TWEEDE BEID
IE
MOEDER EN MARTELARES
Handenarbeid ais verplicht
leervak op de o.l. School.
N.V. Spoorlijn Station-Dorp Noordscharwoude
DE OUDERAVOND TE OUDKARSPEL
iDe aandachtige lezer heeft in het vorig nr. in
minder voliedigen vorm iets over den gehouden
Ouderavond te Oudkarspel kunnen lezen en on
getwijfeld daaruit kunnen opmaken, dat aldaar
freeds een proef was genomen met het invoeren
van handenarbeid door jongens, die hiermede be
zig waren gedurende den tijd, dat de meisjes les
in de handwerken ontvingen. Deze proef bleek
uitnemend geslaagd, en men was er zóó over vol
daan, dat men had gemeend op een der ouder
avonden eens een kleine tentoonstelling van de
vervaardigde voorwerpen te moeten houden, waar
bij het hoofd der school, de Heer De Wijn, eene
causerie, zou houden over het nut van handenar
beid als verplicht leervak op de O. L. School.
(De Ouderavond was nu wel niet zoo heel druk
bezocht, doch de belangstelling .was groot ge
noeg om te kunnen constajteeren, dat ook de
ouders niet onverschillig tegenover dit onderwijs
staan,
Zooals wij reeds zeiden in het vorig overzichtje,
allereerst concentreerde zich de belangstelling der
aanwezigen op de tentoonstelling der gemaakte
voorwerpen, van welke wij reeds vermeldden, waar
uit deze bestonden.
Het spreekt haast wel van zelf, dat deze uit
nemende demonstratie als „acte de presence" dc
te houden causerie reeds vol verwachting inluid
de en tegelijk dienst deed als piëdestal voor de
zuil, die handenarbeid heet.
Na het welkom aan alle aanwezigen, w.o. be
halve de aanwezige ouders, ook B. en W. der ge
meente, raadsleden en genoodigden, begon ide Heei
De Wijn zijn causerie met de opmerking, dat han
denarbeid niet als het hoogste doel moest wordep
beschouwd, maar wel als een nuttig doel, wanneer
het als leervak op de school verplichtend wordt
gesteld. In dien geest was reeds eerder gesproken,
Jengevolge waarvan er een proef uit was voortge
vloeid, waarvan men de resultaten thans heeft ver
kregen. Gevolg: een en ander over handenarbeid'
te vertellen, een wensch, die te kennen was gege
ven, waarop eene uitnoodiging daartoe was ge
volgd en waaraan spr. gaarne had voldaan.
Wat verstaat men echter onder handenarbeid.
Het woord zegt reeds duidelijk genoeg, dat met
handenarbeid de noodige vaardigheid wordt aan
gekweekt om z'n handen ook in andere opzichten
te leeren gebruiken, dan met schrijven, waarbij
naast de ontwikkeling van den geest ook oog en
hand worden geoefend. De grondslag voor ons
weten en kunnen beteekent niet alleen geestelijke
ontwikkeling maar tevens lichamelijke geoefend
heid, waarin de vrije en ordeoefeningen jiiet voor
zien en hetgeen tot dusver op de school niet op de
lesrooster voorkwam. Wat wij dus wenschen is
een arbeidsschool, waar. ook lichamelijk gewerkt
wordt, waar oog en hand naast den geest onwik-
keld worden, zóó, dat het begrip omtrent handen
arbeid meer ingang vindt en in de praktijk voor
ons volgend leven kan worden toegepast. De ar
beidsschool dus is het instituut waarop moet wor
den aangestuurd. Men behoeft dus geen centime
ter meer te leeren, bij het gebruik van het liniaal
leert men voldoende passen en meten, etn leert'
men tegelijk den centimeter. Wat er bij handen
arbeid wordt gebruikt is klei, papier, bord en
carton, hout en metaal, waarvan zeer bruikbare
voorwerpen door de leerlingen kunnen worden ge
maakt. Handenarbeid kweekt arbeidslust aan,
leert het hanteeren van gereedschappen, kweekt
bruikbare menschen aan, die niet onmiddellijk by
zoovele kleine werkzaamheden verlegen zitten, het
voorstellingsvermogen wordt er door verscherpt,
FEUILLETON
zo):
't.Was een denkbeeld, dat de duivel hem in
het brein had gebracht, toen de opzichter uitriep
„Laten we de kas redden!"
De vlammen sloegen reeds uit alle openingen
van het paviljoen naar buiten.
,.We kunnen met geen mogelijkheid naar bin
nen!" jammerde de kassier.
„Laat mij mé,ar begaan!" voegde Ernst Garaud
hem toe.
„Wat wilt ge doen?"
„Dat zult ge zien."
Ernst Garaud sprang reeds over een brandend
stuk hout van de deurpost- m den gang, waar het
lijk vap den heer La bron lag en riep met eene
stem, die van den hevigstèn schrik moest ge
tuigen: „Hier ligt een lijk!"
Hij hief het doode lichaam van zijn slachtoffer
op, droeg het naar buiten en legde het, geholpen
door eenige toeschietende mannen, languit op
de binnenplaats.
Vol ontzetting deinsde de kassier terug.
,11 ijo God, dat is de patroon!" stamelde hij1.
„Mijnheer Labron vol bloed en dood!
Ernst Garaud hoorde dat niet eens. Voor ie
tweede maal was hij het brandende paviljoen
terwijl vooral kleiarbeid het gezicht oefent, de
opmerkingsgave vergroot en de warenkennis ver
meerdert.
Het gebruik van papier is voor - de lagere scho
len, men leert vouwen, men krijgt begrip van breu
ken, het kweekt den goeden smaak aan, men leert
kleuren onderscheiden, teekenen, afstanden zien en
lijnen trekken, passen en meten, in het algemeen
pog en hand ontwikkelen. Het resultaat is, dat
een jongen, in dit vak onderlegd, in de winkels het
liefst gevraagd wordt. In 1878 werd handenarbeid
voor meisjes toegelaten, maar er bestond nog geen
opleiding. Iedereen moet begrijpen, dat door de
zen arbeid de lust wordt aangekweekt, tengevolge
waarvan de man geen permanente figuur meer op
het voetbalterrein zal zijn. Sport is goed, maar zij
mag ons leven niet beheerschen. Thans lijkt dat
zoo. Zijn naast hart en geest ook oog en hand ont
wikkeld, dan pas ziet men den paedagogischen
ondergrond, waaróp deze arbeid steunt. Ook als
tuchtmiddel, niet in den vorm van dwang, maar
als een middel te doen wat te doen is, het goed'
te doen en. af te maken, En de jongens doen graag
dit werk, zij krijgen er liefde voor en lust in.
Dan maakt de voorz. met zevenmijlslaarzen eep
stapje naar de middeneeuwen, waarin hij de groe
peering schetst der rangen of standen in de maat
schappij. In de eerste plaats had men Üe klerken,
die hec geestelijke werk verrichtten; dan had men
de Ridders, die de meest barbaarsche sport be
oefenden, en dan had men de handwerksnïah, de
slaaf, die het werk opknapte. Aan die slaafschheid
kwam een einde door de gilden, althans eene groo
te veroetering hebben die gilden teweeg gebracht,
gevolgd door de kastenindeeling, waarop de stan
den volgden en daarna het humanisme. Dit moreele
beginsel beheerschte wel eene paedagogische op
leiding, maar tevens een zeer eenzijdige. Stands
opleiding en -opvoeding toch gaven voor de groo-
te massa niets. In 1870 echter was het Rousseay,
die inde opvoeding en opleiding op onze scholen
een groote omwenteling teweeg bracht. Kenschet
send zijn zijn woorden, waarmede hij zijn nieuwe
ideeën inluidde: „Emille moest werken als een
boer om verstand te krijgen als een wijsgeer."
De Duitscher Fröbel is het echter geweest, die de
handenarbeid, speciaal als opvoedingsmethode in
gevoerd heeft en uitgevonden. Gestorven in 1852,
na vele teleurstellingen te hebben moeten over
winnen en na de grootste tegenwerking te hebbein.
moeten ondervinden, zijn zijn ideeën doorgewerkt,
hebben ingang gevonden, werden toegepast in
Scandinavië, Denemarken en Finland, waar in 1866
de handenarbeid als leervak in de scholen verplich
tend werd gesteld. Na 1870 kregen wij hier in Hol
land huisvlijtcursussen, terwijl in 1880 door de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in deze
richting een grooten stoot werd gegeven, zoodat in
1880 dit onderwijs in de Rijkskweekscholen kon wor
den gegeven, in 1892 op de Lagere School, en niet
tegenstaande de bemoeiingen van Dr. de Visser,
werd dit handwerkonderwijs door de Kamer facul
tatief, d.w.z. vrij verklaard. Maar in andere lan
den werd handenarbeid ingevoerd, en het spreekt
1 eigenlijk ook hier weer van zelf, dat Amerika in
dezen aan de spits staat.
Hiermede meent de voorz., het Hoofd der school
'een kleine geschiedenis over en het nut van han
denarbeid te hebben uiteengezet, en aangetoond
wat in 20 uren arbeid kan worden, vervaardigd en
aangeleerd. Hij beveelt dit onderwijs ten zeerste
in het belang van alle ouders aan, en hoopt, dat
hij de noodige belangstelling mag ondervinden,
opdat aanstonds door de Oudercommissie zal wor
den besloten aan B. en W. te verzoeken „Handen
arbeid" als leervak op de school verplichtend te
stellen. Op deze wijze zal onze school als de
eerste in ons land worden gemoderniseerd.
De spr. wordt met een luid applaus beloond.
Na het stellen van enkele vragen, o.a. deze,
of dit onderwijs ook voor meisjes nuttig en noodig
wordt geacht, en of het geen afbreuk zou doen
aan het andere onderwijs, bleek al spoedig, dat
men het zoowel voor de jongens als voor de meis
jes wenschte en de tijd van het andere onderwijs
makkelijk kon worden afgenomen.
Met algemeene stemmen of liever bij acclamatie
werd besl'oten aan B. en W. te vragen dit onder
wijs op de school in te voeren, waarop de Burge
meester antwoordde, dat dit onderwijs zijn volle
Empathie had, niet alleen, maar dat hij de ge
meente gaarne als baanbreekster wilde beschou-
wn tot het invoeren van een moderne school, zoo
aLs op schitterende wijze door den Heer De Wijn
was aanbevolen en verdedigd. Maar, de Raad geeft
de dubbeltjes, dus, die is in dezen alleen com
petent. Met de beste wenschen voor het streven
in deze richting, noemt spr. onze gemeente bevoor
recht, door twee leerkrachten te bezitten die de
bevoegdheid hebben dit onderwijs te kunnen geven.
Hierop sluiting door den heer De Wijn met een
jvoord van dank voor de betoonde belangstelling
en de toezegging, dat men voor de invoering van
dit mooie plan reeds zooveel medewerking mocht
fondervinden.
binnen gestormd.
I Tjwee seconden gingen daarbuiten in angstige
spanning vootbij. Toen hoorde men een zwakke,
bijna onherkenbare 3tem„Ik ben in het kabinet
hij de kas! Ik stik! Ik sterf! Hulp!"
Men wilde den moedigen man zoo gaarne"bij-
stanid verleenen, maar een ondoordringbare muur
van vfammen en vuur bevond zich thans tus-
schen de redders en cle opening van "den gang.
Plotseling werd een ontzettend gekraak ver
nomen. Het dakgebinte stortte \nieen op de bo
venste verdieping, die daardoor eveneens tot op
den grond toe wegzakte.
De machtelooze mehigte, die erbij stond, kon
een kreet van wanhoop niet terughouden.
„Die arme Ernst Garaud ligt onder het puin
begraven! De opzichter heeft te veèl gewaagd!
Zijn moed heeft hem het leven gekost!"
Deze en dergelijke ontboezemingen gingen van
alle kanten op. "Wel beproefde men, - om, in
spijt ivan 't gevaar, dat er aan Verbonden was,
voorwaarts te dringen, doch de vlammengloed
hield zelfs de dappersten van zulk een waag
stuk terug. De nu op zich zelf staande muren
begonnen reeds te wijken en kort daarop in te
storten.
Op dit oogenblik kwamen de brandspuiten van
Maisons-Alfor® en van Charenton. Te laat even
wel, zelfs voor een gedeeltelijke redding. De
fabriek was in een puinhoop verkeerd.
AL een bezetene liep de kassier Ricoux door
de menigte heen en weer en riep daarbij voortdu- j
rend
De N V Spoorlijr Station DorpNoordschar
woude, vergaderde gistermiddag 2.30 uur in het
vergaderlokaal van het café der N. V.
Aanwezig met het Bestuur de 2 kasnazieners.
De voorz. de heer G. Barten gaat tot opening
der vergadering over met er op te wijzen, dat de
belangstelling voor deze bijeenkomst niet groot
is te noemen. En toch is de N. V. een algemeen
belang een belang van de tuinders, dat niet
blijkt uit de opkomst. Ook bestaat er geen belang
stelling voor het dit jaar uit te keeren dividend.
Ondanks het minder gunstig beloop van een en
ander, meent spr. toch tevreden te mogen zijn over
datgene wat achte rden rug ligt. Moet thans wor
den voorgesteld een lager dividend uit te keeren
BORDERELLE
DiER REKENING VAN DE N.V. SPOORLIJN STATION-DORP N0ORD1SCHARWOUD1E.
DIENST 1927.
dan het vorig jaar, toen na jaren van geen uitkeer-
ring, het steeds in stijgenden lijn ging, van harte
hoopt hij dat het volgend jaar weder een hooger
dividend kan worden uitgekeerd. Na het wel
kom te hebben toegeroepen aan opgekomenen en
Pers, wordt de vergadering voor geopend verklaard
en worden de notulen door den heer A. Vroegop
als secretaris gelezen, welke zonder op- of aan
merkingen worden goedgekeurd en geteekend.
Door den heer P. Deutekom, Penningmeester,
'wordt rekening en verantwoording gedaan over den
finantieelen toestand der N. V.
De Borderelle laten wij hier in haar geheel vol-
•gen:
Ontvangst:
Kassaldo Dienst 1926
Onuitgekeerd Dividend
Pacht Café
Pacht Gebr. "Witte
Pacht Be taaikantoor
Rangeerloon Ned. Spoorwegen
Bezittingen:
Café met inventaris en erf.
Uit te keeren Dividend
over 1923
over 1924
over 1925
o vér 1926
3o/o 1927
Belasting
Saldo
9335.181's
772.50
1257.—
180.—
50—
7291.13
f 18885.81Va
f 48.75
58.50
88—
357.75
- 5827.50
- 524.47
- 742.261/?
f 7647.231/2
Balans:
Saldo f 742.261/a
Bedrag 't welk door ie Staat bij
overname betaald wordt - 200000.—
V 0—
Uitgaaf:
Onderhoud café en straat
Div. Belastingen
Administratie en Verg.
Uitgekeerd dividend:
o vier 1922 f
o Ver 1923
over 1924
over 1925
over 1926
Saldo nieuwe rekening
.50
- 21.25
- 72—
- 468.—
- 8383.50
Schulden
Nihil.
Saldo nieuwe rekening
Aandeelen
Aandeelhouders
499.94
1559.99
227.40
- 8951.25
- "7647.231/2
f 18885.81V?
f 7647.231/a
f 7647.261/a
1 194250—
- 6492.261/s
Café Invéntaris enz.
f 200742.261/2
Nagezien door de heeren J. van Exter en K. Op
perdoes, verklaart eerstgenoemde, dat alles in vol
komen orde is bevonden en tot goedkeuring kan
worden geadviseerd.
De vergadering conformeert zich aan dit advies
en wordt den Penningmeester een woord van dank
gebracht voor zijn gehouden beheer.
Goedgevonden wordt het dividend te bepalen op
3 pCt.
Eveneens wordt besloten dit jaar het café te
laten schilderen (buitenomi) terwijl aan het Dag.
Bestuur wordt vrijgelaten het doen uitvoeren van
eenig werk binnen in het gebouw, zoo dit noodig
toocht blijken.
f 200742.261/2
De verzilvering der coupons wordt door den
Penningmeester bepaald op Dinsdag en Woensdag
a.s. van 912 en nam. 15 uur (n-t-j
Bij de nu volgende Bestuursverkiezing, aftre
dend de heer P. Meereboer, (herkiesbaar), wordt
de aftredende herkozen met op één na algemeene
stemmen, die verklaart zijn herbenoeming zeei
gaarne te aanvaarden.
De rondvraag levert niets op, terwijl nog wor
den benoemd voor het nazien van de volgende re
kening de heeren Alb. Barten, A. Swager en C.
Keeman Sr.
Hierna order dank sluiting der vergadering.
Nieuwstijdingen
HET KAMERLID! DiUIJR
Het lid der Tweede Kamer, mx. J. E. W.
Duijs, is voör eenige weken naar Zwitserland,
vertrokken voor heretel van gezondheid.
„Dat* wraakzuchtige schepsel heeft alles in
brand gestoken. Ze heeft ook mijnheer Labron
eigenhandig vermoord. Zij' alleen is de oorzaak van
den dood, die hij hier moest vinden."
Tegelijk met de brandweer van Charenton, was
ook de poiitie-commissaris vandaar binnen geko
men. Ilij hoorde een paar woorden van hetgeen
de kassier jammerend uitriep en hield hem staan
de:
„Wie zijt ge, mijnheer?" luidde zijn eerste vraag
„Ik ben of laat me nu liever zeggen, ik wa? de
kassier van deze fabriek."
„En beschuldigt ge iemand van de fabriek in
brand te hebben gestoken?"
„Ja, mijnheer.'
„Heb ik u ook niet van* een moord hooren spre
ken?"
„Ja, mijnheer, kom maar mee."
En Ricoux geleidde den commissaris naar de
plek, waar het lijk van den heer Labron lag uit
gestrekt. Toen hij daar was aangekomen, hernam
hij:
„Ziet ge, hier ligt de vermoorde. Het mes is
hem recht door de borst gegaan."
„Mijnheer Labron," riep de commissaris, die
onmiddellijk den ingenieur herkende.
„Ja, mijnheer, onze ongelukkige, diep-betreurde
patroon.'
De ambtenaar had geen moeite zich te overtui
gen, dat de ingenieur werkelijk reeds was omgeko
men en vroeg daarna:
„Wie wordt door u beschuldigd, mijnheer?"
„De portierster van de fabriek."
ONGEVALHEN.
Op het goederen-emplaoement van iïe Spoor
wegen aan de Handelskade te "Amsterdam is
een rangeerder tusschen twee treinen bekneld
geraakt, doorlat een z.g. doode trein bij het)
rangeeren op een kruispunt te ver Moorschoot.
De man werd geheel vermorzeld!-
„Haar naam?"
„Johanna Fortier."
„Op welken grond beschuldigt ge die vrouw?"
„Overal heeft men haar gezocht en nergens
gevonden, wel een bewijs dus, dat zij de vlucht
heeft genomen na de fabriek in brand te hebben
gestoken. Ook heeft zij petroleum' gekocht, om
haar gevloekte daad te kunnen volvoeren."
„Maar de redenen, waarom zij het deed?"
„Uit wraakzucht, mijnheer. Eergisteren heeft
mijnheer Labron, die over hare nalatigheid onte
vreden was, haar den dienst opgezegd. Zij zou over
acht dagen ontslagen zijn geweest."
De commissaris van politie maakte zijn aantee-
keningen bij het licht der vlammen.
„Ik meen, dat ik u ook van een tweede slacht
offer heb hooren spreken" hernam hij daarop.
„Zoo is het ook, mijnheer."
„De hoofdopzichter der fabriek, een brave, op
passende man met zeer veel verdienste, Ernst
Garaud genaamd. Hij kwam met ons om te helpen.
Met levensgevaar wilde hij nog de kas redden en
is nu onder het omgevallen huis begraven."
„Is er hier of daar misschien nog een onbe
schadigd gedeelte van de fabriek, waar men voor-
lcopig het lijk var. mijnheer Labron zou kunnen
brengen?"
De kantoorbediende David trad vooruit en ant
woordde: „Ja, mijnheer, de stal en het koetshuis
zijn geheel vrij gebleven."
„Breng dan het lijk daarheen, mannen."
Een paar fabrieksarbeiders hieven het stofeflijk
omhulse Ivan 'hun gewezen patroon op en droe-