MEDE BUD
Zaterdag 9 juni 1929
Buitenlandsch Overzicht
Het praatje van den Dag
Nieuwstïjdingen
Buitenland
Die val van Peking.
Tsjang-Tso-lin is uil Peking vertrokken! Ein
delijk hebben .ie Zuidelijken het dan zoo ver we
ten te krijgen ,dat ie eens zoo machtige iicta.tor
het veld heeft moeten ruimen vóór een ander
en dat de witte vlaggen boven Peking wapperen.
Langdurig en hardnekkig was 'de tegenstand, wel
ke de noordelijken hebben geboden; hoe)wel nume
riek meestal in de minderheid bij hun tegenstan
ders, (waren zij toch veel beter gedisciplineerd
en veel minder verdeeld. Tsjang-Tso-lin heeft
gezegd, te zullen strijden tegen het bolsjewisme;
hij heeft deze leuze tot het einde toe volgehouden
en nu bij het weggaan kon hij met veel recht ver
klaren, dat zijn geweten ten deze 'blank is en
indien ooit in China het bolsjewisme weer het
hoofd mocht opsteken, zoo draagt hij hieraan niet
de schuld- Toen onze gezant te Peking dan ook
als deken van het corps diplomaten woorden van
dank tot hem richtte voor zijn bemoeiingen tot
handhaving van de orde, had de overwonnene dit
wel verdiend; van de noordelijken hebben de
buitenlanders betrekkelijk weinig te lijden gehad.
In'China gaan we dus een nieuw a era tegemoet,
de overheersching der nationalisten. Voorloopig
is er nog weinig rechtstreeksch gevaar aanwe
zig; de Zuidelijken hebben het gelukkig niet
overbodig geacht, althans in beginsel toe te zeg1-
gen, dat leven en eigendommen der buitenlanders
geen gevagr loopen. Een 'dergelijke Verklaring!
mag evenwel niet anders dan cum grand saüs
worden opgevat: in dit opzicht hebben de bui
tenlanders reeds leergeld betaald. Wij denken
nu speciaal aan le verklaring, welke o.m. ook
door den Japanschen gezant te Den Haag werd
gepubliceerd en welke bedoeld is als een motivee
ring van Japan's interventie in China. In het
bijzonder wordt daarin de aandacht gevestigd'
op de betreurenswaardige gebeurtenissen in Tsi-
nan in het begin van de vorige maand, toen
Japanners daar op onbeschrijfelijke wijze zijn
mishandeld en beleèdigd. In deze verklaring werd
eveneens gewezen op ie gebeurtenissen, welke hét
vorigs jaar te Nanking hebben plats 'gegrepen,
toen de Engelsche en Amerikaansche strijdkrach
ten gedwongen waren om het vuur op deze stad
te openen. Door hierop te wijzen, heeft de Ja-
pansche regeering klaarblijkelijk het doet nage
streefd, aan Amerikaansche bezwaren inzake Ja
pans optreden den wind uit de zeUen *e nemen.
Of de" overwinning der ZuIJeTyken"onmirtdellijk
zal leiden tot de pacificatie van geheel China
ia een open vraag; de Zuidelijken zijn onderling
niet geheel eens (geschillen tusschen Tsjang-Kai-
Sjok en Feng!) terwijl ook een zeer belangrijke
factor in dezen is de houding, welke tegenover
buitenlanders wordt aangenomen.
De verhouding tusschen Italië en Joegoslavië-
Hoewel er van officieele zijde schijnbaar wel
neiging tot toenadering bestaat, is de verhou
ding tusschen de volken van Italië en Joego
slavië van dien aard, dat blijkbaar van tijd tot
tijd hevige incidenten onvermijdelijk zijin. Wie
de laatste maal begonnen is, wordt niet uitge
maakt; partijen geven elkaar wederkeerig ie
schuld, doch dat het tot zulke hevige demonstra
ties kon komen, bewijst genoeg, dat de in het
verdrag omschreven „vriendschap" voorloopig ivel
een dooie letter zal blijven.
't. Geval was aldus. Sedert eenigen tijd hangen
plannen in de lucht om tusschen Italië en Joe
goslavië een vriendschapsverdrag te sluiten, voor
waarde was evenwel de ratificatie van 'het ver
drag van Nettuno. Dezer dagen zou "het verirag
aan het Joegoslavische parlement worden voor
gelegd ter goedkeuring. In verband hiermede
werd gédemonstreer 1in Joego-Slavië trad de
politie evenwel krachtig op en het resultaat was
400 arres'taties en 50 gewonden.
f Geval is bijgelegd en het incident wordt
als gesloten beschouwd. De regeering van Zuid-
Slavië heeft zich zelfs bereid verklaard tot scha-
FEUILLETON
29)
,jStil, zuster, stil!" gebood de geestelijke- „Die
vrouw is ónder mijn dak, in het huis van een die
naar der kerk. Beschuldigen wij haar niet ondoor
dacht. Zoo zij werkelijk schuldig mocht zijd. zul
len jwe dat wel vernemen."
,jEu haar dan ook uitleveren"?"
TJNeen, dat doe ik niet. Ik laat het aan de
bevoegde machten, om haar op te sporen."
Brigitta kWani met de boodschap, dat het ont
bijt gereed was en men ging gezamenlijk naar
binnen.
„En die vrouw? En dat kind?" vroeg de pas
toor onder het opstaan.
„Ik heb hen gewaarschuwd, mijnheeer ie pas
toor en voor hen bij mij in de keuken gedekt."
ijHeel goed. Na het eten laat je ze bij mij)
komen."
Aan tafel vermeed men opzettelijk over Jo
hanna te spreken, maar nadat het drietal van
tafel w:as gegaan, zei de pastoor tegen *de dienst
maagd:
„"Breng ons de koffie in den tuin, Brigitte;
de vergoeding aan de Italiaamsche gedupeerden,
waaruit wel genoegzaam de goede wil der offi
cieele personen moge blijken. Doch hoe het ook zij,
voorloopig blijkt van werkelijke toenadering wei
nig sprake; het stelsel van verdragen, dat op
de Balkan is afgesloten, beinvloedt de situatie op
ongunstige wijze.
en doe er Jan ook een kopje bij voor die vreemie
vrouw, die je vragen moet om buiten bij ons te
komen,"
,f7a, mijnheer de pastoor."
Naar aanleiding van de ontvangen bevelen en
ook uit haar aard goedhartig, had Brigitte goed
voor Johanna en den kleinen George gezorgd.
Een paar uur slapens, gevolgd door een stevig
maal eten, waren voldoende geweest, om de arme
vluchtelingen weder te doen opleven.
Natuurlijk had Brigitte Johanna zoo'n weinig-
je uitgehoord, zonder evepwel eenige duidelijke
antwoorden op hare vragen te hebben gekregen.
De eenige wensch, die de jonge vrouw had uit
gesproken, was om zoo spoedig mogelijk hier of
daar een dienst te vinden.
„Zoo meteen gaat ge met mijnheer den pas
toor koffie drinken in den tuin," zeide haar de
oude dienstmaagd, ,,aan moet ge hem maar eens
vertellen, wat uw verlangen is."
,JEn denkt ge, Jat hij iets voor mij zou kun
nen en willen doen?"
,JNatuurlijk wil hij dat. Er is niemand, die
zoo graag iemand helpt als onze goede pastoor.
Hij kent iedereen. Hij zal voor u wel een geschik
te betrekking vinden. Daar kunt ge staat op ma
ken."
„Zou de hemel 2ich eindelijk mijner erbar
men?" vroeg Johanna zich zelve af. „Heeft mijn
goed gesternte mij herwaarts gevoerd?"
Een belletje uit den tuin verwittigde Brigit-
kers alle een door en door ziek gewas vertoonden.
Gisteren nog vroeg me een bouwer, waar hij
toch in vredesnaam Pota kon krijgen, hij wist het
niet.
Er staan zeer groote belangen op het spel en
ik meende goed te doen, hierop eens den vollen
nadruk te leggen.
te, dat zij de koffie kon brengen.
Het drietal was wederom nabij het prieel ver
eenigd.
De jonge kunstenaar nam zijn schetsboek,
iwaariu hij uit zijn hoofd het portret der onbe
kende ontworpen had- Brigitte bracht Johanna
Fortier met den kleinen George, die weder al3
een vroolijk ventje met zij:n paardje'speelde, in
den tuin.
Met een vluchtigen blik nam* de geestelijke
Johanna's gelaat onderzoekeud op, terwijl me
vrouw Darier onwillekeurig met ©en gevoel van
afkeer zoo ver mogelijk haar stoel ter zijde schoof.
„Ga daar zitten, goede vrouw," begon de gees
telijke. terwijl hij Johanna een stoel aanwees.
,JEen kop "koffie zal u goed doen."
Blijkbaar in groote verlegenheid, kwam de
toegesprokene bij het kleine gezelschap.
„Ga daar zitten," herhaalde pastoor Langier.
De jonge vrouw gehoorzaamde.
De kleine George liep om de stoelen heen naar
den pastoor. „Mag ik hier spelen?" vroeg hij
half fluisterend. „Ik zal heusch niet aan de
bloemen komen."
„Ja, mijn kereltje, ga jij maar spelen."
Het kind bedankte, ging zijn moeier eefl kus
geven en trok vervolgens zijn paardje over het
kiezelpad.
Brigitte bediende de koffie, terwijl Etienne
onopgemerkt vooruwerktfi aan de schets, waarvan
het model tegenover hem zat-
i gebracht, wist het dier te ontsnappen. Het sprong
woest in de loods rond de passagiers en 'de dou
anebeambten verschrikt op de vlucht drijvend en
smeet de bagage dooreen. De loods werd onmid
dellijk gesloten en de gevluchte passagiers, die
op den trein wachtten, konden nu door de ven
sters het schouwspel gadeslaan. Twee inlandsohe
oppassers wisten het dier na een jacht van een
kwartier in een hoek te drijven bij de telefooncel
en het wederom te overmeesteren.
GEVAARLIJK KINDERSPEL.
Te Wittlich (Duitschland) hebben spelende kin
deren een vuurtje aangestoken, dat in korten tijd
een groote brand werd, die een zestal huizen in
de asch legde. Een zevende huis kon door de
■Jjrandweer behouden worden. De schade is aan
zienlijk.
DRIEMAL DENDERDE EEN TREIN OVER
HEM HEEN.
Toen een goederentrein in volle vaart door den
.tunnel van Emmerik reed had de hoofdconducteur
het ongeluk er af te vallen, zonder dat door het
personeel van den trein dit werd bemerkt.
De ongelukkige kwam tusschen den tunnelwand
en de rail.; te liggen, maar hij had nog de tegen
woordigheid van geest zich onmiddellijk plat te
gen den grond te drukken, zoodat de trein zonder
hem te raken langs en gedeeltelijk o,ver hem heen
reed. Daar hij echter bij den val een arm1 en een
been gebroken had, moest hij een uur lang in
zijn gevaarlijke positie blijven liggen. In dezen tijd
'reden nog twee treinen rakelings voorbij den zwaar
gewonden man. Toen tenslotte het treinperso
neel van den goederentrein het verdwijnen van den
hoofdconducteur had bemerkt, en een ambtenaar
traject nazocht, weid de ongelukkige, die al dien
tijd in doodsangst had verkeerd, eindelijk uit zijn
Denarde positie bevrijd.
SNEEUW IN HET VOORJAAR.
Uit het geheele gebied van de Romintener heide
(Oost Pruisert) wordt hevige sneeuwval gemeld.
Het geheel biedt het schouwspel van een winter
landschap. Een zonderlingen indruk maakt daarbij
het voorjaarsgroen, dat hier en daar uit het
sneeuwkleed tevoorschijn komt.
Uit verschillende dorpen van Oost-Pruisen ko
men sneeuw berichten.
ERNSTIG SPOORWEGONGELUK
IN ITALIË.
Nabij het station Mergellina heeft: een ernstig
spoorwegongeluk plaats gehad. Korten tijd na het
Aertrek uit het station bemerkte de machinist, da
De trein tengevolge van verkeerden wisselstand op
dood spoor liep. Hij kon d esnelheid van den trein
matigen, doch niet verhinderen, dat de trein tegen
den aan het einde van het dood spoor staanden,
muur reed. De locomotief werd verwoest en ver-
\scbeidene wagens werden ernstig beschadigd. Tot
nu toe werden negentien ernstig gewonden tusschen
de overblijfselen van den trein gevonden.
CN ORKAAN IN DE VEREENIGDE STATEN
Naar uit Montgomery (Alabama)! gemeld wordt
zijn, bij overat roomingen en bi} door een orkaan
laangerichte verwoestingen in de staten Alabaman-
Mississippi, Louisiana en Georgia zes peronen om
gekomen en velen gewond. Honderden personen
zijn dakloos.
HET LOT VAN DE „ITALIA."
Het „Laatste Nieuws" bevat de mededeeling,
afkomstig van den heer Blancquaert te Lokeren,
;naar aanleiding van de aldaar en te Huizura in
'Friesland opgevangen telegrammen, dat ook nog
een Engelsche zender dezelfde berichten had op
gevangen van een zender, die zich aanmeldde als
;„Nobile, Italia."
Beiden waren echter sceptisch gestemd, om
dat er door de verzenders geen enkele plaatsaan
duiding opgegeven werd ondanks het herhaalde
verzoek. Intusschen kwamen de toon en de zend-
wijze van den zender heelemaal overeen met de
i manier, waarop vliegtuigen en luchtschepen ge
woonlijk werken.
NOODWEER BOVEN MUNCHEN.
Boven Munchen en omgeving heeft een buiten-
'gewoon hevig onweer gewoed, hetwelk gepaard
ging met wolkbreuken. Het noodweer duurde on
geveer twee uur. f
Binnen korten tijd stonden de straten onder wa
ter, zoodat elk verkeer onmogelijk werd. Tenge
volge van kortsluiting in een der centralen, kon
de electrische tram in een groot deel der stad ge-
f durende anderhalf uur niet rijden. Hoewel de blik
sem op vele plaatsen insloeg, is nergens brand
ontstaan.
KXIX.
Ge-voelt u nu zeker .weder verkwikt; niet
waar?" vroeg de pastoor zich tot Johanna wen
dend- I
„Ik gevoel mij veel beter1, ik dank u. Ik ben
weer op krachten."
„Zoodat ge nu ook weer uw reis zoudt kunnen
voortzetten?"
Johanna Fortier weifelde met haar antwoord
en de pastoor, die haar verlegenheid bemerkte,,
ging aldus voort
„Dit dorp zal toch wel niet het doel van uw
rek geweest zijn, of dacht u hier te blijven?"
,JDat laatste zou ik het liefst," stamelde Jo
hanna, althans voor eenigen tijd."
„Hoe zoo 1
„Toen ik aan uw tuindeur belde, uitgeput
en half stervend, met mijn kind op den armj
Was 't mijn voornemen u geknield om hulp en
steun te bidden."
„(Met opzet was het dus, dat ge u tot mijl
hebt gewend
„Ja, mijnheer de pastoor. Ze hadden mij ge
zegd, waar ge woondet."
„En wat was uw verlangen van mij?"
„Door uwe bemiddeling had ik zoo gaarne m
deze streken een werkkring gevonden, al ware
die nog zoo bescheiden, zoo ik er slechts van
leven'kon en mijn twee kinderen groot brengien."
I(Hebt ge twee kinderen
Dat is natuurlijk over de aardappelen. Vandaag
zei iemand tegen mij, een jonge zeer sympathieke
vent, ,,zeg, het zal een heele dobber wezen, jaar
in jaar uit over aardappelen, kool, bouwer» en
.kooplui te schrijven. Voor drie jaar schreef je al
over hetzelfde chapitre. Zit je nu niet menigmaal
met de hand onder je hoofd?
Is het je geen reuzenitoer, niet steeds in herha
ling te vallen?' Je mag niet te optimistisch en niet
te pessimistisch zijn, niet al te juist en toch ook
weer waar moet je wezen.
Niet al te zakelijk, want dan ben je vervelend,
en toch zakelijk genoeg om pittig te wezen.
Hoe flik je 'm dat?
Ik weet er waarlijk geen antwoord op. 'k Schreef
heel vaak, meestal zonder eenig bepaald plan mijn
inzichten en gedachten neer. Is het leven dan nog
niet afwisselend genoeg?
Is hef waar, dat het eene seizoen op het andere
lijkt als twee druppelen water? 'k Geloof er niets
yan.
Neem nu de piepers. Waarom is per adver-
tentie bekend gemaakt, dat de L.G.C. de krielsor-
1 teering heeft ingevoerd? Dat heeft het vorig jaar
geen mensch kunnen lezen, en toch staat dit
besluit niet Los van hetgeen in 1927 is te zien ge
weest,
De zaak zit zoo. In de aardappelwinkels heeft
de schilmachine zijn intree gedaan; in het begin
waren er heel wat winkeliers, die er niets van
moesten hebben maar de omstandigheden dwon
gen hen, ook zoo'n apparaat aan te schaffen.
De schilmachine schaaft de krielkes brand
schoon, de huismoeders krijgen de waar zoo kant
en klaar uit den winkel voor de pot mee.
Maar groenen en halven, daar kan zelfs een
4>hilmacchine niets goeds van maken.
Het is daarom, dat het zaak zal wezen deze on
gerechtigheden uit de viered aardappelsorteering
te verwijderen.
Het laat zich aanzien, dat de kriel een prijs zéil
opbrengen, die een beetje werk zeer wel verdraagt.
En het gaat toch per slot van rekening om de
centen,
Een heel practische maatregel, die van de L.
G.C., in het belang van bouwer en handelaar.
De correspondenten van den Plantenziekten-
kundigen dienst te Noordscharwoude, de heeren
J. Ootjers en L. Mallekote, deden in ons blad een
zeer gewaardeerd stukje opnemen. Aanleiding daar
|toe was het Stemmingsbeeld van jl. Dinsdag.
Inderdaad heeft het me aangenaam getroffen,
dat bedoelde heeren ter zake diligent zijn geweest;
"k verwachtte ook niets anders.
Toch veroorloof ik me een goéd bedoelde opmer
king, nl. deze: treden de correspondenten niet wat
(te bescheiden op? Het is een kenmerk van den
arbeid voor den tuinbouw, dat men zoo weinig den
grooten trom roert. WiLt ge bewijs? Van het groo
tte werk van de tuinbouwtelling is slechits zeer
terloops èn in de Tuinderij en in het jaarboek
van het C. B. melding gemaakt. De groote pers
nam er zoo goed als geen notitie van.
Wordt het werk van de correspondenten wel
voldoende naar buiten gedragen? Niet om die hee
ren zelf gaat het, maar het gaat om de zoo ge
wichtige, waardevolle zaak, inzonderheid de laat
ste jaren zoo urgent de bestrijding van de aard
appelziekte
En ik wordt nog versterkt in mijn meening, dat
propaganda bitter noodig is, door het schrijven
■•der beide correspondenten. „Vroeg bestrijden van
de ziekte is van groot belang, edoch 'het zal nog
wel een tijdje duren, eer ieder deze meening hul
digt."
Ja, dat is het juist; van de noodzakelijkheid
van de 'besproeiing van het gewas zijn nog zoo
weinigen overtuigd. En nu zag ik graag met alle
waardeering voor het werk der correspondenten
wat meerdere activiteit.
Mag ik wijzen op Bovenkarspel, waar de
tuinbouwvereeniging een zeer intensieve bestrijding
met hulp van Wageningen op touw zet?
Ik geloof nl. aan het practisch effect van de
r bestrijding. In 1926 zag ik een groot perceel in de
Schenner, waar geen enkele zieke knol te vinden
was, in den tijd dat de omliggende aardappeladó-
EEN ONKUNEIGE OPLICHTER
TE ROTTERDAM.
In ©en sigarenwinkel aan de Hoofdsteeg, in
Welker winkel tevens een depot van cle posterijen
ia gevestigd, kwam een mynheer voor ongeveer
30 sigaren, sigaretten en tabak koopen. 'Hij
vroeg tevens om postzegels en wel voor een be
drag van f 60, Je /waarden deden niet ter zake. De
zegels ontving hij het liefst allen los gescheurd,
maar omdat de winkelier daartegen bezwaar
maakte verzocht hij hem de vellen dan maar
in een gele enveloppe, welke hij hem overhan
digde, te willen steken. Toen de zegels in de en
veloppe gedaan waren, stak de klant den omslag,
(welk ehij zorgvuldig had dichtgeplakt", in zijn
binnenzak. Daarna verzocht hij den winkelier
een pakje te willen maken van de roo kers artike
len en toen dit pakje bijna klaar iwas wilde de
klant plotseling de postzegels bij het pakje ge
daan hebben. Hij haalde een gele enveloppe uit
zijn binnenzak en gaf die aan den winkelier. Door
het getreuzel en de omslachtige manier van doen
van den klant, was de sigarenhandelaar achter
dochtig gewonden en inderdaadt: het leek hem of
de enveloppe 'welke hij hu ontving niet dezelfde
inhoud als 'die, welke hij met "postzegels had
gevuld. De 'winkelier liet evenwel nog niets van
zijn vermoedens 'merken, toen echter de klant zei,
dat. hij kapitein was van een in de Waalhaven!
liggend stoomschip en dat het pakje met kwi
tantie daar moest worden aangeboden, aohtte de
verkooper het raadzaam eerst den Inhoud van de
ingepakte enveloppe eens te oontroleeren. Hij
zorgde er wel voor dat de klant zijn winkel'
niet kon verlaten. De enveloppe bleek kranten
knipsels ter groote van een postzegel te bevatten.
Onmiddellijk stuurde 'de winkelier zijn loopjon
gen om een agent van politie, die weldra in den
winkel verscheen en daar den klant arresteerde.
Op het politiebureau verzekerde de klant dat
men hier met een noodlottig msverstiand had te
doen. Hoe die knipsels in de verkeerde enveloppe
gekomen waren, kon hij niet begrijpen.
Dl JK AFSC5HUI VIN G
De Westerscheldedijk onder de gemeente Schore
is aan de landzijde over een lengte van ongeveer
25 M- naar beneden 'gestort. Daar de grond
nog iwerkt en men nog verdere afschuivinjgen
vreest, is de dijk voor het publiek afgesloten.
OP DE RAILS AANGEREDEN-
Een landbouwer uit Varsseveld passeerde met
een houlwagen de spoorlijn aldaar. Waarschijn
lijk raakte het paard met de kalkoenen van het
hoefijzer in de rails vast met het gevolg, dat
het door een uit Doetinchem komenden trein
.word gegrepen en gadondL De kar werd vernield).
De landbouwer, die het ongeluk tijdig zag aan
komen, kon zich in veiligheid stellen.
DOOR EEN HIJ.SCHIJZER GETROFFEN.
Bij het laden van het Nederlandsche stoomschip
pijper kerk", liggende op de boeien van de Su-
|m a tra kade te Amsterdam, kreeg een bootwer
ker. die in het ruim stond, een 'hijschijzer, welke
Werd neergelaten, op 'het rechterbeen, dat érn
stig gekneusd werd.
De havendienst, die spoedig ter plaatse was,
gaf den getroffene aan den Geneesk. Dienst over,
jdie hem naar een der gasthuizen bracht.
BOND VAN SMEDENPATROONS.
Den löen Juli van dit jaar zhl het 25 jaar
geleden zijn, dat op initiatief van de toen fe Lei
den bestaande smedenvereeniging, te Amsterdam
de Bond van Smedenpatroons in Nederland (B.S.
P.N.) werd opgericht. In verband met en ter vie
ring van dit zilveren jubileum zal van 2427 Ju
li a.s. te Utrecht het jaarlijksch congres worden
gehouden, terwijl in het Jaarbeursgebouw een ten
toonstelling is georganiseerd voor alles wat op het
smidsvak betrekking heeft.
EEN LEEUW LOSGEBROKEN.
Maandag is te Southampton groote consterna
tie veroorzaakt, doordat een leeuw uit zijn kooi
wist te ontsnappen. Het stoomschip „Ussu Ku-
raa" had uit Kaapstad een leeuw in een kooi
aangevoerd. Toen deze in de goederenloods was