Land- en Tuinbouw HET EEN EN ANDER OVER; EiE STIK STOFMESTSITOFFEN. [Wanneer ik de laatste weken zoo de adver tentiekolommen in 'de plaatselijke bladen uit mijn omgeving eens doorneem, valt het me op, dat bij de aanbestedingen der aorpsvereenigingen het aantal kilogrammen der sttikstofmeststoffen zoo'n belangrijk aandeel daarbij hebben. De boeren moeten dus wel zeer overtuigd zijn van de on misbaarheid vau dit- artikel! Dat is dan ook inder daad het geval, zoo zelfs, dat ze de stikstofbe mesting de voornaamste achten. Ein dat waarom De kwahtums Superfosfaat en slakkenmeelen ka- lizout komen te zamen tocih ook tot een niet on aanzienlijk getal! We moeten dan ak reden daar- !van opgeven, le. de stikstof bemesting is de duurste en 2e. het is uiterst moeilijk van deze stof een voorraadbemesting tegeven. "Onwille keurig zou men nu meenen, dat 'de landboufwers iwel heel goed op de hoogte zullen zijn met een zoobelangrijk artikel in hun bedrijf. Dit blijkt, telkens 'weer èen vergissing te zijn- Het lijkt mij dan ook nuttig van de bemesting met stikstof- houdende stoffen en van deze zelf het een en ander mede te deelen. Tot ongeveer bet midden der vorige eeuw werd de zgn. humusttheorie aangehangen. "Deze theo rie leerde, dat de humus, die uit verjgane plan- tendeelen bestaat, alle stoffen bevat, welke een plant noodig heeft om zich op te bonwen. Nadat de Duitscher Justus v. Liebig, aan wien de landbouw zoo heel veel te danken heeft, door zijn scheikundige onderzoekingen, zooiwei als door zijn laboratorium en veldproeven' aantoonde, dat e raan deze theorie nog ai een en ander mankeer de, heeft men deze den rug toegekeerd. Von Lie big is dan ook gevoegelijk als de vader van het tegenwoordige kunstmestggëbruik te beschouwen. Hij toonde o.a. aan, dat de humus1 zeer^ onvol doende stikstof bevat- En zoo komen we dan aan onsi onderwerp. Een belangrijke vraag, die zich voordoet is in welke vormen de stikstof zooal voorkomt. De belangrijksite en tegelijk meest voor komende vorm is die als gas- 80 pot. van de ons omringende lucht bestaat n.l. uit stikstof. Hoe veel dit wel is blijkt uit een eenvoug uit te vöeren berekening, die ons 'iaat zien, dat ziöh in de luchtlaag der aarde 800.000.000.000.00o Kg. stikstof bevindt, d.w.z. zooveel als er zich be vindt in ruim 50 milliard balen- chiïiaalpeter, dit is een hoeveelheid, die een stikstpfgebruik als in 1926, gedurende rond 65000 jaar toelaat! He laas is deze vorm niet dienstig voor de plant. Daarom dient de landbouwer naar een andere vorm om te zien, welke deze planten voédende Stof bevat in èen voor de planten opneembaren vorm, die stofenf bestaan gelukkig. En dan noem ik in de eerste plaats de gier. Deze meststof' wordt nog al op veel boerderijen Verwaarloosd. Men meent, dat wanneer maai- een behoorlijke hoeveelheid stalmest op den akker komt, dat dan ook de stikstofbemesting wel in orde is. Des noods wordt nog eens een overbemesting van chilisalpeter gegeven en da(n is het weer mooi voor dat jaar. En toch 'is men er dan net 'naast. Want de .vaste uitwerpselen bevatten geen stik- stof-fhoudende stoffen -van waarde. Komt er ai stiksto fin (voor, dan is dat in een zeer moeilijk opneembaren vorm. Dit is ook wel eenigszins te begrijpen, wanneer men bedenkt, waar die vaste stoffen vandaan komen. Ze zijn immers het on verteerde voedsel ,vau het vee. In het spijsver- teeringskanaal zijn ze aan de inwerking van ver schillende zuren en andere vochten en bacteriën blootgesteld geweest en wanneer zélfs die niet in staat waren ze te naderen en ze in èen oplos baren vorm om te zetten, dan isi het wel heel gemakkelijk te verstaan, dat ze als plantenvoe'd- sel hoegenaamd geen waarde bezitten. Neen, wan neer men mét een dierlijk a'fsehe idingspr oduet de planten .van het nooiige voedsel wil voorzien, dan moet men terecht komen Lij de gier, die nog maar door te velen Verwaarloost wordt. Daarin bevindt zich de stikstof in een betrekkelijk op neembaren vorm. Door te veel boeren -wordt deze stikstof nog niet voldoende naar waarde 'gewaar deerd- Bij hoevelen toch wordt ze maar opgevan gen in een zoogenaamden gierkolk. Men mieent daar in het voorjaar, of wanneer men de tijd' daarvoor gunstig acht, al een heel eind 'te zijn als men dat bTuine vocht over wwei en akker heeft 'uitgestrooid. En dan toch de waarüè hier van vrijwel .(althans wat de 'stikstof betreft) nihil. Wie wel eens zwaar verkouden getweest is is en wie zou dat niet in het land, waar eenmaal de Genestet zong van een „land van mest en mist en vuile koude regen", heeft wellicht van een vriendde goede raat gekregen eens mét zijn 'nieus boven een fleseh ammoniak te gaan hangen, tot hem de tranen in de oogen komen. Wie dien raact Jieeft opgevolgd, zal naderhand in een paardenstal dezelfde prikkeling in den neus, zij het dan in mindere mate ondervonden hebben. Daar werd inderdaad ook ammoniak ontwikkeld. En die am moniak is een stikstofverbinding. Waar de ammo niak 'geroken wordt, heeft dehalve stikstofvër- lies plaats. In de urine komt de stikstof voor in een verbinding, welke zeer gemakkelijk overgaat in ammoniak. Nu is het ook niet moeilijk te verklaren, hoe thet komt, dat de vloeistof uit de gierkolk zoo weinig of geen stikstof bevat. Im mers is deze [in ammoniakvorm de wijde wereld in gegaan. Het zal dan ook zaak zijn de gier zoo te bewaren dat zoo min mogelijk stikstofver- liezen optreden. Daarvoor dient een goede gier- ltelder gebouwd te worden. Hoe dat gebeuren moet en de berekening dat dit werkelijk geen weelde is op een "boerderij hoop ik later nog Wel eens .te geven. Op den voorgrond dient dus te staan, dat de gier goed bewaard wordlt. En dan komt deze meststof in de allereerste plaats in aanmerking .voor de bemesting van wei en hooiland. Daarvoor wordt ze dan ook meesten tijds gebruikt. Het is geen overbodige zaak er op te wijzen, dat de gier daarbij zoo min mogelijk met de lucht in aanraking moet komen. Wanneer ik naga. hoe dat vaak gebeurt met eén emmer aan ee -nstok gebonden, waarmee de gier uit een open kar over het land met tere eden. zwaai er uit geworpen -wofdt, dan is zeker van beteekenis de boeren .nog eens weer op het nadeelige vau deze handelwijze te wijzen. Want nadeelig is het. Niet voor de plant in de eerste plaats, maar voor den boer zijn portemonné. Deze schaadt zich aan twee kanten, nl. door dure stikstof Ie lucht in te laten gaan, waardoor hij later verplicht is dure stikstof meststof bij. te koo-pen, wil hij toch van zijn wei een maximaal gewas halen. Ook over de stikstof bemesting van grasland hoop ik later eens een afzonderlijk artikel te geven. In een streek met vrijwel uitsluitend landbouw bedrijven zal de gier op een andere wijze benut moeten worden. Dat is ook heel goed mogelijk n.l. als overbemesting op hak vruchten als sui kerbieten, mangels en aardappelen. In het verslag van de lanjbouwproefvelden in het district van den heer rijkslandbouwconsulent te Dordrecht over het jaar 1928 worden daaromtrent eenige zeer belangrijke mededeelingen gedaan. In dat jaar toch werd door de vereenigingen van oud leerlingen van de landbouwwintercursussen in Voorne en Putten in samenwerking met de afdee- ling der Hollandsche Maatschappij van Land bouw een gieronderbrenger, merk Plath, aange kocht met het doel te onderzoeken in hoeverre, een bemesting met gier hakvruehten rendabel is. Deze machine is z^o ingericht, dat de gier door buisjes, welke verstelbaar zijn, achter de messen van een schoffelmachine loopt. Hierdoor wordt verkregen, dat ze zonder mét de lucht in aan raking te zijn geweest, door de neervallende gron-.q achter de .messen wordt bedekt- Stikstofverlies is hierbij practiseh dus uitgesloten. De uitkomsten bewezen*dat de verwachtingen niet te hoog wa ren gespannen. Op alle proefvelden bleek, dat de met gier bemeste perceeltjes een minstens zoo hooge opbrengst gaven, als de met chili bemeste, ja, dat in 5 gevallen de. gier een aan merkelijk hooger opbrengstcijfer vertoonde. Bij deze proeven 'had men op alle veldjes een even groote stikstof als kali en fosforzure bemesting toegediend- Hieruit blijkt overtuigend het groot belang, dat ook de bouwboeren bij een goedfc gierbewaring hebben. In een volgend artikel wil len we enkele der z.g.'n. kunstmeststoffen die stikstof bevatten bespreken. Zomersproeten ver- dijnen spoedig door een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. Nieuwstijdingen OVERREDEN. Te 's Hertogenbosch is een meisje, de 10-jarige M. van Oorschot op de Wilhelminabrug door een wagen van Van Gend en Loos overreden. Zij „Dat jij moeite dëedt om je met hem te asso- cieeren. Jij bent een geslepen vogel en je hiebt goede denkbeelden in je hoofd. Je bent vlijtig. Je zondt iu zijn fabriek al spoedig een van de eer- sta plaatsen yeroverd hebben. Het jonge dametje ziét. er verduiveld goed uit en krijgt een uitzet van belang. Wie weet, wie weet, niet waar? De •wereld behoort dengeen, die moed bezit! kijk, als ik zoo'n mijnheer was als jij..." Terwijl hij op deze wijze met den gevaauden Paul Armand bleef doorpraten, nam hij hem op onderzoekende, om niet te zeggen wantrouwige wijze, met de meeste nauwkeurigheid op. Ernst Garaud had zijn hoed afgenomen en ging met zijn zakdoek langs het verhitte voor hoofd. Dé voormalige fabriek-opzichter van mijnheer La-bron had, gelijk de lezers zich zullen herin neren, met behul pivan een tinktuur de kleur neren, met behulp van een tinktuur de kleur van zijn haar veranderd. Ieder weet, aat zulk een haarkleur-middel meermalen moet worden ge bruikt, daar het dagelijks aangroeiende haar bij de wortels zijn oorspronkelijke kleur behoudt, 't Was nu vijf dagen geleden, dat Ernst zich hoor het laatst geverfd had en het haar was sedert tien tijd weder èen weinigje aangegroeid. Zoo kwam het, dat tusschen het voorhoofd en het donker zwarte haar een nauwelijks merkbaar rood lijn tje te zien was. Jean Soli va bezat èen paar uitmuntende oogen. Hij had de bovengenoemde bizonderheidi spoedig opgemerkt. Van het hoofdhaar zag hij naar bo venlip en kin, doch daar was niets bijzonders te bespeuren. Het gezicht was helder schoon, daar Ernst Garaud de voorzichtigheid had, zich dage lijks zorgvuldig te scheren. Soliva dacht bij zich zelf,,'t Is drommels gek! Men zou zeggen, dat mijn waarde neef rich verft. Hij had toch vroeger ziwart 'haar uit de natuur, „"'tis moeilijk aan te nemen, dat zijn haar sedert dien tijd rooi zon zijn geworden. Wat moet ik hieruit opmaken? De zaak wordt van oogenblik tot oogenblik geheimzinniger. Ik moet er toch het mijne van hebben!" Ernst Garaud was nadenkend geworden. Het gesprek had hem waarlijk al te lang geduurd. „Tot weerziens, neef!" zei hij en reikte Jean So li ra de hand. „'Zeg eens, we gaan op die manier niet uit elkander," protesteerde Je anider. „We moeten eerst eens met elkander klinken. Ik mag wel niet b het buffet van de eerste klasse komen, maar jij mag heel goed aan Jat van de tweede klasse ver schijnen. Kom mee! Speel nu niet den gr ooien meneer „Nu goedriep Ernst, die 't minder geraden vond het gedans voorstel af te wijzen. „[Komaan, nu spreek Je als een man naar mijn hart, neef." Dit zeggend nam Jean zijn gewaanden neef Paul onder Jen arm en bracht hem bij liet buffet. Lang bleven ie beide jonge mannen evenwel niet bij elkander. Na te zomen een flesch roeden wijn te hebben gedronken, trok Ernst zich terug daar hij, gelijk hij zeide, zich nog een weinig moest opknappen, om aan tafel te verschijnen. Bij het teruglaopen naar het achterdek, zei de is naar het ziekenhuis overgebracht. Men vreest voor haar leven. ONWEER. Te Hedel is Zondag tijdens de godsdienstoefe- ning de bliksem geslagen in de R. K. Kerk. Er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor en er werd geen brand veroorzaakt. De orde in het kerkgebouw werd geen oogenblik versttoord. MARINEVLIEGTUIG OVER EEN KOP- Nadat in Jen nacht van Maandag op'Dinsdag ten behoeve van oefeningen der zoeklichtafdee ling landmacht was gevlogen, is het marine vlieg tuig „Z, 16", van het vliegkamp „De Kooij", nabij Den Helder bij het landen over den'kop geslagen. Vlieger was de officier-vlieger "2e kl. M. C. Moes, waarnemer de luitenant ter zee le kl. O. A. Weemhoff. Laatstgenoemde geraakte tengevdlgje van het ongeval licht gewond. Vermoedelijk heeft hij een schouderblessure gekregen. Hij werd ter onderzoek naar het Marinehospitaal overgebracht. i SPDRT EN WEDSTRIJDEN OUD KARSPEL. Di. T, S. Die reeds tot tweemalen toe aangekondigde wed- j strijd D. T. S.Alemaria-comb., welke heden- avond zou worden gehouden, gaat niet door we- I gens verhindering der Alcmaria-combinatie. Rechtzaken ARRONDISSEMENTSRECHTBANK. Zitting van Dinsdag 19 Juni. UITSPRAKEN, 5 Juni. J. M. Limmen, hooger beroepzaak, f 100 boete of 50 dagen. P. J. 8., Blokker als voren 4 maal 7 dagen hechtenis. E. H., omzetting voorw. straf, geen uitspraak! Arie v. Z., Sassenheim, schuldmisdrijf f100 boete of 50 dagen. Ant. de M., Oudorp, hooger beroepzaak, 2 maal f60 boete of 2 maal 20 dagen. A. H. Z., Wjjdenes, verduistering, vrijgespro ken. J. D„ gedetineerd te Amsterdam, oplichting. W. E. 8. IJmuiden, voorheen Hoorn, bedriege- lijke bankbreuk 8 maanden gev. voorw. met ver plichting tot schadevergoeding en 3 proefjaren. W. v .D., Alkmaar, ged. art 247-bis, W. v. -S. 8 maanden gev. vodrw. 3 proefjaren. NIEUWE ZAKEN. BewamdleJendic 'die padèn djes1 Heils. Jan de V., voorheen een zeer werkzaam lid der Alkmaarsche natte gemeente, heeft zich zei ven in den gees' hernieuwd- sich gesteld onder de hoede Ier geheelonthouders en gedraagt zich zóó voorbeeldig, dat de ambtenaar van het ge nootschap zeer tevreden over nem is. Er bestaat, dan ook nu veel kans, dat'Jan de met zooveel volharding Verlangde voorw. straf zal deelachtig worden. De rechtbank zal daaromtrent a.s. Dins dag beslissen. In afwachting van ile rapporten. De zaak tegen Jan D., de nagemaakte Directeur van de Rijnvaartdie een goedgeloovigen visscher ui tSpakenburg 15 gulden uit den 'zak wist te kloppen door hem wijs te maken dat hij aange steld zou worden als walschipper op 'n salaris van 1900 pop, is verdaagd tot IJ September. Nieuwe tijden, nieuwe wetten. Op de luidkeels door den deurwaarder gedane invitatie op 'de bokkenbank voor 'Adriaan v'. d. B., kwam 'n klein mannetje binnen, belast, met zijn hoed, 'n parapluie en 'n pakje, welke bagage hij zorgvuldig op de vloer der rechtszaal neer- vleide. Hij bleek te zijn een 44-jarig schoenma,- kertje uit Hoogkarspel en stond terecht wegens j beschadiging van een radiotoestel, eigendom der distribuanten"Wind en Heijman. Deze heeren hal den zonder zijn toestemming draden gespannen over het eigendom van verdachte, deze had daarop zelf 'n draad gespannen onder die draden en het i gevolg was kortsluiting, waardoor een lamp van het distributietoestel wend vernield. De smid I Wind vorderde thans f68 schadevergoeding. j De verdachte ontkende met veel woorden dat die draad oorzaak zou zijn van "de kortsluiting, aangezien hij geïsoleerd was, en om dit aan te toonen maakte verdachte zijn pakje los én legde I de draad, nog verbonden aan een 3tuk paal, als j stuk van overtuiging over. De officier meende dat de zaak zeer Ingewikkeld werd en technische j voorlichting noodig zou zijn, vorderde verwijzing valsche Paul Armani in zich zelf: „Dit keer ben ik het gevaar gelukkig ontkomen, maar ik geloof .toch, dat die lange 'blonde jongen wel degelijk twijfelt of ik wel den waren neef ben. Ik moet den lastigen kerel in mijn belang zien over te halen. Het gevaar kon anders te groot voor mij worden. O, als ik *naa' naar goeddunken j mocht behandelen, dien Jean Soliva!" Ernst betrad nu het salon, waar zich, als ge woonlijk, de heer James. Mortimer en zijne Jocb- tep, de blonde Emilie, bevonden. XXXV, Jean Soliva dacht inmiddels van zijn kant eveneens over de ontmoeting na. Hij had, zooals Ernst Garaud goed verondersteld had, veel twij fel omtrent de identiteit van den wedergèvonlieu neef. Die twijfel of liever die verdenking was tot nog toe zonder veel beteekenis., maar ze kon toe nemen en dan gevaarlijk worden. Het was den Parijzenaar tweemaal opgevallen, dat neef Paul zich de dingen van 't verrieden niet herinneren kon ,,'t Is verbazend, dat iemand zoo zou zijn veranderd," dacht hij, terwijl hij onder het rocken van een sigarette, op en neer liep. ,,'t Is eau vreemd heer, dat's maar zeker! De kerel kon zich immers niet eens herinneren, dat ik machinist was, terwijl wij toch beiden hetzelfde vak uit oefenden. En die Antonie, die zooveel dwaashe den om hem gedaan heeft, scheen hij ook al glad weg vergeten te zijn. En hij: verft zijn haar! En dat haar is onder die zwarte verf vuurrood'! Ik heb het goed gezien! Bij mijn arme ziel, die heele geschiedenis is verdacht! Als per slot van naar den Rechtercommissaris, met wélk voorstel de rechtbank accoori ging. Misschien worden nu wel 'n paar 'ingenieurs van Philips fabrieken gedagvaard als getuigen deskundigen! Hij viel in den kuil, voo.r 'n anidjer gpgpavert. Kapitein Doorman, te Helder woonachtig, miste zijn hond, en plaatste een advertentie, waarin hij een ruime belooning toezei aan den vinder of opspoorder van zijn huisdier. Zekere Dirk 8., een ontslagen werkman van het boschbedrijf, wees den boschwachter Agema als de man, die kapiteins Doormans hond had doodgeschoten en doen begraven en deel daarvan zelf aangifte bij den Rijksveldwachter Zijlstra. Het "bleek echter dat de klacht valseh was, daar de begraven hond, waarvan het kadaver dagen lang in de duinen had gelegen, absoluut niet het eigendom was van kapitein Doorman. "De boschwachter ging dus vrij uit, doch daarentegen liep Dirk S. er 'in en werd heien tegen hem ter zake het doen van een valsche aangifte, 1 maand gev. gevorderd. Diefstal volgens de laatste eisclien des tijds Gerrit- O., 'n ingezetene van de stad der victo rie, Was niet afkeerig van radiogenot, doch niet voornemens daarvoor veèl geld uit te geven. Als amateur-electricien wist hij echter wel raad en vercond een draad aan dis tri but ie draden ten be hoeve van de Wed- Zi., 'n radiodistributie-abonné en had nu de mooiste muziek voor zoo goed als geen geld. Tot de distributeurs er achter kwa-. men en tegen de slimme guit een klacht indienden. Hij 3tond nu terecht ter zake diefstal van electri- sche energie en tegen hem werd gevorderd f 50 boete of 50 dagen. Het bekeeringvwierk mislukt? Eien vordering tot omzetting eener voorw. ver oordeeling tegen Jan BI. werd volgens .gebruik met gesloten deuren behandeld. Eien dame van het L. D. H. werd als getuige gehoord. Die open deur intrap pén- De Zuurkoopman Anth. d. M., voorheen wonen de op het z.g. Ooijevaarsnest onder Oudorp, die er 'n stille verlofknijp op na hield en daarvoor was veroordeeld tot f75 boete, was van dit con- nsi in hooger beroep gekomen. De appellant- was niet present, doch de officier kon liet buiten hem stellen en vorderde in deze naar zijn meening tamelijk zwakke zaak bevestiging van het vonnis. Dat staat er goöl voor. P. H. de K., wonende te Helder had op 15 Maart op de Bot brug aldaar een melkslijter, die met zijn honienvigelant van rechts naar link3 overstak, aangereden, waardoor de melkslij ter aan zijn arm werd gewond én zijn wagentje werd beschadigd. De heer de K. was dieöwege door den kantonrechter veroordeeld, doch van dit vonnis in hooger beroep, daar hij zich- geen schulcf bewust achtte. Dit hooger beroep werd pu behandeld en eerst scheen de officier vol goeden mooi om Piet er in te draaien. Doch ma een conferentie in raad kamer draaide eensklaps de wind van het- barre noorden naar het zoele zuiden en requireerde het O.M. vrijspraak. Tan dén, regen in dén drup. De rijwielreperateur G. J. E. uit Amsterdam kwam op 9 April per motor van de motorraces te Alkmaar en reed te Limmen met een snelheid van ruim 51 kilometer, terwijl slechts 30 is geperiniteerd. Hij werd veroordeeld door den kan tonrechter tot f 12 boete, .doch nam geen genoe gen met dit vonnis en kwam in hooger beroep echter met het weinig bemoedigend resultaat, dat de officier de boete te min achtte en than-* f 20 of 20 dagen vorderde. Dat liep pok niet naar wén&jeh. De 64-jarige meelmolenaar Jacob B. te Eg- mond binnen was door jen kantonrechter ver oordeeld: tot 2 maal f 25 boete, omdat zijn koeke- breker en een drijfriem ,niet voldoende beschermd Waren. De oude heer, thans in hooger beroep terecht staande, noemde het gevaar overdreven en beweerde dat het niet mogelijk was de -door den verbalisant aangeduide aanwijzingen aan te brengen. Hij had het zelf ook reeds op verschil lende manieren vergeefsch geprobeerd en insinu eerde dat de heer Voor brood ook geen kan3 zag, dit voor elkaar te brengen. Gevorderd werd be vestiging, waarop appellant de rechtbank ver zocht een mulder hooge boete op te willen leggen. Een „onder onsje" tot besluit. De laatste zaak, contra Pfeter S- te Alkmaar, werd om begrijpelijke redenen buiten tegenwoor digheid van publiek behandeld. Daarna sluiting. rekening die kerel mijn -neef eena niet ware! Als het eens. iemand was, die zich wederrechtelijk den naam had toegeëigend van tien Paul Armandi, die te Geneve overleden moet zijn." Jean Soliva hield een tijdlang met zijn alleen spraak op, liep onwillekeurig langzaam, liet tegen zijn gewoonte zijn sigaar uitgaan en dacht ernstig na. „Welke redenen kon de kerel hebben om zoo te handelen?" vroeg hij zich zelf. „Dat is mij onverklaarbaar. Ik zou dien sinjeur wel eens goed op den tand willen voélen. Hij heeft iets schuws in zijn oogopslag, wat mij volstrekt niet bevalt- In zes jaar heeft hij een middel gevonden om rijk te worden, dat is niet iets wat iedereen ge beuren kan. Die wedergevonden neef, echt of onecht, begint mij hoe langer hoe meer te interes- soepen en wie zijn geluk beproeven wil, moet de gelegenheid bij den kop grijpen. Ik geloof waar achtig, dat zich tfu een goe-Je gelegenheid voor mij opdoet!" De Parijzenaar zweeg wederom en zijn blik ken dwaalden over het dek, alsof hij iemand zocht. Eindelijk bleven die zoekende oogen rusten op een man van ongeveer 65-jarigen leeftijd, die een gesloten lederen taschje aan zijn zij droeg. ,jDat is 't, wat ik zoek!" hernam Jean Soliva met eèn begeerigen blik op het bewuste taschje- ..Ik heb den inhoud van dat tasohje gezien min stens zestig duizend frank in goud- en papieren geld! Als ik zoo'n ding bemachtigen kon," den inhoud opsteken, en het leege zakje in zee gooien, ja niet waar, dan zou ik ook eerste klasse kunnen reizen, fijne sigaren rookieu en me kloeden als baanderheer! O gelukkig wie zoo'n gelegenheid snappen kanl" (Wordt vervolgd-;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1928 | | pagina 4