Land- en Tuinbouw
HET EEN EN ANDER OVER; EiE STIK
STOFMESTSITOFFEN.
[Wanneer ik de laatste weken zoo de adver
tentiekolommen in 'de plaatselijke bladen uit mijn
omgeving eens doorneem, valt het me op, dat
bij de aanbestedingen der aorpsvereenigingen het
aantal kilogrammen der sttikstofmeststoffen zoo'n
belangrijk aandeel daarbij hebben. De boeren
moeten dus wel zeer overtuigd zijn van de on
misbaarheid vau dit- artikel! Dat is dan ook inder
daad het geval, zoo zelfs, dat ze de stikstofbe
mesting de voornaamste achten. Ein dat waarom
De kwahtums Superfosfaat en slakkenmeelen ka-
lizout komen te zamen tocih ook tot een niet on
aanzienlijk getal! We moeten dan ak reden daar-
!van opgeven, le. de stikstof bemesting is de
duurste en 2e. het is uiterst moeilijk van deze
stof een voorraadbemesting tegeven. "Onwille
keurig zou men nu meenen, dat 'de landboufwers
iwel heel goed op de hoogte zullen zijn met een
zoobelangrijk artikel in hun bedrijf. Dit blijkt,
telkens 'weer èen vergissing te zijn- Het lijkt mij
dan ook nuttig van de bemesting met stikstof-
houdende stoffen en van deze zelf het een en
ander mede te deelen.
Tot ongeveer bet midden der vorige eeuw werd
de zgn. humusttheorie aangehangen. "Deze theo
rie leerde, dat de humus, die uit verjgane plan-
tendeelen bestaat, alle stoffen bevat, welke een
plant noodig heeft om zich op te bonwen. Nadat
de Duitscher Justus v. Liebig, aan wien de
landbouw zoo heel veel te danken heeft, door
zijn scheikundige onderzoekingen, zooiwei als door
zijn laboratorium en veldproeven' aantoonde, dat
e raan deze theorie nog ai een en ander mankeer
de, heeft men deze den rug toegekeerd. Von Lie
big is dan ook gevoegelijk als de vader van het
tegenwoordige kunstmestggëbruik te beschouwen.
Hij toonde o.a. aan, dat de humus1 zeer^ onvol
doende stikstof bevat- En zoo komen we dan aan
onsi onderwerp. Een belangrijke vraag, die zich
voordoet is in welke vormen de stikstof zooal
voorkomt. De belangrijksite en tegelijk meest voor
komende vorm is die als gas- 80 pot. van de ons
omringende lucht bestaat n.l. uit stikstof. Hoe
veel dit wel is blijkt uit een eenvoug uit te vöeren
berekening, die ons 'iaat zien, dat ziöh in de
luchtlaag der aarde 800.000.000.000.00o Kg.
stikstof bevindt, d.w.z. zooveel als er zich be
vindt in ruim 50 milliard balen- chiïiaalpeter,
dit is een hoeveelheid, die een stikstpfgebruik als
in 1926, gedurende rond 65000 jaar toelaat! He
laas is deze vorm niet dienstig voor de plant.
Daarom dient de landbouwer naar een andere
vorm om te zien, welke deze planten voédende
Stof bevat in èen voor de planten opneembaren
vorm, die stofenf bestaan gelukkig. En dan noem
ik in de eerste plaats de gier. Deze meststof'
wordt nog al op veel boerderijen Verwaarloosd.
Men meent, dat wanneer maai- een behoorlijke
hoeveelheid stalmest op den akker komt, dat dan
ook de stikstofbemesting wel in orde is. Des
noods wordt nog eens een overbemesting van
chilisalpeter gegeven en da(n is het weer mooi
voor dat jaar. En toch 'is men er dan net 'naast.
Want de .vaste uitwerpselen bevatten geen stik-
stof-fhoudende stoffen -van waarde. Komt er ai
stiksto fin (voor, dan is dat in een zeer moeilijk
opneembaren vorm. Dit is ook wel eenigszins te
begrijpen, wanneer men bedenkt, waar die vaste
stoffen vandaan komen. Ze zijn immers het on
verteerde voedsel ,vau het vee. In het spijsver-
teeringskanaal zijn ze aan de inwerking van ver
schillende zuren en andere vochten en bacteriën
blootgesteld geweest en wanneer zélfs die niet in
staat waren ze te naderen en ze in èen oplos
baren vorm om te zetten, dan isi het wel heel
gemakkelijk te verstaan, dat ze als plantenvoe'd-
sel hoegenaamd geen waarde bezitten. Neen, wan
neer men mét een dierlijk a'fsehe idingspr oduet
de planten .van het nooiige voedsel wil voorzien,
dan moet men terecht komen Lij de gier, die nog
maar door te velen Verwaarloost wordt. Daarin
bevindt zich de stikstof in een betrekkelijk op
neembaren vorm. Door te veel boeren -wordt deze
stikstof nog niet voldoende naar waarde 'gewaar
deerd- Bij hoevelen toch wordt ze maar opgevan
gen in een zoogenaamden gierkolk. Men mieent
daar in het voorjaar, of wanneer men de tijd'
daarvoor gunstig acht, al een heel eind 'te zijn
als men dat bTuine vocht over wwei en akker
heeft 'uitgestrooid. En dan toch de waarüè hier
van vrijwel .(althans wat de 'stikstof betreft)
nihil. Wie wel eens zwaar verkouden getweest is
is en wie zou dat niet in het land, waar eenmaal
de Genestet zong van een „land van mest en mist
en vuile koude regen", heeft wellicht van een
vriendde goede raat gekregen eens mét zijn 'nieus
boven een fleseh ammoniak te gaan hangen, tot
hem de tranen in de oogen komen. Wie dien raact
Jieeft opgevolgd, zal naderhand in een paardenstal
dezelfde prikkeling in den neus, zij het dan in
mindere mate ondervonden hebben. Daar werd
inderdaad ook ammoniak ontwikkeld. En die am
moniak is een stikstofverbinding. Waar de ammo
niak 'geroken wordt, heeft dehalve stikstofvër-
lies plaats. In de urine komt de stikstof voor in
een verbinding, welke zeer gemakkelijk overgaat
in ammoniak. Nu is het ook niet moeilijk te
verklaren, hoe thet komt, dat de vloeistof uit de
gierkolk zoo weinig of geen stikstof bevat. Im
mers is deze [in ammoniakvorm de wijde wereld
in gegaan. Het zal dan ook zaak zijn de gier
zoo te bewaren dat zoo min mogelijk stikstofver-
liezen optreden. Daarvoor dient een goede gier-
ltelder gebouwd te worden. Hoe dat gebeuren
moet en de berekening dat dit werkelijk geen
weelde is op een "boerderij hoop ik later nog
Wel eens .te geven. Op den voorgrond dient dus
te staan, dat de gier goed bewaard wordlt. En
dan komt deze meststof in de allereerste plaats
in aanmerking .voor de bemesting van wei en
hooiland. Daarvoor wordt ze dan ook meesten
tijds gebruikt. Het is geen overbodige zaak er
op te wijzen, dat de gier daarbij zoo min mogelijk
met de lucht in aanraking moet komen. Wanneer
ik naga. hoe dat vaak gebeurt met eén emmer
aan ee -nstok gebonden, waarmee de gier uit een
open kar over het land met tere eden. zwaai er
uit geworpen -wofdt, dan is zeker van beteekenis
de boeren .nog eens weer op het nadeelige vau
deze handelwijze te wijzen. Want nadeelig is het.
Niet voor de plant in de eerste plaats, maar voor
den boer zijn portemonné. Deze schaadt zich
aan twee kanten, nl. door dure stikstof Ie lucht
in te laten gaan, waardoor hij later verplicht is
dure stikstof meststof bij. te koo-pen, wil hij toch
van zijn wei een maximaal gewas halen. Ook
over de stikstof bemesting van grasland hoop ik
later eens een afzonderlijk artikel te geven. In
een streek met vrijwel uitsluitend landbouw
bedrijven zal de gier op een andere wijze benut
moeten worden. Dat is ook heel goed mogelijk
n.l. als overbemesting op hak vruchten als sui
kerbieten, mangels en aardappelen. In het verslag
van de lanjbouwproefvelden in het district van
den heer rijkslandbouwconsulent te Dordrecht
over het jaar 1928 worden daaromtrent eenige
zeer belangrijke mededeelingen gedaan. In dat
jaar toch werd door de vereenigingen van oud
leerlingen van de landbouwwintercursussen in
Voorne en Putten in samenwerking met de afdee-
ling der Hollandsche Maatschappij van Land
bouw een gieronderbrenger, merk Plath, aange
kocht met het doel te onderzoeken in hoeverre,
een bemesting met gier hakvruehten rendabel is.
Deze machine is z^o ingericht, dat de gier door
buisjes, welke verstelbaar zijn, achter de messen
van een schoffelmachine loopt. Hierdoor wordt
verkregen, dat ze zonder mét de lucht in aan
raking te zijn geweest, door de neervallende gron-.q
achter de .messen wordt bedekt- Stikstofverlies
is hierbij practiseh dus uitgesloten. De uitkomsten
bewezen*dat de verwachtingen niet te hoog wa
ren gespannen. Op alle proefvelden bleek, dat
de met gier bemeste perceeltjes een minstens
zoo hooge opbrengst gaven, als de met chili
bemeste, ja, dat in 5 gevallen de. gier een aan
merkelijk hooger opbrengstcijfer vertoonde. Bij
deze proeven 'had men op alle veldjes een even
groote stikstof als kali en fosforzure bemesting
toegediend- Hieruit blijkt overtuigend het groot
belang, dat ook de bouwboeren bij een goedfc
gierbewaring hebben. In een volgend artikel wil
len we enkele der z.g.'n. kunstmeststoffen die
stikstof bevatten bespreken.
Zomersproeten ver-
dijnen spoedig door een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Nieuwstijdingen
OVERREDEN.
Te 's Hertogenbosch is een meisje, de 10-jarige
M. van Oorschot op de Wilhelminabrug door
een wagen van Van Gend en Loos overreden. Zij
„Dat jij moeite dëedt om je met hem te asso-
cieeren. Jij bent een geslepen vogel en je hiebt
goede denkbeelden in je hoofd. Je bent vlijtig.
Je zondt iu zijn fabriek al spoedig een van de eer-
sta plaatsen yeroverd hebben. Het jonge dametje
ziét. er verduiveld goed uit en krijgt een uitzet
van belang. Wie weet, wie weet, niet waar? De
•wereld behoort dengeen, die moed bezit! kijk,
als ik zoo'n mijnheer was als jij..." Terwijl hij op
deze wijze met den gevaauden Paul Armand bleef
doorpraten, nam hij hem op onderzoekende, om
niet te zeggen wantrouwige wijze, met de meeste
nauwkeurigheid op.
Ernst Garaud had zijn hoed afgenomen en
ging met zijn zakdoek langs het verhitte voor
hoofd.
Dé voormalige fabriek-opzichter van mijnheer
La-bron had, gelijk de lezers zich zullen herin
neren, met behul pivan een tinktuur de kleur
neren, met behulp van een tinktuur de kleur
van zijn haar veranderd. Ieder weet, aat zulk een
haarkleur-middel meermalen moet worden ge
bruikt, daar het dagelijks aangroeiende haar bij
de wortels zijn oorspronkelijke kleur behoudt,
't Was nu vijf dagen geleden, dat Ernst zich hoor
het laatst geverfd had en het haar was sedert tien
tijd weder èen weinigje aangegroeid. Zoo kwam
het, dat tusschen het voorhoofd en het donker
zwarte haar een nauwelijks merkbaar rood lijn
tje te zien was.
Jean Soli va bezat èen paar uitmuntende oogen.
Hij had de bovengenoemde bizonderheidi spoedig
opgemerkt. Van het hoofdhaar zag hij naar bo
venlip en kin, doch daar was niets bijzonders te
bespeuren. Het gezicht was helder schoon, daar
Ernst Garaud de voorzichtigheid had, zich dage
lijks zorgvuldig te scheren.
Soliva dacht bij zich zelf,,'t Is drommels
gek! Men zou zeggen, dat mijn waarde neef rich
verft. Hij had toch vroeger ziwart 'haar uit de
natuur, „"'tis moeilijk aan te nemen, dat zijn
haar sedert dien tijd rooi zon zijn geworden. Wat
moet ik hieruit opmaken? De zaak wordt van
oogenblik tot oogenblik geheimzinniger. Ik moet
er toch het mijne van hebben!"
Ernst Garaud was nadenkend geworden. Het
gesprek had hem waarlijk al te lang geduurd.
„Tot weerziens, neef!" zei hij en reikte Jean So
li ra de hand.
„'Zeg eens, we gaan op die manier niet uit
elkander," protesteerde Je anider. „We moeten
eerst eens met elkander klinken. Ik mag wel niet
b het buffet van de eerste klasse komen, maar jij
mag heel goed aan Jat van de tweede klasse ver
schijnen. Kom mee! Speel nu niet den gr ooien
meneer
„Nu goedriep Ernst, die 't minder geraden
vond het gedans voorstel af te wijzen.
„[Komaan, nu spreek Je als een man naar mijn
hart, neef."
Dit zeggend nam Jean zijn gewaanden neef
Paul onder Jen arm en bracht hem bij liet buffet.
Lang bleven ie beide jonge mannen evenwel
niet bij elkander. Na te zomen een flesch roeden
wijn te hebben gedronken, trok Ernst zich terug
daar hij, gelijk hij zeide, zich nog een weinig
moest opknappen, om aan tafel te verschijnen.
Bij het teruglaopen naar het achterdek, zei de
is naar het ziekenhuis overgebracht. Men vreest
voor haar leven.
ONWEER.
Te Hedel is Zondag tijdens de godsdienstoefe-
ning de bliksem geslagen in de R. K. Kerk. Er
deden zich geen persoonlijke ongelukken voor
en er werd geen brand veroorzaakt. De orde in
het kerkgebouw werd geen oogenblik versttoord.
MARINEVLIEGTUIG OVER EEN KOP-
Nadat in Jen nacht van Maandag op'Dinsdag
ten behoeve van oefeningen der zoeklichtafdee
ling landmacht was gevlogen, is het marine vlieg
tuig „Z, 16", van het vliegkamp „De Kooij", nabij
Den Helder bij het landen over den'kop geslagen.
Vlieger was de officier-vlieger "2e kl. M. C.
Moes, waarnemer de luitenant ter zee le kl. O. A.
Weemhoff. Laatstgenoemde geraakte tengevdlgje
van het ongeval licht gewond. Vermoedelijk heeft
hij een schouderblessure gekregen. Hij werd ter
onderzoek naar het Marinehospitaal overgebracht.
i
SPDRT EN WEDSTRIJDEN
OUD KARSPEL.
Di. T, S.
Die reeds tot tweemalen toe aangekondigde wed- j
strijd D. T. S.Alemaria-comb., welke heden-
avond zou worden gehouden, gaat niet door we- I
gens verhindering der Alcmaria-combinatie.
Rechtzaken
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK.
Zitting van Dinsdag 19 Juni.
UITSPRAKEN, 5 Juni.
J. M. Limmen, hooger beroepzaak, f 100 boete
of 50 dagen.
P. J. 8., Blokker als voren 4 maal 7 dagen
hechtenis.
E. H., omzetting voorw. straf, geen uitspraak!
Arie v. Z., Sassenheim, schuldmisdrijf f100
boete of 50 dagen.
Ant. de M., Oudorp, hooger beroepzaak, 2
maal f60 boete of 2 maal 20 dagen.
A. H. Z., Wjjdenes, verduistering, vrijgespro
ken.
J. D„ gedetineerd te Amsterdam, oplichting.
W. E. 8. IJmuiden, voorheen Hoorn, bedriege-
lijke bankbreuk 8 maanden gev. voorw. met ver
plichting tot schadevergoeding en 3 proefjaren.
W. v .D., Alkmaar, ged. art 247-bis, W. v. -S.
8 maanden gev. vodrw. 3 proefjaren.
NIEUWE ZAKEN.
BewamdleJendic 'die padèn djes1 Heils.
Jan de V., voorheen een zeer werkzaam lid
der Alkmaarsche natte gemeente, heeft zich zei
ven in den gees' hernieuwd- sich gesteld onder
de hoede Ier geheelonthouders en gedraagt zich
zóó voorbeeldig, dat de ambtenaar van het ge
nootschap zeer tevreden over nem is. Er bestaat,
dan ook nu veel kans, dat'Jan de met zooveel
volharding Verlangde voorw. straf zal deelachtig
worden. De rechtbank zal daaromtrent a.s. Dins
dag beslissen.
In afwachting van ile rapporten.
De zaak tegen Jan D., de nagemaakte Directeur
van de Rijnvaartdie een goedgeloovigen visscher
ui tSpakenburg 15 gulden uit den 'zak wist te
kloppen door hem wijs te maken dat hij aange
steld zou worden als walschipper op 'n salaris
van 1900 pop, is verdaagd tot IJ September.
Nieuwe tijden, nieuwe wetten.
Op de luidkeels door den deurwaarder gedane
invitatie op 'de bokkenbank voor 'Adriaan v'. d.
B., kwam 'n klein mannetje binnen, belast, met
zijn hoed, 'n parapluie en 'n pakje, welke bagage
hij zorgvuldig op de vloer der rechtszaal neer-
vleide. Hij bleek te zijn een 44-jarig schoenma,-
kertje uit Hoogkarspel en stond terecht wegens j
beschadiging van een radiotoestel, eigendom der
distribuanten"Wind en Heijman. Deze heeren hal
den zonder zijn toestemming draden gespannen
over het eigendom van verdachte, deze had daarop
zelf 'n draad gespannen onder die draden en het i
gevolg was kortsluiting, waardoor een lamp van
het distributietoestel wend vernield. De smid I
Wind vorderde thans f68 schadevergoeding. j
De verdachte ontkende met veel woorden dat
die draad oorzaak zou zijn van "de kortsluiting,
aangezien hij geïsoleerd was, en om dit aan te
toonen maakte verdachte zijn pakje los én legde I
de draad, nog verbonden aan een 3tuk paal, als j
stuk van overtuiging over. De officier meende
dat de zaak zeer Ingewikkeld werd en technische j
voorlichting noodig zou zijn, vorderde verwijzing
valsche Paul Armani in zich zelf: „Dit keer ben
ik het gevaar gelukkig ontkomen, maar ik geloof
.toch, dat die lange 'blonde jongen wel degelijk
twijfelt of ik wel den waren neef ben. Ik moet
den lastigen kerel in mijn belang zien over te
halen. Het gevaar kon anders te groot voor mij
worden. O, als ik *naa' naar goeddunken j
mocht behandelen, dien Jean Soliva!"
Ernst betrad nu het salon, waar zich, als ge
woonlijk, de heer James. Mortimer en zijne Jocb-
tep, de blonde Emilie, bevonden.
XXXV,
Jean Soliva dacht inmiddels van zijn kant
eveneens over de ontmoeting na. Hij had, zooals
Ernst Garaud goed verondersteld had, veel twij
fel omtrent de identiteit van den wedergèvonlieu
neef. Die twijfel of liever die verdenking was tot
nog toe zonder veel beteekenis., maar ze kon toe
nemen en dan gevaarlijk worden. Het was den
Parijzenaar tweemaal opgevallen, dat neef Paul
zich de dingen van 't verrieden niet herinneren
kon ,,'t Is verbazend, dat iemand zoo zou zijn
veranderd," dacht hij, terwijl hij onder het rocken
van een sigarette, op en neer liep. ,,'t Is eau
vreemd heer, dat's maar zeker! De kerel kon
zich immers niet eens herinneren, dat ik machinist
was, terwijl wij toch beiden hetzelfde vak uit
oefenden. En die Antonie, die zooveel dwaashe
den om hem gedaan heeft, scheen hij ook al glad
weg vergeten te zijn. En hij: verft zijn haar!
En dat haar is onder die zwarte verf vuurrood'!
Ik heb het goed gezien! Bij mijn arme ziel, die
heele geschiedenis is verdacht! Als per slot van
naar den Rechtercommissaris, met wélk voorstel
de rechtbank accoori ging. Misschien worden nu
wel 'n paar 'ingenieurs van Philips fabrieken
gedagvaard als getuigen deskundigen!
Hij viel in den kuil, voo.r 'n anidjer gpgpavert.
Kapitein Doorman, te Helder woonachtig, miste
zijn hond, en plaatste een advertentie, waarin
hij een ruime belooning toezei aan den vinder
of opspoorder van zijn huisdier. Zekere Dirk 8.,
een ontslagen werkman van het boschbedrijf,
wees den boschwachter Agema als de man, die
kapiteins Doormans hond had doodgeschoten en
doen begraven en deel daarvan zelf aangifte bij
den Rijksveldwachter Zijlstra. Het "bleek echter
dat de klacht valseh was, daar de begraven
hond, waarvan het kadaver dagen lang in de
duinen had gelegen, absoluut niet het eigendom
was van kapitein Doorman. "De boschwachter ging
dus vrij uit, doch daarentegen liep Dirk S. er 'in
en werd heien tegen hem ter zake het doen van
een valsche aangifte, 1 maand gev. gevorderd.
Diefstal volgens de laatste eisclien des tijds
Gerrit- O., 'n ingezetene van de stad der victo
rie, Was niet afkeerig van radiogenot, doch niet
voornemens daarvoor veèl geld uit te geven. Als
amateur-electricien wist hij echter wel raad en
vercond een draad aan dis tri but ie draden ten be
hoeve van de Wed- Zi., 'n radiodistributie-abonné
en had nu de mooiste muziek voor zoo goed als
geen geld. Tot de distributeurs er achter kwa-.
men en tegen de slimme guit een klacht indienden.
Hij 3tond nu terecht ter zake diefstal van electri-
sche energie en tegen hem werd gevorderd f 50
boete of 50 dagen.
Het bekeeringvwierk mislukt?
Eien vordering tot omzetting eener voorw. ver
oordeeling tegen Jan BI. werd volgens .gebruik
met gesloten deuren behandeld.
Eien dame van het L. D. H. werd als getuige
gehoord.
Die open deur intrap pén-
De Zuurkoopman Anth. d. M., voorheen wonen
de op het z.g. Ooijevaarsnest onder Oudorp, die
er 'n stille verlofknijp op na hield en daarvoor
was veroordeeld tot f75 boete, was van dit con-
nsi in hooger beroep gekomen. De appellant- was
niet present, doch de officier kon liet buiten
hem stellen en vorderde in deze naar zijn meening
tamelijk zwakke zaak bevestiging van het vonnis.
Dat staat er goöl voor.
P. H. de K., wonende te Helder had op 15
Maart op de Bot brug aldaar een melkslijter,
die met zijn honienvigelant van rechts naar
link3 overstak, aangereden, waardoor de melkslij
ter aan zijn arm werd gewond én zijn wagentje
werd beschadigd. De heer de K. was dieöwege
door den kantonrechter veroordeeld, doch van
dit vonnis in hooger beroep, daar hij zich- geen
schulcf bewust achtte.
Dit hooger beroep werd pu behandeld en eerst
scheen de officier vol goeden mooi om Piet er
in te draaien. Doch ma een conferentie in raad
kamer draaide eensklaps de wind van het- barre
noorden naar het zoele zuiden en requireerde het
O.M. vrijspraak.
Tan dén, regen in dén drup.
De rijwielreperateur G. J. E. uit Amsterdam
kwam op 9 April per motor van de motorraces
te Alkmaar en reed te Limmen met een snelheid
van ruim 51 kilometer, terwijl slechts 30 is
geperiniteerd. Hij werd veroordeeld door den kan
tonrechter tot f 12 boete, .doch nam geen genoe
gen met dit vonnis en kwam in hooger beroep
echter met het weinig bemoedigend resultaat,
dat de officier de boete te min achtte en than-*
f 20 of 20 dagen vorderde.
Dat liep pok niet naar wén&jeh.
De 64-jarige meelmolenaar Jacob B. te Eg-
mond binnen was door jen kantonrechter ver
oordeeld: tot 2 maal f 25 boete, omdat zijn koeke-
breker en een drijfriem ,niet voldoende beschermd
Waren. De oude heer, thans in hooger beroep
terecht staande, noemde het gevaar overdreven
en beweerde dat het niet mogelijk was de -door
den verbalisant aangeduide aanwijzingen aan te
brengen. Hij had het zelf ook reeds op verschil
lende manieren vergeefsch geprobeerd en insinu
eerde dat de heer Voor brood ook geen kan3 zag,
dit voor elkaar te brengen. Gevorderd werd be
vestiging, waarop appellant de rechtbank ver
zocht een mulder hooge boete op te willen leggen.
Een „onder onsje" tot besluit.
De laatste zaak, contra Pfeter S- te Alkmaar,
werd om begrijpelijke redenen buiten tegenwoor
digheid van publiek behandeld. Daarna sluiting.
rekening die kerel mijn -neef eena niet ware! Als
het eens. iemand was, die zich wederrechtelijk
den naam had toegeëigend van tien Paul Armandi,
die te Geneve overleden moet zijn."
Jean Soliva hield een tijdlang met zijn alleen
spraak op, liep onwillekeurig langzaam, liet tegen
zijn gewoonte zijn sigaar uitgaan en dacht ernstig
na. „Welke redenen kon de kerel hebben om zoo
te handelen?" vroeg hij zich zelf. „Dat is mij
onverklaarbaar. Ik zou dien sinjeur wel eens goed
op den tand willen voélen. Hij heeft iets schuws
in zijn oogopslag, wat mij volstrekt niet bevalt-
In zes jaar heeft hij een middel gevonden om
rijk te worden, dat is niet iets wat iedereen ge
beuren kan. Die wedergevonden neef, echt of
onecht, begint mij hoe langer hoe meer te interes-
soepen en wie zijn geluk beproeven wil, moet de
gelegenheid bij den kop grijpen. Ik geloof waar
achtig, dat zich tfu een goe-Je gelegenheid voor mij
opdoet!"
De Parijzenaar zweeg wederom en zijn blik
ken dwaalden over het dek, alsof hij iemand
zocht. Eindelijk bleven die zoekende oogen rusten
op een man van ongeveer 65-jarigen leeftijd, die
een gesloten lederen taschje aan zijn zij droeg.
,jDat is 't, wat ik zoek!" hernam Jean Soliva
met eèn begeerigen blik op het bewuste taschje-
..Ik heb den inhoud van dat tasohje gezien min
stens zestig duizend frank in goud- en papieren
geld! Als ik zoo'n ding bemachtigen kon," den
inhoud opsteken, en het leege zakje in zee gooien,
ja niet waar, dan zou ik ook eerste klasse kunnen
reizen, fijne sigaren rookieu en me kloeden als
baanderheer! O gelukkig wie zoo'n gelegenheid
snappen kanl"
(Wordt vervolgd-;