TWEEDE BUD
Zaterdag II Augustus 1928
Buitenlandsch Overzicht
Kaar de Koorsche Fjorden
Na die demobilisatie der legers in het jaar
1918 trad in alle landen, gelijk steeds na afloop
van een period© van gruwelijk oorlogvoeren het
geval ia geweest, een strooming aan den dag, die
liefst zoo spoedig mogelijk leger, vloot en lucht
strijdkrachten wenschte ai' te schaffen, resjp. tot
het hoogstnoodige wenschte te rednoeeren. Uit
6 it ie tegetn alles wat in engen of verwijden dien
zin verband hield; met bewapening, België weet
hierover mede te praten, want in weinig lawdien
is de socialistische oppositie! in de volksverte
genwoordiging zoo intens als daar. Verleden week
is zelfs de socialistische voorzitter van de Bel
gische Kamer er de dupe van geworden. Dieze
Kamerpresident, de heer Brunet, •epn alom wegens
zijn groote bekwaamheden en strikte onpartijdig
heid geacht man, heeft zijn ontslag genomen als
vocrz.tier, zijn mandaat ter beschikking gesteld
op di.t laatste besluit is hij al weer teruggeko
men en is ten overvloede tiaar het buitfenland
vertrokken, blijkbaar om de verwachte pogin
gen om hem op zijn besluit te doen terugkomen,
te ontioopen. De socialisten stellen, de zaak al
dus voor, dat niet zij hun partijgenootvoorzitter
„gewipt" hebben, doch daarentegen de heer Jas-
par, wiens eisehen inzake de bespoediging der
beraadslagingen over de militaire kwestie nitet
de goedkeuring van Brunet zouden hebben kun
nen wegdragen. Hoe het ook zijK de partijen
zijn ar lang niet alle mee gediend, dat deze Ka
merpresident er tussehen uit gegaan is, alleen
de socialisten winnen er in zooverre iets door,
dat de belangstelling voor het militaire vraag
stuk in de Kamer aanmerkelijk gedaald is. Voegt
men hierbij nog het groote aantal amendementen,
idat zij hebben ingediend, idan kan men zich een
idéé vormen van de vertraging, die de behandeling
van genoemde kwestie plotseling ondergaat.
Niettemin zal het succes niet al te groot zijn,
daar de régeering kan rekenen op dfc medewerking
van de katholieke democraten, zsoodat spoedig blij
ken zal, dat het saboteeren der parlementaire
werkzaamheden niet van langen duur zal zijn.
China vroeg en vraagt nog de aandacht, dit
maal niet wegens het weder opleven van den
alouden-operetten-oorlog, waar haast geen wijs
uit te worden is, doch thans door 'wat daar
op diplomatiek gebied geschiedt- Japan en Ame
rika verkeeren ten aanzien van China in een,
eenigszins eigenaardige positie. Japan heeft nl.
het Hemeleche Rijk min of meer in de wielen ge"
reden door de opzegbaarheid der vroeger gesloten
ongelijke verdragen te betwisten en bovendien
van Mandsjoerije, welk gebied Japan blijkbaar
voor zich wenscht, wel te verstaan: op economisch'
gebied. De Vereenigde Staten hebben zich ech
ter anders gedragen. Washington heeft aan Nan
king ion buitengewoon hartelijke nota gezonden,
waarin de Chineesche douanesouvereiniteit erkend
werd, terwijl het bovendien Nanking erkende als
vertegenwoordigster van geheel China met inbe
grip van Mandsjoerije, Ziet hier het verschil tus
sehen beide soorten politiek. Ondertuesehen spelen
de Chineesche nationalisten Amerika tegen Japan
uit, hetgeen zoowel te Washington als te Tokio
eenige sensatie heeft tewieeg gebracht. De Ver-
eenigtde Staten nemen nu een afwachtende hou
ding aan on weigeren voorshands goed te vinden,
dat Amerikanen door Chineesche rechters gevon
nist wol den. Japan op zijn beurt is ook eenigszins
bekoeld en bedenkt zich, vooral wat Mandsjoerije
aangaat, nog eens een keertje. Voor het oogenblik
ctelt het zich tevreden met nog eens de verdra-
genkwestie aan de orde te stellen en over den
vorm van die. nationalistische besluiten een en
ander in het midden te brengen. Vermoedelijk
zal er nu een periode van eindeloos gemanoeuvreer
ontstaan, waarvan de kern natuurlijk blijft, dat
Japan Mandsjoerije voor zich wil openhouden en
de Vereenigde Staten een open deur-politiek in
China willen voeren.
FEUILLETON
471
LIV.
In de kerk teruggekomen, knielde de ongeluk
kige moeder voor het altaar neder en stamelde
met gevouwen handen: „God, mijn God, zal ik
dan nergenB eenig licht zien? Niemand helpt mij.
Zelfs dien priester kwam ik verdacht voor. Wend
ik mij tot anderen, dan zal hun wantrouwen
nog grodber zijn. Wat moet ik doen? Help en
steun mij, o Vader daarboven! Ik 'wandel in
duisternis, wijs Gij mij den goeden weg! Een man
heeft het pleegkind, den zoogenoemden n©ef van
den pastoor Langier, naar Parijs gebracht en die
knaap kan niemand ander» zijn geweest dan mijn
zoon! De zuster van den pastoor had mij immers
beloofd, George bij zich te houden en groot te
brengen. Maar welken naam heeft hij gekregen
Daarna onderzoeken stond gelijk met de genidar-
men. toe te roepen: ben Johanna Fortier, de
vluchtelinge van Clermont, arresteer mij! En ik
wil vrij zijn! Nu ik eenmaal vrij ben, weet ik niet,
hoe ik met mijn vrijheid handelen moet. Voort
durend zal ik mij dienen gehuil te houden. Gelijk
voor een en twintig jaar zoekt men mij nu weder
Met de Engelsche Conservatieve partij gaat het
den laatsten tijd niet bijzonder rooskleurig, want
in haar boezem heerscht, niettegenstaande de of-
ficieete communique's het tegendeel beweren, ver
deeldheid. Het gaat om ae vraag „Vrijhandel of
Protectie?" Een steeds grooter wordende groep
in de Conservatieve Partij is voorstander van be
schermende rechten en bracht nu, met het oog
op d ea.s. algemeens verkiezingen, de partij het
op de a.s. algemeene verkiezingen, de partij het
omhelzen van het protectiebeginsel op te dwin
gen, hetgeen in strijd is met de conservatieve
grondgedachte, die het vrijhandelsprincipe voor
staat- De Minister van Binnenlandsche Zaken Sir
William Joynson Hieks heeft intussdhen in een
redevoering zijn mond voorbijgepraat door te be-
toogen, dat het kabinet inderdaad gebondjen is aan
de belofte om tijden-s de loopende parlementaire
periode geen protectie in te voeren, maar men
zou het volgende jaar kunnen nagaan of men het
principe dan nog moet huldigen. Zoo heeft het
Britsche Kabinet zijn moeilijkheden, die zich uit
den aard der zaak zullen weerspiegelen in den
sitrijd in de Conservatieve Partij. Vrijhandel of
Protectie
Uit den Omtrek
DE KOZAKKEN
KOMEN IN HOOR.N
Feitelijk is dit bericht niet juist, want.... de Ko
zakken zijn al in Hoorn. Zaterdagmiddag arriveer
den ze met hun elf in schitterende conditie verkec-
rende paarden, die in de stallen van hotel ,,Dfe'Ros
kam" ondergebracht zijn.
Het bestuur van V. V. V. heeft het terrein schit
terend in orde en als nu het zonnetje wil'schijnen,
Üan za Imen kunnen genieten van de mooiste rui
tersport, welke thans op de wereld vertoond
wordt.
Want dat het iets bijzonders is, de Kozakken te
gaan zien, dat zeggen de verslagen van hun optre
den in andere bladen.
Van 's-Gravenhage schrijft de Haagsche brief
schrijver in de Leeuwarder Courant:
Het was ook werkelijk prachtig, wat ze te zien
hebben gegeven, de elf oud-officieren met hun
slanke, ranke, vurige paardjes, waarmee ze letterlijk
alles deden. Het was niet de triomf van dentnenscb
over het dier, niet een strijden om de heerschappij,
met een oyerwicht naar deze of gene zijde, het
was een vurig en harmonisch spel, een elkaar aan
vullen en begrijpen, een rennen en galoppeeren,
waarin zoowel paard als ruiter pleizier schenen
te hebben, zonder gebruik van spoten of karwats,
zonder iets anders dan een paar aanmoedigende
woorden in de vreemde taal met haar onbegrijpelijke
klanken. Het was wel het allerschoonste wat er
op het gebied van rijkunst te zien kan zijn.
Op de uitverkochte rangen was ook veel dames-
pübliek en na elke 'voorstelling zijn de kranige rui
ters m hun hotel teruggekomen, beladen met bloe
men. De HaagSche dames houden van al wat exor
•tisch is en het is geen wonder, dat zet iii^extasnj
raken en de reserve wat uit het oog verliezen bij
een schouwspel als dit.
Van Winschoten schrijft het Nieuwsblad voor het
Noorden:
Schoon is deze dag gèweest voor velen een
onvergetelijke, vooral de onverschrokken rijkunst
der kozakken zal lang in herinnering voortleven.
Paardensport trekt steeds groote belangstelling,
maar de kozakken? Deze zullen niet spoedig weer
Vergeten zijn, de indruk is iets aparts, iets overwel
digends. Wat men van deze menschen ziet is on
gelooflijk. Hun optreden in de verschillende num
mers is verbluffend. Applaus en ovaties waren
niet van de lucht. De groote pyramide is een
•'neesterstuk.
Het was jgeen wonder toen na afloop der1 24
nummers het publiek het terrein opstroomde en de
verzamelde kozakken een hartelijke ovatie bracht.
Plaatselijk Nieuws
- BROEK OP LANGENDIJK.
Gevonden voorwerpen:
een zilveren lucifersdoosje,
een kinderportemonnaie.
een melkemmer,
twee belastingplaatjes in étui.
Inlichtingen worden verstrekt door de gemeen
tepolitie.
als het opgejaagde •will. 0, 't is al te vreeselijk!
Ware ik maar liever krankzinnig gebleven!" En
snikkend, voer zij voort: „Maar neen, ik mag
niet wijken of wankelen, onvermoeid wil ik zoe
ken, totdat- de hemel zich eindelijk mijner ont
fermt! Mijn zoon moet te Parijs zijn, daar wil ik
hem zien uit te vinden, zoodra ik vernomen
heb, wat er van mijn dochter gewoiden is-"
Johanna bad met al de innigheid van haar hart,
stond gesterkt op en verliet,, bij de vnoeg inval
lende avondschemering, het kerkgebouw van Che-
vry. Te midden van een sneeuwjacht begaf zij
zich naar het station van Brie-Comte-Robert.
Om negen uur was zij weder te Parijs. Zij wilde
reeds den volgenden morgen naar Joigny gaan,
waar zij indertijd haar kleine Lucie aan de zorgen
eener min had afgestaan.
Zij gebruikte eenig voedsel en overnachtte in
een dier eenvoudige buitenlogementjes, waar nie
mand haar lastig viel met vragen omtrent haar
persoon of haar woonplaats.
Den volgenden dag ging! Johanna met .den eer-
aten trein naar Joigny en ging atldaar de haar be
kende woning opzoeken ^van de weduwe Fremy,
aan wie zij, een en twintig jaar geleden, haar
dochtertje had toevertrouwd-
Zij wist wel, dat de 'weduwe sinds lang niet
meer daar woonde, aangezien "haar brief als on
bestelbaar bij haar teruggekomen Was, doch zij
hoopte toch het een en ander omtrent die vrouw
van de tegenwoordige bewoners van het huisje
in.
r—
KLIMAAT.
Een factor van buitengewoon gewicht voor het
klimaat van Noorwegen is de Golfstroom, de war
me zeestroom, die van het Zuiden naar het Noor
den zich voortbeweegt, langs de kust en het dicht
vriezen der fjorden, behalve de diepst landwaarts
indringende gedeelten, voorkomt. Het betrekkelijk
warme water dringt door de fjorden diep Noor
wegen binnen en de overheerschende zeewinden,
die over dit water heenstrijken, verspreiden de
vochtigheid verder. De zomers zijn daardoor niet
overmatig warm, en de winters niet al te koud.
Door den invloed van den Golfstroom is de
kusttemperatuur 16 h 20 gr. C. hooger dan die
van het binnenland op gelijke breedte en in Zwe
den. Zelfs is die invloed zoo groot, dat er ttfsschen
het Zuiden en het Noorden van Noorwegen haast
geen verschil in temperatuur bestaat, hoe groot
ook de afstand is. Nergens ter wereld wordt de
graanbouw zoo Noordelijk! uitgeoefend, nergens ter
wereld liggen de steden op zoo hooge breedte als
in Noorwegen.
Hammerfest is de Noordelijkste stad der aarde
en ligt op dezelfde breedte 70 gr. N.B'. t
waarop in Noord Amerika N oordpool-expadities
verongelukten fSir John Franklin en de 138 le
den der expeditie, die van 18461848 met hun
schepen, de Erebus" en de „Terror" invroren bij
King Williamsland en ellendig van honger en ge
brek omkwamen.,)!
Voor de visschersbevolking der kusteilanden, die
arm zijn aan brandstof, heeft de Golfstroom; nog een
andere beteekensi. Dank zij het drijfhout, dat de
zeestroom uit Middel- en Zuiid-Amerika aanvoert,
Stookt de eilandbewoner zijn haard met palmen en
Mahoniehout uit West-Indië en met de kostbare
houtsoorten van den Orinoco en de Amazonerivier.
De keerzijde van de medaille voor toeristen is,
dat het op de kust veel regent. Te Bergen valt
per jaar gemiddeld 219 c.m. regen (ons land 70
cm.) het deelt de eer de maximumhoeveelheid ,te
hebben met Florö, een klein plaatsje ten Noorden
van de Sognefjord.
Een andere 'factor van gewicht voor het ldi-
maat is de lengte van den dag, die aan 1de Noowï-
kaap b.v. 10 weken duurt (van midden Mei tot
eind Juli.) De zon schijnt daar tot des avonds 9
uur, zooals bij ons. Er treedt een merkbare stilte
op. doch de zon blijft vlammend rood aan den ge
zichteinder staan. Te middernacht vertoornen de
hooge bergtoppen nog een rose tint. De lagere
partijen rijzen als zwarte schaduwen omhoog. Om
1 uur wordt het bleeke rood helgeel en een uur
later verkondigen de eerste heldere stralen weer,
dat de zonnenacht is overgegaan in dein zonnedag.
Het gunstige klimaat is oorzaak, dat aan de
Noordkaap aardappelen verbouwd kunnen wor
den en merkwaardig is, dat de kleur der bloemen
'juenser en de aroma der vruchten sterker wordt,
naarmate men meer naar het Noorden gaat.
FLORA EN FAUNA
Wie op de kaart nagaat, dat het deel vanjNoor-
wegen, dat op de breedte van Z.,-Groenland ligt,
en dat het midden van Noorwegen (dus een gebied,
even Noordelijker), gelegen is op de breedte van
IJsland, die begrijpt, dat de Noorsche flora haar
rijkdom te danken heeft aan een anderen factor dan
de geografische breedte. Noorland, een hoogland,
zou vrijwel geheel onder het ijs bedolven zijn,
(zooals Groenland) als de Golfstroom er niet was.
De Golfstroom is de oorzaak van de voor deze
breedten abnormaal hooge temperaturen, van de
hevels, den sterken regenval. De hooge breedte is
de oorzaak van lange zomerdagen en al deze fac
toren samen, warmte, neerslag, licht, maken het
bestaan mogelijk van een weelderigen plantengroei.
Wie nu denkt aan den kolossalen rijkdom aam
plantensoorten en aan de felle kleuren, die een
Zwitsersche Alpenweide in Juli en Augustus ver
toont) za ldoor de Noorsche flora teleurgesteld wor
den. In Noorwegen zijn nl. veel minder gunstige
groeiplaatsen voor planten van het type, dat in
Midden-Europeesche dalen en op bergweiden
groeit.
Het geweldige Noorsche bergland vertoont van
al de kust de lange en diepe insnijdingen, die we
als fjorden kennen. Aan hun vorming heeft het ijs
een zeer belangrijk aandeël gehad. De schurende
kracht van het ijs, gepaard aan de in nog jonge
te zullen vernemen.
Doch hoe werd ook die flauwe hoop haar ont
nomen, toen Johanna tot de ervaring kwam, dat
het 'huisje zelfs niet meer bestond. Men had het
met andere even eenvoudige 'huisjes om sief ge
haald en op die plaats een groote hoeve gebouwd.
Johanna trad evenwel de hoeve binnen en vroeg
aan de vrouw des huizes eenige 'inlichtingen.
Die vrouiw woonde twaalf jaar te "Joigny, doch
zij kon zich de weduwe Fremy, die wel een» kin
deren aam huis gehad had, nog zeer goed herin
neren.
„Die 13 al lang dood, mijn lieve mensch!"
luidde haar bescheid op Johanna's vragen.
„Had zij niet een zoon?"
„Ja, een langen jongen, die is ook gestorven,
nadat hij de opbrengst van 't huisje zijner moe-
der had verteerd. "Behoort u misschien tot de
familie?"
„Neen, ik wilde alleen weten, wfat er geworden
is van een klein meisje, dat door haar ouders, die
inmiddels Frankrijk verlaten hadden, niet meer
werd opgeëischt.
„ZooMoet dat lang geleden zijn?"
„Een en twiintig jaar.'
„Ja, toen woonde ik nog niet te Joigny. Toen ik
de weduwe Fremy leerde kennen, had zij geen
kinderen meer aan huis, zooals ik wel weet, dat
vroeger het geval moet geweest zijn. Maar 't is
andera zoo heel moeilijk niet, om na te gaan,
wat er vam het door u bedoelde meisje geworden
geologische tijdvakken optredende opheffing van
den Noorschen bodem, hebben de rotswanden van
een fjord steil gemaakt. Zoo'n steile bergwand
maakt het onmogelijk, dat de verweeringsproducten
zich op de helling verzamelen. De wand is kaal,
onbegroeid. Dit wil nu natuurlijk niet zeggen, dat
niet hier en daar planten houvast hebben gekregen.
Dezelfde planten, die kans zien een rotswand in
dc Alpen te bewonen, kunnen we ook hier aan
treffen.
Daar waar de grond vlak is of langzamerhand
omhoog loopt (o.a. bij Bergen)! zien we een plan
tengroei, die zeer aan de Midden-Europeesche doet
denken. Langs de wegen groeit vrijwel dezelfde
plantenassociatie als bij ons of in Nj-Duitschland,
op de heuvels groeien nog vele loofboomen, hooge r-
op groeit naaldhout. Al komen in Z.-Noorwegen
nog zoo talrijke en goed ontwikkelde loofboomen
voor, het boschtype is toch naaldbosch, waardoor
soms een eenigszins sombere stemming in het land
schap komt, die nog verdiept wordt door de een
tonigheid. Maar tussehen de naald'bosschen ko
men toch ook stukken grasland voor, die vanaf
einde Mei prijken met een rijkdom van bloemen.
Daar groeien, tussehen onze békende boterbloemen,
'margrieten enz., ook monnikskappen, wellicht gen
tianen, orchideeën en andere, meer opvallende plan
ten. Ze munten uit door hun diepe kleuren (wel
een gevolg van het langdurige daglicht), ook het
groen is een diep, warm groen. Een enkelen keer
wordt men verrast door een dier arktische plan
tensoorten, die voor den grooten ijstijd ook in ons
land waren doorgedrongen, maar daaruit later
weer, toen de temperatuur hooger werd, grootenr
deels verdwenen. Een enkele soort bleef als „re-
likt" achter. Deze soorten komen thans nog veel
in Noorwegen voor.
•Niet minder interessant is het om waar te ne
men, dat planten, die bv. in de Alpen reeds iop
vrij groote hoogte voorkomen, hier in dit noorde
lijke land reeds op geringe hoogte groeien. De
bergflora is als het ware omlaag gezakt. Wel zijn
Rhodendendrons in Noorwegen zeldzamer dan in
de Alpen, maar men hoeft er ook niet zoo hoog
voor te klimmen.
Wellicht de interessantste plantencombinaties
zijn aan te treffen in de kleine venen en|opi detmaej-
rassige gronden, die in de omgeving van meren en
gletschers kunnen voorkomen. Verschillende
boschbessen en de daarmee verwante kleine hees
ters komen, met onze heidesoorten, aan den rand
van zulke g ebieden, en ook hier en daar op open
plekken in de bosschen voor. De natte bodem is
bedekt met tal van grassen, cypergrassen, biezen,
enz., waartusschen varentjes, maar vooral zeer tal
rijke mossen.
Buitenland
STRENGE MAATREGELEN TEGEN BE
ONZEBELIJKHEIB^
Naar wordt aangekondigd zullen in Italië stren
ge maatregelen worden genomen tegen het druk
ken of verspreiden van pornografische lectuur.
Zelfs wordt het aan boekhandelaars verbaden aan
■minderjarigen boeken te verkoopen, zelfs de
meest klassieke, die in tekst of illustratie de zede
lijkheid zouden kunnen schaden. Ook zullen zwa
re straffen ingesteld worden tegen het publiceeren
door kranten van misdrijven begaan uit hartstocht.
Obscene liedjes zullen niet meer gezongen of per
gramafoon gereproduceerd mogen worden. Gevant-
genisstraffen van zes maanden, tot vijf jaar en
boeten van 5000 tot 50.000 lire zullen tegen over
tredingen worden ingesteld.
Het wetsontwerp, dat deze drastische maatregel
len zal invoeren, zal in de volgende zitting doorheen
van de leiders van de fascistische katholieke par
tij worden voorgesteld. Een van de belangrijke
punten van deze wet is tevens een campagne tet-
gen de beperking van geboorten. Zoo stelt de wet)
voor, de kranten met strenge straffen te beletten
advertenties van geboortebeperkende middelen te.
publiceeren.
BOTSING IN DE LUCHT
Dezer dagen botsten twee vliegtuigen, die, naast#:
■elkander vliegend, een bocht namen, boven het
•vliegveld van Schleisiheim tegen elkander. De
vliegenier Dreijer slaagde erin met een valscherm
veilig beneden te komen, maar zijn collega Schenk
sprong te laat uit de machine, zoodat het va^"
scherm zich niet meer ontplooien kon. Hij kreeg
een schedelbreuk en was onmiddellijk dood.
is. Zoodra de ouders ae betalingen staakten, deed
vrouw Fremy daarvan melding aan de overheia,
die toen zorg droeg, dat het kind hier of djaar
onder dak werd gebracht. Den besten weg, dien
ge derhalve kunt inslaan, is u te wenden tot den
burgemeester of den onderprefrect.
„Burgemeester, onderprefect, overheid!" 'dacht
de ongelukkige móeder in haar vertwijfeling,,
(.evenmin als te 'Ohevry kan ik mij hier tót der
gelijke autoriteiten wenden, zonder dat mij1 ge
vraagd wordt, wie ik ben en met 'w|elke rechten ik
het vermiste kind kom opeischen."
De vtouw, die aan het hoofd .der pachthoeve
sitond, zag Johanna ook op haar beurt niet zonder
eenig wantrouwen aan.
„Ik geloof, dat u mij niet verstaan hebt zei ze.
„O ja, ja, ik dank u voor uw goeden raai en ik
zal hem volgen. Vergeef me, dat ik u lastig ben
gevallen."
„O, dat beteekent niet». Hiertegenover vindt ge
het raadhuis en vlak daarbij ie onderprefectuur.
U moet deze brug over, ziet u!"
Johanna verwijderde zich. Zij begaf zich na
tuurlijk niet tot de overheidspersonen, maar vroeg
hier en daar om inlichting, zonder evenwel iets
te vernemen, waarop zij verder had kunnen voort-
zoeken. De reis naar Joigny was geheel vruchte
loos gebleven. Maar George moest te Parijs wezen.
Naar hem zou zij te Parijs onderzoeken."
Met den nachttrein keerde Johanna naar de
hoofdplaats terug.