i U NIEUWE II Qe eerste mm Aardappelen m^wóXe^ZateMa! -Nieuwsblad, v. JdLolI. JNoorderkwartier Woensdag 80 Mei 1928 37e Jaargang Het Volk regeere NO 63 INTERC. TELEPHOOH 51 (MEDIJKER COURANT Deze courant verschijnt TVT II 1 TT 1 1 "TVT 11 J - par 3 maanden f 1.15 - BedaCl.-lilg. J. II. KEIZER - Bureel Moordscharwoude Plicht Klein éénlettergrepig woord, wat ligt een die pe zin in U verborgen. Een dichter noemde U eens „een vriend met ijzeren hand" en waarlijk) niet ten onrechte. Z'n plicht doen, ach, dat behoort immers zoo, zegt de plichtsgetrouwe, het valt hem niet zwaar,' en de nalatige zegt daarentegen: nu ja, met z'n plicht neemt men het maar niet zoo erg nauw. Wie echter de zaken goed beschouwt, plaatst zich op het standpunt van dengene, die zijn plicht nauwgezet vervult. Endat is vaak heel moei lijk en gaat niet steeds van een leien dakje;; inte gendeel, ook ae plichtsgetrouwe zal strijd kennen heeft zijn verleiding, waaraan weerstand te kun nen bieden, hem tot eere strekt. 'Als gij Uw plicht verzuimt, zoo heet het, lacht het goud U reeds toe, terwijl bij vervulling van dien plicht, slechts een eenvoudig salaris uw deel blijft en niets méér. Hoe men het in dergelijke gevallen met zijn ge moedsrust stelt, blijve voor heden hier buiten be schouwing. Wie kent niet de korte maar krachtige op wekking tot het nakomen van zijn plicht, eens uitgesproken door een van Engeland's groote ad miraals, Nelson: ,,Het Vaderland verwacht, dat elk zijn plicht zal doen!" Waar iedereen zijn plieht in acht neemt, daar marcheeren de zaken goed, hetzij in het leger, op de vloot, in de huis houding van den Staat, in de maatschappij, in de laerk, in het bedrijf, in de school en last not least in het huisgezin. DaSr vooral komt het er op aan vele kleine plichten te vervullen met groote liefde en toewijding. Er zijn gelukkig voorbeelden te over, dat mannen en vrouwen in de maat schappij personen van naai» en positie in huis bij hun ouders, b.v. met vacantie zijnde, weer o zooveel kinderplichten met een blij gelaat we ten tje betrachten. Naast menig voorbeeld van plichtsverzaking, staan er gelukkig nog zeer vele van ijverige plichtsbetrachting. Is door het laat ste niet reeds menig onheil afgewend? Denk aan een- wachter, die een hem toevertrouwden post niet verlaat; aan een schildwacht, die geen oogenblik inslaapt; aan een boodschapper, die niet rust, voordat hij zich van zijn moeilijke opdracht gekwe ten heeft; denk in één woord aan allen, die door daad en woord toonen liever alles te derven dan ontrouw te worden aan hun plicht. Hoe hooger het ambt, dat men bekleedt, des te zwaarder zijn de plichten! Daarom is het zoo gelukkig te prij zen als hoogwaardigheidsbekleeders een verheven opvatting van hun ambt of bediening hebben; on getwijfeld zullen zij dan nimmer hunne plichten ■verzaken. Wat kunnen 's-menschen plichten ver uiteeii- loopend zijn. Voor den een kan het plicht heeten te zwijgen terwille van goede verstandhouding, voor den ander is het gebiedend te spreken en te getui gen van waarheid en recht. Hier eischt de plicht stil thuis te zijn en te arbeiden in bescheiden; kring, dkkr wordt men door zijn plicht geroepen in het gewoel van een groote menschenmassa, alles geheel verscheiden en toch alles gedreven door tiat ééne ;g evoel van plicht. Is het geen onvergeef lijke plichtsverzaking, indien roekeloos wordt om gesprongen met gelden van anderen, waardoor vaak zuurverdiende penningen verloren gaan? Of met gelden van de gemeenschap, door zoovelen moeilijk opgebracht? Het heeft daarom zeer ze ker zijn nut steeds op 's-menschen plichten te wijzen, waar men tegenwoordig ook in alle lagen der maatschappij wordt herinnerd aan zijn rechten. ■Rechten en plichten behooren saam te gaan. Een staatsburger mag eischen, dat zijn persoon en goederen worden beschermd, zijn veiligheid ge waarborgd, maar hij vergete niet om de wetten van zijn land te eerbiedigen en na te leven. De arbeider heeft thans meerdere rechten dan voor heen, waardoor mogelijke uitbuiting van werk gevers tot het verleden behoort, maar hij vergete niet, dat het' zijn eerste plicht is zijn werktijd nut)- tig te besteden. Immers daardoor kan het peil der arbeidende klasse worden opgevoerd. Hoe meer men echter vordert en hoe verder men komt op den weg van den plicht, des te m.eer breidt zich 'het veld van den plicht voor den mensch uit. Zoo moge dan, vooral ook de jeugd, aan welke im mers de toekomst behoort, steeds getrouw blijven in het -volbrengen van den plicht, daarbij indachtig het woord van De Genestet: „Daar is geen vredè, vreugd', noch licht, Dan op den engen weg van Plicht." 'k Heb de eerste vroege aardappelen heden 29 Mei gezien. Een bouwer ging zijn vroegsten akker inspecteeren en beloofde mij, het resultaat van zijn inspectie te zullen meedeelen. En hij kwam1 met een schaaltje vroege aardappe len, die hij mij met een begrijpelijk en verstaanbaar genoegen liet zien. „Van hoeveel stammen?" vroeg ik hem. „Van zes, 't kan ook zeven geweest zijn," luid de het antwoord. Wij gingen aan het tellen en kwamen tot de slotsom, dat elke stam reeds 5 leverbare aardap pels gaf. Nu is het uitgesloten, dat die akker reeds roodhaar is ('k heb het nagezien, het moet roodep en niet rooien zijn, volgens onze taalkenners), de beste stammen worden natuurlijk, en dan nog aan het zuidkantje, of langs het rieten hek uitgezocht. Maar er is geen twijfel aan, dat met een dag of acht, bij ;diit mooie, groeizame weer, de vroege aardappelen op de markt zullen verschijnen. De eerste vroege aardappelen. Wat zit er veel in dat korte zinnetje van vier simpele woordjes. Toen ik die eerste nog wat bleekneuzige muis jes had gezien, liet ik mijn gedachten eens den vrij en. loop. In mijn eentje zette ik zoo'n pieper voor mé neer en ging aan het filosopheeren. Daar ligt nu zoo'n aardappel, die de geleerden met den def- tigen naam „Solanum tuberosum Lo" hebben be titeld. Die L. op het einde duidlt den persoon aan, die dien naam gaf, dat is zoo de gewoonte onder de plantkundigen. Hoewel ik het niet zeker weet, ge loof ik er niet ver af te zijn, als ik' beweer, 'dat met dezen L. Linaërs, de beroemde geleerde is be- doeld. I Daar ligt nu een aardappel voor me, en ik peins, waar kom je toch vandaan? O, onnoozele schrijd ver, zegt ge misschien, gerood om de Zuid-West! Ja, dat weet ik ook wel, maar ik peins over z'n afstamming. En nu valt me in, dat de aardappel I eigenlijk een exotisch gewas is, dat in Europa is ingevoerd. Zijn stamland is, naar men mij verteld heeft, eigenlijk Zuid-Amerika, in Chili komt hij I nog veelvuldig als wilde plant voor. De Spanjolen veroverden in 1535 Peru en Chili en vonden daar een reeds vrij ouden aardappel cultuur. Hoevele generaties zijn aan jou, pieper voor me, voorafgegaan? Wat is er een arbeid, een peinzen, een probeeren aan jou ten beste gelegd. Je bent niet de vrucht van één generatie, maar van vele. Menschenge- slachten hebben zich met jou voorgeslacht bezig gehouden, je soortgenooten geteeld, veredeld en verzwakt, ontleed, microscopisch en chemisch on derzocht, gekruist. Ik denk aan de groote beteekenis, die jij pieper, in ons menschenleven hebt. Je levert voedsel in den eigenlijken reëlen zin van het woord, want je bent bestemd om opgepeuzeld te worden, hoe waterig en zeeperig je er nog moogt uitzien. Maar je schaft door je zijn, je bestaan, tallooze menschen een boterham. Je bent nuttiger dan misschien menig menschenkind, dat zich soms verwaten ge noeg durft uitdrukken dat hij geen aardappel is. Laat hij dan van jou, onnoozele pieper, leeren, zich nuttig te maken voor anderen, want nuttig, ja, noodig zijt ge, in buitengewone mate. Wat nuttig en noodig is, wordt ook gewaardeerd en het is waarlijk niet aileen de nijvere bouwer, die je vanmorgen uit de zwarte aarde met ingeno menheid voor den dag bracht en zich met je be moeit. Want voor je zoover waart, is met zorg de moederplant gezet, slechts enkele weken geleden. Heele dik'ke boeken zijn over poterbehandeling volgeschréven. Steeds probeert men op nog beter wijze voor het aardappel-nageslacht te zorgen. Nieuwe hygiënisch ingerichte aardappel-pootgoed bewaarplaatsen worden gebouwd. Precies weet de 'geleerde te vertellen, hoe het koont, dat er z.g.n. onderzeeërs onde rje soortgenooten voorkomen; en het is'precies met jou, pieper, gesteld als met vele nuttige dingen, hoe nuttiger ze zijn, hoe vatbaarder voor ongemak. Ge zijt uit dien hoofde voorwerp van aanhou dende zorg. Met jou bemoeit zich de boer, de burger, de geleerde, de man, die geroepen wordt een staat te regeeren. 1 De boer zorgt ervoor, dat ge op een goeden bodem komt, de geleerde licht den boer voor wat ge tijdens den groei noodig hebt, zooveel van dit, zooveel van dat. En de geleerden wijzen de regeer- I ders op de groote waarde, die ge hebt voor de volksvoeding, voor de welvaart. r De boc-r oftewel bouwer, ziet met Ingenomen heid, hoe ge gedurende de mooie Pinksterdagen u hebt ontwikkeld. Uw loof heeft zijn geelachtig, dor aanzien, veroorzaakt door de koude der Mei dagen afgelegd, en prijkt nu in weelderig groen. En tallooze oogen hebben over het loof ge wijd met de feestdagen, geen motorschuitje schier bleef aan den wal, moeder de vrouiw ging mee en de man en vader toonde aan vrouw en kroost met 'genot het gewas des velds. Hoe rijk staat het er met je voor. Zeker, over vloedig vruchtbaar zijt ge dit jaar waarschijnlijk niet, maar de boer koestert goede hope, dat ge zeer begeerd zult zijn. Ja ,ge zijt zelfs, onnoozele .pieper, in staat een beetje poëzie te brengen in 't Slovige leven van je verbouwer en verzorger, omdat ge er veelbelovend voorstaat. D efgeleerden waken voor je gezondheid. Nauwkeuriger wordt op jou acht geslagen dan op menig menschenkind. Men let op luchttempera tuur, op dauw, want men weet, dat bij bepaalde- tenr.peraturen en dauw, de gevaarlijke ziektekiemen vat op je hebben. De chemie wordt te hulp geroepen, om het kwaad te keeren. De radio zal worden gebruikt om je verzorger te waarschuwen, dat er gevaar dreigt. En voor de zoo gevreesde wratziekte, waarte gen alle regeeringen maatregelen treffen, worden zeer spéciale studiecommissies gevormd. Buitengewone belangstelling alzoo is er voor jou, aardappel hier voor me, evenredig aan je bui tengewone beteekenis. En nog een categorie van "menschen vergat ik, die je vereert als broodgever en dat is de handels stand. 1 De scheepjes liggen alweer te wachten, om je op te nemen en te vervoeren naar die plaatsen, waar men reikhalzend je blijde inkomste verbeidt. De spoorwagens staan bij tientallen op de rails, 't wachten is op jou. Veler handen zullen zich straks reppen om. je te delven. De koopman zal je keuren op kruin, op grootte, op vrij van pok, lichte pok, grove pok, op schurft en rhicitonia, blauw onder de schil, glazerigheid, kringerigheid, waarop al niet. Straks wordt ge verpakt in balen en kisten; de zakkenkooplui en krattenmakers hebben veel met je op. De winkeliers ruimen zachtjes aan al een paar „bakken" voor je in. De fabrikanten bedachten ingewikkelde ma chines om je van de schil te ontdoen. Wat een at tentie, wat arbeid brengt ge allerwege, en hoe wordt ge gewaardeerd als ge op de tafel verschijnt bij arm .zoowel als rijk; bij den bedelaar, die je opeet met een beetje nat, die zich aan jou verza digt. En bij den welgestelde, die u consumeert als pom me naturel, pommes frites of purée. Zoo zie ik je in zoo menige beteekenis, jou vroe ge aardappel. Neen, dat had geen Chilinees kunnen denken, dat ge tot zoo groot aanzien zoudt komen, want je ziet er eigenlijk een beetje onmogelijk uit. Maar het is met jou als met vele menschen, je bent» gelukkig meer dan je schijnt. Ook de Spanjool, die je voor het eerst naar ons werelddeel bracht, heeft niet kunnen bevroeden, welke verstrekkende daad hij toen verrichtte. - Welkom vroege aardappel, we begroeten je met groot genoegen. Ge brengt weer arbeid, bedrijvig* heid, allerwege. Onze moderne samenleving heeft vooral tenge volge, dat de aanraking van den mensch met ide werkelijkheid steeds geringer wordt. Dit is het gevolg hiervan, dat de onderlinge economische 'verhoudingen steeds ingewikkelder worden. Het gebrek aan contact van de menschen met de wer kelijkheid heeft tengevolge, dat velen, als voor den een of anderen maatregel de wenschelijkheid vaststaat, zich niet het minst bekommeren over de economische mogelijkheid. Deze eigenschap treedt niet alleen duidelijk aan den dag bij het individu, dat de werkelijkheid niet aan den lijve voelt, doch ook bij den Staat zelf, naarmate de invloed van ambtenaren en volksver tegenwoordigers op den gang van de bedrijven steeds grooter wordt. Groepen van personen, die veel minder, in sommige gevallen in het geheel geen contact met de werkelijkheid hebben, krij gen hoe langer hoe meer invloed op den gang van zaken in het bedrijfsleven. Dat daardoor groote bezwaren zich kunnen voordoen, ligt voor de hand. Een recent en ontstellend voorbeeld hiervan is wel de wijze, waarop men, geheel ondoelmatig en zonder eenig overleg, weder nieuwe lasten in gevolge de nieuwe Ziektewet wil laden op breed'e kringen, in de eerste plaats op onze nijverheid. J Inderdaad staat men hier voor de kern van een groot maatschappelijk vraagstuk. De belangstelling voor dit vraagstuk: hoe aan de werkwijze van Re geering en Parlement een vorm kan worden gege ven, waarin meer tot uiting komen de eischen vap het maatschappelijk leven, komen op de meest verschillende wijzen tot uit'drukking. Terwijl som migen uitgewerkte plannen opstellen voor een re organisatie van het politieke leven, beperken velen 1 zich tot een meestal weinig gefundeerde critiek. Doch allen zijn het erover eens, dat er langzamer hand een disharmonie is ontstaan tusschen de wen» kelijkheid van het maatschappelijk leven, dat steeds in omvang groeit en in samenstelling ingewikkelder; wordt, en den vorm van 'de politieke vertegenwoor diging en leiding der gemeenschap. Nochtans .zijn velen tot berusting, ja, tot vergoelijking geneigd, deels uit gemakzucht, deels- uit een soort van nood- lotsgevoel, deels ook omdat zij, hoezeer in hun hart andersdenkend, voortdurend geroepen zijn mede werking te verleenen. En aldus blijft ongebreideld de invloed van degenen, die aan de stembus hun levenspositie, hun materieel bestaan danken; van arbeidersleiders, die als vrijgestelden zonder zorg kunnen leven wegens de ongelooflijk hooge contribu ties, die de werklieden wekelijks aan hun vakver- eendging moeten betalen; van de manman van het politieke partijwezen, die in den verkiezingsdag de uitsluitende bron der openbare macht zien;; die, gelijk Mr. Zimmerman terecht schreef, zich geen (andere overheidsvorming dan door het stembiljet voorstellen. Kortom van al degenen, die van het totstandkomen van een deel van het publiek gezag langs anderen weg niets willen weten, omdat het bestaande systeem hun zucht naar heerschappij over meer dan één kring volkomen bevredigt. Gelukkig leeft echter nog in eiken kring, in eiken stand, het zuiver on-politielk beginsel: van vrijheid in 'bedrijf, van vrijheid in vrije beschikking over eigen bezit en van vrijheid in aanwending van eigen arbeidskracht. Ieder mensch streeft naar be vrediging zijner materieele en geestelijke behoeften; die behoeften en de wijze waarop naar haar be vrediging gestreefd wordt, verschillen en zullen wel altijd blijven verschillen. Wie te dien aanzien gelijk denken en gevoelen, gaan samen bij de oplossing van economische en sociale vrar gen, en vandaar nu eenmaal de verschillende groe pen en standen doch de samenleving als geheel wil het vrijheidsbeginsel, als prikkel voor het le venswerk en het levensgeluk van allen, niet mis sen. Maar daarom zal ook inderdaad het volk zelf moeten regeeren; zal datgene wat in den huidigen staat van zaken als „klassepolitiek" wordt gevoeld, zijn voedingsbodem voor een groot deel moeten verliezer.. Alleen dan zal de burgerij een meer di rect aandeel krijgen in de behartiging harer be langen; zal de beteekenis van kiezersgunst even redig afnemen en is medewerking rechtstreeks, aan de regeling van zijn belangen, voor elke bevolkings groep, verzekerd! Nieuwstijdingen AARDAPPELZIEKTE. Waarschuwing van het Meteorologisch Instituut. Indien het ziwaar bewolkt blijf en er eeuige regen vdlt, 2ijn in het midden van het land de vie rvoorWaarden, gunstig voor het optreden van aardappelziekte, vervuld. Aan land- en tuinbouwers "wordt daarom aan geraden ,hun aardappelgewas met Borleauxsche of Bourgondische pap te bespuiten. (Medeiee* ling van het Kon. Ned. Met. Instituut te De Bildt.) ONDER EEN PAARDi GERAAKT. Maandagmiddag is een zesjarig meisje, nat op het strand te Katwijk speelde, door een galoppee- rend paard Sm ver geloopen. Hoewel de ruiter het paard inhield, kon hij niet beletten, dat het kina een paar frappen tegen het hoofd kreeg, waardoor het een ernstige hersenschudding opliep. In le vensgevaarlijken toestand is het méisje naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden vervoerd. BOTSING AUTOMOBIEL EN MOTOR RIJWIEL. Te Aroen (L.) kwam 'Zondag een uit de richting Nijmegen komende auto in botsing met een mo torrijwiel, tengevolge waarvan de auto tegen een boom reed. Een dame, de echtgenoote van tien bestuurder, !werd levensgevaarlijk verwend en kreeg een zware hersenschudding. De andere in zittenden bekwamen lichte kneuzingen. De auto vloog in brand en werd geheel vernield.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1928 | | pagina 1