MEDE BLAD
Zaterdag 5 Mei 1928
MIEDEK EN MARTELARES
De raad d ezer gemeente vergaderde Donderdag
avond onder voorzitterschap van den E. A. Hr.
Jhr. A. L. van Spengler, Burgemeester.
Secretaris de heer Kuiinea.
Afwezig met kennisgeving wegens ongesteldheid
de heer J. du Burck.
'De voorz. verzoekt den leden van hun zetel
op te staan, om eenige woorden te wijden aan het
afsterven van den Heer Berkhout- Kort gele
den zoo zegt voorz. was hij nog lid van onze
vroedschap. Tal van jaren is door hem het lid
maatschap van den raad bekleed. Met een enkel
woord wensch ik te memoreeren, dat hij steeds
pal heeft gestaan waar het de belangen van de
gemeente gold. Steeds heeft hij die belangen ge
diend naar zijn beste weten en overtuiging, steeds
op bezadigde, kalme en eerlijke manier zijn mee
ning naar voren brengende. Daarvoor niets dan
lof en hulde. Moge de herinnering aan hem nog
lang bij ons blijven voortbestaan.
Dat hij ruste in vrede.
Uit de gehouden kasopname bij den gemeente
ontvanger is gebleken, dat de ontvangsten hadden
bedragen f72851.6714 de uitgaven daarentegen
f71172.75 zoodat in kas moest zijn en was een
bedrag van f 1678.9214. Onder de ontvangsten is
begrepen een bedrag van f7000 geplaatst op de
boerenleenbank.
Bericht is ingekomen van de heeren B. van
Loenen, C. de Boer Wz., N. Sneekes en J. Renaud
dat zij hun benoeming tot lid van de comm. t.
wering van Schoolveiv.. aanvaarden.
Bericht van de heeren A. Kout en S. de Boer
Kz., dat zij hun benoeming tot lid van het B.A.
aanvaarden.
Bericht van den heer A. Schene dat hij zijn
benoeming tot lid van de PI. Schoolcomm. aan
neemt.
Bericht van den heer J. Kramer Jbz., dat hij
deze benoeming niet aanneemt-
Deze stukken worden voor kennisgeving aaji-
genomen.
Ingekomen is het verslag over den afgeloopen
cursus van het vervolgonderwijs.
Goedkeuring van Ged. Staten op het besluit
tot aankoop van akkers bouwland.
Ingekomen is van de Gezondheidscommissie te
Schagen hel verslag over 1927.
De heer Zeeman zou gaarne van den voorz. ver
nemen, op welk uur het vervolgonderwijs aanving
Hem waren klachten ter oore gekomen over het
late thuiskomen der kinderen.
Uit dc publicatie blijkt dat het onderwijs aan
ving voor jongens van 6.309.00 uur en voor
meisjes van 6.008.30' uur.
Afschrift van het besluit van Ged. Staten,
"waarbij het adres van het B. A. tegen het door
den raad genomen besluit inzake de bekende kwes
tie ,niet ontvankelijk werd verklaard.
Op het verzoek van den gemeenteraad aan Ged.
Staten om een onderzoek in te stellen maar de
administratie van de Lichtbedrijven is afwijzend
beschikt omdat zij hiervoor geen termen aanwe
zig is en het bestuur van de Gascommissie hierin
volkomen diligent is.
De voorz. hoopt dat die diligence zóó is, dat
binnenkort wordt vernomen wat de uitslag is.
Een verzoek van het gemeentebestuur van
Ooststellingwerf, om adhaesie te betuigen aan een
adres, te richten aan den Minister, waarin verzocht
wordt de voorstellen van de Staatscommissie, re
gelende de finantieele verhouding tusschen rijk en
gemeente, niet onveranderd aan te nemen, omdat
de kleine gemeenten hierdoor heel wat min der-
zullen ontvangen.
De voorz. zegt, dat de nieuwe regeling beoogd
het wegnemen van bestaande onbillijkheden, afge
scheiden van het vraagstuk of hierdoor de eene
gemeente vooruit en de andere achteruit gaat.
Het betreft hier ook vooral de verpleging van
armlastige krankzinnigen, de salarissen van bur
gemeesters en secret., de kosten van politie, de
kosten van onderwijs, enz. Het doel is om on
billijkheden uit den weg te ruimen. De meeste
gemeenten zullen door de nieuwe regeling er fi-
nantieel op vooruit gaan. Bij aanname vlam de
ingediende voorstellen zou eerder een juichkreet
passen. Dit onderwerp is ook breedvoerig bespro
ken in de vereeniging van Ned. Gemeenten en in
.tie Provinciale afdeeling, en daar was men van
FEUILLETON
'7-).
Zoodra de knaap alleen was, raapte hij het
rolletje papier op en zonder het open te vouwen,
stopte hij het bij de andere papieren, in den buik
van zijn paardje. „Er zou nog meer bij moeten,''
zei hij, met de oogen naar nog andere stukjes pa
pier zoekend.
Wel lagen de zoogenaamde presentiekaarten
voor de hand op tafel, doch zooveel begrip scheen
onze kleine man reeds te hebben, dat hij die niet
mocht aanraken. Hij vergenoegde zich dan ook
maar met een paar lapjes te gebruiken, die hij
eveneens uit een hoek had tevoorschijn gehaald.
Johanna had de lantaarns op het binnenplein
aangestoken en kwam binnen. Het was loom, druk
ken dweer en van tijd tot tijd werd de koolzwarte
hemel door het weerlicht vani twee kanten plot
seling op een angstige wijze verhelderd.
„George," zei Johanna, „daar komt onweer.,
ventje. Laten we gauw wat eten, dan breng ik je
naar bed.
Worden er weer van die kanonnen afgeschoten
in de lucht moe?" vroeg de kleine.
„Ik denk het wel.
tneening. dat men meer dan tevreden loom zijn.
Op voorstel van B. en W. wordt dan ook be
sloten geen adhaesie te betuigen.
Een verzoek van het gemeentebestuur van
Kollumerland om adhaesie te betuigen aan een
adres te richten aan de Kroon, waarin verzocht
wordt de gemeenten vrijheid te geven tot het hef
fen van een hooger aantal opcenten op de grond-
belastnig.
Op voorstel van B. en W. wordt besloten ook
hieraan geen adhaesie te betuigen.
Goedkeuring van Ged. Staten op de gemeente-
bcgrooiing dienst 1928.
Een verzoek van de comm. voor cultureele en
economi. che propaganda voor de Olympische Spe
len uri een subsidie te mogen ontvangen van f 10
De voorz. zegt dat natuurlijk niet beloofd kan
worden dat hier vreemdelingen zullen komen, hoe-
wei" het niet onwaarschijnlijk is. Zuidscharwoude
maakt echter deel uit van een streek, waar handel
en export bloeien, en zeker is het dan gerecht
vaardigd f 10 subsidie te geven, om de commissie
haar doel te doen bereiken.
'De heer Groen verklaart niet tegen te zullen
stemmen, hoewel hij er niets voor gevoelt.
De heer Zeeman zegt er juist ontzaglijk veel
voor te gevoelen en vindt een dergelijk gebeuren
zeer mooi. Spr. is ervan overtuigd dat er van der
gelijke dingen een lichamelijke opvoedende kracht
uitgaat. Daarbij wijst spr. op het feit, dat er door
iemand van den Langendijk zelfs deelgenomen
wordt aan de Olympische Spelen. Het is een voor
ganger in de gymnastiek, waarop we trotsch kun
nen zijn.
Weth. Kroon zegt het meer te beschouwen als
een reclamemiddel. Misschien is het wel egois-
jtisch, maar hij doet het in de hoop, dat deze f 10
rijkelijk zullen terugkomen.
Met allen voor aangenomen.
Benoeming van een lid voor de Plaatselijke
Schoolcommissie. Aanbevolen worden: I. de hr.
jP. Zeeman, 2. de heer W. C. Bouman.
De heer Zeeman wordt met 5 stemmen ien 1
blanco gekozen en aanvaardt zijn benoeming on
der dank voor het in hem gestelde vertrouwen.
Op voorstel van B. en W. wordt besloten tot
het aangaan van een geldleening ten behoeve van
de Lichtbedrijven in'verband met de uitbreiding
te Sint Pancras (Zuideinde.) Deze uitbreiding vor
dert een uitgave van f 16000 zoodat het aandeel
daarin voor deze gemeente bedraagt f3200. De
rente zal ten hoogste 5 pCt. bedragen, terwijl de
aflossing in 32 jaar zal geschieden.
De voorz. voegt hierbij de mededeeling, dat
aan de gemeente Oudorp concessie is gevraagd,
voor het aansluiten van eenige woningen, gelegen
in de onmiddellijke nabijheid van het net.
Voor het aanvaarden van deze concessie wor
den gemachtigd voorz. pn secret, van de gascomm.
Het kohier van de hondenbelasting door B. en
W. aangeboden wordt vastgesteld op f i65.
Vaststelling van den vermenigvuldigingsfactor
gem. inkomstenbelasting dienst 19281929.
Voorzitter zegt dat in 1927 dit cijfer was 1.7
waarbij opgebracht moest worden f 23000.
Voor den dienst 19281929 moet worden opge
bracht f 22000.In verband met de betere eco
nomische omstandigheden stellen B. en W. voor
Je vermenigvuldigingsfactcr te bepalen op 1.4.
De heer Groen zegt dat de verlaging aanzienlijk
mag zijn, hij vindt 1.4 toch nog veel te hoog. In
het vorig jaar werd met 1.7 opgebracht 22.500.
dus moeten de betere omstandigheden al heel
gering zijn om met 1.4 f:22000 binnen te krijgen.
Spr. grondt zijn redeneering op de omzetten vam
de veilingen. Hij neemt aan dat de inkomens van
de niet-tuinders noch omhoog noch naar beneden
zijn jgegaan. Het vorig jaar zijn vele tuinders laag of
in het geheel niet aangeslagen, terwijl toen de om
zet aan den Noordermarktbond f 2.250.000 bedroeg
Tot en met 30 April van dit jaar bedroeg de om
zet f 4.400.000. Voor onze gemeente is dit echter
niet een geheel zuivere basis, daar de 'meeste in
gezetenen naar Broek ter markt gaan. Daar nu
heeft de omzet bedragen f 4.000.000. Twee jaar
terug bedroeg het vermenigvuldigingscijfer 1.05
en is er binnengekomen een bedrag van f21.500.
terwijl de omzet aan de veiling toen was 3.300.000
gulden. Ik veronderstel, dat wanneer het cijfer niet
hooger is dan twee jaar terug het bedrag rijkelijk
zal binnenvloeien. Het inkomen van de tuinders
geeft hier den doorslag en dan zal er met 1.4 een
veel te hoog bedrag binnenkomen. De toestand
van den middenstand onder de tuinders veroor
looft niet deze groote betaling te doen, omdat zij
met de meerdere ontvangsten van thans de oude
schulden van het vorig jaar hebben moeten be
halen. Zij zijn dus in geen geval vooruit gegaan.
Ongemotiveerd is het dus een bedrag van hen te
vorderen dat niet noodig is. Ik ben,van oordeel
dat met een cijfer van 1.4 minstens f30.000 zal
binnenkomen. Spr. hoopt dat deze uiteenzetting
B. en W. een inzicht zullen geven ijn den toestand
en zij een lager cijfer zullen voorstellen.
De voorz. 'hoopt dat het volgend jaar gezegd
kan worden dat de heer Groen gelijk hda, omdat
,dan tevens zal blijken dat de finantieele toestaand
■'beter was dan de cijfers aangaven. Met de bepaling
„Maar dan ben ik zoo bang."
„O, je behoeft nietf bang te zijn, als ik bij je
ben."
„Heusch niet? En moe als het straks weer
bom, bom, gaat, komt u me dan uit imijn bedje
halen?"
„Ja,-dat beloof ik je."
Johanna en haar kleine gebruikten het avond
eten, waarmee niet veel tijd werd zoek .gemaakt,
daar het een allereenvoudigste maaltijd was.
Om half tien lag George in zijn bedje, omringd
van zijn speelgoed, dat altijd trouw met hem mee
naar boven moest.
Juffrouw Fortier had de gewoonte om tus- i
schen elf uur en half twaalf een ronde door de
fabriek te doen, alvorens haar nachtrust te zoe
ken. Met eenig naaiwerk, dat zij ter hand genomen
had, wachtte zij het klokje van elevn af. Inmiddels
was het onweer meer en meer genaderd. De blik
semflitsen volgden elkander met telkens grooter
snelheid op, gevolgd door ratelende don/derslagen.
Ook de wind was opgestoken en om de fabriek
brak' de storm met volle geweld los.
Bij haar werk dacht Johanna aan Ernst. Hoe
dieper zij nadacht, des te duidelijker kwam hef
haar voor, dat de opzichter een afschuwelijke rol
speelde en haar in een val had willen lokken, ten
einde haar eer te rooven. Het was niet alleen ver
achting, die haar thans voor hem vervulde, maar
walging en toorn.
van het vermenigvuldigingscijfer kan men niet
vasthouden aan één belastingjaar. Dit zou de ge
meente onherroepelijk naar den afgrond brengen.
Wat het cijfer van 1.05 en 1.7 betreft, dit was
een abnormale verhooging, waardoor het voor ve
len bijna onmogelijk was de opgelegde belasting
te betalen. Als de toestand niet zoo geweldig ver
beterd was, zouden B. en W. zeker niet deze ver-
laging, wat toch een groote verlagnig is, hebben
voorgesteld.
Ook ptoet niet vergeten wordan dat er het vo
rig jaar veel minder is binnengevloeid, dan er ge
raamd was. En dat dit misschien nog minder zal
worden door de reclames die nog moeten warden
afgewerkt. Dit drukt in hooge mate op 1928, te
meer waar het één derde, bestemd voor 1928, voor
een groot gedeelte aangewend moest worden voor'
1927- Voor 1926 was geraamd f 19.500 terwijl is
binnengekomen f19518,65' waar f1410.59 van
moet worden afgetrokken voor kwade posten. Het
cijfer 1.05 was dus te laag vastgesteld. In de prak
tijk moet er rekening mee gehouden worden,* dat
'het cijfer niet te laag wordt vastgesteld. Men kan
alleen dan tot verlaging overgaan, indien de zeker
heid bestaat dat men het volgend jaar niet moet
verhoogen.
Spr. wijst in dit verband op Heerhugowaard,
waar de economische toestand vrijwel gelijk is aan
die te Zuidscharwoude. Daar heeft men een ver
ordening vastgesteld regelende het kweeken van
ten reserve uit meerontvangen belasting, als ver
zekering tegen slechte jaren en men daardoor
geen abnormaal hoog vermenigvuldigingscijfer zal
behoeven vast te stellen.
Ook wijst spr. op Broek op Langendijk, waar
men de vermenigvuldigingsfactor zelfs heeft ver-
.hoogd.
De omzetcijfers geven niet aan den toestand
voor Zuidscharwoude alleen, maar voor den ge-
heelen omtrek.
In 1927 is de belasting opgebracht door zeker
niet meer dan twee derde van de ingezetenen, w.o.
de groote middenstand, zooals bijna in geen an
dere gemeente. Toen stond men voor het feit, dat
verschillende werkgevers niet werden aangeslagen,
terwijl de arbeiders, de minderbedeelden, die hun
loon van die werkgevers ontvingen, naar het hoo-
.gc cijfer van 1.7 moesten betalen.
En dar, vraagt men zich af of er geen maatrege
len moeten worden, dat de minderbedeelden miet
konten te staan voor het opbrengen van een belas
ting van f 25000 met een vermenigvuldigingsfactor
van 1.7 of 1.9, wanneer thans het cijfer te laag
wordt gesteld.
Want wie voorspelt ons dat 1928—1929 niet eei)
slecht jaar zal zijn?
En het zou zeker eerder op den weg van die
menschen liggen, om zich voor nog lager cijfer uit
•te spreken..
Wie zegt ons dat onze gemeente de aangewezen
tiokters- of notarisplaats is?
Wij moeten bevorderen dat er zoo weinig mo
gelijk schommeling in het cijfer voorkomt.
Het gaat hier niet om de bescherming van een
'bepaalde, categorie of om den tuinders een zwaar
dere belasting op te leggen, maar wij moeten uit
sluitend en alleen de gemeente op het oog houden.
Daarbij moet niet vergeten worden, dat in Zd.-
schanvoude niet die tuinbouwers zetelen, als in
andere gemeenten.
De luer Dijkhuizen zegt met belangstelling de
.uiteenzetting van den heer Groen em den voorz.
te hebben gehoord aan de hand van de verschillen
de bedragen. Groen denkt dat ongeveer 1 vol
doende is, terwijl de voorz. een andere gedachte is
toegedaan. Ik ben echter ook van meening, dat
het belastbaar kapitaal gTooter is dan het vorig
jaar en vind 1.4 ook wel wat veel. Een nog verdere
verlaging acht spr. dan ook wel gewenscht. Hij 1
vindt het vormen van een reserve wel prachtig,
maar om dit direct met een groot bedrag te doen
is wel wat onpractisch. Ik veronderstel dat met
1.2 ook meer zal binnenkomen dan f22000.
Dan kan men later zien of hier ook een verorde
ning moet worden gemaakt voor reserveering. Spr.
stelt derhalve voor het cijfer te bepalen op 1.2,
De heer Kramer zegt zich te kunnen vereenigep
met het voorstel van B. en W. De laatste jaren
heeft het nogal geschommeld, en was de verhoo
ging van het vorig jaar wel wat erg. Toen is men
zoo ongeveer uitgekomen, maar nu de finantieele
omstandigheden tamelijk verbeterd zijn zullen te
vens vrijwel alle ingezetenen aangeslagen kunnen
worden.
Men meet echter niet vergeten dat de laatste
«vijziging van de wet op de inkomstenbelasting
tie mogelijkheid heeft geopenid, dat eventueele ver
liezen mogen worden afgetrokken, en zul lep. de
tuinders hun inkomen daardoor zoo kunnen druk
ken, dat de binnenvloeiende gelden wel eens niet
mee konden vallen.
Ook is de vraag gewettigd of het omzetcijfer
van den Noordermarktbond een zuivere inkom-
stenvermeei dering aangeeft, of moet er ook nog
een percentage voot verlies af?
Spr. meent dan ook dat het vermenigvuldigings
cijfer niet te hoog wordt voorgesteld. 1
De heer Zeeman vindt het een eigenaardig ver-
Het sloeg elf uur.
Johanna stond op en wilde de portiersloge ver
laten voor het doen harer ronde. Juist toen zij de
deur geopend had, dreunde een ontzettende don
derslag in de onmiddellijke nabijheid der fabriek
en tegelijkertijd doofde een windvlaag het licht
van de lantaarn, die zij in de hand hield-
„Bij zulk weer is het niet mogelijk uit te gaan"
dacht zij. „Ik zou door den wind omver worden
geslagen." Zij trad terug en deed de deur weder
dicht. 1
Een tweede donderdag dreunde door de lucht,
nog heviger dan de vorige.
„Moe, moe!" riép de kleine Georgle verschrikt
„o, moe ik ben zoo bang."
Johanna haastte zich om bij haar kind te ko
men, dat reeds uit zijn bedje gesprongen was.
'De knaap stortte zich in haar armen, onder een
bitter geween en over het heele lijfje sidderend.
Johanna wilde hem tot rust brengen, doch dit
mocht haar niet gelukken.
■De storm verdubbelde in kracht en de kleine
George werd van oogenblik tot oogenblik angstiger
„Mij aankijken, riep hij, „trfij aankijken, 'moeC'
Johanna deed wat, de knaap haar smeekte, in de
hoop hem zoodoende eenigszins gerust te stellen
Langzamerhand werden de donderslagen zeld
zamer en scheen het Onweer zich te verwijderen
maar de wind liet zijn somber gehuil voortdurend
Jhooren en kletterend viel de regen, alsof de sluis
schijnsel dat men in de 7 vette jaren niet heeft
gespaard voor de 7 magere jaren. De droom van
Jozef is ons dus niet tot leering geweest. Het
betoog van den heer Groen was goed doordacht
en aangenaam om te hooren. Kan er een reserve
worden gevormd dan is spr. er voor dit te doen.
Er is echter ook nog iets dat mee zal vallen en
dat is de opbrengst van de Pers. 'Belasting. Dat
is echter onze bedoeling in het geheel niet geweest
Misschien geeft deze belasting wel een meer-op-
brengst van f 1500 of nog meer.
Spr. kan met het voorstel van 1.4 meegaan,
zoo men zich zou kunnen uitspreken voor het
•knaken van een verordening regelende het vormen
,van een reserve.
Hoewel hij graag de gegevens had gehad, wat
in Zuidscharwoude meer is ontvangen, vergeleken
(bij vorige jaren, meent de heer Z. toch, dat men
ten opzichte van de finantiën den voorzichtigen
tweg moet betrachten.
De voorz. constateert dat de laatste spr. nog
verder gaat dan B. en W. Daaraan hebben B. en
Wmet het vaststellen van het cijfer niet gedacht,
en denken er voorloopig ook niet aan. Inplaats van
een reserve te kunnen vormen \-moet men eerst
nog inhalen. Ook kan men J»et eenvoudiger doen
Qoor het meerdere over te brengen op onvoorzien.
Met het vaststellen van dit cijfer wordt niet be
doeld het vormen van een reserve, maar met dit
cijfer te voorkomen, dat men het volgend jaar zou
moeten verhoogen.
Het is mijn gewoonte, alvorens het cijfer vast
te stellen, overleg te plegen met den insp. der Dir.,
Belastingen, die alleen die bedragen uifkeert die
het vorig jaar zijn uitgekeerd.Hij houdt geen
rekening met economische sprongen maar wel met
I een economische inzinking. De inspect, kon zich
volkomen met het voorgestelde vereenigen.
Tenslotte uit voorz. den wensch ,dat de heer
I Groen nog tot andere gedachten zal komen.
De heer Groen. Absoluut niet. Door mij wwrdt
geen pleidooi opgezet voor de tuinders die het wèl
kunnen betalen, maar ik pleit voor hen, die de
belastinggelden niet in huis hebben en aanstonds
naar dc boerenleenbank moeten met een borg om
het noodige geld te vragen. Spr. houdt zich ervan
overtuigd dat met een vermenigvuldigingscijfer van
1 niet alleen de f 22000 zullen worden opgebracht,
maar zelfs een potje zal worden gevormd. Hij wil
echter het voorstel van den heer Dijkhuizen steunen
De voorz. zegt dan nog dat er 'gesproken is
over de personeele belasting. Toen de opcenten
werden verhoogd, was niet bekend dat er een
herschatting zou worden gehouden. Maar deze
herschatting is zeker billijk ten opzichte van hen,
die een woning huren. Wat de eigenaars meer
moeten betalen, komt ten goede aan de huurders.
En wat de veronderstelling van de meer-opbrengst
betreft, de raming van den insp. is gelijk aan die
van het vorig jaar.
De heer Dijkhuizen vraagt dan nog of men de
vaststelling niet kan uitstellen tot Juni. Dazi heef
de insp. alle belastingaangiften binnen, en kan er
een berekening worden gemaakt.
De voorz. antwoordt dat dit alleen kan bij wets
wijziging.
Het voorstel van B. en W. wordt hierna aange
nomen met de heeren Dijkhuizen en Groen tegen.
Bij de nu volgende rondvraag vestigt de heer
Groen de aandacht op het sintelstrooien op het
Kerkepad en zag dit liever gebeuren in een natten
tijd, omdat de sintels dan beter inwerken.
De voorz. antwoordt hierop de aandacht van den
gemeente-opzichter te zullen vestigen.
Hierna wordt deze hoogst aangename vergade
ring door den voorz. te half tien gesloten.
Plaatselijk Nieuws
OÜDKARSPEL.
Dienstplicht.
Aataviragian van vrijstelling wigrms broexlerdienst.
In de maand Mei bestaat er gelegenheid vrij
stelling aan te vragen van den, dienstplicht we
gens broederdien3t. In vele gemeenten wordt
daartoe een datum bepaald, welke vermeld wordt
op de openbare kennisgeving. Een ieder, die voor
den dienstplicht, lichting 1929, is ingeschreven,,
wordt in zrtjn eigen belang aangeraden zich op
den hierboven vermelden dag, ten gemeentehuize
te vervoegen teneinde 'de "benoodigde stukken
te doen opmaken. Voor een vlotte afdoening v'an
de aanvrage is het gewenscht het trouwboekje
van de ouders en het zakboekje vatf den 'broe
der of broers, die in militairen dienst zijn ge
weest, mee'te nemen.
Wij willen hier nog aan toevoegen, dat uit
elk huisgezin slechts een zoon behoeft 'te die
nen en de andere(n) op grona daarvan vrijstelling
kunnen verkrijgen.
Ten overvloede wordt nog opgemerkt, dat, zoo
men zijn recht op vrijstelling wil doen gelden,
en zijn broer den militairen dienst nog niet heeft
Verlaten, de vrijstelling moet worden aange
vraagd binnen 14 dagen, nalat de broer den
dienst verlaten heeft.
De Vrijstelling wegens kostwinnerschap be
hoeft eerst in het "najaar te worden "aangevraagd.
poorten van den 'hemel waren opengezet-
Hei zenuwachtig beven van den kleinen Geor
ge had opgehouden en zijn armpjes waren niet
meer zoo angstig om zijn moeders hals geslagen.
„Speel nu een beetje, mijn jongen," zei Johan
na, die haar kind eerst volkomen tot rust wilde
hebber., alvorens het wederom in slaap te laten
vallen. En terwijl rij zelf het koord van het paard
greep,, trok zij het speelgoed op de houten rolle
tjes voort en riep daarbij: „Voort, paardje, voort."
Het paardje tuimelde bijna omver en de kleine
Georgeik lapte daarbij in zijn handjes van pret
Al het leed scheen op eenmaal vergeten te zijn.
Intusschen viel nog altijd de regen met stróo-
rnen uit de lucht.
XVI.
Ernst Garaud had een groot gedeelte van den
avond in het koffiehuis, waar hij gewoon was te
eten, met kaartspelen doorgebracht.
Omstreeks half elf brak hij op, doch in plaats
van naar huis te gaan, sloeg hij,, evenals den vo-
rigen dag den weg in naar de brug, van Charen.ton.
,,'t Is een vreeselijk weer," mompelde hij, toen
hijh et rollen van den donder hoorde. „Och, iwat
doet dat er toe? Als zij komen, wil, zal ze zich
door het weer niet weerhouden laten. Zoodra ik
haar zie, neem ik haar mee naar mijn huis, wkar
zij met: haar kind kan blijven, toitdat de groote
daad volbracht is."
Bij het voorwaarts gaan, staarde Ernst in de