Damrubriek Pluimveeteelt spui Aig C zou dit verdwenen zijn op het oogdnblik, dat hij "het droevige gelaat van zijn broer zag. Was die gebroken man zijn eens zoo vroolijke, levenslustige broeder? f Met slechts weinige kennissen, brachten Ru- dolf en Herman Lize naar; haar laatste rust plaats. Na de begrafenis werd afgesproken, dat Herman de kleine Lize voorloopig zou meenemen naar Doneveld. Dit geschiedde. Rudolf, alleen achtergebleven, kwam de slag niet te boven. Niog eenmaal werd Herman naar Hamburg geroepen. Vier maanden, na dat Lize gestorven was, stond Herman bij het doodsbed van zijn ©enigen broeder. 'Herman keerde na leenige dagen naar Do- reww terug. "Reeds ©enigen tijd was er sprake van geweest, 'dat Burger da betrekking van kast,eerbewaarder zou neerleg,genTot groo- te blijdschap van juffrouw van Ruijven besloot Herman het zeegat niet weer uit te gaan. Hij zou een betrekking api den. wal zoeken. Toen Burger zijn *betre(kking had neergelegd, spande Herman al zijn krachten, in zijn op volger te worden en hij werd als zoodanig benoemd. Het werd dein ouden Burger, wiens vrouw een jaar te voren ovefrleden was, ver gund bij den nieuwen kas teel be waa rder te blij ven inwonen,. De klein© Lize zou gedurende de eerste janen bij haar grootmoeder, juffrouw van Ruijven, wonen. Jaren zijn voorbij gegaan. Juffrouw van! Ruijven, de oude Burger, ze hebben het tij-t delijke met het eeuwige verwisseld. De winkel is overgegaan aan een verren bloedverwant. Herman is nog altijd kasteelbewaarder, zeer ten genoege van de vreemdelingen, dim in hem,! 'e n praatgragen geleider vinden, die heel wat van de wereld gezien blij|ct te hebben. Lize de achttienjarige Lize is het evenbeeld,, van haar jong gestorven moeder, die ze slechts heel flauw herinnert. Herman wijdt al zijn zor gen aan 'haar en zij, wederkeer ig, doet alles wat ze kan haar goeden pleegvader het leven aangenaam te maken. Eiken "Zondag richten die beiden hun schreden naar het kleine kerk hof, waar ze in stille aandacht de graven be- zoefken van „grootmoeder" en den ouden Bur ger. En als ze op hun terugweg langs de kerk komen, en soms bij m-ooi weer eens plaats nemen op de bank bij die Oude: stadscomp, vertelt Herman zijn geliefd pleegkind uit den tijd, dat hij daar met zijn broer, Lize's vader, zoo dikwijls gespeeld heeft en hota hij daar zoo menigen avond met zijn broeder heeft door gebracht. O, als die pomp eens aan 't ver-i tellen ging! KARAKTER door Mr. J M_ van Stipriaan Luïscius. WILSKRACHT. Baar de voortiureridheid nood'ig is om van ons beginsel ons karakter te maken, behoeven wij de kracht om dat beginsel te doen voortduren. ,Wie die kracht niet van nature heeft, kan et moet ze door oefening verkrijgen. Het groote nut der tegenspoeden komt hier uit. De zooge naamde Zondagskinderen verkeeren hierbij in de grootste moeilijkheid. Het zijn de menschen, wien alles meeloopt, hetzij degenen, die als kind be dorven zijn door altijd kunnen zin te krijgen, hetzij degenen, die door hun aangenaam uiterlijk als kind aardig gevonden werden, ook al dieden zij niets, en als volwassenen overal welkom zijn en overal ingehaald worden, terwijl hun alk moeilijkheden uit Jen weg geruimd worden. De minste tegenspoed brengt hen in de war en houdt hen tegen, terwijl hij menschen met eenen krach tiger! wil prikkelt tot meerdere inspanning. Al leen door den strijd tegen de natuur wordt het lichaam, alleen door Jen strijd tegen de tegen spoeden wordt het karakter stierk. Zoo ziet men de minder bevoordedl-den door hunne groote ka raktervastheid dikwijls den meer bevoordeelde» boven het 'hoofd stijgen. De wilskracht is de ijzeren "band, welke ons beginsel staande houdt en de bestanddieelen van ons karakter samenvat. Ons karakter moet niet alleen goed, maar ook sterk zijn, anders blijft het niet goed. W&.ar de wil is, is de 'weg, mits de wil van ijzer is. Wilskracht kan niet overdre-c ven worden, men heeft er nooit te veel van. Het is de ijzere vuist, welke ons levensroer omklemt. Het. is de kracht, welke onzen geest beheerseht., toegepast op onzen wil. Wjlskraeht maakt' Bis- mareken en Napoleons, eenen Nansen en eenen Columbus en alles, wat boven het alledaagsche uitsteekt. Zeker, het is dwaasheid om tegen wind molens te strijden of met het;, hoofd tegen den muur te loopen, maar men moet roeien tegen den stroom in om een man of ©ene vrouw van karak ter te worden. Na eiken val 'weer opstaan, eiken tegenspoed als eenen zegen en elke mislukking als eene les te beschouwen, dat is de wég om op karakter gebied den prijs te behalen. Wie geene moeilijkheden kent, moet -ze opzoeken om' zijn krachten te stalen. 'Heb te boven komen van bezwaren is een 'levensvoorwaarde voor den wil. Ook een goed karakter kan zonder wilskracht niet blijven bestaan. door M. A. v .Weijnsbergen, Leerares Huishoud school te Arnhem. HET WASSOHEN VAN GEKLEURD KATOEN EN HET OPBERGEN EiR VAN. Gekleurd katoen moet voorzichtiger behandeld worden dan wit katoen, omdat de kans van üoor- loopen hier dikwijls zoo groot is. LICHT GEKLEURD KATOEN wordt eerst heel kort geweekt in lauw water. Maak dan een lauw sop van sunlight zeep en wasch daarin de licht gekleurde stukken éen voor éen vlug af. Doe nooit 2 stukken van verschillende kleuren bij elkaar in éen sop. Ze mogen wel na elkaar gewasschen worden, mits het water niet! ge kleurd is. Is het schoon, dan wordt het flink nagespoeld en opgehangen of neergelegd op een strijkplank of tafel. Heeft het goed erg afgegeven, dan is het raadzaam dit niet op te hangen, omdat de kans van doorkapen dan zeer groot is. Dit wondt dan plat neergelegd, maar dan moet er voor ge zorgd worden dat het goed niet op elkaar ligt:, omdat dan de kleuren ook weer afgeven. Het beste is er dan doeken tusscben te leggen even als bij de mouwen, die ook daarmede wordfen op gevuld. Laat het zoo vlug mogelijk drogieai. Is dat niet het geval dain is die kaïns groot van erg doorloopén ook al heeft het bij de wasschen heelemaal niet afgegeven. DONKER GEKLEURD KATOEN wordt liefst in houtzeep gewasschen. Houtzeep is t* krijgen bij een drogist. Het zijn kleine stukje.' hout die afkomstig zijn van een bepaalde boom Deze stukjes worden met warm water op d< kachel gezet om te trekken. Het aftreksel is schuimend. Dit wordt door een doekje gezeefd! in een teil gedaan en dan de noodige hoeveelheid water toegevoegd. Op de houtzeep komt weer water, wat dan weer gebruikt wondt. Dit kar 3 a 4 maal herhaald wonden. Voor 1 jurk wor den 3 lepels houtzeep gebruikt. Houtzeep wordt juist voor donker gekleund gloed gebruikt, omdat het hiervan niet vaal wordt Licht zoowel als donker gekleurd goéd wat in 't naspoelwater nog erg afgeeft, wordt eerst ever gespoeld met water en azijn. Hetzelfde wordt dan ook gedaan met het goed wat te weeken staat. Het wordt, dan dadelijk gezet in water en azijn, dan even nagespoeld en daarna gewasschen Is het goed gedroogd en opgestreken dan wordt j het weer ingepakt met kamferballen in een goe,' afgesloten doos of kist. Gekleurd goéd mag oöl nooit gesteven opgeborgen worden. MANNEN VAN BETEEKEINIS KA REL I VAN ENGELAND'. De laatste volstrekte souverein van Groot- - Brittannië, Karei I, uit het huis van de Stuarts, werd in het jaar 1G00 te Dumferkine in Schot- 1 land geboren. Op 25-jarigen leeftijd volgde hij zijn vader Jacobus 1 op, die hem zijn gunste- i ling naliet. George Villiers, Hertog van Bucking- ham, alsmede zijn vijandigheid jegens het Parle- ment. weks afgevaardigden zich hoe llanger uoe l weerbarstiger betoonden, en hoe langer hoe meer l©sloten, een strenge controle op de koninklijke uitgaven uit te oefenen. Nietit-emin trachtte Ka rel. gedurende de vier eerste jaren van zijn re geering, samen 'te werken met het Parlement, zonder daarin te slagen, daar hij weigerde Buc kingham, zijn raadgever, te verwijderen, zooals geëischt werd door de afgevaardigden, die dezen trottschen en verkwistenden hertog een kwaad hart toedroegen. Tot tweemaal herhaalde het zich ,dat de Kamer der Afgevaardigden werd ont- bonden. Bij de derde verkiezing, nam Karei, in 1628, aan, de Petiti ader R|echten te ondertee kenen, waarhij hij zich verbond, geen belastin gen te heffen zonder de goedkeuring van het Parlement, en op eigen gezag niemand gevangen te zetten. De Koning, een schrander mensch, doeh op wien men zeer slecht op kon vertrouwen, schond zijn woord reeds na een paar weken. In Schotland, waar ie Presbyteriaansche godsdienst de overheersehende was, brak een opstand uit. In het overige gedeelte van het land werd een gevaarlijke weerstand aan den dag gelegd. Ten einde langs wettelijkeen weg opnieuw geldsommen tot zijn beschikking te kunnen krijgen riep Ka rei het Parlement opnieuw bijeen. Dit maakte 1 zich van het gezag meester, eischte van den Ko ning de bewilliging- dat hij het niet meer zou kunnen ontbinden dan met goedvinden van .te afgevaardigden en beval de gevangenneming van Aartsbisschop van Laud en den Graaf van Straf ford, die gezamenlijk met de Koningin, Hen- riëtte van Frankrijk, een Fransche prinses, den souverein tot het uitoefenen van de souverein© macht hadden aangezet. Karei, bekrachtigde de veroordeeling van Strafford, die naar het scha vot verwezen wierd; doeh weldra werd dioor hem getracht zieh met geweld van de macht van het Parlement te bevrijden. Hij verliet Londen en riep te Nottingham de vrienden van het koning schap bijeen. Aanvankelijk bleef -hij overwinnaar tegenover de militie van de volksvertegenwoordi ging, doch wist uit de behaalde voordeelen geen partij te trekken. Zijn nederlaag1 hij Newbury dwong hem tot le vlucht naar Schotland, waar hij onderhandelingen niet het Parlement aan- j knoopte. Dit laatste zou ongetwijfeld zijn vorst hebben teruggeroepen, indien Cromwell, het hoofd der uiterste Puriteinen, na zich Karei 1 dooi de Schotten te hebben laten uitleveren, niet op Londen was aangerukt en het ïpeerenieel van de Parlementsleden niet had uiteengejaagd. Grom- well riep een buitengewone rechtbank in het even, die hij uit zijn eigen partijgangers 3amen- itelde, en leze veroordeelden Karei 1 ter ,tood. De Koning beklom den 9en Febr. 1649 het scha vot, en gaf zelf den beul het noodlottig sein. 1 riaal voor kippenhokken mits er een laag* riet onder ligt. Anders tocht het-.i. In een kippenhok mag "Winters een zakdoek niet ontbreken. Daar kunnen de kippen een stof- bad in nemen. Houdt d« kippen in het hok in be weging, anders wennen ze zich verkeerde ge- woonten aan. Opgehangen boerekoolstronken (na tuurlijk met blad er aan.) zijn daarbij zeer dien stig. Ze bevatten ook heel wat vitaminen; dia onmisbaar zijn, om de 'dieren gezond te houden. Zet de droogvoerhak niet op iden grond maar hangt hem boven den grond. Dat voorkomt mor- sen. Rekent voor elkfc kip 3 c.Mp ruimte aan den droogvoerhak, dan is er voldoende gelegenheid! voor alle kippen, om 'hun portie naar binnen te j werken. Is 't minder, dan gaan de brutaalsten» met het meeste voedsel strijken. Bij heit begin van I het nieuwe legjaar dienen ,1e jongs kippen vo'l- doende gewicht te hebben om genoeg Iweerstand te bezitten tijdens 'den leg. .Leghorns moeten 3 a 31/2 pend wegen, Rh:ide Island Reds ei Wyan- j dottes 51/2 pond. Barnevelders 5 pond. "Een beproefd middel tegen snot bij de kippen, is: meng 3 deelen fenegriek, 2 deelen fijne peper, I 1 deel bloem van zwavel en J/2' deel zuiverings- i zout. Van dit mengsel doet u per 10 kippen een I eetlepel door het voer voor 1 dag. Doe daarbij zooveel kaliumpermanganaal door het drinkwa ter, dat dit lichtrood gekleurd wordlt. Voor de pullorumbestrijding hebben zich 120 bedrijven met ongeveer 50000 dieren aangemeld. Een goed voer voor vastzittende eenden is: 1 deel tarwezemelen, 1 deel maismeel, 2 deelein gerstemeel, 1 deel vleeschmeel, 2 ideelein visch- meel en 4 deelen gedroogde garnalen. Dit zijn geen gewichts maar maatdeelen. Luis bij kippen bestrijdt men door d« borst- veeren met een in benzine gedrenkt lapje flink ta wrijven. Vooral hierbij vlug te werk gaan. Houdt j de kip aan de pooten met den kop omlaag en j strooit insektenpoeder tussehen de veeren. Aan j de staartveeren zitten ie neten. Knip die verder af en gooit ze buiten het bereik der kippen. t Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zenden aan D. KLEEN te Winkel. !H ieronder volgen een paar standen uit de Zondag j.l. gehouden wedstrrijd om het dam kampioenschap van Westfriesland. Stared No. 1. ■Uit de partij A. RenooijKleen. Zwart 15. Een der partijen werd als volgt beslist f Zwart aan zet speelde 11—16, wit maakte nu een damz'et i 1 In dez estand was zwart aan zet ea speeld; 71, doch had hij 1319, gespeeld, dan maakte wit een damslag als volgt: Wit 27—22 36—31 32—28 28 27 47—41 04 5 Zwart 18 27 27 36 23 32 21 32 36 29 In den diagramstand speelde zwart 71 en wit vervolgde met 3631, hopende op zwart 2126. dan Wit 33—28 28 19 r 42—39 27—21 31—32 43: 1! Zwart 26 37 37 28? 13 24 16 27 27 38 Zwart doorzag dit alles en speelde 7—12. Stand No. 2. Zwart 15. WENKEN EN MEDjEiDjEjELINGEN Moet on de kippen bij guur. weer in 't hok blij ven, bescherm ze -dan in 't hok tegen tocht. Gegolfde asbestplaten zijn een goed dekmate- 37—31' 42—37 38 18 38 2! 19 28 26 :46 46 :32 12 34 D. ezet is niet zo ojdiep, Üoch het verras sende is bij den 4dlen zet van zwart als hij 12 34 moet slaan inplaats van 13 22.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1928 | | pagina 4