnen, dat hij op dit
oogenblik zijn verblijf niet langer zou rekken
i 'dan noodzakelijk was en reeds des namiddags
de terugreis wilde aanvaarden.
I „Ik neem te Blois om 4.25 uur den sneltrein
naar Parijs," zei hij tegen zijn zuster; „Om 9 uur
ben ik dan te Parijs en anderhalf uur later te
Alfortville. Met welk een luchtig hart kan ik
afreizen, nu alle angst van mijn besten jongen
geweken is. Ik heb belangrijke dingen thuis 'te
doen, die mijn bijzijn vorderen en T zou dus ver
keerd wezefi, zoo ïk onder zulke omstandigheden
nog langer hier bleef."
Men ontbeet in de 'kamer van den kleinen
patiënt, die zich nu evenals altijd, in zijn vaders
bijzijn gelukkig eu tevreden gevoelde.