ONDER TRIBUUT •Naar aanleiding van ons. naschrift bij het in gezonden stuk van „De Combinatie van Expor teurs" in „de Tuinderij" van 24 Augustus ont vingen wij een Wederwoord, hetiwielk wij hieron der in zijn geheel opnemen en waaraan wij we derom onze opmerkingen toevoeglein. Broek op "Langendijk, 29 Aug. 1928. Aan de Beiactie van „De Tuinderij", Javastraat 80, 's Gravenhage. Mijne Heeren, Uw naschrift bij ons antwoord op uw artike len „Onder Tribuut" noopt ons tot een weder woord tot het vastleggen van enkele feiten. In de eerste ]flaats dan zij geconstateerd, dat op datgene, wat voor ons de hoofdzaak i geijkstelling met struikroovers, door u niet wordt ingegaan. Wel zegt ge: „Niet over de personen., maar over de daad, die zij gemeenschappelijk heb- bne verricht, hebben wij ons scherp oordeel ge veld", maar ieder weidenkend mensch zal moeten toegeven, dat wanneer eén daad wordt gelijk ge steld met die der brandschattende roofridders, werkende achter struik ein heg, en met 'gesloten vizier, de bedrijvers van die daadl gelijkgesteld worden met struikroovers. Daartegen ging in de eerste plaats ons protest en die "kwalificatie staat nog tusschen u en ons. In de tweede plaats wondt door u volgehouden, dat noch de heer Valstar, noch de heer Slot, iets van dit fonds heeft geweten. Onzerzijds wordt als een onloochenbaar feit vastgelegd, dat de heer C. Wagenaar Kz. op 18 Juni met den heel Slot, als Voorzitter der Provinciale Commissie, heeft gesproken over het fonds en de bedoeling daarvan. Zelfs is daarbij aan den heer Slot ge zegd, dat de Exporteurs het op prijs zouden stellen, wanneer hun de gelegenheid zou worden gegeven, hun houding in de vergadering der Prov. Commissie te verdedigen. Maar voor u moge het een groot verschil ma ken, of met de reservekas wordt beoogd e©n scha devergoeding bij evéntueele ziekte, dan wel het maken van een redelijke winst, bij ons is dit verschil minder groot, omdat die redelijke'' winst toch eerst moet worden gemaakt, wil men zich tegen eenige schade kunnen dekken. U ziet, we handhaveu volkomen, wat we in ons antwoord schreven. Dat was geen „vepweer", maar een zuivere uiteenzetting der feiten, hetgeen de heeren Valstar en Slot zullen moeten erkennen. En nu moge u zeggen, 3at dit een „bittere stemming" bij u heeft gewekt en „dat het u moeilijk zal vallen, verder met ons op te trekken,' wij zeggen u daartegenover, 'en dat is onze op merking in de derde plaats dat het vóór ons onmogelijk is met u en met hen, die we aansprakelijk stel len voor den inhoud van het artikel, op te trek ken, zoolang de beleedigende woorden tusschen* ons staan. DE COMBINATIE VAN EXPOOBTEÜRS Hebben bedoeld. De verandering onzer "kwalifi catie van roofridders in struikroovers is een ver scherping ,die de handelaren zelf aanbrengen, terwijl wij in ons vorige naschrift uitdrukkelijk de daad en niet de personen van die handelaren naar voren hebben geschoven. Naschrift der Redactie. Het doet ons leed, dat de 'Noordi-Holl. expor teurs een persoonlijke zaak maken van wat door oris bedoeld is, als een kwalificatie van'een daad door de combinatie van exporteurs véiricht. Het doet ons vooral leed, 'dat het blijkbaar de bedoeling van de handelaren is, om 'het feit van hun laakbare handeling te dekken met de achting, die er in tuinbouwkringen gevonden wordt voor de Noord-Holl. exporteurs. Tegen de daad, tegen de door 'den tuinbouw nooit tedulden handeling ging en gaat ons protest. Nooit zal de tuinbouw toelaten kunnen, dat de handel of een groep handelaren zich het recht toeëigent om van het product, dat op de veiling wordt verkocht, zich een deel toe te eigenen. Al leen de winst, door 'den handel verkregen, is recht matig en komt den handel toe. Een recht op een zeker bedrag, dat op het product kan worden gelegd, en dat Wordt verdeeld geheel los van hetgeen als handelaar wordt gepresteerd, is er niet. Wij zochten en zoeken geen verbittering tus schen den tuinder en den handelaar te zaaien^ maar voelen ons geroepen en verplicht te zeggen, waar het op staat. Wij wijzen daarom af iedere poging om de aandacht van de hoofdzaak af te leiden door te vallen over een uitdrukking, die niets persoonlijks bedoelde. Als de handel kan aantoonen, dat hij niet den moed, maar 'het recht heeft om het jiroduct door een heffing te belasten, dat er een recht bestaat, of zelfs een billijkheide-' grond aanwezig is, waarop hij zich kan beroe pen, dan zullen wij de onjuistheid van onze kwali ficatie van zijn daad erkennen. Bij wijze van onthulling komt de Combinatie van Exporteurs in haar ingezonden stuk zeggen, dat de heer C. Wagenaar Kz. op 18 Juni j.l met den heer Slot als voorzitter der 'Provinciale Commissie van Noord-Holland over het bedoeld fonds en de bedoeling laarvan gesproken heeft. Waar,, of wanneer hebben wij dat ontkend]? Integendeel. De heer Slot is in zijn brief van 22 Juni, opgenomen in „De Tuinderij" van 3 Augustus, begonnen met de mededeeling, nat hem de circulaire, waarin de opzet en de regeling van het fonds was vastgelegd, van bevriende zijde was ter kennis gebracht. In plaats dus van te ontkennen, zijn wij zélf begonnen met mede te deeleU en te publioeerén dat wij op 18 Juni er achter kwamen, wat de heeren in het schild voerden. f Daarover was tot nog toe zelfs geen vefschil van meenjng, Dit blijkt wel uit het horige arti kel van de heeren, waarin zij in de zesde alinea zelf zeggen dat de voorzitter der Provinciale Commissie van Noord-Holland aan den heer Wa genaar "heeft gevraagd, wat waar was van de ge ruchten omtrent de f 20 'heffing per wagon. Vóór dien wisten wij omtrent bet fonds hoege naamd iets, en in -geen geval iets omtrent de be doeling van het fonds. Als de heer Slot er vooraf alles van geweten had, dan had hij den heer Wagenaax niets behoe ven te vragen. De heer Slot werd toen gerust gesteld met ie mededeeling van denzelfden heer Wagenaar, dat er wel niets van zou komen. Het is helaas achteraf gebleken, dat deze mee ning van weinig waarde was. Er mag door de combinatie van handelaren gespróken worden van een zuivere uiteenzetting der zaken, maar als wij hun bovenstaande uiteen zetting lezen, dan hapert er aap hun juiste voor stelling der feiten veel, Wanneer de heeren vervolgens betoogeU, dat het voor hen niet zooveel verschil maakt, of er maatregelen worden genomen tegen het plotseling optreden der ziekte in de aardappelen, of dat er gewoonweg, onder alle omstandigheden, een tol van f20 op elke wagon aardappelen Wondt ge legd, dan springt voor lederen tuinder (tot wien de heeren 2oo graag spreken) scherp het verschil in het oog. Wij willen aan het eerste, als het mogelijk is, medewerken, maar tegen het tweede zullen en moeten wij ons verzetten. Dit is geen assurantie tegen een risico; dit is ook geen winst door eerlijken handel verkregen, maar het opleggen van een last, dien de tuinder niet op zijn rug dragen kan Tenslotte vertellen de handelaren, Jat het hun onmogelijk is samen te werken met hen, die zij voor 'hlet hun beleedigende artikel aansprakelijk stellen. Wij wilden echter niet beleedigen. Hoe bitter het ons ook valt en hoe zwaar wij ook beseffen, welke nadeelen er het gevolg Van zullen zijn voor Handel en tuinbouw, wanneer de samenwerking zou worden verstoord, zoolang er een combinatie van handelaren is, die zich het recht aanmatigt om ten eigen behoeve een heffing van het pro duct te doen, zal ons protest daartegen moeten uitgaan. We bepalen ons tot de zaak en laten al wat persoonlijk is, daaruit weg. Allereerst dient te worden belicht: het motief der kooplieden. Waarom hebben zij gemeend maatregelen te moeten treffen? Het antwoord op die vraag is bekend. Toen de kooplieden_te Jioorn samenkwamen, nog vóór het bekende congres te Elberfeld gehouden, is deze vraag onder de oogen gezien: Moeten we, net als het vorig jaar, zonder eenige ruggespraak met el kander, de aardappelcampagne door? De gemoede ren waren down, gevolg van de zeer zware verliezen in 1927 door het optreden van de aardappelziekte geleden. Persoonlijk maakten we deze vergadering mee 'een verkort verslag is in het Centraal Orgaan voor den handel in aardappelen, groenten en fruit ver schenen. De vrees voor een da capo van het seizoen *27 is de oorzaak geweest, dat maatregelen zijn ge troffen. Vanuit dit gezichtspunt qioet de zaak worden bezien. Men wilde middelen en wegen zoeken, om aan dat geweldig risico zoo mogelijk paal en perk te stellen, „Bedaar, vr'iend-liief, bedaar!" lachte Soli va. „Wat je gedaan hebt, moest je doen. Wat ik met het geld heb aangevangen, gaat je niets aan. Je kunt toch een bloedverwant, die zooveel moois van je weet, niet aan zijn lot overlaten." „Je wilt zeggen, dat je weer denkt te beginnen met je afpersingen en mij nogmaals het mies op de keel zult zetten, zooals te New York, is 't niet „Foei, wat al leelijke veronderstellingen, neef!" spotte Soliva. „Ik dreig u immers niet, ik herinner u maar het een en ander." „Je zoudt mij dus mijn heele leven onder den duim willen houden?" iets dergelijks lag inderdaad min of meer in mijn bedoeling." „oe dacht hij je zelf, niet waar, ik ken zijn geheim, hij moet voor mij sidderen en uit angst alles deen, wat ik eisch?" Het conflict tusschen de Redactie van „De Tuinderij" en de organisatie van N.-H.'sche Exporteurs. Lang aarzelden we over deze zaak iets te schrij ven, 't leek te bezwaarlijk. Immers lichtelijk koos men partij en waar de gemoederen nogal warn# liepen, scheen het geraden, er zich niet in te mengen. Vrij zeker zouden we dan ook i;n een houding van geïnteresseerd-toeschouwen hebben volhard, dit waren we zelfs stellig van plan. En toch gaan we er nu toe over de zaak als zaak te beoordeelen; van verschillende zijden is daarop zelfs aangedrongen, terwijl er nog een tweede reden is, waarom thans geoordeeLd wordt. We weten, dat de Vterhouding tusschen de lei dende figuren in tuinbouw en handel zeer gespan nen dreigt te worden. Om1 zoo mogelijk de scherpe kantjes wat af te veilen, door achter de zaak staande, deze zoo objectief mogelijk te bekijken, meenen we een eerlijke poging in genoemde rich ting te mogen doen. En waar we in de gelegenheid zijn geweest, de zaak zoowel met kooplieden als vooraanstaande tuinders te bespreken, alle stukken, in de pers ver- verbeeld je niet, dat iets dergelijks jou e«nig voor- doel zou aanbrengenIntegendeel. Gelooft ge, dat ik levend ooit aan eeriig schandaal zou willen bloot staan? Bij het allereerste gerucht, jaag ik mij een kogel door het hoofd en wat blijft er dan voor u over Niets, niet waar, dan de naam van een verrader? In je. eigen belang heb je mij derhalve met voorzichtigheid te behandelen. Wat je mij aandoet, doet ge u zelf aanl" Jean Soli va moest den gewaanden Paul Armani tegen wjl en dank gelijk geven. Dreef hij hem tot een daad van vertwijfeling, dan had hij ook de bron gedempt, die altijd zoo heerlijk voor hem gevloeid had. Hij moest dus meer met goed heid dan met geweld te werk gpan. Met het oog hierop, veranderde hij ook onmiddellijk van tak- tiek en zei op den meest welwillenden toon: „Je hebt altijd zulk een goed harp gehad en zult "me Blljkeris de stukken in de „Tuinderij" v'ersche- (nen, wordt dit pogen alleszins redelijk geacht. Hierover bestaat tusschen partijen geen verschil. Nu dient belicht hoe de Bond van Exporteurs dn deze heeft gehandeld en of de methode goed' geweest. Wat door den Bond is doorgevoerd, is algemeen bekend. Men kwam overeen f20 per wagon aard appelen in de kas te storten. Van te voren werd een puntenstelsel opgemaakt, waardoor een maat staf van verdeeling van of recht op de kas aan wezig was. Nu willen we niet verbloemen, dat we deze methode allerminst gewenscht achten. We zien er in een poging, zeer bescheiden nog, tot 'concu. rentie-breideling. Het trust-idee is in principe aanwezig. En ons grootste bezwaar te gen de gevolgde methode is wel, dat juist door het puntenstelsel, van te voren vastgesteld, ge tracht is geworden (de schijn is althans gewekt.) de vrije concurrentie te weren. En we staan in dit ons oordeel waarlijk niet alleen. In een zeer lezenswaardig, artikel in het Centraal Orgaan werd ook, door een koopman nog (wel, op deze zwakke plek nadrukkelijk gewezen. Dat de „Tuinderij'-redactie hierop heeft gere ageerd, was o.i. haar goed recht. Echter veroor loven we ons op te merken, dat we de door de „Tuinderij" uitgebrachte critiek niet geheel kun nen onderschrijven. De voorstelling toch, dat het bedrag van f20 per wagon zoo ongeveer den tuinders wordt ont houden, is moeilijk houdbaar. Ten eerste dient opgemerkt, dat na navrage en ionderzoek ons is gebleken, dat voor ongeveer 40 pCt. van den totaal-export de stortings verplich ting practisch heeft gegolden. Alle zendingen naar andere landen dan Duitseh land vielen er buiten; verder moet opgemerkt dat de witvleezige soorten zoo goed als geheel niet naar Duitsehland zijn verzonden en ten slotte zijn zeer 'beduidende hoeveelheden als poters naar Bel gjë. Frankrijk, Tsecho-Slowakije, Italië en Scan ifTiriQ rriü gogntvn, Ook is de voorstelling, als zou het bedrag van f20 er zoo maar opgelegd kunnen worden zonder meer, niet houdbaar. Men vergete niet, dat heel wat exporteurs, ,hoe ^'1 vaT1 den Bond, aan de puntenzaak niet hebben meegedaan. Zij stonden volkomen \>rij dat opzicht. Verder mag niet uit het oog worden verloren, dat alle commissionairs buiten deze zaak ston den, wat van groeten invloed is geweest. Aan tal van kooplui, buiten den Bond, hebben we ge vraagd: Vertel ons eens, kunt ge makkelijker orders krijgen, nu de Bondsmannen f20 moeten storten 'tEenparig antwoord luidde: Wij hebben er niets van bemerkt. Wie zich de zaak goéd in denkt ,moet tot de conclusie komen, dat zij niet half zoo gevaarlijk is, als wel is voorgesteld,. Dgstens kan gesproken van eemig|e en dan nog slechts verminderde concurrentie onderling. En t is een vraagstuk, dat zich zeer wél voor een publiek debat leent, of eenige vermindering van de zeer felle concurrentie zelfs voor den tuin bouwer schadelijk is, ja dan neen. Bij de situatie, zooals die in de nu afgeloop-en aardappelcampagne was, hebben èn de kooplui buiten 'den Boud in ons gewest èn de commissio nairs van de handelshuizen te A'dam en R'aam er wel voor gezorgd, dat er geen sprake van was, dat er f 20 per wagon kon worden opgelegd. Er was een tegenwicht; het everijwicht is her steld en .de f 20, die moesten gestort, zijn nood gedwongen, door de concurrentie, in de verkoops prijzen goeddeels verdisconteerd. éwering, maar werkelijkheid. Al zijn dus de gevolgen van de door de'Wi den bij den Bond gevolgde méthode veel mint ernstig, dan wel is beweerd, Iwie rijn het n met de redactie van de Tuinderij, in zoov<w 'dat ook o.i. de handel het juiste pad in dezen?'' heeft bewandeld: - n öle' Maar óók hier geldt, wat 't bekende Fran, v, spreekwoord zegt: Tout savoir, e'est tout n donner. W Welke organisatie kwam voor de eerste mn met een, bevredigende regeling in moteilijke vallen J Dat kan zelfs de Volkenbond niet en de ren a tie van „de Tuinderij" zal gaarne erkennen rit ondanks de fouten, tekortkomingen, en m'enW lijke dwalingen een zaak toch terecht kan komen Trouwens geven veie kooplieden reeds gaarnn toe, dat de puntenregeling verre van ideaal is Men behoeft waarlijk geen profeet te zijn 'om te voorspellen, dat een jmntenregeling als in 19<>r is toegepast, in 1929 niet meer zal bestaan. Er zijn exporteurs, die enkele duizenden moesten betalen dan zij terug ontvangen. Dat 2. schil wordt niet gecompenseerd door hoogere om zet of gróótere winst, vanwege d'e concurrentie zooals boven natter is uiteengezet. Daarom kam 't puntenstelsel in zijn toegepas- ten vorm geen levensvatbaarheid bezitten. Enkele exporteurs gaven m'e dit volmondig toe en voegden er aan toe: „W|e doen 't nooit t heeft ons geld gekost." Hoe kwam nu de „Tuinderij"-redactie tot zoo fel oordeel? Ook dit is o.i. zeer wel begrijpelijk. Men stond -Vóór de zaak en kon de gevolgen niet overzie® En dan is men licht geneigd een te hard .oordeel te vellen. Nu de campagne voorbij is, de kruitdamp min pf meer opgetrokken, laat zich alles beter over zien. We maken ons dan ook sterk, dat in Sep. tember, gezien den gang van zaken, voornoemde redactie anders zou hebben geschreven, dan in Juli. De geïncrimineerde uitdrukkingen waren stellig achterwege gebleven, Ja, het lijkt ons hee- lemaal niet erg, integendeel zeer wenschelijk zelfs dat in dezen geest eenig bericht in het toonaan gevend tuinbouwblad verscheen. Dan i? tevens het pad gebaand om de zaak aan de orde te stellen, die in eerste instantie door de kooplui te Hoorn aan de orde is gesteld en waar- Voor de „Tuinderij"-redactie zelfs medewerking wil vérleenen. Hoe wordt de risico van den zeer riscanteti vroegen aardappelhandel beperkt? Dit kan door fondsvorming. Daar moet het heen. In het belang van tuinbouw en. "handel is het zeer wenschelijk dat het conflict wordt beëindigd. We gaven een sobere uiteenzetting van onze kijk op het geval en vleien ons met de hoop, dat de goede bedoeling niet zal worden miskent en drukken tevens de weschelijkheid uit, dat dit artikel moge medewerken tot herstel van de goe de verstandhouding. q Burgerlijke Stand Gemeente KOEDIJK. (Ingeschreven over de maand Augustus.) Gebaren: Gerardus, zoon van Joh. van Zelm en G Groen. Gerritje, dochter van A. Dekker en A. Groen. Berto, zoon van R. Koorn en E'. Wiedijk.. Gemeente HARENKARSPEL. (Ingeschreven over de maand Augustus!.) Geboren: Tekela Agatha, dochter van Mathias Blankendaal en Christina Cornelia de Wit. Gerar dus Jacobus, zoon van Jacob Spaans en Catharina Zoon. Catharina Geertruida, Johanna Cornelia, d. van Jan Pankras en Grietje N.anne. Gerardus Cor- nelis, zoon van Theodoras Entes en Trijntje Veld man. Petrus Johannes, zoon van N i co laas Bleeker en Anna Cornelia Spaans. Veronika Sigberta, d. van Pieter Danenberg en Sigaberta Jong. Alida Catharina, dochter van Jan Stoop en Afra Geer truida Klaver. Jan, zoon van Jan Kater en Fern- nietje Smit. Johannes, zoon van Nicolaas Johan nes Zutt en Maria Stoop. Gerardus, zoon van Mar tinus Broersen en Cornelia Veldman. Johannes, zoon van Simon Petrus de Jong en Neeltje Pan kras. Cornelis Johannes, zoon van Johannes Stoop en Hillegonda Cornelia Kager. Ondertrouwd: Krijn Pluister en Ariaantje Grin. Getrouwd: D'rk Bruin, weduwnaar van M. G. Kramer en Elisabeth- Hendrika Verholt. Krijn' Pluister en Ariaantje Grin. Overleden: Maaltje Faber, oud 82 jaren, wedu we van Jan Filmer. Jacob Kuiper, oud 68 jaren, echtgenoot van Aaltje Heijmans. Levenl. aange geven kind van Gerrit Kamper en Anna Jongejan. heb?"6! m3gelijk! Vindt 8* zettermd gCdrag allerellen:1igst, gemeene af- mi/den voet dwars te zetten. Ik "kan jTnilt aan tv' r mijn fabrjek verbinden, maar ik wil je een soort ie 'veel Z°° f L Amerika was 1 van lijfrente geven, waarvan je ver van hier fioiï JStSSr*- Spreekt idan Stem des fatST!*k zult kuUe* Ik wü je zoo min r 1 a jmogelijk zien, als jij denkt!"" zoozeer m l'e ma<# 3© van tijd tot tijd eens te komen opzoeken in Niet? Hie kunt mi; a <- VI >0" a paleis van de rue "Murillo en,ook mijn lieve ü'Gemakkeliik gg? te zien' voor wie ik zoveel genegenheid' met' één woord in 't w-terf wfLÏÏ*- gCVOel' h°eT11 van haar kant nk* bijzonder oord m verderf kunt storten, maar op mij gesteld schijnt te zijn. Welnu, wat denkt ge voor mij te doen?" „Ik geef je een jaarlijksch inkomen van twaalf duizend frank," „Duizend frank 's maands? Nu, te veel is heit niet, mompelde Jean Soliva, hoewel hij inwendig zeer tevreden was. „Maar ik ben in den grond van mijn hart een goede jongen en neem je voor stel, zonder verder beding, aan. Bedenk ev3nwel dat ik op 't oogen blik heelemaal platzak ben en dat ik mij toch ook een beetje moet inrichten." „Ik geef je vijfduizend frank voor de inrich- ting en voeg er de eerste maand van je lijfrente "^erbi™lt g© u schriftelijk voor die lijfrente „Dat is niet -noodig!" „Je heb( gelijk. Ik ben van je stiptheid over- u tei tuigfl, lachte Jean Soliva. „Geef me Jus mijn woning heb, dan kunt ge die tecieliik-ertiid *ens zesduizend frank en dan kom ik verder Iedere bezichtigen." tegelijkertijd eens maand mijn bjljetje van duizend frank halen." j ,Goedt" ier' Ik Zd ^ld aan -le aires «Afgesproken, niet waar? O, je zult over mij „Öoed in d. wnning d™, din ik op SJÏS 1 S tauJCÏiïtt fvt maar te spreken." ,Ik hoop het tenminste!" antwoordde Paul Ar- mand. Zoo sprekend trad hij op rijn lessenaar toe, nam een pak bankbiljetten er uit, telde er zes af en reikte ze zwijgend aan den voorgeweddën neef toe. „Wel bedankt," zei deze, terwijl hij de gladde papiertjes glimlachend toevouwde en hij zich stak. „Nu nog een verzoek!" ,Nog al meer?" 'P' 1 is g«en geldzaak. Ik zou graag met je willen ontbijten, om met het glas in de hand ons nieuw verdrag te bezegelen." „Vandaag is me dat onmogelijk." tSpijt me zeer! Dus een ander maal mis' sehien. Ik noodig u ten mijnent, zoodra ik eene me daar wel eens met een bezoek vereeren, Waar de neef, nu je mij liev-er niet ten uwent ontvangt." „Goed, goed! Vergeet -evenwel -nooit, dat zoodra je met nieuwe eispben Voor den dag durft komen, uw en mijn leven op het spel staan!" „Wees ni-et bezorgd!" lacht© Soli va. „Je zult zien, dat ik zoo mak als een lammetje ben en Op dit oqgenblik werd er aan de deur geklopt en verscheen de kantoorbediende. „Mijnheer Ed* mond Labron vraagt, hij u even kan spreken, mijnheer," zeide hij. Toen Jean Soliva dien naam hoorde, sprong hij j„, - j -, yan zlJ'n stoel en vèTslon-d, om zoo te zeggen, deu hebben 1 b^kla^ En£cn man. die zich op den drempel vertoonde, nebben! met zijne blikken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1928 | | pagina 4