TWEEDE BUD Zaterdag I September 1928 MOEBER ER MARTELARES Engeland's zorgen (door H. HENRAR, Lee raar M.O. Utrecht). BB PENETRATIE EER BESCHAVING IN AFRIKA. De penetratie (doordringing) het woord, '.lat ik in mijn vorig artikel reeds noemde der blan ten in andere wereldljoelen is al niet zoo lveel jong meer. In den beginne was de aanraking der blanken met deze inboorlingen slechts zeer opper vlakkig en bepaalde zich in hoofdzaak tot het niet altijd, even eerlijk handel drijven, de ruil van producten tegen producten. Van penetra tie in den eigenlijken zin van het woord kan dati ook nauwelijks gesproken worden, de wereld eter kleurlingen werd door deze aanraking niet of slechts zeer weinig aangetast. Maar in den loop der tijden werd die aanraking veel inniger; er werd niet alleen moer handel gedreven, maar er werden in de vreemie wierelddteelen ook spoor wegen, fabrieken, cultures, enz. door de blan ken ingericht en deze instellingen hadden werk volk noodig. Deze „penstration pacifique" (vreed zame binnen dringing) in tegenstelling met ge welddadige veroveringen deed zich in alle ge ledingen van de kleurlingenmaatschappij gevoe len zou langzamerhand deze geheele samenle ving onderste boven werpen. „Met mokerslagen vernietigt de Europeesche beschaving de hechte negermaatschappij" schreef laatst iemand in een onzer groote dagbladen,, die al bijzonder onder den indruk van de gevol gen der penetratie der Europeanen in Afrika was gekomen. En hij wees mét nadruk op het gevaar, dat er in gelegen is „een sociale1- en rechtsorde te vernietigen, zonder ©en andere in haar plaats te stellen." En wat de schrijver ons 'dan zegt van de negers is bijna volkomen gelijk aan hetgeen in andere deelen van Afrika gebeurt en gebeurd is. De invloed der Europeanen op de sociale- en eoonomische verhoudingen in geheel Afrika is ge weldig geweest. De heerschappij der Turken, 'die zich in Algierië in de 16e eeuw vestigde, had daar de sociale en economische verhoudingen niet onaangetast gelaten. Iedere opstand der onderwor pen en van alle macht en recht ontbloote, aan de luimen der ruwe soldateska overgeleverde Ara bische en Berbersche bevolking, werd als mo tief genomen om door landoonfiscaties de fiscale bezittingen te vergrooten en daarop militaire ko loniën te vestigen, of de geoonfisceerde landstuk- kön te verkoopen, die dan meest in handen van Turkscbe en ander ewoekeraars geraakten. Om aan den knellenden belastingdruk te ontkomen gingen vele boeren evenals bij ons in de Mid deleeuwen onder de bescherming 'der Kerk, die op -deze wijze grootgrondbezitster wierd. En ook bestond er in de steden, onder de Jolden e|n Mooren, onder kooplieden, handwerkers en woe keraars privaatbezit. Maar toch behoorde nog bijna de helft van den gebruikten grond aan «ie Arabisch-Kabyliscihe stammen en dit stambezit was een der hechts te grondslagen van het oeroud» stamvexbond. De schijnbaar ordelooze stam was in waarheid een verband met strenge begrippen omtrent recht en moraal, zooals deze door de inboorlingen werden verstaan en gaf aan die maat schappij een stevig fundament. Wanneer men nu weet, dat de Fransche regeering bij haar penetra tie in Algerië het als haar eerste taak beschouw de door opheffing van het stambezit en plaatsing van Europeesche kolonisten tusschen de Arabi sche geslachten in, de gesla ehtsverbanden op te lossen, dan begrijpt men welk een toestand van volslagen anarchie daar uittrad, doordat .de in boorling z'ijn stamverband zijn oriëntatie verloren had. E,n wanneer die geschiedenis in de negermaat schappij zich niet enkele kleine variaties voltrekt en onze meergenoemde schrijver laat daartegen een protest weerklinken, dan zullen we hem een kleine goedkeuring voor zijn getuigen niet mogen onthouden. Buitenlandsch Overzicht De onderteekening vaTi het muLtilatoraal anti- oorlcgspact, waaraan wij verleden week reeds enkele woorden wijdden, is een feit geworden. De vertegenwoordigers van niet minder dan 15 groote mogendheden en Dominions, o. w. ook de FEUILLETON ,,0, ik heb daaraan zeer dikwijls gedacht, dat verzeker ik je, en altijd met een gevoel van angst. Ik' wist. dat de dag, door u bedoeld, eenmaal moest aanbreken, maar ik zocht hem dan zoo ver moge lijk te verschuiven. Daarbij had ik ook mijne droo- men van grootheid. Zie, het vermogen, dat ik1 ver worven heb, geeft mij het recht, voor u op eqne schitterende toekomst te hopen. Zoo gij hertogin wildet worden, zou ik een hertog vinden, die dade lijk bereid was, u zijn titel voor uwe millioenen te geven. Ik zag zoo graag, dat je een prachtige positie in de wereld ging innemen, die al uw trots zou bevredigen." .Waarom?" viel Mary op haastigen toon in. „Al die uitwendige glans brengt het geluk met aan. Een nitel kan men koopen voor zijn millioenen en wat voor geld te krijgen is, kan niet altijd het hart vervullen. Ook ik heb mijn droomen, doch .ze gel den niet een hertog, maar een echtgenoot, die mij uit liefde neemt I" „Wie zou u niet liefhebben?" riep Paul Armand. Mary zweeg, doch de tranen schoten haar in de oogen, want zij dacht aan Edmond Labron. „Msar, we redeneeren eigenlijk in den blinde, heer Dr. Stresemann, den Minister vahj"Buitenland- oche Zaken, namens ae D'uitsche Republiek, hebben met de aan Kellogg geschonken gouden vulpenhou der dei stad Le Havre hun handteekening onder het Pact geplaatst en daarmede te kennen gegeven, „dat dc Hooge Contracteerende Partijen den oorlog aLs instrument van nationale politiek van de hand wijzen". Dc plechtigheid had plaats in de Salie de L' Horloge, gelegen in het gebouw van het Mi nisterie van Buitenlandsche Zaken aan den fraaien Quai d'Orsay te Parijs. Het is een indrukwekkende plechtigheid geworden, waarbij een ieder ten diep ste. doordrongen bleek van den ernst van 't oogen- blik. De eerste onderteekenaar wasde Duit- Sche Minister Dr. Stresemann, want de ondertee kening geschiedde volgens alpbabetische volgorde en zoo kwam Duitschland (l'AUemagne), den vroe- gcren erfvijand der Fransche republiek, het eerst laan de beurt. D,e heer "Stresemann was Zaterdag reeds in de Ville Lumière gearriveerd. Hij heeft haar wel van haar besten kant kunnen zien, walrat, wat al in geen decennia vertoond is, op tal van plaatsen woei de Duitsche driekleur en er was zeer veei publiek op de been, toen hij aankwam. Hij weid op hartelijke wijze begroet, al zal dan ook het gejuich van „Leve Duitschland" en „Leve Stresemann", waarvan sommige Fransche bladen melding maakten, wel hoofdzakelijk uit de kelen van de talrijk aanwezige leden der Duitsche kolo nie! zijn opgestegen. Zonder wederom In te gaan op- de merites van het anti-oorlogspact, zal men gereedelijk toegeven, dat de aanwezigheid van zoo vele staatslieden te Parijs, ongetwijfeld een goede uilwerking zal hebben, want zij hebben thans een goede gelegenheid elkaar nader te leeren kennen en waardeeren, hetgeen vooral van toepassing is Op het onderhoud tusschen de heeren Stresemann en Pcincaré die tot dusverre hoogstens schrifte lijk van gedachten hebben gewisseld. De verkiezingen, die verleden week in Grieken land hebben plaats gehad, hebben, zooals te voor zien was, tot resultaat gehad, dat de aanhangers gers van Venizelos, den enthousiasten bejaarden (republikein, een aanzienlijke meerderheid behaal den, in die mate, dat zijn tegenstanders in de Volksvertegenwoordiging zoo goed als niets meer Je- vertellen zullen hebben. Dat deze overwinning verzekerd was, kon reeds opgemaakt worden uit het feit, dat Venizelos een groot aantal volgelingen bezit onder de Grieksche vluchtelingen en het ambtenaren- en officierencorps, die hij door ma- terieele ccncessies aan zich heeft weten te binden. De laatste en voornaamste factor voor zijn over- tvinnnig was de omstandigheid, dat de Grieken in het algemeen niets meer willen weten van aan houdende binnenlandsche onrust en voor alles een sterken man wenschten, die in staatt zou zijn hun orde en rust te verschaffen. Dien hebben ze in derdaad gevonden in den dictator Venizelos. En deze heeft zijn maatregelen dan ook "weten te ne men. De algemeene verkiezingen warden n.l. nood zakelijk geworden, doordat hij het toeval als het ware eer. handje geholpen heeft. Daar hij wel inzag in de oude Kamer geen meerderheid te kun nen krijgen, die iets te beteekenen had, liet hij haar zoo inconstitutioneel mogelijk naar huis stu ren, de kieswet in voor hem gunstigen zin wijzigen en vervolgens nieuwe verkiezingen uitschrijven I Met het bekende resultaat. Op buitenlandsch-politiek gebied IAat Venizelos reeds van zich spreken, want hij gaat besprekingen voeren met Ismed Pasha, oml de tusschen Griekenland en Turkije hangende ge schillen bij te leggen. Dit is inderdaad een goed idée. Het is alleen maar jarramer, dat ook hier weer de Italiaansche heer Mussolini achter de schermen blijkt te zijn. Tusschen Polen en Lithauen, twee nabuursta- ten, die elkaar het licht in de oogen niet gunnen, blijft het haken en oogen, voornamelijk door de allesz'.ns merkwaardige houding van den Litaü- schen Premier Prof. Woldemaras, op wien alles wat Poolsch is, als een roode lap op een stier schijnt te werken. Indertijd hebben wij de moei lijkheden, die op handels-, verkeers- en econo misch gebied tusschen beide staten gerezen zijn, uitvoerig besproken. De Poolsche Minister van Buitenlandsche Zaken, Zaleski, wil graag onder handelen, maar stuit telkenmale op de onverzoen lijke, weerbarstige houding van den Lithauschen Primier, die alsmaar verklaart, dat hij de stad jVilna wil bezitten, daar zij aan Rijnland toekomt. De eenige uitweg o tot een vergelijk te komen is bemiddeling van den Volkenbond, tegenover welk instituut de positie van Litauen gaandeweg aanzienlijk verzwakt is, zoodanig zelfs, dat in Vol kenbondskringen volstrekt geen waarde meer wordt gehecht aan de verontrustende uitleggingen, die Litauen aan de Poolsche politiek geeft en zich ook niet op een dwaalspoor laat brengen door alarmeerende verklaringen inzake de booze .plan nen van Polen, zooals troepenconcentraties aan de grens, die achteraf niet meer dan gewone jaar- lijksche manoeuvres blijken te zijn, die nu een maal in elk land gehouden worden. Het wachten is nu op den Volkenbond. niet waar?" hernam de millionair. „Je denkt im mers aan geen huwelijk, je hebt nog niemand lief." Mary antwoordde niet onmiddellijk, maar zeide eerst na eenig stilzwijgen „Ik geloof, vader, dat ik omtrent een huwelijks verbintenis een geheel andere meening heb dan u. 'Ik verlang van mijn toekomstigen man' geen hooge plaats in de groote wereld, als hij verstand, karak ter en moed bezit, dan zou mij dit voldoende zijn. Met die drie dingen wordt men wat men wil, al ware mer. ook van nederige afkomst. Het hart, heeft groot er waarde dat titels of gevulde brandkasten. Misschien heb ik ongelijk en ik weet, dat de meeste vrcuwen hieromtrent anders denken dan ik, doch jk beklaag ze daarom, al heb ik niet het recht ze hard te vallen. Als ik ooit tot een huwelijk kom, zal dit geschieden, vólgens mijn eigen denkwijze en niet naar die van andere jonge dames." Met bedaardheid luisterde Palu Armand naar 't geen zijn dochter zei. Het deed hem in zeker op- feicht goed, zijn kind in zulke algemeene termen te hooren spreken, daar hij reeds bevreesd was ge weest, iets anders van haar te zullen hooren. Hij begreep, dat Edmond Labron eenigen indruk op baar hartje had gemaakt, maar het denkbeeld, dat zijn knid de vrouw zou kunnen worden van dien jongen man, had zelfs voor zijn verdorven ziel iets ontzettends. Nëen, de zoon van den vermoorden man mocht niet huwen mat; de dochter van den moordenaar. Van haar kant dacht Mary: ,,'t Is goed, dat ik nu mijn meening eens onbewimpeld heb gezegd. Nieuwstijdingen DE ZIEKTEGEVALLEN OP DE „INSULINDE". De professoren G. W. J. Koolemans' Beynen Jr., Dr. P Pb. L. Kan en P. G. Flu, hebben naar aan leiding'van de ziektegevallen aan boord van het 's.s. „Insulinde" aan de Directie van den Rotter- danischen Lloyd een rapport uitgebracht. De commissie komt tot de slotsom: a. Dat de ziekte, waaraan de patiënten aan boord van het stoomschip „Insulinde" zoowel op dc heen- als op de thuisreis geleden hebben, j scarlatine is geweest. b. Dat de mogelijkheid, dat er zich tusschen deze gevallen door enkele gevallen van angina van njet scarlatineuzen aard hebben voorgedaan, niet geheel te ontkennen is, maar dat men achter- if. lettende op hetgeen het modern epidemilogisch j onderzoek naar scarlatina ons heeft geleerd, met vrij groote waarschijnlijkheid kan beweren, dat ook deze Lichte en zwaardere gevallen van angina lichte gevallen van scarlatina zijn geweest en de schakels hebben gevormd, welke de typische ge vallen aan elkaar binden. De commissie houdt hierbij in bet oog, dat in de eerste plaats, zooals de scheepsdokter zelf toe gaf, niet bij elk geval naar het exantheem werd gezocht. In de tweede plaats bedenkt de commissie, dat het exantheem bij scarlatina soms te licht en zoo kortdurend kan zijn, dat het zelfs aan de waarneming van geoefende artsen, die er spe ciaal. naar zoeken, ontsnapt. Hoeveel gemakkelijker kan zulk een kortdurend exantheem niet worden over het hoofd gezien door den scheepsdokter, die niet aan scarlatina denkt en zijn patiënten onder zoeken moet in het licht, dat een of meer patrijs- ooorten geven in een kleine ruimte op een slin gerend schip? c. Dat de groote uitbreiding der zikte onder de passagiers zeker voor een deeL moet worden toegeschreven aan het feit, dat de ziekte niet aLs scarlatina werd herkend, waardoor men naliet de reconvalescenten in Priok van boord te weren, terwiji men na 'Sabang in gebreke bleef zieken fen' reconvalescenten jptreng van de gezonden te scheiden. d Dat de commissie reeds nu 'besluiten kan, dat ontstaan en verbreiding der zikte niet kunnen worden geweten aan eenige fout in de voorzie ning van het schip met medicamenten, of omdatt de scheepsarts zich door zijn collega's te Wel tevreden van de wijs liét brengen, terwijl ook later, hij niet op de diagnose scarlatina kwam. De commissie kan zich niet vereenigen met: de wr.srschijnlijkheidsdiagnose diphtherie door den medicus-passagier gesteld. Zij weerlegt deze diag- fcose uitvoerig en voegt er aars toe een verslag van de proeven, die het bewijs hebben geLeverd. Tenslotte meende de commissie ook antwoord te moeten geven op de vraag, wat er menschelij- kerwijs moet worden gedaan om catastrophèn, zoo als zich een op de „Insulinde" voordeed, te voor komen. De commissie meent, dat men door betere outi- leering van het schip er alleen niet komt.. Hoofdzaak is, dat de medici aan boord en aan wal er in het vervolg nog beter, dan nu wellicht reeds geschiedt, op letten, dat lijders aan besmette lijke ziekten of zij, die zich in het reconvalescen tie stadium dier ziekte mochten bevinden, de reis niet meemaken. Uiterste voorzichtigheid zij in deze nc'bting warm aanbevolen. Men bedenke steeds, dat de omstandigheden aan boord idieel zijn voor het zich verbreiden van een contagieuze ziekte. Zoo schuilt dan ook de schuld van de cata strophe op de „Insulinde" niet bij de maatschap pij, maar bij de medici, die, als menschen, in dit geval een fout en wel een zeer ernstige, begingen. Willen de maatschappijen trachten in de toekomst neg b^ler beschermd te zijn tegen de gevolgen van dergelijke menschelijke dwalingen, die, omdat de medici menschen zijn en als meinschen wel eens kunnen dwalen, zich nog wel eens zullen voordoen, dan is het noodzakelijk, dat zij met de keuze hunner scheepsartsen, vooral als deze op groote passagierschepen dienst moeten doen, kieskeuri ger zijn dan nu. De moraal te trekken uit het voorval op de „Insulinde" is stellig, dat de scheepsmedicus voort aan geen enkel geval van angina of van welke infectieziekte ook, dat zich gedurende de reis bij een der passagiers voordoet, en bagatelle mag Behandelen, maar elk geval met de meeste zorg vervolgen, behandelen en isoleeren moet. DE ONTVLUCHTING OP, 8CHBVBNINGEN. Wat d» derdq vertelde. K., de derde vluchteling uit de gevangenis te Seheveningen, die gearresteerd is, is door de Haag sche politie aan een verhoor onderworpen. K. kwam er tege'n op, dat men gezegd had, dat hij zijn kameraad, den Belg die het eerst aange houden was, in den steek zou 'hebben gelaten. Dit was niet waar. De Belg iwiou -de richting Miin vader zou mij gaarne in de groote wereLd laten komen maar ik volg mijn eigen zin. Als Edmond mij eenige liefde toont, zal ik zeggen, dat ik hem en niemand anders tot echtgenoot wil hebben!" Er volgde een geruime stilstand in het gesprek. Vader en dochter volgden ieder hun eigen ge- dachlenloop. Eindelijk zei Paul Armand: „Willen we van daag uitgaan?" „Zooals u verkiest, vader. We konden wel een paar bezoeken afleggen. Ik ben nog een visite schuldig, aan mevr. Williamson, wier dochter mijn vriendin is. U weet wel, die familie van de rue Bonapartel" i „Goed, terwijl jij je vriendin bezoekt, ga ik naar George Darier, dien ik sedert mijn terugkomst nog niet gezien heb." „Zou u hem op een Zondag wel thuis treffen?" „Ik geloof 't wel. Des Zondags blijft hij juist meestal thuis, gelijk hij mij indertijd gezegd heeft." „Dan ga ik met u mee," zei Mary, wel over tuigd, dat het gesprek bij den jongen advokaat onwillekeurig op diens vriend Edmond Labron zou lallen. „Maar kan dat wel?" zei de millionair lachend. „Met haar vade rmag een meisje overal komen," meende Mary, eveneens lachend. „Welnu, ga dan maar mee. Ik moet Darier nog bedanken voor den uitmuntenden opzichter, dien hij mij heeft aanbevolen. Mijnheer Labron is ie mand van veef verdiensten, die zijn vak door en door kent." van Botterdam inslaan en toen heeft K. van zijii drie kameraden afscheid genomen en is hij zijn eigen weg gegaan. Hij ging langs het strand in Noordelijke rich ting. Den geheelen nacht liep hij door éh tegen den morgen kwam 'hij te Noordwijk aan. D'aar woonde een kennis, dien hij een bezoek bracht. Deze verschafte hem een 'hoed en hielp hem nog op een andere wijze voort. "Langs stille wegen heeft K. toen "tans gezien zich uit de voeten te maken, steeds gaande in noordelijke richting. Hij liep meestal des nachts en hield zich overdag schuil. Dit was natuurlijk noodig, daar hij nog steeds geen" kans gezien had, zijn gevangeniskle ren voor gewone kleedingstukken te verwisselen. Eindelijk, na vele omzwervingen kwam hij in Beverwijk. Vandaar begaf hij zich, steeds te voet, naar Amsterdam. Op dit traject heeft hij iemand ontmoet, die hem eenige kleeren gegeven hééft. Hij kon zich toen van zijn getfangenispakje ont doen ën ving welgemoed zijn wandeltocht aan. Van Amsterdam liep hij naar Amersfoort, vervol gens naar Wageningen en eindelijk kwam hij in Arnhem. Onderweg had hij bij enkele vrienden zich een tijdje schuil gehouden en 'had ook hier en daar wat geld geleend* tot een totaal bedrag van ongeveer f 8.. In Schaesbergen, bij Arnhem, had 'hij kennis sen .En toen de Arnhemsche politie een tip kreeg, dat K. in de buurt van Schaersbergen gezien was„ wist zij direct waar zij zoeken moest. K. toch is geen onbekende van de Arnhemsche politie en zij' kende hem en zijn vrienden reeds verscheidene jaren. Zoo werd het huise j,*waar K. verblijf hield, omsingeld en kon hij onmogelijk ontkomen. Va 1 den vierden vluchteling beweer ie K. niets te weten.v O ver de menschen, die hem geholpen hebben, wilde hij' zich niet uitlaten. JOSEPHINE BAKER EN EE K.L.M Josephine Baker zal 4 Sept. a.s. naar Parijs terugvliegen en gebruik maken van een 'K.L.M.- toestel. Om négen uur des morgens vertrekt zij van Schiphol. iWij wenschen haar van harte een goede reis. KON. ONDERSCHEIDING Sjef van Dongen is wegens zijn moedig gtedrag in de Poolstreken onderscheiden met de goudjïn eerepenning voor mensehlievenicl hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift. MISHANDELING. De 74-jarige Fluit was aan het grassmijden op een terrein aan de Barchman Wuytierslaan te Almersfoort, toebehoorende aan Bloemeradaal, die hierover met F. in een twist geraakte, waarbij Bloemendaal den ouden man met' een oort, een keineu sikkel, te lijf ging en een wonde toebracht in den schouder, waarbij de long geraakt werd. In erustigen toestand is de gewonde naar het ziekenhuis vervoerd,. INBRAAK te zaandam. Te Zaandam is, onder dezelfde omstandighe den als twee wieken geleden bij de firma Simon de ,Wit, ingebroken in den kruidenierswinkel Ter firma C. Keg. Uit het kasregister, dat aan de achterzijde geopend werd, is het aanwezige geil, ongeveer zeventig gulden gestolen. ALEX BAKKER STAAKTE ZIJN POGING OVER HET KANAAL TE 2,WEMMEN. Uit Cape Gris Nez is te Bergen op Zoom een telegram ontvangen, meldend, dat Alex Bakker de Zoomenaar, is gestart voor zijn poging om over het Kanaal te zwemmen, maar zijn tocht we gens een ongeval heeft moeten staken. Nader verneemt „De Zoom" uit Calais, dat Bak ker gedurende drie uren in een flink tempo ge zwommen heeft en daarna in aanraking is geko men met een passeerende boot, waarbij hij kramp kreeg en van 'éerder doorzetten "moest afzien. Het gelukte den begeleiders slechts met veel moeite Bakker uit het water 'te halen. Bakker keert onmiddellijk na aankomst te Ca lais weer naar zijn geboorteplaats Bergen op Zoom terug. PARA TYPHUS TE HAARLEM. Biertien gevallen geconstateerd1. In Haarlem-Noord hebben zich verschillend© gevallen van para-typhus voorgedaan. Naar wij hieromtrent vernemen betreft het hier een dertin- ta gevallen, waarbij echter gelukkig geen symp tomen zijn geconstateerd, wejke reden tot groot» ongerustheid behoeven te geven. Geheimzinnige vergiftiging. In het gezin van den heer Vediier te Deventer hebben zich ernstige ziekteverschijnselen voor gedaan, die veel overeenkomst vertoonen met ver giftiging. Vier kinderen uit het gezin werden plotseling onwel én kregen lievige brakingen en diarrhee. Eén 15-jarige zoon is reeds aan ie gevolgen overleden. De drie andere kinderen zijn in het ziekenhuis opgenomen. De medici e'n Ne ohtsmettingsdienst hébben <te noodige maatregelen genomen. Men weet nog niet wat de oorzaak der ziekte is. „En daarbij zoo wel opgevoed, niet waar?" voeg de Mary er bij. „Weet u wel, dat ikf hem dadelijk goed heb beoordeeld?" Paul Armand antwóorde niet, maar zag zijn dochter onderzoekend aan. Mary kleurde en begon in te zien, dat zij met te veel vuur had gesproken. Zij herstelde zich evenwel spoedig genoeg en zeide in zich zelf: „Wat komt het er op aan, of hij' vermoedt, dat ik F.drrond lief heb? Als het tot een strijd komt, weet ik reeds vooraf, dat aan mij de zege verblijft." X. Een kwartiertje later reed een elegante equipage met grader en dochter naar de rue Bonaparte, nummer negentien. Het was omstreeks twee uur en zij vonden den jongen advokaat thuis. Edmond Labron had zich kort te voren ver- y/ijderd en George was nog over hem in gesprek met zijn vroegeren voogd, Etienne Castel, toen het bezoek van den heer Armand met zijn dochter werd aangekondigd. „Hoe?" riep George Darier, „komt hij zelf?" En zich tot den schilder wendend, voegde hij er bij: „N.u zult ge een der grootste industrieelen van onzen tijd leeren kennen, den chef va mijn vriend Labron." „'t Is mij werkelijk niet onaangenaam, want ik ben wel èen weinig benieuwd te weten, wat voor «en pan hij is." s iElienne Castel begaf zich met zijn jongeren vriend naar het salon, waar George de onverwachte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1928 | | pagina 3