TWEEDE BUD Zaterdag 23 Septemb. 1928 MOEDER EH MARTELARES De tragiek der Sansons HARDT'S Rechtzaken Buitenlanisch Overzicht De grooten der aarde, waaronder de kortelings aan het bewind gekomen Duitsche Rijkskanselier Hermann Muller en de Fransehe Minister van Buitenlandsche Zaken, Brian:!, hebben van de geegenheid, dat zij te Genève vertoefden, gebruik gemaakt o.m. de Rijnlanibezetting te bespreken, welke hoe linger hoe meer een [n politiek en mili tair opzicht, nuttelooze zaak blijft, die boven dien een negatieve uitwerking 'heeft op de be trekkingen tusschen Frankrijk en zijn Oostelij- ken nabuur. Niettemin schijnt er tusschen beide landen iets te zijn voorgevallen, dat den weg naar overeenstemming inzake de bezetting zal moeten effenen. Wat precies in de bedoeling ligt, is evenwel uit de zooals gewoonlijk zeer vage com munique's der besprekingen niet op te maken qem anderzijds is het ook gevaarlijk, te dezer zake al te optimistisch te zijn, want herstel van goede betrekkingen tusschen twee erfvijanden zal immer een Uiterst precaire kwestie blijven.. Wat echter wel met groote zekerheid te zeggen is, is dat de besprekingen, die te 'Genève worden in- ègeluid, spoedig hun beslag zullen krijgen. Voors hands is dus ae belangstelling op deze komende gedacbteuwisselingen gevestigd. De ontwapening, waarop door een ieder zoo vurig gehoopt wordt, maakt ook al niet veel voortgang. Zooals men weet zou oorspronkelijk de „voorbereidende ontwapeningsconferentie" bij eenkomen voor de zitting van den Volkenbond: van 1928. Thans is zij weer uitgesteld tot „begin 1929", wat natuurlijk weer tot gevolg heeft, dat de groote, werkelijke conferentie niet eerder dan 1930 gehouden zal kunnen worden. Het wach ten is n.l. op de overeenstemming, die nog be reikt moet worden "bij de particuliere bespre kingen tusschen een aantal groote zeemogend heden, w.o. Engeland en de Vereenigde Staten, wel Idaatste land nota bene niet eens lid is van den Volkenbond! Wij weten allen, dat de belan gen van die lab-ien op het, gebied der oorlogs- voering in vele opzichten uiteenloopen en het ziet er dus niet naar uit, dat deze staten spoedig tot reconciliatie zullen geraken. Amerika negee- ren en zonder dezen staat de besprekingen over de ontwapening voortzetten schijnt voor den Bond tot het onmogelijke te behooren, hetgeen natuur lijk hiermede gemotiveerd wordt, dat die ont" (waperife gsk west ie geen stap vérder in de goede richting komt, als niet eerst de kloof tusschen Engeland en de V.S. overbrugd wordt. De oude heer Venizelos, die reeds zoo vaak „voor goed" uit het politieke leven verdwenen is, doch steeds met bekwamen spoed via een of andere springplank weer opdook, werkt nog steeds voort aan het heil van Griekenland. Het Griekscir Italiaansch verdrag is dezer dagen onderteekend en hij is voor die gelegenheid zelf naar Rome gegaan. De Italiaansche bladen hebben zich uit geput in loftuitingen aan het adres van den grij zen staatsman en diens land en hebben zelfs ver geten aandacht te schenken aan de'gerenommeerde Franschgezindheid van Venizelos, welke ieieren rechtgeaardén Italiaan toch onwelgevallig moet zijn. Het verdrag behoort overigens tot de reeks van niet heel belangrijke verdragen, welke Italië met vele staten heeft gesloten. Ook met Yougo* Slavië ging het indertijd zulk een verdrag aan, met dit verschil natuurlijk, dat het met dit land geen al te goede betrekkingen onderhoud, terwijl het met Griekenland daarentegen in goede har monie leeft. Wij zouden ons niet behoeven te verwonderen indien er gelijk het gerucht wi inderdaad geheime verdragen van Italië en Albanië tegen Yougoslavië in aantocht waren. Maar Venizelos zal te verstandig blijken om zich in een dergelijk avontuur te laten betrekken. Hij heeft niet de minste reden de vriendschap van Yougoslavië te verspelen, -ten gunste van Italië, dat tegen dat land een tamelijk ondergrorldscbe politiek voert. FEUILLETON ^Eindelijk werd het lange wachten dan toch' eenigszins beloond. Er werd een venster van de bovenste verdieping geopend én daar vertoonde zieh het bovenlijf 'van Edmond Labron, weldra gevolgd door dat van Lucie. „Te weerga," mompelde Soliva, Jde jongen heeft geen slechten smaak! De kleine is alleraar digst! Ziezoo, ik weet nu althans, hoe zij er uitziet." Lucie en Edmond bpreidden leder een zakdoek op het vensterkozijn uit, legden idaarop hunne armen, zagen naar Üen wijden bemiel, keuvelden en lachten. Op eens week Lucie terug, om gekscheren eene omhelzing van haar minnaar te ontvluchten, haar zakdoek woei daarbij' uit bet venster en kwam in Soliva's taabijheid terecht. Soliva raap te het voorwerp bp en gaf Lucie te kennen, dat hij hem beneden aan de portiersloge zou afgeven. De jongelieden verdwenen Van het venster. Jean Soliva, in rijn schik met bet gelukkige toeval, was reeds op de binnenplaats. Op ditzelfde oogenblik 'hield voor het huis ©en MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van 25 September. UITSPRAKEN. W. J. V Amsterdam, schuldmisdrijf, 2 maan den hechtenis en 1 jaar ontzegging. D. de H., 'Hoorn, verduistering en diefstal f75 boete of 50 dagen. H. A. M de B., Nieuwe Niedorp, verduistering 3 maanden gevangenisstraf. E. M., Alkmaar, diefstal, 3 maanden gev voor waardelijk met 3 proefjaren. Mozes S. en Abr. v L., den Haag, oplichting aangehouden. J. Jau D. 'gedetineerd oplichting, 3 maanden gevangenis. Jan J., St. Pancras, art 247 w. van str. 6 maanden voorw. met 3 proefjaren. NIEUWE ZAKEN. Die reizende strafzaak. De verlofhouder Hendr. B. te Helder reed in den nacht van 13 September in gezelschap van j eenige vroolijke vrienden enz. met zijn mo'torrij- j tuig op 4 wielen, meer uitvoerig auto genaamd, naar Schagen, waar feest werd gevierd. Na af loop van dit gezellig uitstapje was 'de opge wekte stemming er niet minder op geworden en werd op weg naar huis de auto van den kruide niet uit Julianadorp in elkander gereden eu ein delijk weer in het goeie Heliertje gearriveerd, trok in de Spoorstraat het motorrijtuig van Hen- kie door zijn abnormale snelheid en vreemdsoor tig slingerende bewegingen de speciale aandacht van agent Tising, die tevens constateerde, dat de bestuurder bet blijkbaar overbodig vond, eenig signaal te geven. Hij maakte procesverbaal op en' de bestuurder werd tot f10 boete of 10 dagen veroordeeld. In hooger beroep besliste die rechtbank dat de oproep nïet in orde was eu sprak verdachte vrij, waarop de officier in cassatie ging. l>ij den Hoogen Raad. Deze decreteerde, dat de oproep niets te wen- schen overliet en verwees de zaak terug naar de meervoudige strafkamer te Alkmaar. De of- fficier, thans leunende op den Hoogen Raad, vor derde bevestiging van het vonnis van den Helder- schen kantonrechter. Ook eem gebed zonder eind'. Na lange rustperiode, werden we heden nog eens gelukkig gemaakt met oen bejaarde straf zaak tegen den boekhouder F. O. J S. te Am sterdam, voorheen in betrekking aan bet vlieg kamp „De Kooi" te den Helder. Aan dezen man was ten laste gelegd verduistering van eenige gecollecteerde gelden ten behoeve van een "ca deautje voor een "Vertrekkenlen officier-vlieger. Welk feit dateerde van September 1927. Reeds eeriige malen was deze zaak in behandeling ge weest en heden werden niet minder dan 7 getui gen gehoord. De officier bleef bij zijn meening dat bet hier niet een civiele kwestie, doch een strafbaar feit god en vOrderde *2 maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. 'Zeegers, officier en tevens advocaat, verkondigde een 'geheel tegenovergestel de meenimg en Verzocht vrijspraak of 'n geldboete en als de rechtbank hiertoe niet was te bewegen, dan maar een Voorw. straf. Altijd maar sjans, bij knokken of dans. De bekende idancing, „Amicitia" van den heer A. Bakker, te Alkmaar, heeft een interlocal© be roemdheid en Is ook een geliefde ontspannings plaats voor passagierende Trollervisschers uit Egmond aan Zee, "waarvan ook in den nacht van 15 Mei weer édn aantal de edele kunst van'Terp sichore maarstiglijk beoefenden. Toen plots die liefelijk efiguur dezer idansmuzie op den achter grond werd gedrongen dcor de krijgshaftige fi- guuur van den Oorlogsgod Mars en 'n geanimeerde vechtpartij onder de danseurs, waarbij ook ge bruik werd gemaakt Van cafékrukjes, prima ma teriaal om je tegenstander een gaf in zijn kees pat et te mokeren, t Twee van deze, iuit hun rol gevtjllen sjarles- tonners, de loswerkman (Willem Ri. uit Alkmaar en de visscher Simon Zi. uit Egmond aan Zee, stonden heden dan (terecht wegens mishandeling van Simons dorpsgenoot Philuppus P. Aangezien echter de verklaringen beden niet klopten met het politierapport en de mishandelde en zijn broeder op de Haringponen en Scharrenjacht waren, werd besloten de zaak ite schorsen en te verwijzen nadr deftig rijtuig stil, "waaruit Marie Armand te voorschijn kwam. Zij trad eveneens binnen én zocht de portiersloge bp. De portierster was ton haar 'deur gekomeh en sprak met den als mëbselaarsgezcl verkleeden Soliva.. Jean vertelde baar, hoe leen juffer van de zesde verdieping 'haar zakdoek verloren bad en stelde de vrouw 'bet gevonden voorwerp ter hand. „Uit de zesde verdieping?" herbaalde de por tierster, „dan kam 'het niemand anders zijn dan juffer Lucie. Ik dank je wel, vriend, ik zal haar den zakdoek teruggeven." 1 „Ik kom beneden!" (klonk Lucie's lieve stem vam de trap. Soliva wist genoeg. 'Hij wilde heengaan. Daar bemerkte hij opeens Marie Armamd, die hem gelukkig in zijne 'vermomming niet scheen her kend te hebben. Hij boog zicb voorover, alsof hij iets zocht, wat bij in den gang had laten vallen, doch Marie had 'zelfs niet de geringste aandacht op hem. „Waar woont juffrouw' (Lucie, de modiste van madame Augustine?" vroeg zij aan de portier- ster. „Op de zesde 'verdieping1, dame; de deur aan uw rechterhand." „Ik dank u!" antwoordde Marie en ging de haar aangewezen trap bp, terwijl Jeam Soliva zich uit de voeten maakte. Lucie was inmiddels beneden giekomen. «den rechtercommissaris, die ide "heel© tramelamt nog eens haarfijn ha zal vlooien. Dat is wel lood om oud ijzer. De ziekelijke melkslijter O. de J te Alkmaar, wiens trekhond is afgekeurd en die dus niet in hel bezit is Van een hondenrijiers nummerbewijs had ondanks dit gemis toch van dien trekhond gebruik gemaakt en was veroordeeld tot f2 of 2 dagen. Hij iwas nu in hooger beroep gekomen, doch helaas, véél troost vond de opposant daar niet, daar de officier geen motief kon vinden om in het gewezen vonnis wijziging te 'brengen. Voor niets is ihij zeo bang, dan voor een slak kengang. De 19-jarige slager TCor B. is een verwoed© motorrijder en weet iuit zijn machine te halen, wat er uit te halen is. Hij verstaat de kunst dan ook uitstekend, maar in zijn jeugdige brani gaat het wel eens ial te hard in het oog van meer be zadigde menschen, zooals de politie en den kan tonrechter, welke laatste bem onlangs f60 boete oplegde en zijn rijbevoegdheid schorste Voor den tijd van 1 'jaar. Van dit vonnis (was 'Cor echter in hooger be roep gekomen met medebrenging van mr. A« Prins Jr. als verdediger. Als voornaamste punt van verweer werd aangevoerd dat het niet zeker was, dat ..hij op den bewusten Zondag met t© groote snelheid op Hen Bergerweg had gereden, aangezien de verbalisant Dalenberg niet in de gelegenheid was geweest bet nummer te noteeren. Het' voornaamste doel !#®n de oppositie was voorts de bijkomende straf, intrekking der rijbe voegdheid geannuleerd te tüen, daar de veroor deelde hiermede het ergste was gedupeerd. De officier eischte bevestiging van het von nis, doch de rechtbank heeft 'gelast hervatting op: 9 October, om alsdan de getuigen Smit, Dalen- berg en de Jager, die ook op 13 Juli verklaringen hebben afgelegd, te dagvaarden. Artikel 239 Wetb. v. Strafrecht. De 20-jarige Jan E. uit "Wormer beeft zich op 23 Juni te Westwoud aan dit onsmakelijke gedoe schuldig gemaakt. Deze zaak wordt uiter aard met gesloten deuren behandeld. door J. F. de V. Til. Na Charles volgden in de familie Sanson de zonen geregeld hun vaders in hun ambt van beul op. Sommigen delen dit met voortdurenH'en, hef- tigen, irmerlijken tegenzin, gelijk uit hunne me moires valt af te leiden, anderen, "bijvoorbeeld Jean Baptiste Sanson, verzoenden zich mei den aard van hun ambt. Van alle Sansons welke in naam der wet de bijl .te" Parijs zwaaiden, is Charles Henri Sanson de meest bekende geweest, ja eigenlijk ae "efinigst bekende in de geschiedenis. Sedert 1754 verving hij reeds zijn Verlamden vader, terwijl hij hem in 1778 bij diens dood officieel in zijn functie opvolgde. Mooi, flink gebouwd, beschikte hij over een scherp intellect, dat door een zorgvuldige opvoeding 'tot hooge ontwikkeling was gekomen. Hij was zeer elegant en bad door de weelderig heid van zijne kleeiing zoozeer de aandacht ge trokken, dat hem van hoogerhand vbrboden was de blauwe kleur te dragen, omtdat dit de kleur van den adel was. Sanson verwaardigde zich echter niet in de archieven na te zoeken of zijn ambt ook het verlies der adellijke voorrechten met zich bracht, maar kleede zich in den ver volge nog rijker in'het groen. 'Hij bracht deze kleur in de mole en weldra zag «men alle mode gekkeu aan het' hof en in de stad, vooraan de schitterende markies d© Létorières, snit en kleur dezer kleediug imiteeren. Het Parijs van die dagen kleedde zteh a la Sanson! Typisch en min of meèr zélfs belachelijk doet het feit aan waarvoor Charles Henri Sanson in het jaar 1764 voor het gerecht werd gedaagd. Eens op een dag maakte de markiezin X (haar naam wordt door Charles Henri in zijn memoires niet genoemd) kennis me't een jong, knap- cava lier, goed gekleel, de degen op zij, den hoed dra gend met den lossen zwier van een edelman. De ontmoeting had plaats in een hotel niet vér van Parijs. De markiezin vroeg den nieuw aangeko mene wie hij was, waarop deze antwoordde dat' hij ambtenaar was "bij het parlement. Zij beval dat er naast haar vooralen jongen edelman zou worden gelekt en samen dineerden zij onder zulk een levendig én aangenaam gesprek, dat het scheen, of van beide zijlen het hart ook een woord meesprak. Het was dan ook mét leedwezen dat -Ie edelman van zijn schoone tafelgenoot© afscheid nam met wooolen van dankbaarheid en vereering. Nauwelijks was echter haar dischgenoot 'ver trokken of een edelman, die hen samen bad ge zien en behoorde tot le kennissen van de mar- kizein van X, tfroeg haar of het haar bekend was met wien zij had 'gegeten. En toen zij ant woordde: met ©en ambtenaar van het parlement, zeide hij: „Het was le'beul van Parijs. Ik ken hem zeer goed. Hij heeft juist een executie ach ter den rug." Dit antwoord bracht 'de dame in kwestie ten zeerste van streek. Zij kon een gevoel van weerzin niet onderlrukken en "verzocht om water ten einde hare handen te wasschen, daar zij den beul haar hand ten afscheid had gereikt. En, eenmaal te Parijs aangekomen, "diende zij een aanklacht bij het parlement in, waarin zij niet minder eischte, dan lat Sanson met een strik om den hak haar vergeving zou komen "vragen over de aangedane beletoiging" en dat hem bevo len zou worden in den vervolge een ouderschei- dingsteeken te dragen, waaraan het publiek hem onmiddellijk zou kunnen herkennen. Het gerechtshof dagvaardde "beide partijen, maar tevergeefsch zocht Charles Héhri Sanson een advocaat; niemand bleek bereid voor "hem op te treden, ©enerzijds wegens het groote aanzien dat de markiezin van X. genoot, en anderzijds wegens het verachtelijke van zijn beroèp. Sanson voerde dan ook in deze zaak zijn eigen "Verdedi ging. Het resultaat echter van een en ander was dat de stukken ter-griffie bleven, hetgeen betee- kende dat er geen beslissing genomen was en geen uitspraak zou wordeu gedaan. Eens op een 'dag kreeg Charles Henri Sanson bezoek van De. Guillotin, lid van de Nationale Vergadering. Bij gelegenheid van dit bezoek i verzocht Dr. Guillotin aan Sanson de mogelijk- j heid te overwegen eene machine te scheppen, waarbij het risico van de menschelijke geschikt* heid bij 'het onthoofden van veroordeelden tot eenfiiinium werd beperkt. Dr. Guillotin hal, ter illustratie van zijn denkbeeld, eene afbeelding j bij zich van ide in die dagen in Italië bekende I „Mannaïa", een instrument, bestaande uit twee palen waartusschen een bijl liep. De veroordeeld© 1 had dan het hoofd op een blok te leggen en de beul had slechts een touw los te laten. Charles Henri beloofde Dr.s Guillotin over het geval te zullen nadenken. In dezen lijd kreeg Sanson nog al eens bezoek van een Duitseh werktuigkundige, Schmidt ge- heeten. Met dezen sprak hij over datgene wat Dt_ Guillotin zocht. Schmidt, die o.a ook piano's maakte, was een "hartstochtelijk muziekliefhielr ber en 'geheele avonden konden Sanson en hij musiceerende doorbrengen. "Het was op een dezer avonden dat Schmidt aan "Sanson vertelde dat 'hij meende gevonden te hebben datgene wat hij en Dr. Guillotin zochten. Hij nam papier én- potlood en teekenle met eenige lijnen een guillotine. Zij was er. De guillotine met haar stalen, vlijm scherp lemmet, tusschen tweë palen, in bewe ging gebracht door een enkel touw, eh ijé patiënt' in zijn volle lengte uitgestrekt op een beweeg bar eplank, zoodat ie hals juist kwam onder bet mes, wanneer de plank op de geVenschte hoogte werd gesteld. De moeilijkheid 'was overwonnen; Schmidt had het middel gevonden (waarvan de ontdekking dikwerf ten onrechte aan Dr. Guillo tin wordt toegeschreven) den veroordeelde in liggende houding te 'executeeren, zonder dat het mes kon falen. I „IJ, juffrouw Armand," riep zij opgetogen, „u hier?" „Ik had u immers beloofd, dat ik u eens zou komen bezoeken," antwoordde Marie, vriendelijk lachend. „Ik vind het 'heel lief van u, juffrouw Armand! Wat zal u 'verrast wezen!" „Ik?" „Ja, dat zal u eens zien. Ga vooral langzaam naar boven, juffrouw, anders kunt ge zoo licht buiten adem geraken, ik woon zoo 'hoog Ik dank u wel, juffrouw," voegde Lucie tegen 'de portierster, die haar den gevonden zakdoek terug gaf, er bij. O'p de tweel© Verdieping gekomen, bleef Marie Armand staan. Zij moest éven alem halen. Kort daarop zette zij de klimpartij voort, met ae ©éne band steunend op 'Lucie's arm, met ,ae and-ere hand zich aan de 'trapleuning vastklemmend. „Welk ©en verrassing!" kon Lucie niet nala- !ten op vroolijken toon te herhalen. „En wat zal hij een paar groote oogen opzetten!" „Hij? Wie toch?" vroeg Marie. „Dat's nog een 'geheim, juffrouw Armand. Dat is juist de verrassing! U zal 't zelf wel zien!" Na dikwijls te 'hebben gerust, kw'am men ten sotte aan de 'zesde verdieping. Lucie bracht de hand aan den deurknop. Edmond Labron 'had inmiddels bet rijtuig uit het venster beschouwd ten bij zich zelf gedacht: „Dat lijkt wel 'veel op een der rijtuigen van mijn- iegen verstopping Doos 60 cenl Bij Apolh.en Drogisten heer Armand!" Daar ging -de deur open.. Hij wendde zich om en zag aan den ingang Marie Armand staan, die blijkbaar naar adem 'hijgde, j Hij en zij slaakten een half gedempfcen kreet van verbazing. Edmond werd een wtemig bleek en Marie drukte lie hand tegen het hart. I Lucie bemerkte uiets 'van beider ontroering en riep op luchthartigen toon: „Wielnu, wat zegt ge van mijne verrassing?" Marie Armand hal een somber vermoeden, idoêh nog geene zekerheid. j „U hier, mijnheer Labron vroeg zij met voor gewende kalmte. „Ik ben wierkelijk zeer verrasl? 1 Hoe komt u hier zoo bij de juffrouw?" „Zoo vroeg Marie op afgemeten toon. „Kent ge mijnheer Labron reeds lang?" i „Ja, al twee jaar kennen wijl. elkander, juf-, frouw Armand;" antwoordde Edmond. „Voor ik in de rue lie Miromesnil ben gaan wonen, bad ik mijne kamers 'in dit huis." „Om zoo te zeggen, deur aan deur," voegde. 1 Lucie er bij. „We zagen zoodoende elkander dik- jvijls, maakten kennis, hielden een praatje, wer den goeie vrienden.. „Goede vrienden herhaalde óp bitteren toon de dochter des millionalrs, die alles reeds begre pen had en wier trots in opstand kwam, bij de gedachte, dat een armzalig naaistertje haar be gunstigde medeminnares zou zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1928 | | pagina 3