Gemeenteraad Zuidscharwoude Het rapport van de Gascommissie verworpen De raad dezer gemeente vergaderde gistermid dag half twee ia voltallige zitting. Voorz. de burgemeester. Secretaris de heer Kunnen. Na opening worden de notulen van de vorige vergadering goedgekeurd. Ingekomen stukken. Het verslag van de Commissie voor malariabe strijding door de bevolking over 1927. Het rapport van de Comm. v. Beheer der Lichtbedrijven inzake de vermeende gasoorruptie en de 5 pCt, terwijl daarbij t-evems is ingako-; men de minderhcidsnota van den burgemeester van Noord- en Ziuidscharwoude. (Beide stukken zijn reeds door ons gepubliceerd.) De heer Groen wensoht er niet veel van te zeggen. De zaak is al vele malein besproken. Ik kan, zoo zegt hij, mij moeilijk indenken dat on ze gedachtengamg anders is geworden. Volgens de la conclusie van 't rapport kan ik 't ge lukkig noemen, dat de Directeur vrij uitgaat van corruptie, maar de 2e conclusie, dat hij de 5 pet. rechtens zou hebben genoten, daarin vind ik het standpunt van de Comm. raadselachtig, waarin zij het heel gewoon vindt dat de Dir. pet. van de uitbreidingen heeft ontvangen, In hoofdzaak kan ik mij dan ook met de minderheids- nota vereeuigen, omdat ik niet kan inzien dat hij de 5 pCt. ten rechte heeft ontvangen. Daarom kan ik er mij niet mee vereenigen om het rapport- goed te keuren. De heer Kramer wensoht eveneens eén enkel woord over het rapport naar voren te brenglen. Daarbij deelt hij mede tot de tegenstemmers te behooren om het rapport zoo aan 'te bieden aan de Raden. In de Gasoomm. is 't hem niet mogelijk geweest zijn redenen daarvoor uiteen te zetten. Ik kreeg van den voorz. geen gelegenheid enkele dingen naar voren te brengen, .daar de zaak af gehandeld was en er alleen gestemd moest wor den. Daarom heb ik tegengestemd en om enkele zaken in het rapport genoemd. Kan ik mij met het Je gedejelte wat betreft de corruptie vereenigen, met het 2e gèüeelte is dar niet het geval. De zaak is niet door de Gaseomm, onderzocht noch door het bestuur van de Comm. Men heeft alleen gesproken over de vraag o'f een onderzoek moest worden ingesteld naar de 5 pOt. en werd er besloten met 87 stemmen geen on derzoek in te stellen. Nu komt men in het rapport met enkele uit treksels uit de notulen, die niets met de zaak te maken hebben. En als lid van de Gasoomm. wil ik verklaren dat ik nooit een bestek in behandeling heb ge had. Nooit is de goedkeuring gevraagd voor een bepaald bestek, nocli is ooit voorlezing gedaan. De Gasoomm. wist niet dat de bepaling van de 5 pCt.. bestond. Toen de zaak ter sprake kwam is er door de meesten gezegd: hé, was dat er ock nog? Ik kan mij dan ook niet vereenigen met het uitgebrachte rapport, en het ligt niet op ion weg van den Raad, waar geen aandacht is ge schonken aan de zaak, zooals die naar voren is gekomen, als conclusie vast te stellen dat vrij uitgegaan wordt door den Directeur. Wanneer men het geval aanneemt, dat de Dir. wel vrij uitgaat, dan is dat niet het geval met Bestuur eu Comm. omdat zij, zij 't onwetend, tooh hebben medegewerkt tot liezen toestand en stilzwijgend hebben geoontinueerd wat nooit aan de Raden ter goedkeuring is onderworpen. De bepalingen in de bestekken kunnen WEL zoo uitgelegd, maar waar staat dat deze bedra gen ten goede van den Directeur kwamen. De Directeur was -de Directie. Maar onder Directie Versta ik 4e gemachtigde van 4en opdrachtgever, dat is de vertegenwoordiger, van hem of haar, die het werk laat uitvoeren, maar niet iemand vvi'n de bedragen ten goede komen. En wanneer dat nu wel het geval geweest was en de 5 pCt. was te laag gewiaest voor le 1 ©snijding van de onkosten van administratie, toezicht, enz., waar zou dan het restant vandaan gekomen zijn? Op al deze gronden kan ik mij niet veneenlgeu met het besluit van de Gaseomm. om dit rapport aan te nemen. De heer Zeeman begint met te zeggen, dat het rapport geen bevrediging schenkt in de kwes tie waarom het gaat. Wij kunnen geen bevredi ging vinden in het tweede gedeelte. Wij met ons zeveneu kunnen niet bevredigd zijn over de wijze, waarop het rapport tot ons komt. Wij toch heb ben verlangd een uitgebreid onderzoek, maar het rapport geeft geen inzicht in dat wat in de notulen staat en wat in de gascommissie is ge zegd geworden. Het rapport geieft den indruk vau een groeten doofpot, waar alles in gestopt wordt. Door de Gaseomm. is zeer lichtvaardig gehandeld met de uitkeeringem aan den Directeur gedaan. Ik kan er mij niet mee v.ereenigen dat de Directeur zich deze bedragen mocht toeëigeneni voor privé gebruik. ïlij zegt dat hij deze genoten heeft aan de ha.nd yan de genomen besluiten. Maar wij hebben deze besluipen uit de notu len niet voqr ons. Het is zeer onbillijk en onlogisch dat deze le dragen gegeven werden- Er is altijd verzet ge weest om zijin salaris op een hooger peil vast te 6tellen. Langzamerhand is dit gekomen op het bedrag waarop het thans staat. Ein wanneer men weet hoe de laatste verhoogingen besproken zijn, dan staat men nu perplex. In 1921 is het salaris vastgesteld op f 4400 met vrij wonen, enz. Dies ondanks wordt hem f3800 gegeven van den boulw der kamerovens. Dat is ondenkbaar. •Ein dan: heeft de -Comm. het recht hem een| finantieele bijdrage toe te stoppen? Absoluut niet. De Comm. is een ondergeschikt lichaam. De raden, moeten hierover beslissen. Ein dan schijnt het ook dat de Directeur zijn instructie niet kent. Ik lees daarin, dat ie D'ir. bij aanbestedingen moet toezien, dat de materialen aan de gestelde eischen voldoen. Zoo niet, dan hreingt hij dit ter kennis van den voorzitter der - Commissie. Middellijk of onmiddellijk is het hem verboden van gasverbruikers, leveranciers of aannemers, geschenken aan te nemen of door zijn huisgenoo- t-eui te doen'aannemen. Van dit verhol kan de Comm. tijdelijk onthef fing verleenen. In het raadsvérslag van Sint Paneras lezen wjj dan ie verdediging van U}:n Directeur. De minderheidsnota lag den voorzitter van dien raai zeker wat zw.aar, zoadat hij den Dir. te hulp riep bij ziju verdediging. In dat stuk wordt gewezen op de stijging van de porti door groote .drukte van f50 op f150. Zelfs wil ik aannemen dat de Dir tijdelijk personeel heeft noodig 'gehad. Maar dit zegt nog -niet, dat hij f3800 moeht! genieten. Er is gezegd dat het ia de bestékken van 1914 staat, en toen het salaris op een meer be hoorlijk peil was gebracht, werd het niet m:eer door hem genoten, staat er. Ik wil wel verklaren dat het salaris thans meer dan voldoende is Bij uitbreidingen en vernieuwingem behooren de meerdere werkzaamheden door 'den Dir. te worden gedaan, Die behooren er "bij. j. 't Is een gewirwaar, een gedwarrel vanik heb niets gehad, ik heb'wel wat gahal,- hij mocht het genieten, enz. enz. I Ik kan dan ook met dit rapport geen geDce- gen nemen. f 'tls aan de waardigheid van den Raad! tekort gedaan zocaij fee» »ur gegaan is J De 5 pCt. komt den Directeur niet toe. Del dompertaktiek van de Gascommissie kunnen wij thans niet aan critiek onderwerpen, want dan zitten wij morgen hier nog. De heer Kroon zegt, dat er door den heer Zee man op wordt gewezen, dat de Gascommissie lichtvaardig heeft omgesprongen met de gelden. Wij zijn in zekeren zin marionetten geweest. Het bestuur is in veel te kort geschoten door do Gascommissie in vele zaken niet te kennen. De heer du Burck wenseht een voorstel te doen met het oog op den ernst van de zaak. Hierin moet alle licht schijnen en dat is tol heden nog niet het geval. In de vergadering waarin de gasoorruptie be sproken werd, w-er 1 door deu voorzitter het voor stel gedaan in comité te gaan, om eenige mede deel in gen te doen. Nu zöu ik de geheimhouding, die ons is opgelegd, willen opheffen over wat daar verhandeld is. Vooral ook om tegenover het publiek aan ïe toonen, dat alles gezegd mag worden. De Voorz. Voor zoover mijn herinnering-mij niet in den steek laat is nooit geheimhouding op 's gelegd over wat" daar besproken is en moet ik weerspreken, dat in oomité medledeelingen zijn gedaan, die niet mochten worden bekend gemaakt. De geheimhouding behoeft dus niet opgeheven, omdat die nooit is opgelegd. Er valt niets ge- heim te houden. De heer du B,urek. In die vergadering is wel geheimhouding opgelegd en ik verzoek u dit te onderzoeken en u op .die hoogte te stellen Ik zou my al zeef moeten vergissen om iets te j debifeeren wat -niet zou bestaan. De Voorz. Dat er niets geheim tie houden viel blijkt wel, dat er van het gesprokene geen no tulen zijn gemaakt. Maar om de zaak op te 'los sen: de geheimhouding wordt opgeheven en de heer du B. heeft het woord. De heer du Burck begint met tie zeggen, dat het geheele vérloop zijn instemming heeft aan de hand van de voorstellen die zijn gedlaan, en de uitvoering die hieraan gegeven is. Wij hebben aan de Gascommissie verzocht een onderzoek in te stellen naar de corruptie en de 5 pCt. Later is deze kwestie door den heer Kramer bij de rondvraag aan de orde gesteld), omdat hij niet tevreden was miet het verloop. Toetn is een voorstel aangenomen ons te wenden tot Geid'. Staten, met verzoek een onderzoek in te stellen. Dijkhuizen en ik waren daar tegein, omdat wij meenden het rapport van de Gascommissie te moeten afwachten, al moesten wij toegeven, 'dat 't wel wat lang duurle. Door Ged. Staten is geantwoord, dat zij daarop niet ingingen om voor hen gewichtige redenen. Zij toch meenden dat het onderzoek in goede handen was en men he^ rapport moe|t afwachten. Het deed ons genoegen, hoewel wij niet anders hadden verwacht, dat wij in hef gelijk werden ge- steld, waar 'wij meermalen hier in de minderheid zijn, Ook ben ik het niet eens met de minierheids- l nota van den burgemeeste van Nood- en Zuid- scharwoude. Ik meen dat de minderheid! zich t hij de meerderheid heeft neer te leggen. Als iedereen toch gebruik maakte "Van betj recht om een miuderheidsuota in te dienen, dan, kwam er nooit aan een zaak een -eindje. Ik meen dat wij ons moeten neerleggen bij wat door de Gascommissie wordt gerapporteerd, Oob zegt u, mijnheer de voorz., in uw minder-, heidsnota, tan volle te handhaven wat in uw le nota is neergedegd. Dat is toch wel wat sterk. En dan doet hstj vreemd aan dat u geen enkel voorstel doet of heeft gedaan over de 5 pCt., dat toch zoo'-n groot bedrag vormt. U zegt aan te dringen op terugstorting van het bedrag waarmede de gemeenten zijn belast. Maar wanneer u geen voorstel doet blijkt daar uit, dat u niet sterk staat met uw argumenta tie. Ook geeft u als uw meening wtser dat de. Directeur totaal ongeschikt is om leiding te ge ven in het bedrijf. Ep dan doet het vreemd aan dat u niet roet, bepaalde voorstellen komt. Ik kan mij echter ten volle verieenigen met wat de Gascommissie in het rapport zegt. U meende te moeten betwijfelen of de Dir. wel het recht had op de genotm 5 pCt. Maar aan de hand van het rapport is het toch niet zoover gezocht dat is voorgesteld dat die 5 pOt. wel mocht worden genoten. Het is volgens mijn meening verkeerd, om met een minderheidsnota den man maar steeds te vervolgen en met een klad op -den rug te laten loopen, dat hij zich geld heeft toegeëigend, dat 't zijne niet is. Ais 't u ernst is met de minderheidsnota, da,n moet u verder gaan, en de consequenties aan vaarden, die daaruit voortvloeien, en in hoogstie instantie oplossing zoeken. Ook geeft u aan dat jaarwedde en emolumen ten door den raad moeten worden vastgesteld! en onder de emolumenten schaart u ook die 5 pOt. Volgens mij-n inzicht, en ook aan de hand van de belastingwet, vormt dit een zelfstandig be drag. Verder geeft u als uw meeming wieer, dat over de kamerovens geen 'toezicht zou zijn gehouden. Uit het antwoord van den Directeur in den raad van St. Paneras blijkt, dat zijn bemoei ingen toch wel wat waard zijn geweest. 't Is mij bekend, dat de Directeur alle ma teria en heeft gekeurd en door hem de vuur vaste. steen is aangewezen, waarvan de kamer ovens moesten worden gemaakt. Terwijl daar. van toch is gebleken, dat het een ernstig ad vies is geweest. Echter keur ik niet goed, dat de Directeur bij een salaris van'f5000 nog een doceurtje van f 4000 ontvangt. Maar daar van moeten wij de schuld gevien aan de gas commissie. 't Is'een stelsel geworden, -dat hij, die veel geniet, ook nog iets wordt toegestoken. De commissie had ervoor moeten zorgen, dat die dingen niet gecontinueerd kon-den wor den Maar de commissie wist bet uit die ge combineerde vergadering in 1920 te Zuidschar woude gehouden. De kamerovens zijn aanbesteed midzomer 1920, terwijl het salaris is verhoogd in 1921 Ik stel mij voor, dat die 5 pCt. bij de ter mijnbetalingen zijn afgehouden. Natuurlijk zou het voor den Directeur zeet welwillend zijn geweest wanneer hij de 5pCt. had teruggestort. En wanneer bij die aanbe steding met de 5 pCt. is rekiening gehouden, dan heeft dit niet o het bedrijf gedrukt. Ik constateer derhalve, dat de Directeur vrij uitgaat van corruptie, terwijl mijn overtuiging is, dat de Dir. ook vrij uitgaat wat de: 5 p'C;t. betreft. Wanneer hij dit genoten heeft dan is dit te goeder trouw gegaan. Dit is mijn hei lige overtuiging. Hem treft geen schuld. E,n dan vraag ik u of u wel eens met diert Directeur hebt gesproken, zooals ik gedaan heb. Wanneer u beschuldigingen uit, die niet voor de poes zijn, was "t toch goed gewieest wanneer u hem ook eons gehoord had. Voor zoover mij bekend is hebt u dat niet gedaan. Ik betreur het, dat de Directeur door dit verloop met een smet zal blijven looptepi gedu rende zijn geheele leven. Hij heeft de bedragen ter goeder trouw ge noten en zoo niet dan moe tien er definitieve voorstellen worden gedaan. Laat de raad de consequentie trekken van wat er in de le en in die mimderheidsnota staat De heer Dijkhuizien wgnscht er niet veel van te zeggen. De regeling van de gascommissie heeft zijn sympathie niet en hij kan niet goed vinden, dat er door den Directeur 5 pCt. is genoten. De Directeur moet geen belang heb ben bij een uitbreiding, maar hij kreeg dit door de 5 pCt. Ik zou het van de gascommissie zeer nuttig vinden, wanneer dit niet meer gebeurde, maar het toezicht in het vervolg wierd opgedragen aan een buitenstaander. Maar ik kan mij niet indenken, dat de raad het werk wenscht te laten doen zonder vergoeding. Ik betreur de minderheidsnota om den Dir nogmaals een hak te zetten. Dat vind ik zeer Siecht. In 192,1 is het salaris verhoogd en in Sept. 1920 is de gunning verleend aan de fa Kiönne. In de aannemingssom was de 5 pCt. opge nomen en bij de salarisverho.oging kon men daapop niet terugkomen. De heer Kramer zegt, dat de gascommissie er niets van wist. Maar wat doen wij dan met de gascommissie. Wat doen die kerels daar? De voorzitter: Hieenen. Die heer Dijkhuizen: Pardon, hieereh. On parlementair. Ik begrijp Kramer echter niet, waarom hij het dam niet heeft onderzocht. Dans zijn de commissieleden tekort geschoten in de vervulling van hun plichten. De gascommissie heeft schuld, maar niet de Directeur. Ik kan mij volkomen vereenigen met bet rapport en de Directeur gaat volkomen vrij uit. De voorzitter zegt, dat door eten der vorige sprekers is aangedrongen op opheffing van ge heimhouding. Uit zijn rede is echter niets ge bleken van geheimhouding l&n begint dit eenigs- zins te gelijken op vuurwerk. Opk doet het mjj leed, dat ik hier nog moet uiteen zetten wat men onder een minderheids nota verstaat. Wanneer door een college eie nrapport wordt uitgebracht, dan wordt daarin de meening van de minderheid naar voren gebracht. He beurt dat niet, dan is 't de plicht van de minder heid haar meening kenbaar te maken. En is door mij in mijn minderheidsnota alleen her- haait wat ik in bestuur en gascommissie hei» gezegd. Ook bij een simpel raadsbesluit kan dit. (Spr. noemt voorbeelden uit Alkmaar en Eg- mond, waar raadsleden zich tot Ged. Staten wendden.) En zelfs niet-raadsleden kunnen zich en daarbij moet ik mijnheer du Burck eens aa|n- kijke.i tot Ged. Staten wenden. Dar beeft de heer du Burck mjjin le nota met de minderheidsnota vergeleken én mgent, dat daarin tegenstrijdigheden zijn. Maar dat de Directeur 5^pCt. genoten heeft is geen ba- w<vuv, van mjj, maar van hem zelf. Door sommige leden is de kwestie van hel toezicht naar voren gebracht. Het gaat ech ter niet om 't toezicht, doch om de rechtvaar digheid van die». 5 pCt. i Als voorbeeld heb ik daarvoor aangehaald! de kamerovens, omdat daarover nagenoeg alle gascommissie- en raadsleden kunnen mede- spreken. Nooit is echter, goedgevonden, idat de Directeur 5 pCt. mocht genieten. In den aanvang is 't door den Directeur oniként, dat hij van den bouw van de kamer - ovens 5 pCt. had genoten, maar later heeft hij het toegegeven. D'at is, om 't ztoo te noemen, onjuist. f En wat de minderheidsnota betreet ,ik was: wei verplicht om deze toie te zienden, omdatf ook het rapport van de gascommissie z'ou wor den toegezonden. Door mij is gevraagd, datgene wat ik ge zegd heb over de kamierovens met feiten t-ej weerleggen. Dat heeft men niet gedaan. Nu wordt het jamjner gevonden, dat door den voorz. van den Gemeenteraad de mede- deelingen over den Directeur naar voren zijn gebracht. Nu staat in het rapport over den bouw van de kamerovens (door den voorzitter ter tafel gebracht) onder Cvoor den bouw van 2 kamerovens, een van 3 en een van 5 ovens f 158.000.verder g: voor transportbaan cokes f 22.000; onder 1: diversen als toezicht administratie enz1, f8000. Alles volgens hst pan van de firma Klönne. Aan de hand van dit stuk is de bouw van kamerovens goed gevonden, maar er wordt n.ets genoemd over 5 pCt. In Maart '21 werd begonnen met den bouw terwijl men eind© Sjapt. 1921 gereed kwam. Dei Kamerovens zijn geaccetjaerd 5 Mei 1922. 11 April 1921 wordt door den Directeur in gediend een opstelling van nog te besteden wérken .In den loop van 1921—1922 wijerd door hem een specificatie gegeven van de uit gegeven sommen, maar daarin worat niet ge noemd 5 pCt. door "hem genoten. In de specificatie komt voor ©en post van toezicht, 5 pCt. belooninig voor Oosterlee. Door den 'Directeurwordt gezegd, dat deze 5 pCt. zitten in de kosten van de kamier ovens. Maar van f42.500 moet 5 pCt. is f 2225 uitbetaald worden aan Oosterleie. De sluitpost bedroeg ten laatste f8500 en geen f8000, z'ooals begroot was. De saiarisregeling werd in Mei-Juni 1921 befucditci en na lange besprekingen aangeno men. In een neburigian raad werd deze zelfs onder protest aanjgenomen Dit alleen zelgt reeds dat men onbekend' was met de 5 Ct. En wat evrstaat men onder toezicht? j In een naburigen raad is gezegd „alle tech nisch werk komen onder mijn toezicht". Dit is niet waar. Toen er eetn gebrek aan de kamerovens kwam, werd dit verholpen onder toezicht van den directeur van Enkhuizen. In 1922 werd een teiekening gevraagd van de dakbedekking, toen deze door een stormi was beschadigd en werd teven» als antwoord ontvangen ,dat dit de schuld was vian den mon teur, die de laten niet had bevestigd volgens de voorschriften. ill i I Wanneer er toezicht had plaats gehad, dian was de onoordeelkundigs dakbedekking afge keurd. Dat is toezicht Ontkend moet worden dat bet technisch toe zicht stond onder den Directeur. Maar de commissie is nooit de 5 pCt. toe gestaan. Zij gaat dus vrij uit. Het klinkt mis schien vreemd, wanneer een enkel lid zégt: „wij wisten het wel", maar ik zeg: „dis com missie wist het niet". f De bouw van de kamerovens was gebaseerd' op de bedragen in dit plan genoemd. Nooit is goedgevonden, dat daaronder begrepen was de 5 pCt. van den Directeur. De her Bekker betreurt, dat de vergade ringen geheim zijn. Dan wist men meer en was er minder roet in het eten gekomen. De heer Kramer zegt, dat wat het bestuur op de gascommissie-vergaderingen naar voren biengt, alleen kan worden besproken. Maar earn feit is, dat de 5 pCt. nooit is besproken. De Directeur hesft genoten f 5267-56, waarvan f1905 en f 1961.75 als 5 pCt. van de kamer ovens volgens zijn eigen o ga via. Bij mij zit niet de overtuiging voor, dat bij den Directeur kwade trouw in hst spel was. En wanneer het goede trouw is, dan is het wei wat ver gedrevisn goede! trouw. Uit de notulen bljjkt, dat er 3 Maatr 1914

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1928 | | pagina 5