I
St^jss^ssBiëSSSSSSsB
FtórSSwaSS s-aj-dE
den uitgevoerd en waarvan de onderhoudskosten
^erw^cht Wördt dat met grindbeharding een
J -V- Quv ui k L, 1 cl"
Steun toegezegd, en uit een schrijvten van den
10 Juli van B. en W. van Alkmaar kregen wil
nadere bijzonderheden omtrent de uitvöering van
den weg, die 5 M. breed stal Worden met teen kruin
breedte van 8 M. De kosten van het onderhoud
geraamd op f 100,0, per jaar Waren in Den Haag
door den Hoofd-Ingemieur zeer nauwkeurig na
gegaan, het Was dus geen slag in de lucht, en
een en ander Werd door den Hoofdingenieur op
die conferentie bevestigd- In de to'ekomst zon
eventueel op een uitkeering uit het Wegenfonds
kunnen worden gerekend. B. en W. steilten dus
voor op net voorstel van den iMnister in te gaan
andere plannen zijn niet aan de orde en m'et vrij
moedigheid vragen B. en W;. de medewierking
van dqn Baad om eene oplossing in deze zaak te
krijgen en verdere verwikkelingen te voorkomen.
Y* V',OTStanders van een bijdrage zullen zeker
Verheugd rijn, dat een oplossing is verkregen terwijl
spr., wat de tegenstanders betreft, hoopt én ver
trouwt, dat zij zullen medewerken om een einde
aan den bestaanden toestand te maken.
De heer Kramer heeft met belangstelling ken
nis genomen van hetgeen reeds over deze zaak is
gepubliceerd en van de uiteenzetting van het voor
stel tot verbetering van den Twuijverweg. Ik ben,
zoo zegt spr., altijd een vair de voorstanders °-e-
weest. Ik juich toe dat er eenstemmigheid is be
reikt, althans men zoover gevorderd is dat plan
nen worden ingediend, die kans op slagen bieden.
Echter kan ik mij met zoo enthousiast voor het
thans aangeboden plan verklaren, als voor de an
dere plannen, hoewel ik de verbetering op hoor
gen prijs stel. Ik had voor onze gemeente een voor-
deet.ger oplossing verwacht, in verband met wat
voor weg wordt verkregen.
Wanneer we de wegen in Noordholland nagaan
en r.ezen nieuwen grindweg, dat weten we dat
deze veel onderhoud zal vragen. Overal is men
t bezlS om; de wegen stofvrij te maken en van
een teerbedekking te voorzien, om zoo weinig mor
gelijk enderhoud te krijgen. Een grindweg is niet
verhouding van onder
houd krijgen.
Het valt zeker te wdardeeren als eeii daad van
•goed beleid, dat de Min. de belanghebbenden tot
elkaar heeft gebracht en wij moeten de verbete
ring dan ook niet opschorten door terug te ko
men op reeds eerder ingediende plannen.
De heer Groen is het met het gesprokene door
den heer Kramer eens. Met het drukke verkeer
zal een grindbeharding aan onderhoud niet mee
vallen.
1 In een nabungen raad is gesproken over prin
cipe. Hier hebben B. en W. gezegd:: „geen cent
voor den Twuijverweg." Ik kan het nu dan ook
piet anders zien dan zoo:: dan dat men ineen im
passe is geraakt; nu wordt er gezegd: wij houden
ons wel aan ons principe, maar laten wij dit
voorstel aanvaarden. Ik meen echter dat het prin
cipe reeds is verlaten. Nu moeten wij kiezen. Maar
wanneer wij medewerken moeten wij dit doen on
der protest.
Spr. wijst in verband hiermede op de stichl-
ting van een tol.
Kunnen we niet beter op een andere wjjze bijt-
dragen, dan eeuwigdurend het onderhoud te heb
ben'- Hiermede komen wij zeker duurder uit. Wan
neer ik d e keuze had tusschen een bedrag ineens
en het eeuwigdurend onderhoud, zou ik zeker
overhellen naar een bedrag ineens.
De eigenaar van den weg moet dezen onderhou
den. Wij zijn verplicht de beste zijde te bezien
maar dit is de beste zijde niet.
Wat de uitkeering van het Wegenfonds betreft,
i Tie rede van du BUrck was wel goed oim aan te
de teug mocht. Zuidechtewoude ook zou was een «eet oppervlakkig betoog.
neebetalen aan te verbetering. de Fa Kok en Tuilunan zijn duizenden geof-
I een verkeerd principe zijn rechten mt afsluking en dat is mede betaald (dioor
Ie geven door te zeggen: er moet aan deze yan Langendijk.
Wie het groote probleem met wil zien, niet 1
samenwerken^ om te komen tot ^bete™g
blind, heeft geen begrip van de eischen die do
het verkeer worden gesteld.
VJS «T™^ gemaakt wotdt.
daMfa,hï"g^weg is „ie. voldoeud.. hoewel
als ik Alkmaar was geweest, ook zoo zou hebben
een einde komen.
;er Alkmaar een noodlijdende gemeente
het iets anders'zijn.
in dezen raad de winkelsluiting ^hjindeld
de winkeliers vroegen om' ontrekktng,
een waarschuwend woord gesproken en
op het prestige van den raad. Nu schijnt
noodig te zijn een aanm-erking te maken op
-[f niet lezen mocht, met het oog op mijn
heid, heb ik echter toch iets gelezen.
3 door den Minister een wetsontwerp mge-
waarin wordt bepaald dat geen tollen -mrt-
brden geplaatst, terwijl tevens daarin wordt
legd, dat als regel zal worden aangenomen
Lenaar vari een weg is hij, die het onderhoud
De consequentie van dit wetsvoorstel is,
dj eigenaar worden van den Twuijverweg
n eeuwigen dage belast zullen worden met
nderhoud. Als eigenaar van den weg, zullen
verbetering daarvoor aansprakelijk worden
hier eens gezegd, dat iemand die iétsdoet
een ander het doet een laf rnensch is.
il mij echter niet scharen aan de zijde van de
menschen en niet meegaan met het voorstel
nst ConXt de Minister zich mot de kwestie
t bemoeid, zijn de verschillende B.enW.s
e^doet ^dch' het geval voor, dat de kjeintjes
loodje moeten leggen. Zuidscharwoude, die
moeite zijn belasting opbrengt ipoet wijken
Wat de'uitkeering' uit het Wegenfonds betreft
*t spr een stuk van een bijlage van den raad
i Alkmaar voor, waaruit zou blijken dat de Lan-
Jijkei' gemeenten een groot deel van de uitkee
o- zouden moeten afstaan.)!
De heer Westerhof heeft - zoo vervolgt spr.
door Alkmaar wordt hierop reeds aanspraak ge.- |oc «bJ u nogl
maakt, zoodat ik niet geloof, dat wij daarvan zullen fc moderne Sheilock van Venetie, deze zaak n g
profiteered |at aangedikt.
De voorz. antwoordt, dat ook al zou de raad De houding van Alkmaar is niet f£»r-
geen medewerking verleenen, er evengoed geen De voorz. antwoordt: Door u is veel mm
tol zou verrijzen. Er is absoluut geen sprake van [ebracht, maar wat het zakebjke betreft kan ik
een tol. heel lcort zijn.
Ook op de gehouden conferentie is hierover met U wees'er'daarbij tevens op dat de
geen enkel woord gesproken. ander jasje zou zijn verschenen, hetgeen hee g
Ten opzichte van de uitkeering uit het Wegen- makkelijk volgens u, schijnt te gaan
ld-;, ma o- A c* 1 da Vóiirlracrp hpfrcit. Wil IK
bestand tegen hettiTwoor^e ^r" wSS woïd' Sï 1 Maar' wat de bijdrage b^n^ifke^rj
daardoor niet meer geschikt voor rijwielen terwiil f rWd ve™;acht- Nu mag Alkmaar daarvan twee 'de kanalisatie, waaraan een b zieken_
'het onderhoud hoog wordt j gedeelte vragen, maar dat nemen we voor zal worden verleend en aan h mede-
g I kennisgeving aan. Wij moeten ons thans alleen rhuis. Naarmate onze draagkracht zuUen wjmede
toegezegd. werken om deze dingen tot stand te brengen.
Bi, het andere plan hadden we een uitstekenden
weg gekregen en ik weet dat er in Alkmaar een
meerderheid was voor de f n
Dit is echter verwaarloosd door du Burck en
^Wanneer men zich wil verzetten, verzet je dan.
De drang naar verbetering is sterker dan de onver-
ZetErhSenu of later toch een verbeterde weg tor
/men met klinkerbestrating of een andere stot-
VrGraIggzou ik echter zien, dat alle mogelijke ver
beteringen werden aangebracht in samenwerking
met Alkmaar.
Zuidscharwoude houdt zich fier door mee
doen D. schade van f 12000- -wensch ik met langer
door de Langedijkers te doen dragen.
Laten wij alle medewerking geven om het plan
'tot stand te brengen.
Wanneer ik zie, dat de kanalen tot stand zullen
tomen, - een primaire weg hier langs en een
primaire weg door Zuidscharwoude zal gaan, dan
?s het ook ons belang medewerking te verleenen
tot het verkrijgen van een secundairen weg.
Ik héb vertrouwen.
het voorstel van b. en w. wordt
HIERNA IN STEMMING GEBRACHT EN MET
OP EEN NA ALGEMEENE STEMMEN AAN
GENOMEN.
Tegen stemde de heer du Burck.
De voorz. spreekt den .wensch uit dat het geno
men besluit een goed besluit zal blijken te zijnd
Rondvraag.
Door den heer Zeeman wordt gewezen op het
achteruitzetten van een hek, en vraagt of da me
verder had gekund, daar de eigenaar daartoe met
LtHlSkmL:,anegeenTeg SV*
leischen van het verkeer voldoet. En dat is niet'her I u bedoeling van het 'Wegenfonds
geval m-et een grindweg i e^|mf Int aan de onderh°udsplichtigen.
De heer Du Burck. Als ik naga wat eralzo,
,van ,den. tfgenwoondigen verkeers-' den Twuijverweg
naga wat eralzoo overl
ve«. jjje toch uitstekend door den polder Heerhu- 1 !!'V ^ulJverweg i=> gesproken zou ik willen wijzen
keer. De weg langs de Hoornscne vaart as s,CUn j aan sP°ken en wonderen geloof
wat het wegdek betreft. Graag had ik gezien, dat Toen d™7 zTüiaT de verbetering ter sprake
men daarom was gekomen met een betere behar- werd gebracht, is er door u gezegd," dat het oh-"
schijnt echter niet veel aan te veranderen, en 7k pMantnpilPure
d'nfH,et zal "let m°geljik ziJ'n deh weg in oen toe- j zinnig en krankzinnig was, dat Zuidscharwoude zop
stand te houden, zooals men dat wenscht. Er I bijdragen aan de verbetering. Het zou
za lmij daarom vereenigen met het voorstel, mede
aan de hand van de door de andere gemeenten gef-
nomen besluiten. <-
Waar door Alkmaar de weg moet worden ge
legd, zal het van veel belang zijn hoe dej onder;-
beharding wordt uitgevoerd.
De voorz. antwoordt dat in Broek op Langen-
dijk de B. en W.'s overeenstemming hebben bereikt
Wanneer men nu gaat veranderen staat alles weer
'op Josse schroeven, en dat moet worden voor
komen. Het klinkt misschien vreemd van de zij
de van B. en W. een waarschuwing te hooren om
fn6 cZarnnUr 16 b0^' waar bUjf biJ wat m€er da« eens van de ta-
in die conferentie op ons genomen het voorstel te fel van B. en W is gezegd
VeDedMini.7n rVe brelr- I Wanneer ik denk aan wat u -O sarcastisch op
n en iJZ vergadering in Concordia heeft gezegd, dan ver
wonder ik mij ten zeerste, dat B. en W. van stand
punt zijn veranderd. Het blij-t toch niet anders dan
philantropie
Ik juichte in die zitting uw uitspraak van har
te toe.
Nu kreeg ik zooeven van mijn buurman (den hr.
Groen) een overzicht van den belastingdruk, waar-
.uit ik lees, dat over 1927,—1928 door een gezin
met 2 kinderen in Alkmaar f4.50 aan belasting
moest worden betaald, terwijl dit voor Zuidschar
woude f 8.16 was.
Wanneer ik mij refereer aan wat door u in eer
ste instantie is gezegd, dan wil ik ook nu^og niet
doen aan philantropie-.
Het spijl mij dat ik hedenavond de eenling zaj
den en deze is gevonden, door aap den eenen !kant
den aanleg en aan den anderen kant het onderhoud
te plaatsen.
B. en W. hebben ook het volste vertrouwen in
de medodeelingen van den Min. en den Dir. Gen.
van Waterstaat dat er geen bezwaar bestond te
lgen een grindbeharding.
- Er behoort zeker dan moed toe, om aan den
Min. te vragen öf de weg wel goed is, wanlf het
antwoord kon voor den vrager wel eens minder
pleizierig zijn geweest.
Door u is indertijd ook gewezen op het scheppen
van een precedent, waarmede door de Plaatselijke
Pers is g espot geworden, maar het was volkomen
in mijn geest.
Wat valt er nog niet alzoo te doen 'in eigen ge-
meènte, bijv. het vaarwater.
Spr. wijst ook' op de Mosselenbrug, en zegt, dat
wanneer men in Nioordscharwoude zeide, dat men
is, dat de ruit1- Door u is gezegd ,dat er vrees ^ubebbenvoop-
gezeten op de conferentie te Broek en wij hebben
gestameld op alles wat er gesproken ia: „Ja, Ex-
cellenue het onderhoud van den weg.
wonneer wij een nieuwe straat moeten hebben,
Wat het wegenfondsöetleiC,"iOT kan#edlJ.k55.
verwijzen naar wat door u zelf is aangehaald.
Na de conferentie is een praatje gemaakt óver
de uitkeering uit het Wegenfonds. Door Alkmaar
is daarbij gezegd, dat het graag zou profiteeren van
deze uitkeering. Door den Min. werd daarop een
onderzoek toegezegd, en is nadien aan Alkmaar een
afschrift door Ged. Staten gezonden, dat uitkee
ring uit het Wegenfonds alleen ten goede komt aan
!,de onderhoudsplichtigen.
1 Op den basis, waarop overeenstimming is bereikt
hebben wij toezegging gedaan aanneining van het
voorstel te zullen bevorderen.
De heer Zeeman zegt tot de verheugden te be-
hooren. Ieder mensch is daarbij zoo ijdel zich ge
streeld te g evoelen als hij gelijk krijgt. Door mij
is betoogd dat samenwerking een eerste vereisch
'te is om tot een oplossing te komen. -f
Door mij is na een ernstig onderzoek gezegd, dat
Alkmaar geen eigenaar is van den weg en houd ijk
dit nog vol. Anderen zijn er niet in geslaagd dit
te weerleggen.
Er schijnen altijd menschen te zijn die het noodt
leeren.
De verbetering van den Twuijverweg is geen
onderhoudskwestie, hetgeen door mij is aange
toond aan de hand van het Prov. Reglement.
Altijd nog is door mij, ook na de vergadering
in Concordia, getracht, een oplossing mogelijk te
maken.
Alkmaar kon niet verplicht worden tot ver
betering van den weg.
hoe -dankbaar zou ik u -niet zijn, mijn vriend
(Reken daarop. Maar nu geen (woord meer
van zaken. Je zult later genoeg aanbiedingen
krijg_n. Ik stel er mijn eer in, dat de mijne de
eera-te zal mogen zijn. Laat mij die geschiedenis
voor u maar in orde brengen. Je blijft met ons- j geheugen,
eten, is 't -met? Neen, neen, geen uitvluchten! En bij zichzelf dacht de schilder:
Urn te eten kan men altijd den tijd vinden. Mor- „Vreemde beschikking van het lot, dat uit
gen 'werkt ge zooveel ge wilt, vandaag behoort den zoon van het slachtoffer den intiemsten
ge mij. Dat is dus uitgemaakt! We (willen er een vriend van den zoon der misdadige vrouw heeft
rweder tot den schilder.
„Ik heb hem nooit gezien, maar ik hoorde
natuurlijk destijds als iedereen vaii het vreeselijke
drama van Alfortvilie spreken en de geachte
naam van Julius La bron bleef mij altijd in 't
prettig avondje van malkenHoor eens, Magdale
na, zet -nog een bord aan tafel en zorg ook voor
een paar flesch champagne!"
Magdalen a verdween en het gesprek werd her
vat.
„jU zei daareven, mijnheer, dat u'w vader een
uitvinder was, niet waar?"
,JJa, mijnheer Castel."
„Is u dan missschien de zoon van mijnheer
Julius- Labron, wi-ens fabriek voor tlwee en twin
tig jaar door eene "kwaaidjwillige hand werd in
brand gestoken
>ipa, mijnheer, en terwijl de fabriek in bran'd.
stond, "werd mijn arme vader vermoord."
„(Werd u'w vader vermoord?" riep George.
(Daarvan hebt ge mij nooit iets verteld."
„Ik wist -het toen neg- niet, George. Toen ik
nog een kind 'was, hield men die droeve geschie
denis opzettelijk voor mij geheim. Eerst later
wierd mij alles medegedeeldU hebt dus mijn
vader gekend, mijnheer Castel?" (wendde hij zich
gen gelet ie op de onmiddellijke omgeving Bij nog
verder achteruitzetten zou een gevaarlijke hoek
zijn verkregen voor het verkeer.
Door den heer Groen wordt gewezen op een
voorgekomen geval, dat steenen tot ver over dp
straat lagen, nadat herstel had plaats gehad, en
ongelukken hierdoor waren ontstaan- Spr. verzoent
dit in het vervolg te voorkomen.
De voorz. antwoordt dat iemand, <hc «m
tp ppnie-e .weken had laten liggen-
had moeten ingrijpen. opzichter direct
- De heer Kramer zegt dat alle lasten voorkomen
worden door de steenen op te stapelen.
De voorz. zegt toe den opzichter hierop nog eens
te zullen wijzen.
1 Niets meer aan de orde. Sluiting volgt.
Uil den Omtrek
W A R M EN HUIZEN-
Aan onze veiling werd aangevoerd in:
Juni 1928
aardappelen
tomaten
bloemkool
Juni 1927.
aardappelen
Juli 1928.
aardappelen
bloemkool
zilveruien
roode kool
tomaten
Juli 1928.
aardappelen
bloemkool
zilveruien
340.200 Kg.
125 Kg.
145 stuks
193.896 Kg.
1.820.692 Kg.
68.873 stuks
29.300 Kg.
38.500 Kg.
"371 Kg.
1.440.067 Kg.
24.815 stuks
2.585 Kg.
„In de pastorie van het dorp Chevry, bij den
braven postoor Langier, George's oom.
„E,n?" vroeg de jonge Labron, 'Wat 'was het
voor een vrouw?"
„Een schoone kloeke vro-u'w, met een sympa
thiek voorkomen; zij scheen ontzettend veel te
lijdien."
,)Zij ontkende de misdaden, niet "waar?"
,JMet alle kracht- Zij hield vol, dat zij volkó-
mem onschuldig was en noemde zich het offer
van -een valschen sehijn."
(Misschien sprak zij de 'waarheid," zei Ed-
mond nadenkend, George en Etienne Castel zagen
hem mei bevreemding aan.
„Ze 'werd veroordeeld," meende de Bchil-der.
Wat be'wijst dat, mijnheer? De gerechtelijke
gemaakt
„fWerd de boosdoener niet gestraft?" vroeg
de jonge aivokaat.
„Een vrou'w werd van den moord en -de brand
stichting aangeklaagd en des/wege tot levenslangie
gevangenisstraf veroordeeld," antwoordde E-d-
mond. „Zij had na het volvoeren harer 'wandaden dwalingen komen meer voor
de vlucht genomen en werd vervolgens in eene I „De be'wijzen van schuld moeten overtuigend
pastorie tn de nabijheid van Parijs, door gen- j zijn ge'weest."
darmen gearrwteerd." „Be'wijzen kunnen falen. Hebt u 't gteheéle pro-
Deorge zag Etienne Castel met een vragen dan oes gevolgd, mijnheer?"
blik aan. „Met de meeste oplettendheid. Ik 'wilde weten,
(Neen, mijn jongen, je vergist je niet," zeide of die vrouw tegen ons onbeschaamd had gelo-
Etienne Castel als antwoord op dien blik. „De gen, en -toen alles Was afgeloopen, kon ik moeilijk
vrou'w van wie mijnheer Labron spreekt, is in- ee'a andere meening hebben dan die der rechters,
derdaad dezelfde, over wie wij daareven spraken, ,(Dat be'wijst nog niet, mijnheer, dat ge ten
de hoofdpersoon mijner schilderij." volle overtuigd waart van haar sóhuld hernam
,'U hebt die vrouw gezien, mijnheer?" vroeg Edmond Labron. „Als u 'tot de jury had behoord',
Eidmond Labron. zoudt ge tnet het gevoel van twijfel, dat "bij u
'(wZle7>en g€8pr0keQ' 'was Wijven -bestaan, zeker niet het schuldig over
,JWaar? haar hebben uitgesproken."
De omzet bedroeg in Juni 1928 f 21.512.73
tegen f233.206.87 in Juni 1927.
De omzet bedroeg in Juli 1928 f 108.384.70
tegen f 108.126.17 in Juli 1927.
„Waarschijnlijk -niet."
Edmond Labron ging verder. „Ik heb eveneens
het proces met de meeste aandacht gelezen, mijn-
heer, zei hij. „Mijn tante had al de nieuwsbla
den daarover bewaard, en mij voor haar cloold -de
vérzekering gegeven, dat zij zelve, in spijt van
allen schijn, die tegen haar was, Johanna Fortier
niet voor schuldig heeft kunnen houden."
„'Heette die ongelukkige vrouiw Johanna For
tier?" vroeg George.
a," ant|woordde Eidmond Labron en zich we
der tot den schilder wendend, voegde hij er bij:
„Herinnert ge u hog, wat zij tot hare verdediging)
,JJa, een slechte kerel, die opzichter van de
fabriek iw-as, vervolgde haar met zijhe liefdes
en iwilde rijk worden met het geld uws 'vaders, om-
da amamet het geroofde fortuin en met Johanna.,
di oh ij tot zijne maitresse had iw-illen maken,
Frankrijk te verlaten. Die man, hij heette Ernst
Garaud, had haar zooals zij volhield', een brief
geschreven) waaruit het om|wederlegbaar bewijs
van zijn slechte voornemens duidelijk had kun
nen "blijken, doch dien brief kon zij niet meer
vertoonen."
„Dat is zoo,'' z:u Edmond, „mdar ik geloof
wker, dat die brief moet hebben bestaan. Ik
geloof zeker, dat die Ernst Garaud en nie
mand anders de dief, de brandstichter en de
moordenaar moet Zij-n getweeBt!"