TM BUD
Zaterdag 25 Augustus 1928
MOEDER EN MARTELARES
Engeland's zorgen
Het probleem der Stille Zuidzee
De ideale Volksvertegenwoordiger
De Tuchtunie en de Olympische Spelen
De ontsnapping te Scheveningen
IV'
(door H. HENRAR,, Leeraar M.O. Utrecht).
Dó vorige maal vertelde ik u van de zorg van
Engeland over de verbinding met zijn groot In
disch Koloniaal rijk door het Suezkanaal, de
vlugste verbinding tusschen Atlantische Oceaan
en Indischen Oceaan, via Ee Middellanasehe Zjee.
Maar afgezien nu nog van het grootste belang1
om zijn Indische bezittingen vlug te kunnen be
reiken, is de vrije Britsche doorvaart door het
Suezkanaal en de Roode Zpe voör Engeland. Ook
noodzakelijk in verband met het grolote probleem,
dat op het oogenblik de geheele wereldpolitiek
beheerscht, n.l. dat van den Grooten Oceaan, van
de Stille Zuidzee. Be vrije doorvaart door die
Roode Zee is voor Engeland van evenvieel belang
als voor de Vereenigde Staten dje vrije doorvaart
door het Panamakanaal. Bij eene sluiting toch van
het Panamakanaal zou, wilde de Amerikaansche
Atlantische Oceaanvloot in verbinding komen met
de Atlantische Groote Ooeaanvloot, een rondvaart
om de Zuidpunt van Zuid-Amerika noodig zijn,
zoodat het Panamakanaal de Vereenigde Statjen
als het ware een vloot uitspaart. Het probleiem
van de Stille Zuidzee, die, zooals onzen lezers
bekend, aan den eenen kant Wjestelijk Amerika
aan den anderen kant de Oostkust van Azië en
Australië bespeelt, is het Chineesche vraagstuk,
het vraagstuk van de penetratie (doordringing)
in Ohina, die wereld met haar honderden milliqe-
nen meuschen en onmetelijk^ bodemmschatten. Het
zijn vooral Engeland, de Vereenigde Staten en
Japan, die hierbij direct betrokken zijn, hoewfël
andere Staten in het gehelel niet afkerig zijn
een woordje in het kapittel moe ',te spreken. Ik
Idenk hierbij al direct aan Italië, dat o zod'n
begeerig cog heeft gericht op onze 'OosMndischJe
bezittingen. Een eventueéle oorlog, die dan .die
oplossing van het vraagstuk zou moeten brengen,
zal zich 'dan zeker ook niet beperken tot .een
strijd tusschen de drie eerstgenoemde mogend
heden. Bij een oorlog stel tusschen de Vereenigde
Staten en Engeland zon het voor de Vereenigde
Staten van onschatbare waarde zijn, wanneer bijv.
Frankrijk, Engeland in 'Europa bestookte. En om
gekeerd zou dan Engeland niets onbeproefd laten
om, door het doen van allerlei beloften, Italië
(Duitechland) te bewegen Frankrijk aan te vallen.
Kortom, een oorlog om den Grooten Oceaan zal
waarschijnlijk w ercldoorlog beteekeuen.
Om nu zelf bij dien eventueelen oorlog in het
verre Oosten zoo sterk mogelijk te staan, versterkt
Engeland zijn vlootbasis in Singapore op allerlei
wijzen. Het nieuwste plan zal een kleine 150
millioen gulden kosten.
Singapore ligt, vanuit militair oogpunt bezien,
bijzonder gunstigle. omdat het licht aan straat
Malaka, de verbinding tusschen Indischen Oceaan
en Zuid-Chineesche Zee.
2e. Omdat de noodzakelijke groote hoeveelheden
olie van de oorlogsschepen gemakkelijk! uit ons
Oost-Iudië naar Singapore kunnen worden ge
bracht.
En welke maatregélen treffen Japan en de Ver-
eenjgde Staten?
Buitenlandsch Overzicht
1 Binnen enkele dagen zal Parijs ten tweede male
binnen negen jaar gastvrijheid bieden aan een zeer
groot aantal diplomaten, die er de laatstte hand
komen Leggen aan een grootsch vredeswerk. De
eerste keer was het 28 Juni 1919, de datum, die
onuitwischbaar in een ieders geheugen gegrift is,
want die zonnige dag bracht na een lang tijdperk
van gruwelijk oorlogsvoeren den zoo vurig verbeiden
vrede of, althans, wat ervoor doorging, want
"het heeft soms allen schijn, dat er van daad
werkelijken vrede nog niet gesproken kan worden.
Na dien tijd kregen wij Genève dat ieder jaar
zou terugkeeren, Locarno, Theiry en andere wel
luidende plaatsnamen, herinnerende aan diploma
tieke 'besprekingen, waarvan gezegd wordt, dat
zij de toenadering tusschen de volkeren steeds
nader brachten
En nu staat de plechtigheid te Parijs voor de
deur. Wederom, evenals in 1919, stroomen de diplo
maten van alle kanten naar Parijs om een verdrag
te keenen. Doch thans is er geen overwinnaar en
FEUILLETON
,jWat is mij' aan die verjaring gelegen? .Wan
neer Ernst Garaud leeft en idoor mij gevonden
'wordt, wil ik mij ook niet (wreken door hem aan
het gerecht over te leveren. De booswicht, mis-
schien rijk 'g^wiorden door zijn (wandaad, hoeft ze
ker eon anderen naam aangenomen en misschien
vroUw en 'kinderen gekregen. De smaad en de
schande, die ik hem en Je zijnen wil bereiden,
zullen mij wraak genoeg zijn!"
In de hevigste opgewondenheid stond de miliic
nair op. Hij liep eenige malen in koortsige ge
jaagdheid op en neer. Plotseling bleef hij voor
Edmond staan zeggende:
„ÜW voornemen is edel, maar ik twijfel aan den
uitslag! Om evenWel op onze aangelegenheid te"
rug te 'komen ge zijt thans zonder familie,
zonder betrekking en zonder vermogen, niet
Waar?"
„rJa, mijnheer."
„Ge zoekt hij mij een Werkkring, die u niet
aleen voor het tegenwoordige, maar ook voor de
toekomst een behoorlijk bestaan verzekert, nie«
Waar? Goed, ik geef u die betrekking!
ook geen overwonnene. Ook Duitschland neemt
aan de onderteekenings-plechtigiheid deel en de
bladen over heel de wereld juichen over het feit,
dat het de eerste keer is, 11a den wereldoorlog, dat
een Duitsch minister van Buitenlandsche Zaken
naar Parijs komt. Het z.g, „Multi-latoraal anti-
oorlogsverdrag van Kellogg", waarbij de oorlof als
instrument van nationale politiek buiten de wet
gesteld wordt, zal Maandag 27 Augustus a.s. tolt
ét and komen in de Salie de l'Horloge van het
-Ministerie van Buitenlandsche Zaken aan den Quai
d'Orsay. Daarna vindt een receptie, gevolgd door
een groot dipLomateii-bouquet, plaats en Dinsdag
daarna worden de heeren onderteekenaars ontvan
gen door den President der Republiek, den heer
Doumerque. De oorlog zal dan zijn afgeschaft en
het Rijk van den vrede zal zijn aangebroken.
Als het maar zoo blijven mag
Van oorlog en vrede gesproken, er is dezer dagen
nog iets gebeurd, dat eeenige nadere beschouwing
verdient. De Engelsche hoofdstad, die gedurende i
den wereldoorlog zoo menigmaal bloot heeft ge
staan aan nachtelijke vlieger- en, Zeppelin-aanval
len, is dagenlang het doelwit geweest van de z.g.
^Oostelijke Partij", een afdeeling der Engelsche
luchtstrijdkrachten, die aanhoudend aanvallen op
Londen verrichtte. Ondanks de hardnekkige ver
dediging der stad door de „Westelijke Partij" was
de aanvallende afdeeling behoorlijk in de meer
derheid en het 'resultaat1 is, dat zonneklaar be
wezen kan worden geacht, dat de Metropolie niet
verdedigd kan worden, want, indien de veron
derstelde treffers raak waren geweest, zou er van
Londen, noch van het Landgoed van Minister Chur
chill, dat, merkwaardig genoeg, ook getroffen werd,
niet veel meer dan een conglomeraat van rookend
puin zijn overgebleven. Een paniekje heeft zich
yan de Londensche bevolkig meester gemaakt en
de regeering, hare Pappenheimers kennende, heeft
zich gehaast te verklaren, dat de oefening als
„geslaagd" moest worden beschouwd alsof in
het militaire leven een oefening ooit niet slaagdel
en zij voegt er nog aan toe, datj indien men
over een uitgebreiderer afweerdienst de beschik
king had gehad, de aanvallen minder schrikwek
kende resultaten zouden hebben opgeleverd
Wat zooveel wil zeggen als: er moeten nog meer
machines worden gebouwd. Het zal echter nog
zeer de vraag zijn, of er een afdoende middel tot
tfweer bestaat. Wat de Engelsche regeering te
doen heeft, kan slechts bestaan uit itwee altër-
matieveti. Of zij versterkt haar luchtstrijdkrachten
tot in de perfectie, zoodat zij k la Mussolini
als het ware de zon verduisteren en volko
men in staat zullen zijn den eersten stooit op te
Vangen, óf zij volgt het door Lloyd George aan
gegeven richtsnoer en ontwapent haar luchtstrijd
krachten. Dit is een uiterst moeilijk probleem, want
het betreft hier een besluit, dalt genomen moet
worden door de grootste koloniale mogendheid ter
wereld, in een tijd, die nog niet al te groote vei
ligheid biedt. Er zal dus nog wel wat water door
de zee gaan voor de te volgen weg gekozen! zal
worden. Want deze ontwapening der luchtstrijd
krachten is nu eenmaal geen muziek, die men zoo.
maar van het blad afspeelt.
f i 1
In Albanië, dat kleine republiekje, waarvan wij
sinds 1913 eigenlijk maar heel weinig gehoord heb
ben, gebeurde de laatste jaren merkwaardige din
gen. De heer Achmed Zogoe, die op 21 Januari
1925 President der Republiek werd, loopt al lan
gen tijd rond met plannen om zich tot koning van
Albanië te laten uitroepen, waarbij hij, zooals het
heer zou toegeven aan de wenschen van zijn
Volk, doch vergeet, dat de grondwet nadrukkelijk
bepaalt, dat het republikeinsch karakter der re
publiek onder geen enkele voorwaarde gewijzigd
mag worden. Maar, in den Balkan, en inzonder
heid in Albanië, kunnen inderdaad vele dingen ge
beuren, die voorheen tot het rijk der onmogelijk
heden gerekend werden.
Als volgende week de nieuwgekozen Nationale
Vergadering bijeenkomt, zal zij 'Zogoe zeer waar
schijnlijk op plechtige wijze het door hem ge
ïnspireerde verzoek doen hem den Koningskroon
ite aanvaarden. En dan zal Achmed, die door de
buitenlandsche diplomatieke vertegenwoordigers op
dit punt vermoedelijk wel niet1 zal worden gedwars
boomd, zijn zin hebben. En de Albaneesche troon,
welke in September 1914 door den M'Brott, den
Duitschen Prins Von Wied, in den steek gelaten
♦verd. zal wederom bezet zijn.
De ware volksvertegenwoordiger tracht vóór alles
het algemeen belang te behartigen. Dat is zijn
voornaamste richtsnoer. Daardoor stelt hij' zich dus
in de eerste plaats tegenover degenen, die slechts
oog en oor hebben voor de belangen van
enkele groep. Heel wat critiek zal hij dientenge
volge moeten verduren, aan heel wat bespotting
hij daardoor zijn blootgesteld. De ware volksver-
„Haxtelijk dank, mijnheer!" riep Edmonrl, de
hand van den millionair grijpend, die zoo kond
•was als ijs.
Paul Armand trok langzaam zijin hand terug.
,)Ge zijt beschaafd," zei hij', „en hebt veèl ge
leerd, terwijl 't voor u een groote aanbeveling
is dat ge aan de firma Simons en "Compagnie
u-we beiwdjzen van 'bekwaamheid geleverd hebt. Ik
verbind u aan mijne onderneming; ge moet mijn
rechterhand Worden. Uw titel als direkteur Ier
fabriek geeft u een volstrekte macht over alle
werkzalen. Ge zult de teekenaars, de onderbazen
en de arbeiders kiezen, die onder uwe bevelen
hun *werk zullen te verrichten hebben. Laat der
halve geen tijd verloren gaan. 'tls mijn verlan
gen, dat over drie "dagen in de teekenzaal, die
ik hier voorloopig in mijn huis denk in te rich--'
ten, reeds met het werk begonnen iwiordt. Ik moe't
u dagelijks, ieier uur zelfs, onder mijn bereik
hebben, 't Zou mij aangenaam zijn, zoo gij hier in
de nabijheid uwe kamers hadt. Ge krijgt bij mij
een traktement van twaalfduizend frank per jaar.
Is dat voldoende?"
mijnheer Armand, 't is meer dan waarop ik
had durven hopen."
„Ge neemt derhalve mijn voorstel aan?"
JMet de meeste dankbaarheid."
„Dat blijft afgesproken!" zei Paul Armand.
Tp beginnen met morgen hebt ge u te belasten
met het toezicht over de zaal hiernaast, waar
voor een twaalftal teekenaars ruimte genoeg zal
tegenwoordige ris echter hoog verheven boven poli
tieke stroomingen, die slechts het eigenbelang op
den voorgrond stellen, en boven politici, die uit
sluitend zien naar hen, die hem hebben afgevaar
digd. Het ideaal: het algemee belang te dienen,
is veel moeilijker bereikbaar dan het doelwit van
het meerendeeL der politiek denkenden, die slechts
een bijzonder belang voor oogen hebben.
Ziehier de zeer moeilijke, doch eervolle taak,
den volksvertegenwoordiger opgelegd: het belang
der gemeenschap te dienen, boven het eigen-ik.
Moeilijk niet alleen, omdat het eigen belang in
Jsommige gevallen achter dient te worden gesteld,
maar vooral ook, omdat de waarde van tegenstrij
dige belangen nauwkeurig zal moeten worden be-
•paald, alvorens aaruit kan worden vastgesteld, wat
-het algemeen belang vereischt.
Inborst, aanleg, opvoeding, het milieu waarin
men leeft, het zijn alle factoren, die den mensch
Jkunnen en meestal zullen beperken in zijn ver
bogen om zich in den toestand, waarin anderen
rich bevinden, in te denken. Toch is dit in de eer
ste plaats noodzakelijk, zoo de enkeling het alge
meen belang wil afwegen. Zich het begrip daar
omtrent in steeds grootere mate te verruimen
'door voortdurend aanraking te zoeken met zijn
medeburgers uit alle rangen en standen in de
maatschappij, ziedaar de omvangrijke taak, die voor
den volksvertegenwoordiger is weggelegd en die
zijn leven moet maken tot een tijdperk van onaf
gebroken arbeid en moeizaam streven. Eerst dan,
wanneer hij aldus heeft geleerd, uit eigen gezichts
hoek ieders belang afwegend, het algemeen be-
jang te dienen, kan van hem worden getuigd, dat
hij de gemeenschap aLs geheel, en niet een af
zonderlijke groep, van dienst is geweest. De critiek
van den tegenstander zal hem dan niet langer
deren.
De meeste onzer volksvertegenwoordigers zwer
ven in deze vacantiedagen door bosch en veld,
over bergen en doo rdalen. Mogen zij zich na
hun terugkomst even ols van de groepsbelangen
gevoelen als in deze dagen het geval is, en alsdan
meer nabij zijn gekomen het ideaal van den volks
vertegenwoordiger!
Het Bestuur der Tucht-Unie mag met voldoe
ning terugzie op zijn poging om het Nederland-
sche volk te overtuigen van de nodozakelijkheid
dat de vreemdelingen, die gedurende d,e Olympi
sche Spelen ons land bezochten, met wat meer
hulpvaardigheid en voorkomendheid dan bij ons
gebruikelijk is, werden bejegend. Het Bestuur had
daartoe een manifest opgesteld, waarin een beroep
werd gedaan op alle landgenooten, om deze
vreemdelingen zoo tegemoet te treden als wij m
het buitenland zonden wenschen behandeld te zijn
en om de kindere erop te wijzen, dat ieder hunner
er het zijne toe kan bijdragen om den waren
geest van Volkenbond, waarvan zij op sch.ool lee-
ren, te verwerkelijken door beschaafd optreden je
gens de buitenlandsche gasten. Blijkens de opge
dane ervaring heeft deze poging om de tuchteloos
heid van ons volk en van onze straatjeugd in' het
nijzonder te bestrijden, goede resultaten gehad
Moge het ook in de toekomst zoo blijven I
Nieuwstijdingen
Een van het viertal gevat
Donderdagavond ongeveer halfzeven liet de land
bouwer Van der Kleij, wonende aan den Leidschem-
straatweg tusschen „De Vink" en de zilverfabriek
te Voorschoten, de politie waarschuwen, dat een
onbekende, gekleed in een bruine broek en kiel,
in den hooiberg lag te slapen. Het is blijkibaai
vooral de kleeding, die de aandacht van Van der
Kleij en de politie heeft getrokken. Onmiddellijk
gingen de chef-veldwachter Van der Meer en de
veldwachter Hilgersen er op uit. De onbekende
echter had blijkbaar gemerkt, dat hij gesnapt was
en was den Boschhuizerpolder ingevlucht. Door
sloten en over weilanden bereikte hij de acht meter
breede Bosdrhuizerwetering, waar zijn vlucht werd
onderbroken.
Inmiddels had de politie te Voorschoten de
Leidsche recherche en de marechaussee te Was
senaar gewaarschuwd, die binnen een heel korten
tijd een gedeelte van de spoorbaan LeidenDien
Haag en den Leidschen straatweg afzetten, zoodat
de vluchteling geheel was "ingesloten.
De Voorschoter politiemannen wachlt'ten daar
na den vLuchteling op in den polder en vonden hem
weggescholen in het riet van de Boschhuizerwet(e-
ring. Op de eerste sommatie van den chef-veld-
wachteer gaf de man zich over.
Hij bleek te zijn de 27-jarige Belg Joh. Geu-
dens, die, naar wij meldden, in den nacht van Dins-
zijin. Vandaag ga ik naar Courbevoie en 't zal mij
aangenaam wezen, zoo ge mij' vergezellen wilt,
om de fabrieksgebouwen in oogenschouw te ne-
men."
„Ik wil dat met het grootste genoegen doen',
mijnheer. Vergun mij evenwel eerst even te gaan
ontbijten. Ik ben dadelijk terug."
„Blijf bij ons ontbijten!" stelde de millionair
voor. I
,i,'t Is waarlijk al te beleefd. Hoe zal ik u ge-
noeg kunnen danken voor zulk een ontvangst
„Dank die ontvangst veeleer aan nfijn dochter,
aan uw vriend Darier. en aan uw eigen verdien
sten. Wat ik zeggen wil, weet gij den weg naar
het salon Ja Ga dan vooruit en zeg mijn doch
ter, dat ge onze gast zijt. Ik volg u dadelijk.
Met een van blijdschap trillend hart verwijder
de Eidmond zich. 1
Maar" Ernst Garaud liet zich, alleen gebleven,
als vernietigd in een stoel neervallen.
„Edmond Labrou!" mompelde hij. „De zo0n
van hem, die door mij werd vermoord! Hij, 'die
nu rijk moest zijn en die door mijn misdaad tot
armoede werd gedoemd! En mijn dochter is zijn
steun! Is dat eene beschikking van het noodlot?
Edmond Labron in dit huis! Edmondi La bron, die
aan de onschuld van Johanna Fortier en aan ie
schuld van Ernst Garaud gelooft! Edmond La-
bron, die na een en twintig jaar den dood zijns
vaders hoopt te wreken... door een schandaal,
dat mijn kind evenzeer zou treffen als mij en 'Jen
dag op Woensdag uit "de bijzondere strafgevan
genis te Scheveningen met drie andere gevangenen
was ontsnapt.
Met een particuliere auto heeft iemand uit Bre
da, die juist passeerde, eerst den Belg overgebracht!
naar het arrestantenlojkaal te Voorschoten, van waar
hij met de inmiddels gerequireerde politie-auto uit
Den Haag naar Scheveningen is teruggebracht.
Toen Geudens gevangen werd genomen was hij
totaal uitgeput. Sedert Woensdagmiddag had hij
niet gegeten.
Naar hij mededeelde, was 'de ontvluchting reeds
geruimen tijd te voren beraamd en de tralies van
het raam waardoor de vlucht geschiedde, waren
nl eenige dagen te. voren doorgezaagd, zonder dat
'de bewakers iets hadden gemerkt. Langs vier aan
elkaar geknoopte lakens hadden de gevangenen
zich buiten den muur laten zakken, voLgens Geu
dens een heel gevaarlijk werk.
Aanvankelijk was hij niet van plan geweest te
ontvluchten, maar hij wilde niet alleen achter blijven
en hoopte te zullen worden geholpen door zijn
kameraden, die van buiten-af kleeren en geld had
den gekregen. 1
1 Geudens was echter door de duisternis al direct
zijn kameraden kwijt geraakt (of ze hadden hem in
den steek gelaten) en was op zijn eentje) de duinen
ingetrokken. Woensdag had hij beschutting voor
den plasregen gezocht in de bosschen bij Wassenaar
'en toen hij zich tegen donker op straat waagde,
had hij aan den wegwijzer gezien, dat hij' een ver-
jteerde richting had ingeslagen; hij wilde n.l. naar
België. Tegen 10 uur Woensdagavond was hij in
den hooiberg gaan slapen. En daar had hem de
landbouwer opgemerkt.
Genezing te Lourdes van een vrouw
uit Zeeuwsch Vlaanderen
Voor de derde maal dezen zomer wordt gewag
gemaakt van het plotseling genezen van een N|e-
derlandsche patiënte te Lourdes. Ditmaal noemen
de R.K. bladen mej. De Smit uit Lamswaarde
(Zeèuwsch-Viaanderen)1, die volgens „De Morgen"
Zaterdagavond aldaar gezond teruggekeerd is, na
als „ongeneeslijk verklaarde" zieke scheen te zijn
gegaan Voorts ontleende „De Maasbode" nog o.m.
het volgende omtrent dit geval aan het „Dag
blad voor Noord-Brabant":
„Sedert Februari 1923 leed bovengenoemd
meiisje aan de vreesekjke „mal du Pott". Zij' werd
nlaar het St. Jozefs-ziekenhuis te VLissingen ver
voerd, waar zij een jaar en zeven weken uit"
Stekend verzorgd werd, geheeL in een gipsver
band gehuld en niet in staat te loopen. Vorig jaar
vroeg zij om naar Lourdes te gaan, maar zij kreeg
geen toestemming.
„Ongeveer zes weken voor ze naar Lourdes
ging kreeg ze een gezwel aan de linkerheup, waar
door ze geen gebruik meer kon maken van haar
onderste ledematen. Den loden Augustus vertrok
ken de pelgrims. Dokter De Gier bracht zijn pa
tiënte met een auto naar den tram, waar hij' ze
aan een dorpsgenoote overliet, die bij haar zou
blijven en haar zooveel mogelijk helpen. Onder
weg heeft de lijderes ontzettend geleden, 's Zater
dagsmiddags kwam de bedevaart te Lourdes aan
en de zieken werden naar het hospitaal gebracht.
,.'s Anderdaags werd Marie, evenals de anderen,
tweeman! in het bad neergelaten. Dejj volgendein
Hag verergerde de pijn en ze meende, dat za te
Lourdes sterven ging, wat haar niet bedroefd
mankte, gaarne wilde ze rusten in Maria's oord.
Toch werd ze weer gebaad. Ze bad, dat God door
Maria op de een of andere wijze uitkomst mocht
brengen: sterven of genezen, als ze maar niet
hulpeloos bij haar moeder terugkwam. God be
proefde haar geloof nog één dag.
„Dinsdag, den I4den, werd ze weer in het bad
gedompeld 'en daarna op de brancard gelegd.
Haar geleidster had haar een oogenblik verlaten
om iets te gébruiken. Maria doet haar begrijpen
dat ze moet loopen. Plots zegt ze tolt een) infir-
rnière: „Ik wil loepen, ik ben genezen".
„Deze roept een brancardier, die haar helpt om
op tc staan enrustig wandelt de hulpelooze
-zieke van voor een oogenblik, om de grot. De
ongeveez 500 aanwezigen, die haar herkenden,
snellen toe en de genezene moet tegeo het ge
drang beschermd wórden. Ze wordt naar het asyl
teruggebracht en slechts enkele geestelijken
mogen haar bezoeken. Door het feest van Maria
ten Hemelopneming werd het onderzoek verscho
ven tot Donderdags. Op dien dag werd ze naar
't bureau des constatutions gebracht en door 20
dokters onderzocht. Hierbij bleek, dat ook het
groote gezwel op de heup plotseling verdwenen
was. Haar getuigenis van de kwaal, dat door drie
dokters onderteekend was, werd voorgelegd en
ieder was overtuigd van de wonderbare genade
werking."
algemeen geëerdieu naam door het slijk zou sleu
ren. Neen, neen, 'dat kan, dat mag nooit gebeu
ren. Die jonge man moet voortdurend onder mijn
oogen blijven, opdat ik al zijn doen en laten
zou kunnen nagaan en hem in geval van nood,
onschadelijk maken, gelijk ik dat zijn vader deed,
als ooit het vermoeden bij hem post vatte, dat fle
millionair Paul Armand niemand anders was dan
Ernst Garaud, den moordenaar en brandstichten
Hiermede verzonk de booswicht 'in een somber
gepeins.
De zoon van Julius Labron had inmiddels Ma
rie Armand, die angstig den uitslag van het on
derhoud was blijven afwachten, wieder in het
salon begroet.
1 Marie kwam hem tegemoet en vroeg hem bijna
ademloos, hoe alles was afgeloopen. Met van
vreugde stralende oogen deelde hij haar meo|e, dat
hij van 'dit oogenblik af was aangesteld tot direo-
teur der fabriek.
Dat gelukkig uieuws scheen haar zoo te over
weldigen, 'dat zij zich nauwelijks op de been kon
houden. Zij wankelde en Edmond, die naar haar
toeschoot om haar te steunen, vroeg haar, of zij
zich onwel gevoelde, doch zij laöhte hem vrien
delijk toe en verklaarde dat het niets anders^was
dan een gevolg van blijdschap, omdat zij hal"
pogingen In zijn belang zoo goe'd had bekroond
gezien.