MEDE BLAD Zaterdag 5 Mei 1928 MIEDEK EN MARTELARES De raad d ezer gemeente vergaderde Donderdag avond onder voorzitterschap van den E. A. Hr. Jhr. A. L. van Spengler, Burgemeester. Secretaris de heer Kuiinea. Afwezig met kennisgeving wegens ongesteldheid de heer J. du Burck. 'De voorz. verzoekt den leden van hun zetel op te staan, om eenige woorden te wijden aan het afsterven van den Heer Berkhout- Kort gele den zoo zegt voorz. was hij nog lid van onze vroedschap. Tal van jaren is door hem het lid maatschap van den raad bekleed. Met een enkel woord wensch ik te memoreeren, dat hij steeds pal heeft gestaan waar het de belangen van de gemeente gold. Steeds heeft hij die belangen ge diend naar zijn beste weten en overtuiging, steeds op bezadigde, kalme en eerlijke manier zijn mee ning naar voren brengende. Daarvoor niets dan lof en hulde. Moge de herinnering aan hem nog lang bij ons blijven voortbestaan. Dat hij ruste in vrede. Uit de gehouden kasopname bij den gemeente ontvanger is gebleken, dat de ontvangsten hadden bedragen f72851.6714 de uitgaven daarentegen f71172.75 zoodat in kas moest zijn en was een bedrag van f 1678.9214. Onder de ontvangsten is begrepen een bedrag van f7000 geplaatst op de boerenleenbank. Bericht is ingekomen van de heeren B. van Loenen, C. de Boer Wz., N. Sneekes en J. Renaud dat zij hun benoeming tot lid van de comm. t. wering van Schoolveiv.. aanvaarden. Bericht van de heeren A. Kout en S. de Boer Kz., dat zij hun benoeming tot lid van het B.A. aanvaarden. Bericht van den heer A. Schene dat hij zijn benoeming tot lid van de PI. Schoolcomm. aan neemt. Bericht van den heer J. Kramer Jbz., dat hij deze benoeming niet aanneemt- Deze stukken worden voor kennisgeving aaji- genomen. Ingekomen is het verslag over den afgeloopen cursus van het vervolgonderwijs. Goedkeuring van Ged. Staten op het besluit tot aankoop van akkers bouwland. Ingekomen is van de Gezondheidscommissie te Schagen hel verslag over 1927. De heer Zeeman zou gaarne van den voorz. ver nemen, op welk uur het vervolgonderwijs aanving Hem waren klachten ter oore gekomen over het late thuiskomen der kinderen. Uit dc publicatie blijkt dat het onderwijs aan ving voor jongens van 6.309.00 uur en voor meisjes van 6.008.30' uur. Afschrift van het besluit van Ged. Staten, "waarbij het adres van het B. A. tegen het door den raad genomen besluit inzake de bekende kwes tie ,niet ontvankelijk werd verklaard. Op het verzoek van den gemeenteraad aan Ged. Staten om een onderzoek in te stellen maar de administratie van de Lichtbedrijven is afwijzend beschikt omdat zij hiervoor geen termen aanwe zig is en het bestuur van de Gascommissie hierin volkomen diligent is. De voorz. hoopt dat die diligence zóó is, dat binnenkort wordt vernomen wat de uitslag is. Een verzoek van het gemeentebestuur van Ooststellingwerf, om adhaesie te betuigen aan een adres, te richten aan den Minister, waarin verzocht wordt de voorstellen van de Staatscommissie, re gelende de finantieele verhouding tusschen rijk en gemeente, niet onveranderd aan te nemen, omdat de kleine gemeenten hierdoor heel wat min der- zullen ontvangen. De voorz. zegt, dat de nieuwe regeling beoogd het wegnemen van bestaande onbillijkheden, afge scheiden van het vraagstuk of hierdoor de eene gemeente vooruit en de andere achteruit gaat. Het betreft hier ook vooral de verpleging van armlastige krankzinnigen, de salarissen van bur gemeesters en secret., de kosten van politie, de kosten van onderwijs, enz. Het doel is om on billijkheden uit den weg te ruimen. De meeste gemeenten zullen door de nieuwe regeling er fi- nantieel op vooruit gaan. Bij aanname vlam de ingediende voorstellen zou eerder een juichkreet passen. Dit onderwerp is ook breedvoerig bespro ken in de vereeniging van Ned. Gemeenten en in .tie Provinciale afdeeling, en daar was men van FEUILLETON '7-). Zoodra de knaap alleen was, raapte hij het rolletje papier op en zonder het open te vouwen, stopte hij het bij de andere papieren, in den buik van zijn paardje. „Er zou nog meer bij moeten,'' zei hij, met de oogen naar nog andere stukjes pa pier zoekend. Wel lagen de zoogenaamde presentiekaarten voor de hand op tafel, doch zooveel begrip scheen onze kleine man reeds te hebben, dat hij die niet mocht aanraken. Hij vergenoegde zich dan ook maar met een paar lapjes te gebruiken, die hij eveneens uit een hoek had tevoorschijn gehaald. Johanna had de lantaarns op het binnenplein aangestoken en kwam binnen. Het was loom, druk ken dweer en van tijd tot tijd werd de koolzwarte hemel door het weerlicht vani twee kanten plot seling op een angstige wijze verhelderd. „George," zei Johanna, „daar komt onweer., ventje. Laten we gauw wat eten, dan breng ik je naar bed. Worden er weer van die kanonnen afgeschoten in de lucht moe?" vroeg de kleine. „Ik denk het wel. tneening. dat men meer dan tevreden loom zijn. Op voorstel van B. en W. wordt dan ook be sloten geen adhaesie te betuigen. Een verzoek van het gemeentebestuur van Kollumerland om adhaesie te betuigen aan een adres te richten aan de Kroon, waarin verzocht wordt de gemeenten vrijheid te geven tot het hef fen van een hooger aantal opcenten op de grond- belastnig. Op voorstel van B. en W. wordt besloten ook hieraan geen adhaesie te betuigen. Goedkeuring van Ged. Staten op de gemeente- bcgrooiing dienst 1928. Een verzoek van de comm. voor cultureele en economi. che propaganda voor de Olympische Spe len uri een subsidie te mogen ontvangen van f 10 De voorz. zegt dat natuurlijk niet beloofd kan worden dat hier vreemdelingen zullen komen, hoe- wei" het niet onwaarschijnlijk is. Zuidscharwoude maakt echter deel uit van een streek, waar handel en export bloeien, en zeker is het dan gerecht vaardigd f 10 subsidie te geven, om de commissie haar doel te doen bereiken. 'De heer Groen verklaart niet tegen te zullen stemmen, hoewel hij er niets voor gevoelt. De heer Zeeman zegt er juist ontzaglijk veel voor te gevoelen en vindt een dergelijk gebeuren zeer mooi. Spr. is ervan overtuigd dat er van der gelijke dingen een lichamelijke opvoedende kracht uitgaat. Daarbij wijst spr. op het feit, dat er door iemand van den Langendijk zelfs deelgenomen wordt aan de Olympische Spelen. Het is een voor ganger in de gymnastiek, waarop we trotsch kun nen zijn. Weth. Kroon zegt het meer te beschouwen als een reclamemiddel. Misschien is het wel egois- jtisch, maar hij doet het in de hoop, dat deze f 10 rijkelijk zullen terugkomen. Met allen voor aangenomen. Benoeming van een lid voor de Plaatselijke Schoolcommissie. Aanbevolen worden: I. de hr. jP. Zeeman, 2. de heer W. C. Bouman. De heer Zeeman wordt met 5 stemmen ien 1 blanco gekozen en aanvaardt zijn benoeming on der dank voor het in hem gestelde vertrouwen. Op voorstel van B. en W. wordt besloten tot het aangaan van een geldleening ten behoeve van de Lichtbedrijven in'verband met de uitbreiding te Sint Pancras (Zuideinde.) Deze uitbreiding vor dert een uitgave van f 16000 zoodat het aandeel daarin voor deze gemeente bedraagt f3200. De rente zal ten hoogste 5 pCt. bedragen, terwijl de aflossing in 32 jaar zal geschieden. De voorz. voegt hierbij de mededeeling, dat aan de gemeente Oudorp concessie is gevraagd, voor het aansluiten van eenige woningen, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van het net. Voor het aanvaarden van deze concessie wor den gemachtigd voorz. pn secret, van de gascomm. Het kohier van de hondenbelasting door B. en W. aangeboden wordt vastgesteld op f i65. Vaststelling van den vermenigvuldigingsfactor gem. inkomstenbelasting dienst 19281929. Voorzitter zegt dat in 1927 dit cijfer was 1.7 waarbij opgebracht moest worden f 23000. Voor den dienst 19281929 moet worden opge bracht f 22000.In verband met de betere eco nomische omstandigheden stellen B. en W. voor Je vermenigvuldigingsfactcr te bepalen op 1.4. De heer Groen zegt dat de verlaging aanzienlijk mag zijn, hij vindt 1.4 toch nog veel te hoog. In het vorig jaar werd met 1.7 opgebracht 22.500. dus moeten de betere omstandigheden al heel gering zijn om met 1.4 f:22000 binnen te krijgen. Spr. grondt zijn redeneering op de omzetten vam de veilingen. Hij neemt aan dat de inkomens van de niet-tuinders noch omhoog noch naar beneden zijn jgegaan. Het vorig jaar zijn vele tuinders laag of in het geheel niet aangeslagen, terwijl toen de om zet aan den Noordermarktbond f 2.250.000 bedroeg Tot en met 30 April van dit jaar bedroeg de om zet f 4.400.000. Voor onze gemeente is dit echter niet een geheel zuivere basis, daar de 'meeste in gezetenen naar Broek ter markt gaan. Daar nu heeft de omzet bedragen f 4.000.000. Twee jaar terug bedroeg het vermenigvuldigingscijfer 1.05 en is er binnengekomen een bedrag van f21.500. terwijl de omzet aan de veiling toen was 3.300.000 gulden. Ik veronderstel, dat wanneer het cijfer niet hooger is dan twee jaar terug het bedrag rijkelijk zal binnenvloeien. Het inkomen van de tuinders geeft hier den doorslag en dan zal er met 1.4 een veel te hoog bedrag binnenkomen. De toestand van den middenstand onder de tuinders veroor looft niet deze groote betaling te doen, omdat zij met de meerdere ontvangsten van thans de oude schulden van het vorig jaar hebben moeten be halen. Zij zijn dus in geen geval vooruit gegaan. Ongemotiveerd is het dus een bedrag van hen te vorderen dat niet noodig is. Ik ben,van oordeel dat met een cijfer van 1.4 minstens f30.000 zal binnenkomen. Spr. hoopt dat deze uiteenzetting B. en W. een inzicht zullen geven ijn den toestand en zij een lager cijfer zullen voorstellen. De voorz. 'hoopt dat het volgend jaar gezegd kan worden dat de heer Groen gelijk hda, omdat ,dan tevens zal blijken dat de finantieele toestaand ■'beter was dan de cijfers aangaven. Met de bepaling „Maar dan ben ik zoo bang." „O, je behoeft nietf bang te zijn, als ik bij je ben." „Heusch niet? En moe als het straks weer bom, bom, gaat, komt u me dan uit imijn bedje halen?" „Ja,-dat beloof ik je." Johanna en haar kleine gebruikten het avond eten, waarmee niet veel tijd werd zoek .gemaakt, daar het een allereenvoudigste maaltijd was. Om half tien lag George in zijn bedje, omringd van zijn speelgoed, dat altijd trouw met hem mee naar boven moest. Juffrouw Fortier had de gewoonte om tus- i schen elf uur en half twaalf een ronde door de fabriek te doen, alvorens haar nachtrust te zoe ken. Met eenig naaiwerk, dat zij ter hand genomen had, wachtte zij het klokje van elevn af. Inmiddels was het onweer meer en meer genaderd. De blik semflitsen volgden elkander met telkens grooter snelheid op, gevolgd door ratelende don/derslagen. Ook de wind was opgestoken en om de fabriek brak' de storm met volle geweld los. Bij haar werk dacht Johanna aan Ernst. Hoe dieper zij nadacht, des te duidelijker kwam hef haar voor, dat de opzichter een afschuwelijke rol speelde en haar in een val had willen lokken, ten einde haar eer te rooven. Het was niet alleen ver achting, die haar thans voor hem vervulde, maar walging en toorn. van het vermenigvuldigingscijfer kan men niet vasthouden aan één belastingjaar. Dit zou de ge meente onherroepelijk naar den afgrond brengen. Wat het cijfer van 1.05 en 1.7 betreft, dit was een abnormale verhooging, waardoor het voor ve len bijna onmogelijk was de opgelegde belasting te betalen. Als de toestand niet zoo geweldig ver beterd was, zouden B. en W. zeker niet deze ver- laging, wat toch een groote verlagnig is, hebben voorgesteld. Ook ptoet niet vergeten wordan dat er het vo rig jaar veel minder is binnengevloeid, dan er ge raamd was. En dat dit misschien nog minder zal worden door de reclames die nog moeten warden afgewerkt. Dit drukt in hooge mate op 1928, te meer waar het één derde, bestemd voor 1928, voor een groot gedeelte aangewend moest worden voor' 1927- Voor 1926 was geraamd f 19.500 terwijl is binnengekomen f19518,65' waar f1410.59 van moet worden afgetrokken voor kwade posten. Het cijfer 1.05 was dus te laag vastgesteld. In de prak tijk moet er rekening mee gehouden worden,* dat 'het cijfer niet te laag wordt vastgesteld. Men kan alleen dan tot verlaging overgaan, indien de zeker heid bestaat dat men het volgend jaar niet moet verhoogen. Spr. wijst in dit verband op Heerhugowaard, waar de economische toestand vrijwel gelijk is aan die te Zuidscharwoude. Daar heeft men een ver ordening vastgesteld regelende het kweeken van ten reserve uit meerontvangen belasting, als ver zekering tegen slechte jaren en men daardoor geen abnormaal hoog vermenigvuldigingscijfer zal behoeven vast te stellen. Ook wijst spr. op Broek op Langendijk, waar men de vermenigvuldigingsfactor zelfs heeft ver- .hoogd. De omzetcijfers geven niet aan den toestand voor Zuidscharwoude alleen, maar voor den ge- heelen omtrek. In 1927 is de belasting opgebracht door zeker niet meer dan twee derde van de ingezetenen, w.o. de groote middenstand, zooals bijna in geen an dere gemeente. Toen stond men voor het feit, dat verschillende werkgevers niet werden aangeslagen, terwijl de arbeiders, de minderbedeelden, die hun loon van die werkgevers ontvingen, naar het hoo- .gc cijfer van 1.7 moesten betalen. En dar, vraagt men zich af of er geen maatrege len moeten worden, dat de minderbedeelden miet konten te staan voor het opbrengen van een belas ting van f 25000 met een vermenigvuldigingsfactor van 1.7 of 1.9, wanneer thans het cijfer te laag wordt gesteld. Want wie voorspelt ons dat 1928—1929 niet eei) slecht jaar zal zijn? En het zou zeker eerder op den weg van die menschen liggen, om zich voor nog lager cijfer uit •te spreken.. Wie zegt ons dat onze gemeente de aangewezen tiokters- of notarisplaats is? Wij moeten bevorderen dat er zoo weinig mo gelijk schommeling in het cijfer voorkomt. Het gaat hier niet om de bescherming van een 'bepaalde, categorie of om den tuinders een zwaar dere belasting op te leggen, maar wij moeten uit sluitend en alleen de gemeente op het oog houden. Daarbij moet niet vergeten worden, dat in Zd.- schanvoude niet die tuinbouwers zetelen, als in andere gemeenten. De luer Dijkhuizen zegt met belangstelling de .uiteenzetting van den heer Groen em den voorz. te hebben gehoord aan de hand van de verschillen de bedragen. Groen denkt dat ongeveer 1 vol doende is, terwijl de voorz. een andere gedachte is toegedaan. Ik ben echter ook van meening, dat het belastbaar kapitaal gTooter is dan het vorig jaar en vind 1.4 ook wel wat veel. Een nog verdere verlaging acht spr. dan ook wel gewenscht. Hij 1 vindt het vormen van een reserve wel prachtig, maar om dit direct met een groot bedrag te doen is wel wat onpractisch. Ik veronderstel dat met 1.2 ook meer zal binnenkomen dan f22000. Dan kan men later zien of hier ook een verorde ning moet worden gemaakt voor reserveering. Spr. stelt derhalve voor het cijfer te bepalen op 1.2, De heer Kramer zegt zich te kunnen vereenigep met het voorstel van B. en W. De laatste jaren heeft het nogal geschommeld, en was de verhoo ging van het vorig jaar wel wat erg. Toen is men zoo ongeveer uitgekomen, maar nu de finantieele omstandigheden tamelijk verbeterd zijn zullen te vens vrijwel alle ingezetenen aangeslagen kunnen worden. Men meet echter niet vergeten dat de laatste «vijziging van de wet op de inkomstenbelasting tie mogelijkheid heeft geopenid, dat eventueele ver liezen mogen worden afgetrokken, en zul lep. de tuinders hun inkomen daardoor zoo kunnen druk ken, dat de binnenvloeiende gelden wel eens niet mee konden vallen. Ook is de vraag gewettigd of het omzetcijfer van den Noordermarktbond een zuivere inkom- stenvermeei dering aangeeft, of moet er ook nog een percentage voot verlies af? Spr. meent dan ook dat het vermenigvuldigings cijfer niet te hoog wordt voorgesteld. 1 De heer Zeeman vindt het een eigenaardig ver- Het sloeg elf uur. Johanna stond op en wilde de portiersloge ver laten voor het doen harer ronde. Juist toen zij de deur geopend had, dreunde een ontzettende don derslag in de onmiddellijke nabijheid der fabriek en tegelijkertijd doofde een windvlaag het licht van de lantaarn, die zij in de hand hield- „Bij zulk weer is het niet mogelijk uit te gaan" dacht zij. „Ik zou door den wind omver worden geslagen." Zij trad terug en deed de deur weder dicht. 1 Een tweede donderdag dreunde door de lucht, nog heviger dan de vorige. „Moe, moe!" riép de kleine Georgle verschrikt „o, moe ik ben zoo bang." Johanna haastte zich om bij haar kind te ko men, dat reeds uit zijn bedje gesprongen was. 'De knaap stortte zich in haar armen, onder een bitter geween en over het heele lijfje sidderend. Johanna wilde hem tot rust brengen, doch dit mocht haar niet gelukken. ■De storm verdubbelde in kracht en de kleine George werd van oogenblik tot oogenblik angstiger „Mij aankijken, riep hij, „trfij aankijken, 'moeC' Johanna deed wat, de knaap haar smeekte, in de hoop hem zoodoende eenigszins gerust te stellen Langzamerhand werden de donderslagen zeld zamer en scheen het Onweer zich te verwijderen maar de wind liet zijn somber gehuil voortdurend Jhooren en kletterend viel de regen, alsof de sluis schijnsel dat men in de 7 vette jaren niet heeft gespaard voor de 7 magere jaren. De droom van Jozef is ons dus niet tot leering geweest. Het betoog van den heer Groen was goed doordacht en aangenaam om te hooren. Kan er een reserve worden gevormd dan is spr. er voor dit te doen. Er is echter ook nog iets dat mee zal vallen en dat is de opbrengst van de Pers. 'Belasting. Dat is echter onze bedoeling in het geheel niet geweest Misschien geeft deze belasting wel een meer-op- brengst van f 1500 of nog meer. Spr. kan met het voorstel van 1.4 meegaan, zoo men zich zou kunnen uitspreken voor het •knaken van een verordening regelende het vormen ,van een reserve. Hoewel hij graag de gegevens had gehad, wat in Zuidscharwoude meer is ontvangen, vergeleken (bij vorige jaren, meent de heer Z. toch, dat men ten opzichte van de finantiën den voorzichtigen tweg moet betrachten. De voorz. constateert dat de laatste spr. nog verder gaat dan B. en W. Daaraan hebben B. en Wmet het vaststellen van het cijfer niet gedacht, en denken er voorloopig ook niet aan. Inplaats van een reserve te kunnen vormen \-moet men eerst nog inhalen. Ook kan men J»et eenvoudiger doen Qoor het meerdere over te brengen op onvoorzien. Met het vaststellen van dit cijfer wordt niet be doeld het vormen van een reserve, maar met dit cijfer te voorkomen, dat men het volgend jaar zou moeten verhoogen. Het is mijn gewoonte, alvorens het cijfer vast te stellen, overleg te plegen met den insp. der Dir., Belastingen, die alleen die bedragen uifkeert die het vorig jaar zijn uitgekeerd.Hij houdt geen rekening met economische sprongen maar wel met I een economische inzinking. De inspect, kon zich volkomen met het voorgestelde vereenigen. Tenslotte uit voorz. den wensch ,dat de heer I Groen nog tot andere gedachten zal komen. De heer Groen. Absoluut niet. Door mij wwrdt geen pleidooi opgezet voor de tuinders die het wèl kunnen betalen, maar ik pleit voor hen, die de belastinggelden niet in huis hebben en aanstonds naar dc boerenleenbank moeten met een borg om het noodige geld te vragen. Spr. houdt zich ervan overtuigd dat met een vermenigvuldigingscijfer van 1 niet alleen de f 22000 zullen worden opgebracht, maar zelfs een potje zal worden gevormd. Hij wil echter het voorstel van den heer Dijkhuizen steunen De voorz. zegt dan nog dat er 'gesproken is over de personeele belasting. Toen de opcenten werden verhoogd, was niet bekend dat er een herschatting zou worden gehouden. Maar deze herschatting is zeker billijk ten opzichte van hen, die een woning huren. Wat de eigenaars meer moeten betalen, komt ten goede aan de huurders. En wat de veronderstelling van de meer-opbrengst betreft, de raming van den insp. is gelijk aan die van het vorig jaar. De heer Dijkhuizen vraagt dan nog of men de vaststelling niet kan uitstellen tot Juni. Dazi heef de insp. alle belastingaangiften binnen, en kan er een berekening worden gemaakt. De voorz. antwoordt dat dit alleen kan bij wets wijziging. Het voorstel van B. en W. wordt hierna aange nomen met de heeren Dijkhuizen en Groen tegen. Bij de nu volgende rondvraag vestigt de heer Groen de aandacht op het sintelstrooien op het Kerkepad en zag dit liever gebeuren in een natten tijd, omdat de sintels dan beter inwerken. De voorz. antwoordt hierop de aandacht van den gemeente-opzichter te zullen vestigen. Hierna wordt deze hoogst aangename vergade ring door den voorz. te half tien gesloten. Plaatselijk Nieuws OÜDKARSPEL. Dienstplicht. Aataviragian van vrijstelling wigrms broexlerdienst. In de maand Mei bestaat er gelegenheid vrij stelling aan te vragen van den, dienstplicht we gens broederdien3t. In vele gemeenten wordt daartoe een datum bepaald, welke vermeld wordt op de openbare kennisgeving. Een ieder, die voor den dienstplicht, lichting 1929, is ingeschreven,, wordt in zrtjn eigen belang aangeraden zich op den hierboven vermelden dag, ten gemeentehuize te vervoegen teneinde 'de "benoodigde stukken te doen opmaken. Voor een vlotte afdoening v'an de aanvrage is het gewenscht het trouwboekje van de ouders en het zakboekje vatf den 'broe der of broers, die in militairen dienst zijn ge weest, mee'te nemen. Wij willen hier nog aan toevoegen, dat uit elk huisgezin slechts een zoon behoeft 'te die nen en de andere(n) op grona daarvan vrijstelling kunnen verkrijgen. Ten overvloede wordt nog opgemerkt, dat, zoo men zijn recht op vrijstelling wil doen gelden, en zijn broer den militairen dienst nog niet heeft Verlaten, de vrijstelling moet worden aange vraagd binnen 14 dagen, nalat de broer den dienst verlaten heeft. De Vrijstelling wegens kostwinnerschap be hoeft eerst in het "najaar te worden "aangevraagd. poorten van den 'hemel waren opengezet- Hei zenuwachtig beven van den kleinen Geor ge had opgehouden en zijn armpjes waren niet meer zoo angstig om zijn moeders hals geslagen. „Speel nu een beetje, mijn jongen," zei Johan na, die haar kind eerst volkomen tot rust wilde hebber., alvorens het wederom in slaap te laten vallen. En terwijl rij zelf het koord van het paard greep,, trok zij het speelgoed op de houten rolle tjes voort en riep daarbij: „Voort, paardje, voort." Het paardje tuimelde bijna omver en de kleine Georgeik lapte daarbij in zijn handjes van pret Al het leed scheen op eenmaal vergeten te zijn. Intusschen viel nog altijd de regen met stróo- rnen uit de lucht. XVI. Ernst Garaud had een groot gedeelte van den avond in het koffiehuis, waar hij gewoon was te eten, met kaartspelen doorgebracht. Omstreeks half elf brak hij op, doch in plaats van naar huis te gaan, sloeg hij,, evenals den vo- rigen dag den weg in naar de brug, van Charen.ton. ,,'t Is een vreeselijk weer," mompelde hij, toen hijh et rollen van den donder hoorde. „Och, iwat doet dat er toe? Als zij komen, wil, zal ze zich door het weer niet weerhouden laten. Zoodra ik haar zie, neem ik haar mee naar mijn huis, wkar zij met: haar kind kan blijven, toitdat de groote daad volbracht is." Bij het voorwaarts gaan, staarde Ernst in de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1928 | | pagina 3